J.Z. Kannegieter - Het ontstaan van de Amsterdamse Jordaan

Amsterdam

Hoofdstuk VIII Lijst van gangnamen op het nieuwe werk

Bij het raadplegen neme men het volgende in acht:

1. Men late niet na, de inleiding te lezen, die dr. Joh. C. Breen liet vooraf gaan aan zijn "Alphabetische lijst van gangen te Amsterdam", Jaarboek Amstelodamum, IV, 1906, blz. 137 vlg.

2. De hier volgende lijst van gangnamen is geen repliek van Breen's arbeid. Niet alleen bevat zij slechts de gangen op het nieuwe werk, zij geeft naast zeer vele, die Breen reeds registreerde, ook enkele tientallen, die de samensteller van 1906 niet heeft gekend. Het grote verschil tussen zijn werkwijze en de mijne is, dat ik oudere, in hoofdzaak zevntiende-eeuwse bronnen gebruikte. Hierdoor werden de gangnamen dichter bij hun oorsprong gebracht. Vergelijking met de huisnamen in de voorafgaande lijst, leidde soms tot verrassende ophelderingen.

3. De gangnamen staan in alfabetische volgorde, met dien verstande, dat nu niet de eerste substantieven voorop zijn gezet. Zij dienen, in tegenstelling tot de huisnamen, als één geheel te worden opgevat.

4. De alfabetische lijst is op gemaakt in de tegenwoordige spelling. Behalve in de schrijfwijze bleek ook hier en daar andere modernisering nodig. Zij zal echter geen aanleiding tot verwarring zijn. Terwille van de eenheid heb ik mij in verreweg de meeste gevallen gehouden aan de woordvorming van Breen.

5. Wanneer de gangen nog als aanwezig vermeld werden op de door mij gebruikte bladen van de kaart van Amsterdam, vervaardigd door de Gem. Dienst van Publieke Werken, heb ik slechts verwezen naar deze kaart. Meestal zal men dus verwijzingen vinden naar Breen. Kon laatst genoemde van een gang alleen maar het z.g. klein-nummer van 1796 opgeven, dan bestond zekerheid, dat zij in 1875, toen de tegenwoordige nummering werd ingevoerd, niet meer aanwezig was. "Niet bij Breen" wil natuurlijk zeggen, dat men de desbetreffende gang ook in de Atlas van de Gemeente Amsterdam, verschenen bij J.C. Loman jr. (1876) en op de Kaart van Publieke Werken vergeefs zal zoeken.

6. Evenals Breen heb ook ik inpandige woningcomplexen, die dikwijls "hofjes" werden genoemd,opgenomen. Zij kunnen als verwijdingen van een gang worden beschouwd.

7. Gangnamen bezaten en bezitten geen officiële geldigheid. Vandaar dat tal van gangen in de loop der tijden meer dan één naam hebben gedragen, dat vele gangen haar naam hebben verlorenen dat sommige namen onherkenbaar verbasterd zijn. Sinds 1875 zijn de in gangen staande percelen in de nummering van de straat, de gracht of het plein, waarbij ze behoren, opgenomen. Bij adressering hebben zij bijgevolg slechts een toelichtende betekenis.

8. Kortheidshalve verwijs ik verder naar de toelichting bij de lijst van huisnamen op het nieuwe werk (hoofdstuk VII). De nodige omzettingen, in verband met het verschil in stof, kunnen aan de lezer worden toevertrouwd.

Akerslootgang

Oude-Fransenpad, "inde ackerslootergang" (D.T.B. 1154, d.d. 24-7-1662) – In 1875 niet meer aanwezig: Akerslootgang, Goudsbloemgracht 56/57, nummering van 1796. (Breen) – Zie: "Akersloot", Oude-Fransepad.

Anjeliershof

Anjeliersstraat, "int Angeliershoffr" (D.T.B. 1147, d.d. 24-1-1630' – Anjeliersstraat, "verby de eerste dwarsstrat, over het ouwe angeliers hof" (D.T.B. 1151, d.d. 23-11-1655) – Anjeliersstraat, "voorby de fiolettestrat, op angeliers of" (D.T.B. 1163, d.d. 28-5-1680)- Nog aanwezig in 1943. Anjeliershofje, vier achterhuisjes, te bereiken door een gang, Anjeliersstraat , tussen 136 en 142. (Kaart P.W., blad G 4).

Appeldragersgang

Goudsbloemstraat tussen de twee eerste dwarsstraten, "in de appeldragersgang" (D.T.B. 1152, d.d. 18-6-1658). – Niet bij Breen. Bij executie verkocht aan Jacob Joosten, appeldrager: een huis en erf, Goudsbloemstraat –Zuidzijde, "zynde twee woningen onder een dack, daer de achterste woninge met een gang integaan is, welcke ganck desen huyse toecomende is", belend aan de Oostzijde door Jacob Joosten vorn. Huis en erf hebben toebehoord aan Gondela Martens. (R.A. 2165, fol. 44 vo d.d. 25-1-1623) Gomme Martens, gewoond hebbende Goudsbloemstraat "besyden de appelcooper", was de 29e Dec. 1622 op het Karthuizers-kerkhof begravenn (D.T.B. 1146). Gomme Martens, wed. van Michiel Pietersz., had de huizen zelf laten bouwen, want haar was de 19e Febr. 1614 een erf aangewezen, Goudsbloemstraat-Zuidzijde, get. nr. 20. Haar schuld aan de stad werd de 17de Juli 1624 door Jacob Joosten, appeldrager, voldaan (Thes. ord. 185, fol. 72 vo). Aan deze Jacob Joosten was de 25e Febr, 1614 een erf toegewezen, Goudsbloemstraat-Zuidzijde, get. nr. 21. (Thes.ord. 185, fol. 76

Bakkersgang

Oude Fransepad, "in de backersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 9-9-1663) ).- Breen vermeldt op de Goudsbloemgracht drie bakkersgangen: nrs. 154-156, 71-77 en 77-78(de laatste nummering van 1796, vervallen). DE eerste heette in 1796 Mooimeisjesgang, de derde ook: Lange Aachtengang. In 11943 was de tweede nog aanwezig: tussen 69 en 79 (Kaart P.W., blad G 4).- Zie "de bakoven", "het kalverblad", "de gloeiende oven" en de "Lange Aaftengang", Goudsbloemgracht.

Bakkersgang

Begraven: "aeltie meyaers, out 100 jaer, inde fiolettestraet, inde backersgangh." (D.T.B. 1161, d.d. 9-11-1675. -- Niet bij Breen.

Bezemmakersgang

Anjeliersgracht, " op de hoeck van de beusemmakersgang" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664). Nog aanwezig in 1906, maar niet meer bewoond: Bezemmakersgang of Nieuwenhuizengang, ook Nieuwenhuizenhofje, Anjeliersstraat 123-125. (Breen), In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G4).

Bezemmakersgang

Egelantiersstraat, "in de buesemmaekersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 1-1-1662).- Niet bij Breen.

Bierdragersgang

Tuinstraat, "tusschen de eerste en tweede dwarsstraat, inde bierdragers gang". (D.T.B. 1151, d.d. 24-10-1655).- "int midden van de tuynstrat, in de witte valck, over de bierdragersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 8-10-1662).- Tuinstraat, "in de bierdragersgang, naest de jonge prins". (D.T.B. 1156, d.d. 4-4-1666). – Nog aanwezig in 1943: Bierdragersgang, Tuinstraat tussen 90 en 100. (Kaart P.W., blad G 4). Zie" "het koeienveld", Tuinstraat.

Blauwe Armsgang

Tuinstraat, " in de blaeuwe arms gang" (D.T.B. 1155, d.d. 9-10-1664).- Nog aanwezig in 1906: Blauwe-Armsgang, Tuinstraat 117-119. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G 4).- Zie: "de blauwe arm", Tuinstraat.

Blauwe Haansgang

Lindengracht, "inde blauwe haans gangh" (D.T.B. 1169, d.d. 19-9-1704). Nog aanwezig in 1906: Blauwe-Hanengang, Lindengracht 129-133. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W. blad G 4).- Zie: "de blauwe haan", Lindengracht.

Blauwe Hanengang

Lindenstraat,"inde blaue Haansgangh". (D.T.B. 1169, d.d. 16-1-1704).- Nog aanwezig in 1906: een naamloze gang, vroeger Blauwe Hanengang geheten, Lindenstraat 87. (Breen).In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W. , blad G 4). Zie: "de blauwe haan", Lindenstraat.

Blauwe- Hoofdsgang

"in de blauw hooft gangh". ( D.T.B. 1168/1108?, d.d.21-11- 1698). – Niet bij Breen.

Blekersgang

Tichelstraat, : by de katuysers, inde blickersgang".( D.T.B.1152, d.d. 16-3-1659) – Nog aanwezig in 1943: Bleekersgang, Tichelstraat aan de Noordzijde van nr. 53 (Kaart P.W. ,blad G 4) Zie:"de bleekmand", "de blekershuizen"en "de kleermand", Tichelstraat.

Blikslagersgang

Tuinstraat, "byde tweede dwarsstrat, inde blickslagersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 3-8-1661).- In 1875 niet meer aanwezig. Blikslagersgang, Tuinstraat 182, nummering van 1796.(Breen)

Boerengang

"Mr. Gerrit, pestmr., eens te senden inde Elandtstraat inde boeregangh, recht tegenover Ceulen, te visiteren een pockig vrou persoon, gekomen uyt brasil". (Arch. Gasthuizen nr. 29, fol. 21, d.d. 9-1-16550) – In 1875 niet meer aanwezig: Boerengang, Elandsstraat 64, nummering van 1796. (Breen).

Bokkengang

Elandsgracht, "in de bockengangh". (D.T.B. 1154, d.d. 30-3-1664).- Nog aanwezig in 1906: Bokkengang, Elandsgracht 62. (Breen).In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W. , blad H 4) - Zie :" de witte bok", "de zwarte bol"en de "Witteboksgang", Elandsgracht.

Bontekoesgang

Anjeliersgracht, "inde bontekoesgangh"(D.T.B. 1168, d.d. 17-7-1699) – Nog aanwezig in 1943: Bontekoesgang, Westerstraat tussen 18 en 24. (Kaart P.W., bladG 4). – Zie: "de bonte koe", Anjeliersgracht.

Brillenmakersgang

Anjeliersstraat, "verby de 3 dwarsstrat, naest de kromme twynstraet, op de hoek van de brillemackersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664). – In 1875 niet meer aanwezig.: Brillengangh, Anjelierrsstraat 87/88, nummering van 1796. (Breen)

Brillenmakersgang

Noordermarkt, "in de brillemakersgangh".(D.T.B. 1168, d.d. 22-3-1699) – Nog aanwezig in 1906: Bleekersgang, vroeger Brillengang geheten, Noordermarkt 36. (Breen) In 1943 niet meer aanwazig. (Kaart P.W., blad G.4).

Brouwersgang

Palmgracht, "by de brouwersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 31-10-1663).- Niet bij Breen. – Zie: "het Franse wapen".

Bijbelshof

Anjeliersstraat, "voorby de fiolettestraat, opt bybelhof". (D.T.B. 1169, d.d. 5-7-1703) Nog aanwezig in 1906: Bijbelhofje of Bijbelsgang, Anjeliersstraat 45-53 . (Breen) In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G 4).[1]

Delverssteegje

Overgedragen aan Jacob Jansz. Delver een huis en erf, 'gestaen ende gelegen int Delversteechgen, inne te gaen voor van het Elantsgraft door een gemeene overwelffde gangh'. (Kw.38, fol. 239 vo, d.d. 11-5-1617). Het Delverssteegje wordt ook vermeld in ( Kw. 38, fol. 240vo, d.d. 11-5-1617;id. , fol. 248vo, d.d. 18-4-1617; id.39, fol. 174, d.d. 18-5-1618; id.40, fol. 212vo, d.d 19-5-1620; id., 227vo, d.d.30-5-1620; R.A. 2165, fol. 84, d.d. 30-1-1625; Huisverk. Weeskamer VI, fol. 124vo, d.d. 8-7-1625. – Niet bij Breen. Het steegje, ontstaan kort voor of in 1617, was blijkens boven aangehaald tekstfragment genoemd naar Jacob Jansz. Delver. Het strekte zich uit, evenwijdig aan de Elandsgracht, achter de tegenwoordige percelen 96 -114. Een gedeelte ervan was, naamloos, in 1941 nog aanwezig . (Kaart P.W., blad J 3). De "gemeene overwelffde gangh" heette later de "Zevenhuizengang". Zie : "het gouden hoofd", "het walvisbeen", de "Zevenhuizengang" en dl. I van dit werk, blz. …

Diakensgang

Oude-Fransepad, "inde diakesgangh. (D.T.B. 1154, d.d. 8-10-1662). – Niet bij Breen. Zie: de "Broedershuizen". (Lijst van Kerken en Godshuizen), Oude-Fransepad.

Diakensgang

Laurierstraat, "by de baangraft, inde dijakensgange". (D.T.B. 1109,d.d. 1-2-1686).- In 1875 niet meer aanwezig. Diakenengang Laurierstraat bij de Lijnbaansgracht, nr.18, nummering van 1796, (Breen)[2] – Zie : de "Armenhuizen", de "Gemeensschapshuizen", de "Gemene Armenhuizen", Laurierstraat, in dl. I van dit werk, blz. ..

Dolfijnengang

Anjeliersgracht, "in de dolfynsgangh". (D.T.B. 1168, d.d. 10-11-1699) – Anjeliersgracht, "aan de Noordzy, in de Dolfynengangh".(D.T.B. 1169, d.d. 4-1-1704). – Nog aanwezig in 1943: Dolphijngang, Westerstraat, onder door perceel 54. (Kaart P.W., blad G.4)- Zie : "de dolfijn", Anjeliersgracht.

Dolfijnsgang

Elandsstraat, "by de eerste dwartstrat, in de Dolfynsgang". (D.T.B.1154, d.d. 11-10-1663)- Elandsstraat, "inde Dolfynsgang, naest de roo fonteyn", (D-T-B- 1155, d.d. 7-9-1664) – Nog aanwezig in 1906, maar niet meer bewoond: Dolphijnsgang, Vroeger Vergulde Dolphijnengang, Elandsstraat 107. (Been). In 1944 niet meer aanwezig. (Kaart P.W.,blad H.3) Zie: "de dolfijn", Elandsstraat, in de. I van dit werk, blz. ..

Donkeregang

Goudsbloemstraat, "inde donkere gang, by de baengraft, naest witte lam". (D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664) – Niet bij Breen.

