Ook voor 1899 heb ik een clusteranalyse van de buurten gedaan met een aantal variabelen. Een vergelijking op dezelfde variabelen als voor 1859 levert behoorlijke vertekeningen op: de huizen in de 19e eeuwse buurten waren groter en de huisbezetting en het aantal huishoudens per huis zullen dus hoger uitpakken, zonder dat dit duidt op een slechte woonsituatie.
In tabel 1 van mijn gepubliceerde artikel is de gemiddelde omvang van de gezinshuishoudens aangegeven. Dit is de omvang inclusief de op schepen wonende bevolking. De bron hiervoor zijn de gegevens over de 'huizing' (gezinnen) in de tabellen van de volkstelling. Aangezien de tabel alleen gegevens voor de in huizen wonende bevolking geeft, publiceer ik hier de cijfers voor de huishoudens zonder de scheepsbewoners. 'Alle huishoudens' is inclusief de alleenwonenden. Overigens zijn deze twee reeksen eenvoudig uit de in het artikel gepubliceerde aantallen huishoudens en de bevolking in huizen te berekenen.
1859 | 1869 | 1879 | 1889 | 1899 | 1909 | 1920 | 1930 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
gezinshuishoudens | 4,58 | 4,55 | 4,53 | 4,67 | 4,74 | 4,64 | 4,46 | 4,06 |
alle huishoudens | 4,00 | 3,98 | 3,90 | 4,27 | 4,22 | 4,07 | 3,79 | 3,44 |
Laatst gewijzigd: 27-12-2024