Doorluchtige steeg

Goudsbloemstraat, "in de doorluchtige steegh". (D.T.B. 114, d.d. 12-7-1623). – Niet bij Breen. – Zie: de doorluchtige schaar".

Draaiersgang

Goudsbloemgracht, "by de middelste brugh, inde draeijersgangh". (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664). – Niet bij Breen.

Drie-Koningengang

Anjeliersgracht, "inde 3 koningen gangh". (D.T.B. 1154, d.d. 30-501663) – Nog aanwezig in 1906: Drie-Koningengang, Westerstraat, tussen 121 en 1213.(Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4) – Zie: "de drie koningen".

Drie-Roemersgang

Anjeliersstraat, "inde drie roemersgang, by de tweede dwarsstraet". (D.T.B. 1155, d.d. 3-10-1664). – Nog aanwezig in 1943.: Drieroemersgang, Anjeliersstraat tussen 137 en 143. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "de drie roemers", "de groene roemer" en de "Roemersgang", Anjeliersstraat.

Droogscheerdersgang

Bloemgracht, "inde drooghscheerdersgange, by de baengraft". (D.T.B. 1109, d.d. 1-5-1687).- In 1875 niet meer aanwezig: Droogscheerdersgang, Bloemgracht 110, nummering van 1796. (Breen) – Zie: "de droogscheerderskramer", Bloemgracht.

Droogscheerdersgang

Elandsgracht, "tegenover de 7 huysen, op de hoek van de droochscheerdersgang". (D.T.B. 1149, d.d. 31-3-1650). – In 1875 niet meer aanwezig: Droogscheerdersgang, Elandsgracht 98, nummering 1796. (Breen) – Zie voor "de zeven huizen": dl.I van dit werk, blz. ..

Engelsmansgang

Anjelliersgracht, "inde Engelsmangang". (D.T.B. 1153, d.d 17-10-1661). – Nog aanwezig in 1906: een naamloze gang, vroeger Engelschmansteeg geheten, Westerstraat 186 – 192. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G.4). – Aan Jan Willemsz. Engelsman werden de 27e Maart 1615 twee erven toegewezen, Anjeliersgracht, "beneden de derde dwarsstraet", get. Nr. 4 en 5. (Thes. Ord. 185, fol. 172).In een der door hem gebouwde huizen koos hij zijn domicilie, want de 29e Sept. werd iemand begraven, die gewoond had : Anjeliersgracht "tegen over een Engelsman".(D.T.B. 1145). Jan Willemsz. overleed ± 1632. De 16e Jan. 1633 verkochten zijn erfgenamen een huis en erf met gang, Anjeliersgracht- Noordzijde, een huisje in die gang en nog een huis in de gang, bestaande uit vier woningen. (Huisverk. Weeskamer VII, fol. 204,vlg.)

Foelieslagersgang

1658: Een huis "in de Foelyslagers gangh op de Rosegraft, belent aen de Zuyderzyde Johannes van Beerstraten ( Bredius, Künstler-Inventaren, 7er T., S.13) – Nog aanwezig in 1906: Foelieslagersgang, Rozengracht 168. (Breen). In 1944 niet meer aanwezig. (P.W.,blad H.3) – In 1666 wordt genoemd als bewoner van de Foelieslagersgang: Hendrick Hendricksz., foelieslager. (Mr. N. de Roever, Rembrandts sterfhuis. Oud-Holland 1884, blz. 106 vlg.) – Zie: "de schipbreuk".

Fonteinhof

Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht- Zuidzijde, "by t fontynhoff". (Kw. Y, fol. 25vo, d.d. 8-3-1649) – Lindengracht, "inde saterdachsgang, naest het fontaeynhof". (D.T.B. 1149, d.d.7-12-1615). – Lindengracht, "inde Kammemakersgang, overt fonteynhof". (D.T.B. 1152, d.d. 25-2-1658). – Lindengracht, "over het fonteynhof, inde moffegang". (D.T.B. 1154, d.d. 7-10-1663). – Bij executie verkocht: een huis en erf "met een vrye eigen ge=angh, op de Lindegraft, ingaende op deselve graft, alsmede door een vrye overtimmerde gangh, van de Lindegraft in te gaen, genaemt het fonteinhoff". (R.A. 2170, fol. 295vo,d.d. 1-2-1668) – In 1875 niet meer aanwezig: Fonteinengang, Lindengracht 43, nummering van 1796. (Breen) – Zie: "de gouden haringbuis", "de gouden molen". Lindengracht en het volgende artikel.

Fonteinhof

Lindenstraat, "nast fonteynhof:. (D.T.B. 1151, d.d. 16-1-1656) = Lindenstraat, "over het fontynhof, in de grasmeyer". (D.T.P. 1074, d.d. 4-11-1662) – Niet bij Breen – Liep het Fonteinhof van de Lindengracht door naar de Lindenstraat? Zie het vorige artikel.

Gang van de berkeboom

"…op de braek, inde gang vande berckeboom". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657- 1673, d.d. 20-10-1663) – Niet bij Breen – Zie: "de berkeboom", Braak of Palmgracht.

Gang van de witte engel

Tuinstraat, "inde gang van de wytte engel. (D.T.B. 1154, d.d. 18-10-1663). Nog aanwezig in 1943: Engelengang, Tuinstraat, aan de Westzijde van nr. 169. ( Kaart P.W., blad G4).[3] – Zie: "de witte engel", Tuinstraat.

Gang van 's Hertogenbosch

Elandsstraat, "inde gang van sartochsbos, over de knynestraet". (D.T.B.1154, d.d. 3-12-1663) – Nog aanwezig in 1906: Bossegang, ook Vossengang, Elandsstraat tussen 19 en 21. (Breen). In 1941 niet meer aanwezig. (Kaart P.W.,blad J.3)- Zie: "'s Hertogenbosch, "het Raadhuis van 's Hertogenbosch" in de "'s Hertogenboschgang".

Gang van de schamele Jacob

Overgedragen: een erf , liggende Anjeliersgracht- Noordzijde, "op de oosterhoeck van de lindebooms cruysstraet,[4] op welck erf de coper een huys gedaen timmeren heeft", strekkende voor van de straat tot achter aan "de gang van Jacob Jansz., lichterman, alias schamele Jacob". (Kw. 43, fol. 79, d.d. 20-3-1623) – Niet bij Breen.

Gang van de koning van Frankrijk

Egelantiersstraat,"in de gang van de conick van Vranckrijk"( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640 – 1657, d.d. 25-2-1652) – Niet bij Breen. – Zie: "de koning van Frankrijk", Egelantiersstraat.

Gang van de drie leliën

Boomstraat, "inde gangh van de 3 lelije". (D.T.B. 1155, d.d. 5-10-1664)- Niet bij Breen. Zie: : "de drie leliën".

Gang van de Prins

"…op het ent van de roosegraft, in de gang van de prins".(D.T.B. 1154, d.d. 1-6-1662) – Bij perceel Rozengracht 194 behoorde nog in 1944 de Prinsenhofsgang (Kaart P.W., blad H.3). Breen vermeldt deze ook als Prinsenpoort, Rozengracht 94 – 102. Men kan haar ligging echter niet kwalificeren als aan het eind van de Rozengracht. In 1698 is er op de Rozengracht sprake van een Prinsenhofje (zie ald.), evenwel: bij de Prinsengracht. Toch bestaat de mogelijkheid, dat in dit geval de Gang van de Prins werd bedoeld. Menigmaal immers verwarde men in die tijd bij de Jordaanstraten en –grachten de begrippen begin en einde.[5] In aanmerking komt misschien ook de in 1875 niet meer aanwezige Prinsen- of Smidsgang, Rozengracht 105/106, nummering van 1796. (Breen).

Gang van de drie pijpen

'"Pieter de la Hay, jongman, een passementwercker, woont in de looyersstraet inde gang vande de drie pypen, werckt voor egbert in de hasestraet". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640- 1657, d.d. 31-1-1647). – Niet bij Breen.

Gangetje van Gerrit Lambertsz.

"Cornelis Willemsz., lyndrayer, woont int gangetje van gerret lambertsz., inde roosestraet". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640 – 1757, d.d. 16-12-1646). – Niet bij Breen.

Gangetje van het witte paard

Zie : "het witte paard"en de "Wittepaardsgang", Anjeliersgracht.

Gangetje van de drie smientjes

Tuinstraat, "in een gangetje van de drie smientjes". ( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640 -1657, d.d. 11-12-1650). -0 Niet bij Breen. – Zie: "de drie smienten".

Gangetje van de ster

Goudsbloemgracht, "in een gangetje, daer de star uyt staet:. (Begr. Register Weeskamer nr.2, Noorderkerk, d.d. 8-10-1624) – Zie: "de Sterrengang", Oude-Fransenpad.

Gangetje van de troffel

Nieuwe Leliestraat, "in t gangetien, daer de troffel aen staet". (Protocollen-Kerkeraad, dl. V, fol. 139, d.d. 5-10-1623, Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam) – Niet bij Breen. – Zie: "de troffel", het "slopje van de troffel"en de "troffelsgang". Egelantiersgracht.

Garentwijndersgang

Nieuwe Leliestraat, "by de princrgraft, inde garentwyndersgangh". (D.T.B. 1157, d.d. 15-5-1668).- Niet bij Breen.

Geelgietersgang

Looiersstraat, "vooraen, inde geelgietersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 11-8-1660). – In 1875 niet meer aanwezig. Geelgieters- of Scheepjesgang, Oude-Looiersstraat 3, nummering van 1796. (Breen)

Gerstbaalsgang

Anjeliersgracht, "inde Griesbaals Gangh". (D.T.B. 1169, d.d. 19-6-1703) – Nog aanwezig in 1943: Gierstbalengang, Westerstraat aan de Oostzijde van nr. 185. (Kaart P.W., bladG.4). Bij Breen heet zij Gerstebalen en Gerstebalengang. – Zie: "de Gerstebaal".

Gooiersgang

Lindengracht, " inde goyersgang". (D.T.B. 1152, d.d. 25-10-1656).- Niet bij Breen. Zie: "de Gooier".

Graaf van Emdensgang

Tuinstraat, "in de graaf van eindihemgang".(D.T.B. 1154, d.d. 13-3-1663). – Nog aanwezig in 1906: Graaf van Emdensgang, Tuinstraat 186-190. (Breen) In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W. blad G.4). – Zie: "de graaf van Emden".

Griet-Zoutevisgang

"… op de braeck, in grietsoutevisgang". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657 – 1673, d.d. 23-2-1659) – Niet bij Breen.

Gruttersgang

Goudsbloemgracht, "inde gruttersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 7-10-1664) In 1875 niet meer aanwezig.: Gruttersgang, Goudsbloemgracht 74/75, nummering van 1796. (Breen) – Zie: "de grutmolen".

Hans Kaas en Broodgang

Lindengracht, " in de hans kaes en brootsgang. (D.T.B. 1152, d.d. 26-4-1657). – Lindengracht, "aen de suytsy, in Hans Kaes en brootgang". (D.T.B. 1152, d.d. 26-3-1658). – Lindengracht, "in Hans Kaesenbrootsgangh, naest de lindeboom"..(D.T.B. 1154, d.d. 22-4-1663). – Niet bij Breen. Zie: de "Kaas en Broodsgang". Lindengracht.

Harmen Kostersgang

Anjeliersstraat, "naast harmen kosters gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 6-10-1699). – Nog aanwezig in 1943: Harmen Kostersgang, Anjeliersstraat tussen 144 en 154. (Kaart P.W., blad G.4).

's Hertogenboschgang

Elandsstraat, "over de konynestraet, inde hartoogen bossengange". (D.T.B. 1109, d.d. 5-5-1686). – Zie: de "Gang van 's Hertogenbosch".

Hoedenmakersgang

Zal worden geveild: "een huis, zynde geapproprieerd tot een compleete stroopmakery of ververy, met de losse en vaste gereedschappen tot deze fabrieken behoorende , wordende thans geemployeerd tot een stroopmakery, staande op de Egelantiersgragt, N.Z. tusschen de twee bruggen in de Hoedemakersgang". (Adv. Amst. Crt. 13-12-1764, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 143). – In 1875 niet meer aanwezig: Hoedemakersgang, ook Suikerbakkersgang geheten, Egelantiersgracht 43, nummering van 1796 (Breen) – Zie: "de zwarte hoed"en "de de drie suikerbroden", Egelantiersgracht.

Hoedenmakersgang

Noordermarkt, "inde hoedemakersgangh". (D.T.B. 1168, d.d. 22-5-1699). – Niet bij Breen.

Hoedenmakersgang

Tuinstraat, "inde hoedemaekersgang". (D.T.B.1154, d.d 14-10-1663) – Nog aanwezig (naamloos) in 1943: Tuinstraat tusschen 32 en 36. (Kaart P.W., blad G.4). Bij Breen: Hoedengang, thans naamloos, Tuinstraat 34.

Hoefijzersgang

Egelantiersstraat, 'by de leste dwarsstraet, inde hoefysersgang'. (D.T.B. 1154, d.d. 28-10-1663). – Nog aanwezig in 1906: Zaagselgang, vroeger hofijzersgang geheten, Egelantiersgracht 177- 185. (Breen). In 1944 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad H.3)

Hoefijzersgang

"… op[6] de suytsy van de negelantierstrat, inde hoeffysersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 16-7-1662). – Niet bij Breen.

Hof van Gerrit Wiggertsz. Duysentdaelders

Overgedragen: twee erven, "gelegen neffens malcanderen", Nieuwe Leliestraat, Noord-zijde, belend aan de Oostzijde door "het hof van Gerrit Wiggertsz. Duysentdaelders", aan de Westzijde door de erven 25 en 26. De overgedragen erven hebben een vrije uitgang naar de Lijnbaansgracht. (Kw.41, fol. 12, d.d. 2-10-1620). – Niet bij Breen. – Het erf N.Leliestraat- Noordzijde, hoek Lijnbaansgracht droeg het nummer 22. Het werd aan de Oostzijde belend door nr. 21, aan de Noordzijde door nr. 23.(Kw, 41, fol. 11vo, d.d. 2-10-1620). De erven 25 en 26 zullen dus in de nabijheid zijn geweest. Vermeldenswaard is, dat Breen een Duizenddaaldersgang noemt, Egelantiersgracht- Noordzijde, bij de tweede brug. Weliswaar had zij niets te maken met het in dit artikel bedoelde "Hof", maar zij typeert Gerrit Wiggertsz. Weer als een zeer actief huizenbouwer op het nieuwe werk. (Zie ook "de 1000 daalders", dl.I van dit werk, blz. … en dl.II, blz. .. )

Hof van Outhuysen

Lindengracht, "verby de saterdaghsbrugh, int Hoff van Outhuysen". (D.T.B. 1155, d.d. 23-9-1664). Nog aanwezig in 1906: Oudhuizersgang of Oude-Keizershof, Lindengracht 170- 189. (Breen).In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).Men vindt hier thans de inpandig gebouwde Ed. Gerdesschool, nr. 200. – Het Hof van Outhuysen was een der grootste Jordaanhofjes in de zin van inpandig woningencomplex. Het bezat een ruime binnenplaats, waar omheen zeer kleine huisjes stonden. (Atlas Loman, 1875, buurt QQ). Waarschijnlijk gebouwd door Jan Barentsz. Van Outhuysen, mr. Metselaar, die in 1655 een huis en erf, tuin en achterhuis kocht, Lindengracht –Noordzijde bij de Zaterdagsbrug.[7] (Kw. 2B, fol. 251, d.d. 16-6-1655). Reeds vóór het jaar 1625 echter was het "Hof", althans de lay-out er van, aanwezig. (Kaart van Balth. Florisz.). – Zie:het "Outhuyserhofje".

Hof van Parijs

Op de kaart van Balth. Florisz, (1625) ziet men aan het eind van de Elandsgracht- Noordzijde een onbebouwd stuk grond, een inham, die gedeeltelijk als tuin was aangelegd. Omstreeks 1650 werd dit lege erf door de Oudezijds-Huiszittenmeesters betimmerd. Bij een der huizen stond een kattekop in de gevel met bellen of "klaters" in de hals. De gang naast het huizenblok kreeg de naam Katteklatersgang. Later werd in een der percelen een drinkgelegenheid geopend, Hof van Parijs geheten. Deze naam hechtte men weldra zowel aan de gang als aan het woningencomplex. In de negentiende eeuw was het hier "een zeer gemeene hoek" geworden. Het gehele samenstel bevatte niet minder dan 72 woninkjes, alle uitermate vervuild. Het was nog beruchter dan het Fort van Sjako op de Elandsgracht. De Amsterdamsche Arbeiders-woningbouw Maatschappij "Concordia", in 1864 opgericht, roeide het Hof van Parijs reeds in dat jaar, of kort daarna, uit. (Ter Gouw, Amstelodamiana, dl.I, blz. 199 en 230; id. Oorsprong en afleiding, 1896,blz. 106; Hélène Mercier, Over Arbeiderswoningen, Haarlem1885, blz. 145). Bij Loman ziet men twee huizenblokken achter elkaar, aan de Westzijde begrensd door een straatje, dat het Toegang tot het Hof van Parijs heet. (Atlas 1876, buurt FF)Breen vermeldt: Hof van Parijs, Elandsstraat 164-172.Op de plaats van de twee blokken vindt men thans een eenvoudige beplanting, waar omheen uiterst sobere, maar keurig onderhouden huizen staan. De gehele inham, Elandsstraat 158-178, heet ook nu nog, officieus, Hof van Parijs. (Kaart P.W.,blad H.3). – Zie: dl. I van dit werk, blz. ..

Hofje van Reyer Vos

Rozengracht, "op het hofje van reyer vos". (D.T.B. 1154, d.d. 20-901662) Nog aanwezig in 1943: Vossenhofje, Rozengracht tussen 37 en 49. (Kaart P.W., bladH.4)[8] Zie: dl.I van dit werk, blz. ..

Hoppengang

".. vooraen in de egelantiersstraet, in hoppengang".(D.T.B.1153, d.d. 6-10-1661). – Niet bij Breen[9]

Houtzagersgang

Goudsbloemgracht, "aen de voorsy tussen de baengraft en de middelste bruch, in de houtsagersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 2-10-1664) = In 1875 niet meer aanwezig: Houtzagersgang, Goudsbloemgracht 42/43, nummering van 1796. (Breen).

Houtzagersgang

Tuinstraat, "inde houtsagersgang, over bonte paert". (D.T.B.1154, d.d. 24-10-1663). – Nog aanwezig in 1906: Houtzagersgang, Tuinstraat 178. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4)

Jan Evertsz.gang

Oude-Fransenpad, "in Jan everts gangh". (D.T.B. 1154, d.d. 15-8-1663). – Niet bij Breen. Wel aldaar Slagersgang, vroeger ook Jenevers- en Dubbeldegang geheten.Misschien is Jan Evertszgang verbasterd tot Jeneversgang. De Slagersgang was in 1943 nog aanwezig: Willemsstraat tussen 83 en 87. (Kaart P.W. , blad G.4).Zie: Amstelodamum 1938, blz. 145.

Jan Groenengang

Lindengracht, "in Jan Groenengang".(D.T.B. 1153, d.d. 10-10-1660). – Lindengracht, "aen de zuydzy, in Jan Groenegangh".(D.T.B. 1154, d.d. 26-3-1663). – Niet bij Breen.

Jan de Snijdersgang

Lindendwartsstraat, "by de saterdaghsbrugh, in Jan de snyersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 5-10-1664).- Niet bij Breen.

Jeroenengang

Lindengracht, "in Jeroen en gangh". (D.T.B. 1154, d.d. 22-12-1662). – Niet bij Breen. Zie: de "Jeronimusgang".

Jeroenenhofje

"…inde lindendwarsstraet, naest de roemer, op Jeroenenhofje". (D.T.B. 1153, d.d. 4-6-1661).- Bij Breen: Jeremissegang en Jeronimo'shofje, 1e Lindendwarsstraat 8-12. Nog aanwezig (naamloos) in 1943: 1e Lindendwarsstraat, tussen 6 en 18. (Kaart P.W., blad G.4). Zie: de "Jeronimusgang".

Jeronimusgang

Lindengracht- Zuidzijde, "verby de zaturdagsbrug, in de jeroinimusgang".(Kw. 3C, fol. 255vo, d.d. 19-3-1686) – Niet bij Breen. – Misschien genoemd naar de makelaar Jeronimus de la Croix, die in 1627 eigenaar werd van een erf, gelegen Lindengracht- Zuidzijde, tussen "Lindeboomscruysstraet"(1e Lindendwarsstraat) en "Kerckstraet" (2e Lindendwarsstraat). (Kw. C, fol. 89, d.d.4-3-1627).[10] Hij bouwde hier een huis. (KW.S, fol. 27vo, d.d, 20-2-1642; id. 2I, fol. 99vo, d.d. 16-3-1661). Is de veronderstelling juist, dan moet de Jeronimusgang dichtbij de Stille Willemsgang hebben gelegen. (zie ald.). Stille Willem was n.l. één zijner lendenen. Aan de mogelijkheid kan worden gedacht, dat ook het nabije Jeroenenhofje (zie ald.) een schepping was van Jeronimus de la Croix. Wellicht stonden aanvankelijk de Jeronimusgang en het Jeroenenhofje met elkaar in verbinding en vormden zij één winkelhaakvormig geheel. – Zie: de "Jeroenengang".

Jonge-Timmermansgang

Tuinstraat, "in de jonge timmermansgang, over de orangetrou".(D.T.B. 1155, d.d. 1-12-1661).- Niet bij Breen. –Zie: "de jonge timmerman", Tuinstraat.

Jopengang

Lijnbaansgracht, "tusschen de lauriergraft en elantsstrat, in Jopengang". (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664). – In 1875 niet meer aanwezig: Joppegang, Lijnbaansgracht, tussen Elandsstraat en Lauriergracht. Geen verdere aanduiding. (Breen).

Jordaansgang

Lindengracht, "inde Jordaensgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 29-10-1662). – Lindengracht, "inde Jordansgang, by de kercksbrugh". (D.T.B. 1161, d.d. 1-5-1676) – Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht- Noordzijde, het derde huis beoosten de eerste dwarsstraat, "op de Oosterhoek van de Jordanegang".(Kw. 7B, fol. 382vo, d.d. 13-7-1781).- Overgedragen: drie achtste parten van een achterhuis en erf, Lindengracht- Noordzijde, "in en ten einde de Jordanegang, nu genaamd de Scheepjesgang". (Kw. 7Y, fol. 87, d.d. 17-11-1802). – Bij Breen: Jordanengang, Schepensgang en Scheepjesgang, alleen de laatste naam nog in gebruik, Lindengracht 82-84.( Kaart P.W., bladG.4).- Is de oorspronkelijke naam van de gang ontstaan onder invloed van de huisnaam "het vallende water"? – Zie: "de Jordaan", "het vallende water", de "Scheepjesgang", de "Valwatergang" in dl.I van dit werk, blz. ..

Kaas en Broodsgang

Oude-Fransenpad, "inde kaas en brootsgang". (D.T.B. 1151, d.d.24-9-1656) – Nog aanwezig in 1906.Boter en Kaasgang, vroeger Kaas en Broodsgang geheten, Willemsstraat 68- 70. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4)

Kaas en Broodsgang

"Gecompareert davit fransz. Carpentier, supsitat van de Aelmosnier, om te vragen, wanneer ende waer dat de Regenten begeeren en gebracht willen hebben die pockige knecht, daer over Burgemeesteren haer hebbe gesprooken; de persoon is in de kaes en brootganck, op de Lyndegraft". (Arch. Gasthuizen nr. 29, fol. 36, d.d. 18-5-1656). – Niet bij Breen. – Zie: de "Hans Kaas en Broodgang".

Kalfsslagersgang

"… by de noorderkerck, inde kalfslagersgang". (D.T.B. 1153, d.d.21-8-1661). – Niet bij Breen.

Kalkoensehaangang

Tuinstraat, "in de calekoen haensgangh". (D.T.B. 1153, d.d. 23-11-1661). – Niet bij Breen. – Zie: "de kalkoense haan", Tuinstraat, in het volgende artikel.

Kalkoensgang

Tuinstraat,"inde kallekoensz. Gangh". (D.T.B. 1169, d.d. 26-2-1702) – Nog aanwezig in 1906: Pijpenbrandersgang, vroeger Kalkoensgang geheten, Tuinstraat 141 – 147 (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – Ziehet vorige artikel.

Kammenmakersgang

Oude-Fransenpad, "inde kammenmaekersgang, nae de baengraft". (D.T.B. 1154, d.d. 21-5-1662).- Niet bij Breen.

Kammenmakersgang

Lindengracht, "inde Kammenmakersgang, overt fonteynhof". (D.T.B. 1152, d.d. 25-2-1658).- Niet bij Breen.

Kasteelsgang

Egelantiersstraat,"inde kasteelsgang". (D.T.B. 1153, d.d. 1-6-1661).- Niet bij Breen. – Zie: "het kasteel Belijn", Egelantiersstraat.

Katteklatersgang

Zie: het "Hof van Parijs".

Kerkkroonsgang

Looiersstraat, "tussen de eerste dwarsstrat en de prinsegraft, in de kerkkroonsgang". (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664).- Nog aanwezig in 1906: Kerkkronengang, Oude Looiersstraat 23-29 (Breen). In 1941 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad J.3).

Kersenboomsgang

Anjeliersgracht, "by de eerste brugh, aen de zuitzy,inde kerseboomsgangh". (D.T.B. 1155, 27-9-1664).- Niet bij Breen.- Zie: "de kersenboom", Anjeliersgracht.

Kersenboomshofje

Karsseboomshofje", Tuinstraat- Noordzijde. (Wagenaar, Amsterdam, dl. I, blz. 62) – Nog aanwezig in1906: Karseboomshofje, Tuinstraat 22-28. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).

Ketelsgang

Passeerdersgracht- Zuidzijde, de "Ketelsgang". (Wagenaar, Amsterdam dl. I, blz. 61). Niet bij Breen. – Waarsch. Was deze gang in of bij het gedeelte van de Passeerdersdwarsstraat, dat thans als een gang wordt beschouwd en van ouds de "Waterhoek" heette (zie aldaar). Zie voorts: "de ketel".

Ketelsgang

Passeerdersstraat- Zuidzijde, tussen de dwarsstraat en de Baangracht, in "de Ketelgang". (R.A. 2177, fol. 182vo, d.d. 9-3-1748). – Nog aanwezig in 1906: Ketelsgang, Passeerdersstraat 51 (Breen). In 1941 niet meer aanwezig. (Kaart P.W.,blad J.3). – Zie : "de gele ketel".

Ketenmakersgang

Tuinstraat, "tussen de eerste en 2 dwarsstraat, inde keten mackersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664)

Klavergang

Anjeliersgracht, "inde klavergang aen de zuytzyde, by de eerste brug". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657- 1673, d.d. 6-12-1671). Niet bij Breen.

Klokkengang

De Doopsgezinde Gemeente van het Lam en de Toren draagt over: een huis en erf, Anjeliersgracht- Noordzijde, in "de Wevers of Clockegang". (Kw. 3 G, fol. 64vo, d.d. 13-6-1690). – Bij Breen: Klokkengang, Westerstraat 208 – 212. In 1943 nog aanwezig, naamloos, Westerstraat tussen 212 en 214 (Kaart P.W., blad G.4).

Klokkengang

Anjeliersstraat, "in de Klokkegang, naest de Prince Ruyters". (Adv. Amst. Crt. 1693 Door mej. Dr. Leonie van Nierop niet opgenomen in haar collectie). – In 1875 niet meer aanwezig:

Klokkengang, Anjeliersstraat 156, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "de klok", "de vergulde klok" en "de Prinsenruiter", Anjeliersstraat.

Klokkengang

"… voor kerkhof[11], in de klockegangh". (D.T.B. 1168, d.d.21-4-1699). – Niet bij Breen. Wel aldaar: Drie-Klokkengang, Karthuizersstraat 30/31 (nummering van 1796), in 1875 niet meer aanwezig. –Zie: "de klokjes" en "de drie witte klokken", Karthuizersbuurt.

Klooster

Oude-Fransenpad, "int klooster". (D.T.B.1168, d.d. 12-10-1698). – Nog aanwezig in 1943: Klooster, Willemsstraat tussen34 en 110. (Kaart P.W., blad G.4).- Misschien woonden op dit "hofje", waarvan thans nog maar de ingang over is, vrouwen, die allesbehalve nonnen waren. Ook kan de eenzame, inpandige ligging aanleiding tot de naam zijn geweest. (Atlas Loman, 1876, buurt Q.Q.). – Zie: "Mosterdmansklooster".

Knopersgang

Laurierstraat, "inde knoopersgang, by de wytte swaen int mydde". (D.T.B. 1154, d.d. 11-2-1663).- Niet bij Breen. – Zie: "de drie koningsknopen", en "de zwaan" en "de witte zwaan", Laurierstraat.

Kokermakersgang

Oude-Fransenpad, "in de kookermackersgangh". (D.T.B. 1169, d.d. 3-3-1702). In 1875 niet meer aanwezig. Kokermakersgang, ook: Ongemaakte –Schipsgang, Onvolmaakte –Scheepjesgang en Paternostersgang, Goudsbloemgracht 52/53, nummering van 1796. (Breen). – Zie: de "Ongemaakte- Schipsgang" en de "Paternostersgang".

Kombuismakersgang

Oude-Fransenpad, "inde kombuysmakersgangh". (D.T.B. 1169, d.d. 23-5-1703). – Nog aanwezig in 1943. Kombuizengang, Willemsstraat tussen 47 -57 (Kaart P.W., blad G.4). Bij Breen: Buizenmakersgang, Kombuizengang en Kombuizenmakersgang.

Konijnenbergsgang

Laurierstraat- Noordzijde, nr.1, voor bij de tweede dwarsstraat, in "de Konijnenbergsgang". (R.A. 2171, fol. 40, d.d. 18-12-1670). – Nog aanwezig in 1906: Konijnenbergsgang, ook : Konijnenbeergang, Laurierstraat 222-228. (Breen). In 1944 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad H.3). – Zie: "de konijnenberg", Laurierstraat.

Kopper van Akensgang

".. int midden van de thuynstraet, inde kopper van Akensgang". (D.T.B. 1154, d.d. 26-1-1662). – Niet bij Breen. – Zie: "de Kopper van Aken", Tuinstraat.

Kopstersgang

Anjeliersstraat, "inde kopstersgang, by remmengang". (D.T.B. 1158, 16-6-1671). – Niet bij Breen.

Korenmeters Achterhuis

Palmgracht- Zuidzijde, "Korenmeters- Achterhuis". (Wagenaar, Amsterdam, dl. I, blz. 64).- In 1875 niet meer aanwezig: Korenmetersgang, Palmgracht 73, nummering van 1796. (Breen).

Kramersgang

De Doopsgezinde Gemeente van het Lam en de Toren draagt over: drie huizen en erven naast elkander, Noordermarkt – Westzijde in de "Cramersgang", strekkende o.a. tot een huis op de Lindengracht, waar "de Goyer" in de gevel staat. (Kw. 3 G, fol. 64vo, d.d. 13-6-1690). – Nog aanwezig in 1943: Kramersgang, Noordermarkt tussen 1 en 4. (Kaart P.W., blad G.4). Bij Breen: Kramersgang, ook: Blauwe- Kramersgang, - Zie: "de Gooier" en de "Gooiersgang". Lindengracht.

Kuipersgang

Anjeliersgracht, "vooraen, inde kuypersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 10-3-1663). – In 1875 niet meer aanwezig: Kuipersgang, Anjeliersgracht 34, nummering van 1796. (Breen).

Kuipersgang

"Ariaan vinckeboons, in de negelantiersstraet, by de kuypersgang, kint van". (D.T.B. 1154, d.d. 11-2-1663). – In 1906 nog aanwezig: twee Kuipersgangen, Egelantiersstraat resp. 136 en 238 -240. De laatste stond ook bekend als de Schrijversgang. (Breen). – Beide niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4 en H.3). Zie: de "Verversgang", Bloemgracht.

Kuipersgang

Goudsbloemgracht, "inde kuypersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 28-11-1663). – "… inde Kuypersgangh, op franse pad". (D.T.B. 1169, d.d. 29-12-1701). – In 1875 niet meer aanwezig: Blauwkuipersgang en Kuipersgang, Goudsbloemgracht resp. 125/126 en 39/40, nummering van 1796. (Breen). Ryck Dircxsz., kuiper, was in de begintijd van het nieuwe werk een in de buurt algemeen bekend bewoner van de Goudsbloemgracht. (Kw. 36, fol. 232vo, d.d. 10-12-1614; D.T.B. 1146, d.d. 1-12-1622; id. 1146, d.d. 27-3-1625; id. 1146, d.d. 21- 5-1627). Zie: het "Kuyperssteegje", het "Rijk Kuiperssteegje", de "Rijke- Kuipersgang" en dl.I van dit werk, blz. ..

Kuipersgang

Lindengracht, "aen de noortzy, verby de laeste dwarsstrat, naest de kuypersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 29-9-1664). – "vooraan op de lindegraft, inde kuypers"[12] (D.T.B. 1169, d.d 27-4-1704). – Zeer waarschijnlijk wordt in beide gevallen bedoeld de in 1906 nog aanwezige Kuipersgang, Lindengracht 36. (Breen). De laatste dwarsstraat is dan 1e Goudsbloemdwarsstraat. – In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4)[13]

Kuipersgang

Palmstraat, "inde kuypersgang, (D.T.B.1153, d.d. 26-9-1660). – In 1875 niet meer aanwezig: Kuipers- of Hendrijnengang, Palmstraat 29/30, nummering van 1796. (Breen).".

Kuiperssteegje

Bloemgracht, "aende suytsy, opt hoeckie vant kuyperssteegie". (D.T.B. 1154, d.d. 9-3-1662). – Breen vermeldt een Kuipersgang, Bloemgracht – Zuidzijde bij de Lijnbaansgracht. Geen verdere aanduiding. De Atlas Loman, 1875, buurt D.D. vertoont op de aangewezen plaats twee naamloze gangen. Deze waren in 1944 niet meer aanwezig. (Kaart P.W.,blad H.3)

Kuiperssteegje

Goudsbloemgracht, "int kuipperssteegien". (D.T.B. 1146, d.d. 30-7-1625).- Zie: de "Kuipersgang", Goudsbloemgracht.

Laarzengang

2e Looiersdwarsstraat, "in de laersengang". (D.T.B. 1154, d.d. 20-8 (2?)- 1662). – Niet bij Breen. Zie: "de witte laars".

Lakmoespoort

Johannes Croon,[14] schilder, koopt voor rekening van zijn stiefvader Anthony Waterloo,[15] ook schilder, een huis op de Anjeliersgracht, "op de hoeck van de Lagmoespoort". (Bredius, Künsler- Inventare, 3er T, S. 846, d.d. 26-1-1661). – Breen vermeldt een in 1906 nog aanwezige Lakmoes- of Verfmolensgang, Westerstraat 51-53. Ook nog aanwezig, naamloos, in 1943: Westerstraat tussen 49 en 53. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "de lakmoesmolen".

Lange-Aaf'engang

Goudsbloemgracht, "in de lange eefengang". (D.T.B. 1151, d.d. 10-9-1656). – Goudsbloemgracht, : by de middelste bruch in lange aefengang". (D.T.B. 1153, d.d. 9-11-1661). – Oude-Tuinpad, "in lange aaft En gang". (D.T.B. 1169, d.d. 30-4-1702). – Breen vermeldt een Bakkersgang, vroeger ook Lange Aachtengang geheten, Willemsstraat 71-77. Nog aanwezig in 1943: Bakkersgang, Willemsstraat tussen 69 en 70. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: de "Bakkersgang", Goudsbloemgracht.[16]

Lange–Sieuwertsgang

Oude-Fransenpad, "in lange sieuwertsgang". (D.T.B. 1160, d.d. 10-4-1661). – Goudsbloemgracht, "aen de noortsy, in lange sieuwerts gang". (D.T.B. 1160, d.d. ‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑ Goudsbloemgracht, "aan de zuytzy, [17] op de hoeck van de lange sieuwerden gangh"(D.T.B. 1169, d.d. 30-11-1702). – Nog aanwezig in 1906: Sieperschegang, vroeger Lange- Sieuwertsgang geheten, Willemsstraat 86-90 (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4) = Zie: de "Wijdegang", Oude- Fransenpad.­

Leliegang

Anjeliersgracht, "inde le3lygang". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem.te A'dam, 1657 – 1673, d.d. 16-12-1663) – Nog aanwezig in 1906: Leliëngang, Westerstraat 216 a (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).- Zie: "de wittelelie", Anjeliersgracht.

Leliegang

Anjeliersstraat, "inde lelygangh, voorby de smede(?)steetuyn". (D.T.B. 1154, d.d. 28-5-1663). – Breen vermeldt een Witteleliën – of Witteleeuwengang, Anjeliersstraat 115-117. Nog aanwezig in 1943: Witte Leeuwengang, Anjeliersstraat tussen 113 en 119. (Kaart P.W., blad G.4).

Leliegang

Boomstraat, "inde lelygangh". (D.T.B. 1169, d.d. 30-7-1702). – Niet bij Breen. – Zie: "de gouden lelie", en "de witte lelie", Boomstraat.

Lubbert Coertszsteegje

Bij executie verkocht: twee woningen en erven, "staende neffens malcanderen op de Goudsbloemsgracht in een steechgin, genaemt Lubbert Coertsz. Steechgin". Laatste eigenaar was geweest Lubbert Coerten. (R.A. 2166, fol. 150vo, d.d. 29-1-1627). Nog aanwezig in 1906: Lubbertjesgang, ook vermeld als Lobbetjesgang, Willemsstraat 74- 80. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). Het steegje, genoemd naar Lubbert Coerten, een bouwer van kleine woningen (begintijd nieuwe werk), verbond de Goudsbloemgracht met de Palmstraat. – Zie: het "Lubbertssteegje", het volgende artikel en dl. I van dit werk, blz. ..

Lubbert Coertszsteegje

Bij executie verkocht: een ledig erf in de Palmstraat, met twee woningen en erven, "staende in Lubbert Courtsz. Steechgin". Laatste eigenaar was geweest Lubbert Courten. (R.A. 2165, fol. 146, d.d. 29-1-1627). – Zie het vorige artikel.

Lubberts-steegje

" De Vaders ende Regenten vande arme Weeskinderen deser Stede" willen verkopen: een huis en erf, "gestaen op de goudsbloems graft, in Lubberts steechgin", belend o.a. door Lubbert Coerten. ( Willige verk. IX, fol. 82, d.d. 27-1-1624).- Zie: het "Lubbert Coertszsteegje".

Marie Kierengang

Lindengracht- Noordzijde, tussen de tweede en derde brug, "in Mary Kierengang" (R.A. 173, fol. 186, d.d 14-1-1690). – In 1875 niet meer aanwezig: Markiezengang, vroeger Marie Kieregang, ook Narokkiersgang geheten, Lindengracht 45/46, nummering van 1796. (Breen). - Een Kier Fredericxsz. komt de 9e Mei 1642 voor als huiseigenaar, Lindengracht- Noordzijde.( Kw. S, fol. 202vo). Als zodanig compareert hij eveneens in het Verp. Kohier 8e p.,1647-1649, fol. 176.[18] Hij kan de vader zijn geweest van Marie Kieren. De aandacht moet er op worden gevestigd, dat op de Lindengracht ook een Tieregang bestond: nr. 49, nummering van 1796 (Breen).[19]

Melkmeisjesgang

Palmstraat, "int melckmeysiesgangh". (D.T.B.1153, d.d. 27-12-1661). – In 1875 niet meer aanwezig:Melkmeisjesgang, Palmstraat 82/83, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "het melkmeisje", Palmstraat.

Mennistengang

"… vooraen in de Elantsstraet, inde benystegang". (D.T.B. 1149, d.d. 1-4-1648). – Breen vermeldt een Rapengang, vroeger Mennonitenhofje geheten, Elandsstraat 6-12. Nog aanwezig in 1843: Rapengang, Elandsstraat tussen 4 en 14. ( Kaart P.W., blad H.4). – Zie: het "Elandshof". (Lijst van Kerken en Godshuizen).

Mennistengang

Tuinstraat , "inde benyste gang, by de stetuyn".(D.T.B. 1149, d.d. 8-3-1650). – Tuinstraat, "by de baengraft, in de menistegang".(D.T.B. 1152, d.d. 3-7-1657). – Niet bij Breen. – Zie: het "Hofje in de Tuinstraat" (Lijst van Kerken en Godshuizen).

Metselaarsgang

Goudsbloemgracht, "inde metselaersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 29-12-1661). Nog aanwezig in 1906: Metselaarsgang, Willemsstraat 113- 121 (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).[20]

Metselaarsgang

De Doopsgezinde Gemeente van het Lam en de Toren draagt over: een huis en erf, Lindengracht- Noordzijde in de Moffengang, strekkende van die gang tot aan "de Metzelaersgang". (Kw. 3 G, fol. 64vo, d.d. 13-6-1690).- Lindengracht- Noordzijde, tussen de tweede[21] en derde brug, in "de metselaersgang". (Kw. 3 P(?), fol. 112, d.d. 24-5-1648). – In 1875 niet meer aanwezig: Metselaarsgang, Lindengracht 66/67, nummering van 1796 (Breen). – Zie: de "Moffengang", de "schaarslijpersgang" en de "Slijpersgang", Lindengracht.

Metselaarsgang

Palmstraat, "in de metselaersgangh". (D.T.B. 1158, d.d. 5-1-1670). – In 1875 niet meer aanwezig: Metselaarsgang of Messengang, Palmstraat 33/34. nummering van 1796 (Breen).

Moddermansgang

Oude-Fransenpad, "inde moddermansgang".(D.T.B. 1154, d.d. 9-11-1663).- In 1875 niet meer aanwezig: Moddermansgang, Goudsbloemgracht 53/54, nummering van 1796. (Breen).

Moffengang

Anjeliersstraat, "inde moffengang, by de krommetuynstrat". (D.T.B. 1153, d.d. 14-9-1661). – In 1875 niet meer aanwezig: Moffengang, Anjeliersstraat 51, nummering van 1796. (Breen).

Moffengang

Lindengracht , "in de moffengang". (D.T.B. 1152, d.d. 29-8-1658). – Lindengracht, "by de saterdagh brugh, inde moffegangh". (D.T.B. 1154, d.d. 29-7-1663). – Overdgedragen: een huis en erf, Lindengracht_ Noordzijde, bewesten de Zaterdagsbrug in "de slypers, anders nu genaemt moffengang". (Kw. 4 F, fol. 281vo, d.d. 9-9-1713). – Breen vermeldt een Moffengang, Lindengracht- Noordzijde "b/d Karthuizerssteeg". Geen verdere aanduiding. In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W.,blad G 4). Zie: hwt "Fonteinhof"(deze Lijst), de Metselaarsgang"", de "Schaarslijpersgang" en de "Slijpersgang", Lindengracht.

Molengang

Anjeliersstraat,"by de leste dwarsstraet, over de molegang". (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664). – Niet bij Breen. – Zie: de "Grutmolenbrug".

Molengang

Jan Haall[22] annonceert, dat hij de kousenbreierij van Amos Russell, die gevestigd was in de Kerkstraat bij de Amstel, zal voortzetten in de Molengang, Tuinstraat tegenover de Ratelwachtssteeg, alwaar zijden kousen, broeken, handschoenen en mofjes, "met gaatjes en effen werk", zullen worden gemaakt, alsmede zijden kousen geverfd, geperst en geglansd. (Adv. Amst. Crt. 17-2-1767. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 144).- Niet bij Breen. Wel aldaar: Mollengang, Tuinstraat 153. Deze lag schuin tegenover de Ratelwachtssteeg. In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G 4).- Zie: "het molentje", Tuinstraat.

Moriaansgang

Oude- Fransenpad. "inde moerjaensgang". (D.T.B. 1153, d.d. 21-8-1661) – Goudsbloemgracht, "by de baengraft, op de hoek van de moeriaensgang". (D.T.B. 1154, d.d. 21-5-1663). – In 1875 niet meer aanwezig: Morianengang, Goudsbloemgracht 70/71, nummering van 1796. (Breen).

Mosterdmansklooster

Oude-Fransenpad, "in mostermans klooster". (D.T.B. d.d. 15-5-1663) – Niet bij Breen. – De "mosterdman" woonde op de Goudsbloemgracht en schijnt aldaar algemene bekendheid te hebben genoten.(o.a.: D.T.B. 1146, d.d. 22-8-1622). – Zie: "de mosterdmanshuizen". (Lijst van huisnamen) en het "Klooster" (deze Lijst).

Mosterdpotsgang

Anjeliersgracht, "inde mosterpotsgang". (D.T.B. 1153, d.d. 21-10-1661). – Niet bij Breen. – Zie: : de mosterdpot", Anjeliersgracht.

Nieuwe Placarisgang

Lindengracht, "inde nieuwe placarisgangh". (D.T.B. 1153, d.d. 19—1661). – Niet bij Breen.

Ongemaakte-Schipsgang

"Cornelis hetges, lichterman, onse broeder, woont op de goutsblomsgraft, inde ongemaeckte schipsgang". ( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gemeente te A'dam, 1657 – 1673, d.d. 14-12-1659).- In 1875 niet meer aanwezig: Onvolmaakte Scheepjesgang, Ongemaakte Scheepjesgang en Paternostersgang, Goudsbloemgracht 52/53, nummering van 1796. (Breen). Zie : "het ongemaakte schip", de "Kokermakersgang", en de "Paternostersgang", Goudsbloemgracht.

Oranjeboomsgang

Palmstraat, "inde orangeboomsgang, over kromhout". (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664). – Niet bij Breen.

Ossengang

Lindengracht, "voorby dr kerkbrugh, inde ossegangh". (D.T.B. 1168, d.d. 26-2-1678) – In 1875 niet meer aanwezig: Ossengang, Lindengracht 173, nummering van 1796. (Breen).

Oude-Joostengang

Lijnbaansgracht, " tusschen de goublomstrat en ouwefransepat, en ouwe Joostengang". (D.T.B. 1153, d.d. 30-3-1661). – Niet bij Breen.

Outhuyserhofje

Lindengracht- Noordzijde, voorbij de tweede brug, het "Outhuyserhofje". (R.A. 2174, fol. 204, d.d. 1-2-1700). – Zie: het "Hof van Outhuysens".

Paternostergang

Oude-Fransenpad, "aen de suytsyde, inde Paternostergang". (D.T.B. 1153, d.d. 8-3-1661). – In 1875 niet meer aanwezig: Paternostersgang, Goudsbloemgracht 52/53, nunnering van 1796. (Breen).- Zie: de "Kokermakersgang" in het volgende artikel.

Paternosterssteeg

Oude-Fransenpad, "inde paternosterssteegh". (D.T.B. 1151, d.d. 17-9-1656). – Zie het vorige artikel.

Plateelbakkersgang

Anjeliersgracht- Zuidzijde, "by de tweede[23] brugh, inde betielebackersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 28-9-1661). – Anjeliersgracht- Zuidzijde, "by de 3 bruch, inde betyelbackersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664). – Anjeliersgracht, "inde betielebackersgang, by schutstal". (D.T.B.1155, d.d. 14-10-1664). – Niet bij Breen. – Zie: "de jonge valk".Anjeliersgracht.

Potgietersgang

Lindenstraat, "inde potgietersgangh".(D.T.B. 1154, d.d. 4-11-1663).- Niet bij Breen.

Pottenbakkersgang

Anjeliersgracht, "inde pottebackersgang". (D.T.B. 1151, d.d. 7-9-1656). Anjeliersgracht, "na de baangraft, inde pottebackersgangh". (D.T.B. 1168, 27-7-1678). - Nog aanwezig in 1906. Pottenbakkersgang, Westerstraat 218-224 (Breen). Ook in 1943 nog aanwezig, naamloos: Westerstraat tussen 216 en 226. (Kaart P.W., blad G.4).

Pottenbakkersgang

Egelantiersstraat, "inde pottebackersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 27-9-1660). Niet bij Breen.

Pottenbakkersgang

"Inventaris van de goederen metter doot ontruymt en nagelaten by Willem Swinderswyck, schilder, gewoondt hebbende en overleden ten huyse ende by Cornelis Elsloo, mede schilder, inde Pottebackersgangh op de Lauriergracht deser Stede". (Bredius, Künstler- Inventare, 5ter T, S. 1577, d.d. 13-3-1664). – Niet bij Breen. – Zie: "de drie suikerbroden", Lauriergracht, en dl.I van dit werk, blz. ..

Pottenmakersgang

Goudsbloemstraat, "in de pottenmaakersgang".(D.T.B. 1151, d.d. 4-10-1656).- Niet bij Breen. Wel aldaar: de in 1875 niet meer aanwezige Potjes- of Pijpenbrandersgang, Goudsbloemstraat 115, nummering van 1796. – Zie het volgende artikel.

Pottenmanssteeg

Goudsbloemstraat, "in pottenmanssteege". (D.T.B. 1153, d.d. 3-11-1661). – Niet bij Breen. – Zie het volgende artikel.

Prinsengang

Oude-Fransenpad, "aent ent van de brouwersgraft, inde prinsengang". (D.T.B.1155, d.d. 7-9-1664). – In 1875 niet meer aanwezig: Prinsengang, Goudsbloemgracht 320, nummering van 1796. (Breen).

Prinsenhofje

Rozengracht, "by de prinsegraft, opt prinsehofije". (D.T.B. 1168, d.d. 6-9-1698). – Zie: de "Gang van de Prins".

Pijpjesmooksgang

Lindengracht- Noordzijde, "by[24] de twee eerste brugge, in pypse smoorksgang". (D.T.B. 1153, d.d. 9-6-1661). – Niet bij Breen. – Zie: "pijpje smoken".

Regenboogsgang

Nieuwe Leliestraat, "by de laeste dwarsstrat, inde regenboochsgang". (D.T.B. 1154, d.d. 4-2-1663). – Niet bij Breen. – Zie""de regenboog", N.Leliestraat.

Regenboogsgang

Tuinstraat, "over de regenbooghsgangh".(D.T.B. 1154, d.d. 30-10-1663). – Niet bij Breen. – Zie: "de drie regenbogen", Tuinstraat, in het volgende artikel.

Regenboogshof

Tuinstraat, "op regenbooghshof". (D.T.B. 1168, d.d. 3-11-1699).- Niet bij Breen. – Zie het vorige artikel.

Remmengang

"Joris Janssen, een lichterman, woont op de Anjeliersgraft, in Remmengangh". ( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640- 1657, d.d. 15-12-1641). In 1875 niet meer aanwezig: Ramengang, ook Remme- en Rammengang geheten, Anjeliersgracht 138, nummering van 1796. (Breen). Waarschijnlijk was deze gang een verbindingsstraatje tussen Anjeliersgracht en Anjeliersstraat. Zie het volgende hoofdstuk.

Remmengang

Anjeliersstraat, ïn remmengang". (D.T.B. 1153, d.d. 18-10-1660). – Niet bij Breen. Wel aldaar: de in 1875 niet meer aanwezige Ramengang, Anjeliersstraat 72/73, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "de veenboer", de "Kopstersgang" en het vorige artikel.

Reyer- beschuitbakkersgang

"Hendrick Cornelisz., onze broeder, smalschipper , woont op de lindegraft, in reyer beschuytbackersgang".( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657- 1673, d.d. 24-2-1669). – In 1875 niet meer aanwezig: Beschuitbakkersgang, Lindengracht 175, nummering van 1796. (Breen). – Men vergelijke het volgende adres: "lindegraft, verby de saterdaghsbrugh, aende noortsy, over de beschuytbacker". (D.T.b. 1153, d.d. 13-9-1661).

Rodehaansgang

Lindengracht, "inde roohaensgang, by de katuysersbruch". (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664). – Nog aanwezig in 1906: Roohanengang, Lindengracht 196- 202. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G.4).- Op de Lindengracht- Noordzijde woonde in 1630 Cornelis Dircksz. Haen, binnenlandvaarder. (Koh. 1631, blz. 45, nr. 281; zie Errata /. In het Verp. Kohier 8e r, 1647 –'49, fol. 177, wordt hij genoemd als eigenaar van huizen aan dezelfde zijde van die gracht. De 16e juni 1644 wordt hij vermeld als eigenaar van een huis Lindengracht –Noordzijde, het derde bewesten de 1e Goudsbloemdwarsstraat. (Kw. V, fol. 214vo). De 4e Mei 1657 werd begraven op het Karthuizerskerkhof: "Treyntje Dircks, op de Lindegraft, by de saterdachs bruch, inde roohaen; 1 ouwe doot". (D.T.B. 1152). Misschien was Cornelis Dircksz. Haen verwant met de bekende Frans Dircksz., alias Ouwe Frans. ( Zie dl. I van dit werk, blz. …) – Zie voorts: "de rode haan", Lindengracht.

Rodemolengang

Naast perceel Rozengracht 184 (tegenw. nummering), het sterfhuis van Rembrandt, lag de "Roomolengang". ( De Roever, Rembrandts sterfhuis. Oud- Holland 1884, blz. 106 vlg.) – Nog aanwezig in 1906: Roomolengang, Rozengracht 186- 190. (Breen). In 1944 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad H.3). – Het is de vraag, of de gang in 's schilders tijd al een naam droeg. Onder de nalatenschap van Jaques van Leest immers bevond zich: ". . .de helfte van een achterhuys, in te gaen in de gangh, nevens het huys daer rembrant in woont". (Oud- Holland 1884, blz.108, d.d. 4-12-1666).

Rodetroffelssteegje

Oude-Fransenpad, "int roo truffelsteeghie". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640- 1657, d.d. 19-3-1645). – Niet bij Breen. – Zie: de "Troffelgang" en de "Troffelssteeg", Oude- Fransenpad.

Roemersgang

".. in de roemersgang, in de angeliersstrat". (D.T.B. 1153, d.d. 27-12-1660). – Niet bij Breen. – Zie: de "Drie- Roemersgang".

Roemersgang

Rozenstraat, "aent ent, inde roemersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 13-3-1663). – Rozenstraat, "by de baengraft, inde roomersgange". (D.T.B. 1109, d.d. 1-4-1687). – Niet bij Breen. Wel aldaar: Drie-Roemersgang, Rozenstraat 210- 220. Nog aanwezig in 1944: Drie- Roemersgang, Rozenstraat aan de Oostzijde van 222. – Zie: "de drie roemers", Rozenstraat in het volgende artikel.

Roemerssteegje

Rozenstraat, "int Romersteegien". (D.T.B. 1146, d.d. 29-9-1624). – Niet bij Breen, - Zie het vorige artikel.

Rottige steeg

Goudsbloemgracht, "int rottige steeghien". (D.T.B. 1146, d.d. 13-10-1627). – Oude- Fransenpad, "inde rottege steegh". (D.T.B. 1151, d.d 25-10-1656). – Goudsbloemgracht, "inde rottige steegh, inde turfdrager". (D.T.B. 1154, d.d. 1-7-1663). "…franse pat, ande noortsy, byde rottege steegh". (D.T.B. 1163, d.d. 27-12-1680). – "Rottegesteegje", tussen Goudsbloemgracht en Palmstraat. (Kw. 3 L, fol. 322, d.d. 12-2-1694). – Niet bij Breen. Wel aldaar: de in 1875 niet meer aanwezige Rottegansgang, Goudsbloemgracht 85/86, nummering van 1796. Wagenaar vermeldt de Rottige- of Rozenboomssteeg, Goudsbloemgracht, ten Westen van de Palmdwarsstraat. Hij voegt er aan toe, dat zij doorloopt naar de Palmstraat. ( Amsterdam,dl. I, blz. 64). Dit doorlopen blijkt ook uit de laatst-aangehaalde acte, hier boven. Bij Breen vindt men een Rozenboomsgang, Goudsbloemgracht 85/86, nummering van 1796, vervallen. Zij droeg dus dezelfde nummers als de Rottegansgang. Hiermede is komen vast te staan, dat Rottige steeg, Rottegansgang en Rozenboomsgang of –steeg identiek waren. Zie: de"Rozenboomsgang", de"Rozenboomssteeg", de "Wijdegang", Goudsbloemgracht, in het volgende artikel.

Rottige steeg

Palmstraat, "over het rottege steghe". (D.T.B. 1152, d.d. 17-5-1657). – "…aen ent vande palmstradt, over de Rottige steegh". (D.T.B. 1169, d.d. 1-8-1703). – Niet bij Breen. – Zie het vorige artikel.

Rozemarijndwarsstraat

Zie: "Weespad".

Rozemarijnsgang

Anjeliersgracht, "inde roosemarynsgang". (D.T.B. 1151, d.d. 24-10-1656). – Anjeliersgracht, "by de leste brugh, inde rosemereyngangh". (D.T.B. 1153, d.d. 2-10-1661). – Anjeliersgracht, "by separt, inde rosemereynsgang". (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664). – Anjeliersgracht, "aende4 suytsy inde resemarynsgang, tusschen de tweede en derde bruch". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657- 1673, d.d. 24-2-1669). Nog aanwezig in 1906: Rozenmarijngang, Westerstraat 165- 173. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "het zeepaard".

Rozenboomsgang

Oude- Fransenpad, "inde rooseboomsgang". (D.T.B. 1154, d.d. 2-12-1663). – Breen vermeldt op de Goudsbloemgracht drie Rozenboomsgangen , alle in 1875 niet meer aanwezig. – Zie: "de rozenboom", de "Rottige steeg", de "Wijdegang", Goudsbloemgracht, en het volgende artikel.

Rozenboomssteeg

"… Fransz. Padt, op de hoeck van de Rooseboomsteegh". (D.T.B. 1169, d.d. 15-8-1702). – Niet bij Breen. – Zie het vorige artikel.

Rozengang

Anjeliersgracht, "op de hoeck van de roosegang". (D.T.B. 1154, d.d. 18-11-1663). In 1875 niet meer aanwezig: Rozengang, Anjeliersgracht 159, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "de witte roos", Anjeliersgracht.

Ruitersgang

Lindengracht, "in de ruytersgangh". (D.T.B. 1153, d.d. 15-9-1661).- Lindengracht, "by de baengraft, in de Ruytergangh". (D.T.B.1168, d.d. 7-12-1698). – Nog aanwezig in 1906: Ruitersgang, Lindengracht 310- 316 (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "de verkeerde ruiter" en de "Verkeerde-Ruitersgang".

Rijk Kuiperssteegje

Goudsbloemgracht, "Ryck Kuyppersteegien". (D.T.B. 1146, d.d. 29-7-1625).- Niet bij Breen. – Zie: de "Kuipersgang", Goudsbloemgracht, in het volgende artikel.

Rijke Kuipersgang

Oude-Fransenpad- Noordzijde, "in de Ryckekuypersgang". (R.A. 2172, fol. 176, d.d. 24-12-1682). – Niet bij Breen. – Zie het vorige artikel.

Rijke Weversgang

Laurierstraat, "inde rycke weversgang". (D.T.B.1155, d.d. 5-10-1664). – Nog aanwezig in 1906: Rijke-Weversgang, Laurierstraat 94-102. (Breen). [25] In 1944 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad H.3).- Zie: de "Weversgang", Laurierstraat.

Salomo's – Gerichtsgang

Lindengracht, " in salomon gerecht gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 16-11-1698). – Nog aanwezig in 1906: Salomo's- Gerichts- of Verwersgang, Lindengracht 294 – 300, (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G.4).- Zie: "Salomo's gericht".

Schaafmakersgang

"Dirck Willemsz., greynwercker, … woont op de angeliersgraft, inde schaefmakersgank". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657- 1673, d.d. 15-12-1658). Nog aanwezig in 1943: Schoenmakersgang,[26] Westerstraat tussen 123 en 139. (Kaart P.W., blad G.4).

Schaafmakersgang

Lindengracht, "inde schaefmakersgang". ( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640 – 1657, d.d. 11-12-1650). – Nog aanwezig in 1906: Schavenmakersgang, Lindengracht: 128-132. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig (Kaart P.W., blad G.4).

Schaarslijpersgang

Overgedragen: de helft van een huis en erf, benevens de helft van vijf woningen en erven, "daer achter aen", Lindengracht- Noordzijde, hoek "schaerslypersgang". (Kw. Y, fol. 162, d.d. 14-10-1649). Niet bij Breen. – Zie: de "Metselaatrsgang", de "Moffengang" en de "Slijpersgang", Lindengracht.

Scharengang

Anjeliersgracht, "inde scharegang". (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664). – Niet bij Breen.

Scheepjesgang

Overgedragen: drie achtste parten van een achterhuis en erf, Lindengracht- Noordzijde, "in en ten einde de Jordane gang, nu genaamde de Scheepjesgang"; voorts: drie achtste panden van een huis en erf, Lindengracht- Noordzijde, het derde huis beoosten de de eerste dwarsstraat, staande op de Oosterhoek van "de Jordaene of nu wel Scheepjesgang". (Kw. 7 Y, fol. 87, d.d. 17-11-1802). – Nog aanwezig in 1943: Scheepjesgang, Lindengracht tussen 80 en 86 (Kaart P.W., blad G.4). – Perceel 86 heeft twee gevelstenen, één met een schip en één met 1689. Zeer waarschijnlijk onderging dit huis in 1689 een verbouwing, waarbij ook de steen, die de Jordaansgang (zie ald.) haar nieuwe naam zou geven, werd aangebracht. Het heeft echter lang geduurd, voordat de volksmond tot verandering overging. Nog op de Schutterskaart van wijk 51 (1775) staat het slopje aangegeven als Jordanegang. Uit het bovenstaande blijkt, dat eerst omstreeks het jaar 1800 de naam Scheepjesgang de vroegere naam begon te verdringen. Vond men de oorspronkelijke naam te vulgair?

Schildersgang

Lijnbaansgracht, "in de schildersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 4-6-1661). – Niet bij Breen.

Schilpadsgang

Anjeliersgracht, "inde schildpadsgang". (D.T.B. 1155, d.d. 5-101664). – In 1875 niet meer aanwezig: Schildpadsgang, Anjeliersgracht 14, nummering van 1796. (Breen).

Schimmelgang

Egelantiersstraat, "in schimmelgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 23-3-1663). – Egelantiersstraat, "by de tweede dwarsstraat, in schimmel en gangh". (D.T.B.1155, d.d. 7-9-1664). – Nog aanwezig in 1943: Schimmelgang, Egelantiersstraat tussen 118 e 122 (Kaart P.W.,blad G.4). Breen geeft ook de varianten Schimmen- en Schommelgang.

Schippersgang

Oude-Fransenpad, "by Jan met de lockensbruch, inde schippersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664). – Niet bij Breen.

Schoenmakersgang

Lindenstraat, "inde schoenmackersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 10-6-1661). – Nog aanwezig in 1943: Schoenmakersgang, Lindenstraat tussen 30 en 44. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "de drie brackies schoenen".

Schone Weespad

Zie: "Weespad".

Schoolmeestersgang

Goudsbloemgracht, "inde schoolmeestersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 29-1-1662). – Niet bij Breen. – Zie: "het rode hart" en "de twee schoolborden", Goudsbloemgracht.

Schoolvrouwgang

Oude-Fransenpad, "int schoolvrougang". (D.T.B. 1153, d.d. 16-10-1661). – Niet bij Breen. – Zie: "de twee schoolborden".

Schoorsteenvegersgang

Palmstraat, "inde schoorsteenvegersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 15-4-1663). – Niet bij Breen.

Schuiermakersgang

Anjeliersstraat, "inde Scuyermackersgang, over apen". (D.T.B. 1154, d.d. 21-11-1663). – Anjeliersgracht, "in schuyermaeckersgang, over het fortuyn". (D.T.B. 1155, d.d. 17-7-1664).- Anjeliersstraat, "inde schuye3rmackersgang, over de batevyer". (D.T.B. 1155, d.d. 8-10-1664). – Anjeliersstraat, "inde schuyermaeckersgang, by de drie goubloemen".(D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664). – De Schuiermakersgang, Anjeliersstraat tussen 102 en 114, is ± 1935, toen het Hofje in die gang, ook Van Beekshofje genoemd, werd afgebroken, verdwenen. Zie: het "Hofje in de Schuiermakersgang". (Lijst van Kerken en Godshuizen).

Schuitenmakersgang

Lindengracht , op de hoek van de "Schuitenmakersgang". (Kw. 5 K, fol. 392, d.d. 9-5-1741). – Breen vermeldt een Schuitenvoerdersgang, vroeger Schuitenmakersgang geheten, Linden 14-22. Nog aanwezig in 1943: Schuitenvoerdersgang, Lindengracht tussen 12 en 22. (Kaart P.W., blad G.4)

Schulpengang

"Op de 14e Sept. Belooft tot de Ceur van 't snorbum, inde persoon van geertruydt pouwelse, twe ducatons. Woondt inde passeerderstraat, inde schulpegang, by sebille de Haan". (Arch. Gasthuizen 29, fol. 245, d.d. 14-9-1680). – Nog aanwezig in 1906: Schulpgang of Smeltersgang, Passeerdersstraat 9-13. (Breen). Thans niet meer aanwezig.

St. Jacobspoort

Goudsbloemstraat, "in de St. Jacobspoort". (D.T.B. 1152, d.d 7-1-1659). – Goudsbloemstraat, "in St. Jacobspoort, over no vijf". (D.T.B. 1154, d.d. 30-3-1662). In 1875 niet meer aanwezig: Sint-Jacobspoort, Goudsbloemstraat 168, nummering van 1796. (Breen).

St. Pietersgang

Anjeliersgracht, "naest het Zepaert in sinte Pietersgang, thusschen de derde en de vierde brugh". (D.T.B. 1153, d.d. 2-11-1661).- Niet bij Breen. _ Zie: "St. Pieter", "het zeepaard" en de "Rozemarijnsgang', Anjeliersgracht.

St. Pietersgang

Goudsbloemstraat, "vooraen, in St. Pietersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 1-8-1663). – Nog aanwezig in 1906: Sint- Pietersgang, Goudsbloemstraat 23. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., G.4).- Zie: St. Pieter, Goudsbloemstraat.

Sixengangetje

Nieuwe Leliestraat, " aent ent, inde sixengangetie". (D.T.B. 1153, d.d. 19-9-1661). – Niet bij Breen.

Slepersgang

Oude-Fransenpad, "inde slepersgangh". (D.T.B. 1153, d.d. 27-12-1661).- Nog aanwezig in 1943: Slepersgang, Willemsstraat, aan de Westzijde van nr. 112.

Slepersgang

Tuinstraat, "inde sleepersgang". (D.T.B. 1151, d.d. 26-10-1656). – Niet bij Breen.

Slopje van de troffel

Egelantiersgracht, "int slopjen, daer de troffel aen staet". (D.T.B, 6, d.d. 1-10-1623). – Niet bij Breen.- Zie: "de troffel", het "Gangetje van de troffel" en de "Troffelgang", Egelantiersgracht.

Slordige Weespad

Zie: "Weespad".

Sluiswachtersgang

Lindengracht, "by de saterdaghsbrugh, inde sluyswachtersgangh". (d.T.B. 1154, d.d. 1-5-1663). – Niet bij Breen.

Slijpersgracht

Lindengracht – Noordzijde, bewesten de Zaterdagsbrug, "in de slypersgang". (Kw. 2 K, fol. 7, d.d. 6-5-1662). – Lindengracht- Noordzijde, bewesten de Zaterdagsbrug, "in de slypers, anders nu genaemt moffengang". (Kw. 4 F, fol. 281vo, d.d. 9-9-1713). Breen vermeldt een Oude- Slijpersgang, vroeger Oude- Sleepersgang geheten, Lindengracht 208 – 212. In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G. 4)- -Zie: de "Metselaarsgang", de "Moffengang" en de "Schaarslijpersgang", Lindengracht.[27]

Smidsgang

Hazenstraat, "inde smytsgang". (D.T.B. 1155, d.d. 16-9-1664).- Nog aanwezig in 1906: een naamloze gang, die vroeger Smidsgang heette, Hazenstraat 9-13. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad H.3).

Spaarpotsgang

Egelantiersgracht, "besyden de spaerpotsgang". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 15-12-1641). – Niet bij Breen.- Zie: "de spaarpot".

Speldenmakersgang

Goudsbloemstraat, " over paert in de wich, inde speldemackersgang". (D.T.B. 1159, d.d. 19-1-1672). – Breen vermeldt in de Goudsbloemstraat twee, reeds in 1875 niet meer aanwezige, Speldenmakersgangen, resp. 66 en 68, nunnering van 1796.

Speldenmakersgang

Tuinstraat, "inde speldenmaeckersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 10-12-1662). Nog aanwezig in 1943: Speldenmakersgang, Tuinstraat tussen 99 en 107. (Kaart P.W.,blad G.4). Volgens Breen heette deze gang in 1796 Stratengang. Misschien heeft men haar toen verward met de " Stratenmakersgang". (zie ald.)

Stenenboogsgang

Bij executie verkocht: een achterhuis en erf, van ouds getekend nr. 2, Lindengracht, in "de Steeneboogsgang". De gang wordt o.a. gebruikt door de bewoners van een huis in de "Groote blomdwarsstraet", [28] genaamd "de hazendans". (R.A. 2174, fol. 66, d.d. 1-2-1690). – Niet bij Breen. – Waarschijnlijk is zij identiek met de in 1943 nog aanwezige, naamloze gang, Lindengracht tussen 152 en 156. (Kaart P.W., blad G.4).

Stenenmansgang

Prinsengracht, "ande de westsy, verby de passeerdergraft, inde stiene mans gange". (D.T.B. 1109, d.d.18-6-1687). – Nog aanwezig in 1906: Steenen – Roelofs- of Steenmansgang, Prinsengracht 386 -388. (Breen). Thans niet meer aanwezig.

Stenenmansgang

Tuinstraat, "in de stienenmansgang". (D.T.B. 1149, d.d. 12-11-1649). – Tuinstraat, "verby de eerste dw. Straet, inde stienemansgangh".(D.T.B. 1154, d.d. 3-8-1663). – Breen vermeldt een Slagersgang, die in 1796 ook Steenmansgang heette. Nog aanwezig in 1943: slagersgang, Tuinstraat tussen 62 en 68. (Kaart P.W., blad G.4).- Zie: "de stenen man".

Sterrengang

"Te huur, om aenstonds te aenvaerden, een woon- en pakhuys, zynde het laetste geapproprieert tot een suykerbakkery (Waervan de vaststaende gereedschappen zullen overgenomen mogen werden), staende en gelegen in de Elandsstraet by de laetste dwarsstraet, in te gaen in de Vygetons- en Starregang:. ( Adv. Amst. Crt., 10-8-1724. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 306). – Niet bij Breen.

Sterrengang

Oude-Fransenpad, "in de huyse van de diaken, by starregang". (D.T.B. 1153, d.d. 6-4-1661). – Breen vermeldt een Tollengang, die vroeger Sterrengang heette. Nog aanwezig in 1943: Tollengang, Willemsstraat tussen 164 en 176. (Kaart P.W., blad G.4).- Zie: "de ster", de "Broedershuizen". (Lijst van Kerken en Godshuizen), het "Gangetje van de ster" en de "Sterrensteeg", Goudsbloemgracht.

Sterrensteeg

Oude-Fransenpad, "int sterresteeg". (D.T.B. 1152, d.d. 6-4-1661). – Niet bij Breen.- Zie het vorige artikel.

Stille-Willemsgang

Lindengracht, "by de saterdachsbruch, in styllewyllemsgang". (D.T.B. 1154, d.d. 11-3-1663).- Nog aanwezig in 1943: Stille-Willemsgang, Lindengracht tussen 105 en 107. (Kaart P.W., blad G.4). De lichterman Stille Willem was eigenaar van een huis, staande in een gang, Linde4ngracht- Zuidzijde tussen "Lindeboomscruysstraet" (1e Lindendwarsstraat) en "Kerckstraet" (2e Lindendwarsstraat) (Kw. S, fol. 27vo, d,d, 20-2-1642). Bedoelde gang zal naar hem zijn genoemd. Hij bezat ook een huis in de Goudsbloemstraat. (Kw. N, fol. 101, d.d. 20-4-1638.

Stoppersgang

Anjeliersstraat, "inde stoppersgangh". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640- 1657, d.d. 17-12-1656). – Nog aanwezig in 1943: Stoppersgang, Anjeliersstraat tussen 116 – 126. (Kaart P.W., blad G.4)

Stratenmakersgang

Tuinstraat, "inde stratemaeckersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 18-7-1663). – Zie: de "Speldenmakersgang", Tuinstraat.Stroboersgang

Egelantiersstraat, "inde stroboersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 11-9-1664). – Nog aanwezig in 1944: Stroboersgang,[29] Egelantiersstraat tussen 184 en 192. (Kaart P.W.,blad H.3). Stellig identiek. Zie het volgende artikel.

Stromansgang

Egelantiersstraat, "by de laeste dwarsstrat, inde stroemansgang". (D.T.B. 1154, d.d. 19-2-1662).- Zie het vorige artikel.

Stuurmansgang

Zal worden geveild: een smeersmelterij, Rozenstraat, hoek "Stuurmansgang". (Adv. Amst. Crt., 10-3-1787. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 145). – Nog aanwezig in 1943: Stuurmanshofje, Rozenstraat tussen 16 en 44. (Kaart P.W.,blad H.4).[30]

Stuurmansgang

Tuinstraat, "inde stuermansgang". (D.T.B.1153, d.d. 22-4-1661). – Niet bij Breen.

Troffelsgang

Egelantiersgracht, "inde troffelsgangh". (D.T.B. 1155, d.d. 12-9-1664).- Niet bij Breen. Wel aldaar: Drie- Truffelsgang, Egelantiersgracht 41, nummering van 1796;vervallen. – Zie: "de troffel", het "Gangetje van de troffels" en het "Slopje van de troffel", Egelantiersgracht.

Troffelsgang

Egelantiersstraat, "inde troffelsgang". (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664). – Niet bij Breen.

Troffelsgang

Oude-Fransenpad, "inde troffelsgang". (D.T.B.1155, d.d 19-9-1664). – Goudsbloemgracht, "in de troffelsgangh, voorby de middelbrugh". (D.T.B.1168, d.d 23-11-1698). – In 1875 niet meer aanwezig: Truffelsgang, Goudsbloemgracht 41/42, nummering van 1796. (Breen).[31] Zie: het "Rodetroffelssteegje" en de "Troffelssteeg", Oude- Fransenpad.

Troffelssteeg

Oude-Fransenpad, "in de troffelstege, tusschen 2 en 3 brugh". (D.T.B. 1152, d.d. 4-3-1657). – Niet bij Breen. – Zie: het "Rodetroffelssteegje" en de "Troffelsgang", Oude- Fransenpad.

Turfdragers-Achterhuis

Palmgracht- Zuidzijde, "Turfdragers Achterhuis". ( Wagenaar, Amsterdam, dl. I, blz. 64). – Niet bij Breen.

Turfdragersgang

Tuinstraat, "inde turfdragersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 28-3-1672). – Niet bij Breen.

Turkse-Keizerspoort

Hazenstraat, "by de Turckse Keyser poort". (D.T.B.1152, d.d. 16-7-1658). – Nog aanwezig in 1944: Turksche Keizerspoort, Hazenstraat tussen 10 en 18. (Kaart P.W., blad H.3).[32] Zie: "de heremiet", "het Turkse hoofd" en "de Turkse keizer", Lauriergracht.

Twijnmolensgang

Elandsstraat, "inde twynmoolensgangh". (D.T.D. 1157, d.d. 18-11-1668). – Niet bij Breen.

Uilengang

Bloemgracht, "ande suyt syde by de baengraft, inde uylen gang".(D.T.B. 1109, d.d. 30-11-1688). – Nog aanwezig in 1906: Uilengang, Bloemgracht 137 – 141. (Breen).In 1944 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad H.3). – Zie: "de uil", het "Uilenkiekje"( deze lijst) en het volgende artikel.

Uilengang

Bloemstraat, "verby de 2 de dwarsstraet, over deuylengang". (D.T.B.1109, 2-2-1688).- Breen vermeldt een Uilengang, Bloemstraat 152. Deze is in de Atlas loman, 1876, buurt DD, niet te vinden. Wel ziet men daar tussen 150 en 152 de Uilenbakkersgang, die in verbinding staat met de Bloemgrachse Uilengang. Uilenbakkersgang en Uilengang (Bloemstraat) waren zeer waarschijnlijk identiek. Ook Breen noemt een Uilenbakkersgang, echter: Bloemstraat 156-160. Ongetwijfeld schuilt de fout bij Breen. Op de kaart P.W. van 1944, blad H.3, staat noch een Uilengang, noch een Uilenbakkersgang getekend.- Zie het vorige en volgende artikel.

Uilenkiekje

Gang aan de oneven zijde van de Bloemgracht bij de Baangracht, die doorliep naar de Bloemstraat en "Uilenkiekje" werd genoemd. (Ons Amsterdam, 6e jrg., 1954, blz. 240). Stellig een bijnaam"van de "Uilengang", Bloemgracht en Bloemstraat. ( zie ald.)

Valwatergang

Overgedragen: twee huizen onder één dak en hun erven, Lindengracht- Noordzijde, waar "de hertog van Gelre" in de gevel staat; voorts vijf achterhuizen en hun erven in de bij een der twee eerstgenoemde huizen behoremde "Valwatergang". (Kw. 6 B, fol. 74vo, d.d. 20-1-1757). – Nog aanwezig in 1906: Valwater-, Watervals- of Volwatersgang, Lindengracht 66-74. (Breen). In 1943 nog een restant aanwezig achterin het nieuwe pand Lindengracht 62. (Kaart P.W., blad G.4).- Van de gang ( toen nog naamloos) wordt reeds melding gemaakt in 1619. De 14e Mei van dat jaar werd aan de schilder en etser Hercules Segers overgedragen: een huis en erf op de Lindengracht, "daer den Hertoch van Gelder in de gevel staet, ende een erffve offte ledige plaetse daerachter aen gelegen, ende een achtercoockentgen offte woninge; ende het vordere ledige erffve responderende ende gestelt achter t huys hier naest gelegen, daer den Hertoch van Gelder uythangt; met welcke achterhuysinge offte coocken ende t gehele ledich erff men is gaende door de ganck, onder ende door deesen huyse gemaeckt ….". (Kw. 39, fol. 382). Eerst veel later werd de achterruimte met huizen bebouwd. Toen ontstond de noodzakelijkheid, aan de gang een naam te geven. Zij werd genoemd naar het vroegere huis van Segers, dat ook bekend stond als "het vallende water". – Zie: "de hertog van Gelder" (gevelsteen), "het grote huis", "het vallende water" en de "Jotrdaansgang".

Varkensgang

Anjeliersgracht, "inde varckensgang". (D.T.B. 1151, d.d. 3-11-1656). – Niet bij Breen. – Zie: "het varken", Anjeliersgracht.

Vergulde – Zadelsgang

Anjeliersstraat, "nae het ent, over de nieuwe madelievestrat,[33] ende vergulde saelengang". (D.T.B. 1153, d/d/ 3-8-1661). – In 1875 niet meer aanwezig: Zalengang, Anjeliersstraat 95, nummering van 1796. (Breen). – Zie : de "Zadelmakersgang".

Verkeerde-Prinsengang

Lindengracht, "inde verkeerde ruytersgang". (D.T.B. 1154, d.d. 18-11-1663). – Niet bij Breen. – Zie: "" de verkeerde ruiter" en de "Ruitersgang".

Verversgang

Andries Hoogeboom, plaatsnijder, wonende in de Kerkstraat,[34] is hypotecair schuldenaar van Johannes Swartenberg, schoolmeester, voor een som van 200 gld., onder verband van een achterhuis en erf op de Anjeliersgracht in "de Verwersgang", achter het huis "de vier winden". (Obreen's Archief II, blz. 163, d.d. 23-11-1680). – Niet bij Breen.

Verversgang

Begraven: "Ariaan Vinckeboons, op de bloemgraft aan de zuytzy, verby de tweede brugh, inde verwersgangh". (D.T.B. 1155, d.d. 4-10-1664). – Niet bij Breen. –Zie: de "Kuipersgang". Egelantiersstraat.

Verversgang

Oude-Fransenpad, "in de verversgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 5-9-1663). – Nog aanwezig in 1943: Verversgang, Willemsstraat tussen 126 en 150. (Kaart P.W., blad G.4).[35]

Vetermakersgang

"Geertie Egbers, huysvrou van Roelof Jansz., veetermaker, in delanstraet, inde veetermakersgang". (D.T.B. 1149, d.d. 21-9-1649). – Nog aanwezig in 1906: Vetermakersgang, ook Victorsgang geheten, Elandsstraat 87- 99. (Breen). In 1944 niet meer aanwezig> (Kaart P.W., blad H.3).

Vier-Heemskinderengang

Goudsbloemgracht – Zuidzijde bij de Baangracht, "in de vier heemskinderen gang". (R.A. 2173, fol. 271, d.d. 20-1-1685). – In 1875 niet meer aanwezig: Vier- Heemskinderengang, Goudsbloemgracht 72/73, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "de vier Heemskinderen", Oude- Fransenpad.

Vogelstruisgang

Goudsbloemgracht, "op de hoeck van de vogelstruysgangh". (D.T.B. 1152, d.d. 6-12-1657). – goudsbloemgracht, "ande suytsy, inde voogel struys gang". (D.T.B. 1164, d.d. 29-6-1681). – "Uit de hand te koop of te huur een welgelegen pypenbrandery met zyn toebehooren, staande en gelegen op de Goudsbloemgragt, in de Vogelstruisgang". (Adv. Amst. Crt. 15-4-1780. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 158). – Nog aanwezig in 1906, maar niet meer bewoond: Vogelstruisgang, Willemsstraat 125-131. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).

Vuile-Weespad

Zie: "Weespad".

Vijgentonsgang

Zie: de "Sterrengang", Elandsstraat. – In 1875 niet meer aanwezig: Vijgentonnengang, Elandsstraat 90, nummering van 1796. (Breen).

Vijzelaarsgang

Elandsgracht, "aen de noord sy aent ent, inde vyselaersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 22-5-1661). – Elandsgracht, "verby 7 huysen in de vyselaersgang". (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664). – Niet bij Breen. – De vijzelaar Hendrick Claesz. bezat een huis op de Elandsgracht – Zuidzijde, thans genummerd 87. (Kw. A, fol. 77vo, d.d. 22-2-1624). Of er verband bestond tussen hem en de Vijzelaarsgang aan de Noordzijde van de gracht, is mij niet bekend. – Zie: "de rode vijzel", "de vergulde vijzel", de "Zevenhuizengang" en het volgende artikel.

Vijzelsteegje

Elandsgracht, "int vyselsteeghien". (D.T.B. 1146, d.d.2-7-1620). – Niet bij Breen. – Zie het vorige artikel. Het is volstrekt niet zeker dat Vijzelaarsgang en Vijzelsteegje identiek waren. Bij het steegje immers kan men ook denken aan het veelgebruikte apothekersembleem, een vijzel.

Waagdragersgang

Anjeliersstraat, "in de wagdragers gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 20-6-1700). – In 1875 niet meer aanwezig: Waagdragersgang, Anjeliersstraat 31, nummering van 1796. (Breen).

Walenhoek

Bij executie verkocht: een huis en erf in de Passeerdersdwarsstraat, "in de walenhoek", bij het Leidse kerkhof. (R.A. 2171, fol. 242, d.d. 9-10-16770. – Nog altijd aanwezig: Walengang, Passeerdersgracht tussen 9 en 19. – De gang heette aanvankelijk Passeerdersdwarsstraat en werd dus als een voortzetting beschouwd van de gelijknamige straat aan de overzijde van de gracht, die thans 1e Passeerdersdwarsstraat heet. – Zie: "de ketel", de "ketelgang", (Passeerdersgracht), de Lijst van straat- en grachtnamen op 1e Passeerdersdwarsstraat en dl. I van dit werk, blz. …

Walenweespad

Zie: "Weespad".

Wassende-Maansgang

Anjeliersgrach, "inde wassende mans gangh". (D.T.B. 1169, d.d. 30-9-1703). – Nog altijd aanwezig:Wassende – Maanshofje, Westerstraat tussen 37 en 45.

Weespad

Restant van een oud polderpad, dat vóór het jaar 1614 begon bij de singelsloot (ongeveer begin Raadhuisstraat, doorbraak van 1895), zich in Westelijke richting uitstrekte en toen reeds deze naam droeg. Bij de bebouwing van het nieuwe werk kwam het "Jordaan"-gedeelte van het Weespad te liggen tussen de Rozen- en Laurierstraat. Het was dus gedoemd om te verdwijnen. Ter weerszijden van de 2e Laurierdwarsstraat bleef echter een gedeelte bestaan, tot in onze tijd. Herhaaldelijk wordt dit overblijfsel, vervallen tot de status van gang, in zeventiende- eeuwse bronnen genoemd. Verschillende namen ontstonden: "Rosemareynsdwarsstraet", "Waleweespat", "Moty Weespadt", "schoone Weespad", "Slorge Weespad" en "Vuyle Weespat". Aan de Oostelijke tak hechtte zich de naam "Schone Weespad", aan de Westelijke "Vuile Weespad". Aldus staan zij ook thans nog bekend. – Zie dl. I van dit werk, blz. ..

Weversgang

Zie: de "Klokkengang", Anjeliersgracht.

Weversgang

Bloemgracht, "in de weversgang". (D.T.B. 1150, d.d. 29-6-1653). – Niet bij Breen.

Weversgang

Goudsbloemgracht, "aen noortsy, inde weversgang". (D.T.B. 1158, d.d. 14-6-1671).- Niet bij Breen.

Weversgang

Laurierstraat, "verby de eerste dwarsstrat, naest goude tafelacken, inde weeversgang". (D.T.B. 1154, d.d. 20-7-1662). – Niet bij Breen. _ Zie: "de naald", "het gouden tafellaken", de "Rijke- Weversgang", Laurierstraat, en dl. I van dit werk, blz. ..

Wieldraaiersgang

Bij executie verkocht: een huis en erf met een woning er achter, Goudsbloemstraat- Noordzijde, strekkende voor van de straat tot achter aan het erf van Pieter Pietersz., wieldraaier. (R.A. 2165, fol.vo, d.d. 16-10-1624). – Gedoopt: "Aeffge Saallinghs, opt oude franssen padt, by Pieter Pietersz. , wyedrayer". ( Memoriaal A, fol. 59vo, d.d. 16-12-1635. Arch. Ver. Doopsgez. Gem. te A'dam). – Oude –Fransenpad – Zuidzijde, "in de wieldrayersgang". (R.A. 2170, fol. 114, d.d. 1-1-1661). _ In 1906 nog aanwezig: een naamloze gang, die vroeger Wieldraaiersgang heette, Willemsstraat 61 -63. (Breen). In 1843 nog een restant aanwezig, eveneens naamloos, Willemsstraat tussen 59 en 65. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "het spinnenwiel" en dl.I van dit werk, blz. ..

Wildemansgang

Goudsbloemgracht, "in de wildemansgang". (D.T.B. 1151, d.d. 17-9-1656). – Goudsbloemgracht, "na de brouwersgraft, inde wildemansgangh". (.T.B. 1154, d.d. 21-2-1663). – Nog aanwezig in 1906, maar niet meer bewoond: Wildemansgang, Willemsstraat 35- 41. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).

Windhondsgang

Passeerdersstraat, "in de windhondsgang". (R.A. 2172, fol. 87, d.d. 1-2-1681). – Niet bij Breen. Wel aldaar: Windhuisgang, Passeerdersstraat 61, nummering van 1796. In 1875 niet meer aanwezig. Zie: "de windhond".

Witteboksgang

Elandsgracht, "inde witte bocxgang, aen de noortsy". (D.T.B. 1153, d.d. 25-10-1660). – Niet bij Breen. – Zie: "de witte bok" en de "Bokkengang", Elandsgracht.

Wittefortuinengang

Bloemgracht, "aent ent, inde witte fortuynengang, naest de siepery van de Spiegel". (D.T.B. 1153, d.d. 27-10-1661). – In 1875 niet meer aanwezig: Fortuinengang, Bloemgracht- Zuidzijde bij de Lijnbaansgracht. Geen verdere aanduiding. ( Breen).

Wittekoesgang

Lijnbaansgracht, "tusschen de palmstraat en fransepat, inde wittekoesgang". (D.T.B. 1155, d.d. 23-9-1664). – Niet bij Breen. – Zie: "de bonte koe", Lijnbaansgracht.

Wittekoesgang

Lindengracht, " inde wytte koesgang". (D.T.B. 1154, d.d. 30-11-1663). – Lindengracht, "aent ent, [36] by de brouwersgraft, inde wytte koesgang". (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664). – "…vooraan op de Lindegraft, inde witte koes gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 32-2-1698). – Nog aanwezig in 1943: Wittekoetsgang (sic!),[37] Lindengracht tussen 44 en 52. (Kaart P.W., blad G.4). – Er waren op de Lindengracht twee huizen, die "de witte koe" heetten, één aan de Noord, één aan de Zuidzijde. Beide bezaten een gang met bijna gelijk luidende naam: Wittekoes- en Wittekoeiengang. (Breen). Welke gang hierboven bedoeld wordt, is niet uit te maken. – Zie3: "de witte koe" en "de vergulde voet". Lindengracht.

Wittekruisgang

Lindengracht, "inde witte kruysgang". (D.T.B. 1154, d.d. 7-6-1662). – Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht –Noordzijde tussen de Zaterdagsbrug[38] en de Lijnbaansgracht, "aldernaest de witte kruysgang". (Kw. 3 B, fol. 53, d.d. 29-2-1684). – Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht –Noordzijde, : in de gemeene witte Cruysgang". (Kw. 5 L, fol. 233vo, d.d. 22-2-1742). – Nog aanwezig in1906: Wittekruisgang, Lindengracht 280- 282. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).

Wittelakensgang

Goudsbloemstraat, "inde witte lackensgang". (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664). – Niet bij Breen. Zie: "de twee witte lakens".

Wittelamsgang

Egelantiersstraat, "inde witte Lamsgangh". (D.T.B. 1168, d.d. 3-8-1698). – Nog aanwezig in 1906: Wittelammerengang, Egelantiersstraat 67. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "het witte lam", Egelantiersstraat.

Wittepaardsgang

Anjeliersgracht, "by de derde brugh, aen de noordsy, in de wittepaerdsgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 30-3-1662). – Nog aanwezig in 1906: Wittepaardsgang, Westerstraat 114. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G. 4). – Zie: "het witte paard" en het "Gangetje van het witte paard", Anjeliersgracht.

Wittezwaansgang

Korte Tuinstraat, "inde witte swaensgangh". (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664). – Niet bij Breen, - Zie:: "de zwaan", "de witte zwaan" en de "Zwanengang", Kort Tuinstraat.

Wijdegang

Oude-Fransenpad, "by de weyyegang, achter de vergulde haeringbuys". (D.T.B.1151, d.d. 17-9-1656). – "… vooraan op fransz. Padt, by de wye gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 15-4-1698). – Nog aanwezig in 1906: Wijdegang, Willemsstraat 28 -66. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – De Wijdegang lag van de Noordzijde aan de Goudsbloemgracht en liep door tot de Palmstraat. ( Wagenaar, Amsterdam, dl. I, blz. 64). Bij de sanering van 1911 verdwenen de Wijdegang en de Siepersche- of Lange- Siewertsgang.[39] (Eigen Haard 1910. Van week tot week, 21 Mei 1910; aldaar afbeeldingen van de twee gangen). H.Tj. Dijkhuis schreef, dat de Wijdegang elleboogvormig was en ook bekend stond als Rottige steeg, welke naam zij geërfd had van de Rozenboomssteeg, die reeds in het midden van de negentiende eeuw was opgeruimd. Volgens deze schrijver is de Wijdegang in 1922 geamoveerd. (De Jordaan, De ontwikkeling van een volkswijk in een grote stad. Econ. Histor. Jaarb. XXI, 1940, blz. 81). – Zie: "de vergulde haringbuis", de "Rottige steeg"(Goudsbloemgracht en Palmstraat) en de "Wijdegang"(Palmstraat),

Wijdegang

Nieuwe Leliestraat, "inde wygangh, aent ent". (D.T.B. 1154, d.d. 8-11-1662). – Niet bij Breen.

Wijdegang

Palmstraat, "op de hoeck vande wyegang". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A;dam,1657 -1673, d.d. 9-6-1658). – Nog aanwezig in 1906: Wijdegang, Palmstraat 7 -9, (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: de "Wijdegang", Oude –Fransenpad.

Wijngang

Oude-Fransenpad, inde wyngangh". (D.T.B. 1154, d.d. 8-7-1663). Niet bij Breen. Zioe: de "Wijntjesgang".

Wijntjesgang

Oude-Fransenpad, "in wyntjensgang". (D.T.B. 1154, d.d. 30-11-1663). – Oude – Fransenpad, "by de baangraft en wyntijesgang". (D.T.B. 1169, d.d. 12-7-1703). – In 1875 niet mer aanwezig: Wijntjesgang, Goudsbloemgracht 55/56, nummetring van 1796. (Breen). – Zie: de "Wijngang".

Zadelmakersgang

Anjeliersstraat, "in de saelmackersgang". (D.T.B. 1151, d.d. 22-10-=1656).- Zie: de "Vergulde Zadelsgang".

Zagersgang

Egelantiersstraat, "inde saegersgang". (D.T.B. 1153, d.d. 12-6-1661). – Nog aanwezig in 1943: Zagerswgang, Egelantiersstraat tussen 41 en 47. (Kaart P.W., blad G.4).Bij Breen: Wittezaaggang, Zagersgang, Zwagersgang en Zeegersgang. – Zie: "de witte zaag".

Zalmkopersgang

Oude-Fransenpad, "inde salmkoopersgangh". (D.T.B. 1154, d.d. 13-8-1663). – In 1875 niet meer aanwezig: Zalmkoopersgang, Goudbloemgracht 116/117, nummering van 1796. (Breen). – Zie: de "Zalmvangersgang.

Zalmvangersgang

Oude-Fransenpad, "inde salmvangersgang". (D.T.B. 1151, d.d. 5-10-1656). Niet bij Breen. – Zie: de "Zalmkopersgang".

Zandmansgang

Lindengracht, "by Janne, de backster, naest de santmansgang". (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664).. – Niet bij Breen.

Zandmansgang

"…aende noortsy van de roosegraft, inde santmansgang". (D.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664). – Niet bij Breen.

Zaterdagsgang

Lindengracht, "in de saterdachganck". (D.T.B. 1148, d.d. 24-10-1638). – Lindengracht, "inde saterdachgang, naest het fonaeynhof". (D.T.B.1149, d.d. 7-12-1650). – Nog aanwezig in 1906: Zaterdagschegang, Lindengracht 143. (N+Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).- Zie: het "Fonteinhof" (deze Lijst) en de Lijst van straat- en grachtnamen op: 2e Goudsbloemdwarsstraat.

Zeepaardsgang

Anjeliersgracht, "in de Zeepaart gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 110-4-1699). – In 1875 niet meer aanwezig: Zeepaardengang, Anjeliersgracht 149, nummering van 1796. (Breen). – Zie: "het zeepaard".

Zevenhuizengang

Elandsgracht, "" aen de noordt zy, aen de sevenhuysengangh". (D.T.B. 1154, 25-7-1662). – Nog aanwezig in 1906: Zevenhuizengang, Elandsgracht 110- 112. (Breen). Ook in 1941 nog aanwezig: Zevenhuizengang, Elandsgracht tussen 110 en 114, het voorste gedeelte ingebouwd en daardoor onherkenbaar, het achterste gedeelte nog open. (Kaart P.W., blad J.3). – De Zevenhuizengang was vroeger de toegangsweg tot het "Delversteegje". ( zie ald.). Haar naam vond ik, zoals boven blijkt, voor het eerst vermeld in 1662; zij zelve bestond echter reeds in 1617: Overgedragen: een huis en erf, "gestaen ende gelegen int Delversteechgen, inne te gaen voor aan de Elantsgraft door een gemeene overwelffde gangh". (Kw. 38, fol. 239vo, d.d. 11-5-1617). Een beschrijving van de gang vindt men in de volgende acte: Overgedragen: een huis en erf op de Elandsgracht, "belent de poort offte ingang van het Delversteechgen, met een wulftsel offte oversteck over deselve gang tot aen thuys van d'ander syde van de gang". (Kw. 40, fol. 227vo, d.d. 30-5-1620). – Zie dl. I van dit werk, blz. …

Zevensterrengang

Anjeliersgracht, "in de seven starsgangh". (d.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664). – Niet bij Breen. Wel aldaar: twee Sterrengangen, Westerstraat resp. 126 en 147- 151. Beide in 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4). – Zie: "de zevenster".

Ziekentroosterssteegje

Een huis en erf, staande en gelegen Laurierstraat – Zuidzijde, "met een vrye uytganck int Sieketroosterssteechie". (Rentebrieven, Lr. H, fol. 17, d.d. 9-3-1644). – Niet bij Breen. Wel aldaar: Ziekentroostersgang, Lauriergracht 32 – 48. Deze gang ook nog aanwezig in 1943: Lauriergracht tussen 30 en 50. (Kaart P.W., blad H.4). – Zeer waarschijnlijk verbond de Ziekentroostersgang vroeger de Lauriergracht met de Laurierstraat. Ook thans strekt zij zich nog voor een deel uit tussen de percelen 43 en 45 van de Laurierstraat. Reeds in 1608 bezat een zekere Pieter Willemsz., ‘sieckentrooster", grond ter plaatse, waar later het eerste park van de de Lauriergracht –Noordzijde zou worden gerooid. Naar hem is vermoedelijk de gang genoemd. Merkwaardigerwijs wordt in 1626 een zekere Dirck Pietersz., ook ziekentrooster van beroep, vermeld als huiseigenaar in de Laurierstraat – Zuidzijde, eerste park. ( Willige verk. X, d.d. 19-1-1626). – Zie dl. I van dit werk, blz. ..

Zilversmidsgang

Elandsgracht, "inde silersmitsgangh, aen de noortsy by de eerste brugh". (D.T.B. 1153, d.d. 13-10-1661).

Zwanengang

Korte Tuinstraat, "in de swanengang". (Kw. 2 F, fol. 39, d.d. 3-1-1658). – Nog aanwezig in 1943: Zwanengang, 2e Anjeliersdwarsstraat tussen 22 en 24. (Kaart P.W. blad G.4). – Zie: de "Wittezwaansgang".

Zwanengang

Lindengracht, "in de swanegangh". (D.T.B. 1168, d.d. 6-9-1699). – Nog aanwezig in 1906: Houtenkamersgang, vroeger Zwanengang geheten, Lindengracht 322- 324. (Breen). In 1943 niet meer aanwezig. (Kaart P.W., blad G.4).

Zwarte-Arendsgang

Rozenstraat, "verby de laetste dwarsstrat, inde swart arentsgang". (D.T.B. 1154, d.d. 10-1-1662). – Niet bij Breen.

Zwartegang

Anjeliersgracht, "inde swarte gang, by de lepelaer". (D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664). – Niet bij Breen. – Zie: de "Zwarte – Mansgang".

Zwarte-Hoedengang

".. vooraan in de tuynstradt, in de swarte hoede gangh". (D.T.B. 1168, d.d. 28-12-1698). – Niet bij Breen. Wel aldaar: Hoedengang, in 1906 naamloos, Tuinstraat 34. Nog aanwezig in 1943, eveneens naamloos, Tuinstraat tussen 32 en 36. (Kaart P.W., blad G.4)

Zwarte-Mansgang

Anjeliersgracht, "inde swartemansgangh". (D.T.B. 1153, d.d. 29-7-1661). – Niet bij Breen. – Zie: de "Zwartegang".

Zwavelstokkengang

Palmstraat, "inde swavelstockengangh". (D.T.B. 1154, d.d. 30-10-1663). – In 1875 niet meer aanwezig: Zwavelstokkengang, Palmstraat 31/32, nummering van 1796. (Breen).

Zijderedersgang

Lindengracht, "by de saterdachs brugh, inde syreedersgang". (D.T.B. 1158, d.d. 11-1-1671). – Niet bij Breen.

[36] Zie: "de rode hoop", Lauriergracht.

[37] Vroeger: Wittekoesgang. (Breen). Reeds op de Schuttersgang van wijk 51: Witte Koetzgang.

[38] Bedoeld wordt: Karthuizersbrug.

[39] De laatste ook in deze Lijst.