J.Z. Kannegieter - Het ontstaan van de Amsterdamse Jordaan

Amsterdam

Hoofdstuk VII Lijst van huisnamen op het nieuwe werk

Bij het raadplegen neme men het volgende in acht:

1. De huisnamen staan in alfabetische volgorde. Steeds zijn de eerste substantieven voorop gezet. Afgeweken van deze regel is slechts in die gevallen, waarin het eerste adjectief een integrerend onderdeel uitmaakt van de naam.

2. De alfabetischelijst is opgemaakt in de tegenwoordige spelling.

3. Verreweg het merendeel der huisnamen dateert uit de 17e eeuw; enkele zijn uit de 18e of 19e eeuw. Als begindatum is aangenomen: 1 mei 1614.

4. Namen zijn ontleend aan gevelstenen. De meeste zullen hun oorsprong wel danken aan een uithangbord; slechts in een gering aantal gevallen geven de teksten hierover opheldering. Soms konden mededelingen van elders in dit opzicht van dienst zijn.

5. Verwijzing naar een andere huisnaam heeft alleen maar betekenis de lezer het combineren en vergelijken gemakkelijker te maken. Identiteit is echter niet uitgesloten; in sommige gevallen is zij duidelijk aanwezig. Ook het verwijzen naar een gangnaam, een hofje enz, wil niet altijd zeggen, dat er verband bestaat.

6. Tussen aanhalingstekens geplaatste gangnamen, naar welke verwezen wordt, evenals die, welke in de tekstfragmenten voorkomen, vind men in de hierna volgende lijst van gangnamen (hoofdstuk VIII).

7. Volledig is ook deze lijst van huisnamen niet. Uit reeds gepubliceerde reeksen of verhandelingen is zo goed als niets overgenomen. Slechts die namen kregen een plaats, welke in de gebruikte registers of in gedrukte stukken, die met de huisnamenkunde niets uitstaande hadden, werden aangetroffen. De lijst moet dus als een zelfstandige verzameling worden beschouwd.

8. Voorop gaat steeds de vroegst gevonden vermelding van de naam. Latere vermeldingen dienen tot nauwkeuriger lokalisering, tot verklaring. enz.

9. Persoonsnamen worden slechts vermeld,wanneer zij door de opgave van een beroep of andere bijzonderheden relief verkrijgen. Hierbij heeft ook de bedoeling voorgezeten, het sociaal-economisch milieu te duiden.

10.

  1. Anjeliersgracht = Westerstraat
  2. Goudsbloemgracht en Fransenpad = Willemsstraat
  3. Leliestraat = Nieuwe Leliestraat
  4. Looiersstraat = Oude Looiersstraat

11. De opgenomen advertenties uit de Amsterdamsche Courant zijn, op enkele na, uit de Jaarboeken Amstelodamum XXVII en XXVIII: publicatie van mej. dr. Leonie van Nierop, Gegevens over de nijverheid van Amsterdam 1667-1794.

12. Een studie over huisnamen is de Lijst zeker niet. De bestaande literatuur over dit periferie-vak der historie is dan ook maar ten dele geraadpleegd. Wel viel het bij de bewerking op, dat de specialisten in het algemeen te weinig tot de bronnen gaan. Ook maken zij te weinig gebruik van het materiaal, dat een onderzoek naar de ligging en de namen der oude gangen en sloppen kan opleveren. Uit de hierna volgende lijst van gangnamen zal immers blijken, dat de bekende en hier meermalen aangehaalde Lijst van Breen verre van compleet is.

13. Met het oog op het juist interpreteren van de tekstfragmenten is gebruik gemaakt van een eigen en zeer uitvoerige interpunctie.

14. Kerken en Godshuizen, ofschoon naamdragende percelen, zijn niet opgenomen. Men vindt ze afzonderlijk bijeen onmiddellijk achter deze lijst van huisnamen.

15. Ten slotte een opmerking. Over de waarde van de lijst kan getwist worden. Niet ontkennen zal men echter dat zij het nieuwe werk nader brengt tot ieder, die zich er in verdiept. De voorstelling van het straatbeeld en van de omstandigheden der bewoners kan niet anders dan aan zekerheid winnen. Bij het samenstellen werden mijn gedachten steeds getrokken naar de Brabantse en Vlaamse steden en stadjes die ik in mijn vrije dagen mocht bezoeken. Wie, als ik, zonder haast gedwaald heeft door de straten en over de pleinen van onze taalgenoten en b.v. de winkelopschriften aldaar met aandacht heeft gadegeslagen, zal niet alleen tal van vroegere en ook tegenwoordige Amsterdamse familienamen hebben opgemerkt, maar ook vele huis-, bedrijfs- en zakennamen, die een duidelijke verwantschap vertonen met de inscripties op gevelstenen en met wat geschilderd stond op uithangborden en luifels in de zeventiende-eeuwse Amstelstad. Bij het doorbladeren van de lijst zal hij zich wanen weer in Antwerpen, Gent of Brugge te zijn.

Lijst met huisnamen

Aanbeeld, Het - Lindenstraat. "naest ambelt" (D.T.B. 1154 d.d. 30-11-1663).

Aanbeeld, Het gekroonde - Karthuizerstraat 7, alwaar het Gekroonde Aambeeld in de gevel staat.Nieuw huis, 1839 (Amstelodamum 1954, blz. 25) Ook vermeld door Coorengel (Huisnamenlijst, blz. 129).

Aanspreker, In den - Bloemstraat, "daer de Aanspreker in de gevel staat". Hier woonde in1663 de schilder en "wijnverkoper" (herbergier?) Joannes van der Neer (ovl. 1665), een zoon van Aert van der Neer (Prot. not. Jac. Hellerus d.d. 26-7-1663; Oud-Holland 1900, blz. 72) . Men vindt de steen in het herbouwde pand Bloemstraat 12. Opschrift: "In den Aanspreker". De oudste koopakte stond ten name van de aanspreker Hendrik Pietersz. (Jaarverslag Kon. Oudheidk. Genootschap, uitgebracht 23 mei 1932, blz. 20). Van Lennep en ter Gouw konden slechts lezen: "In den" (Uithangteekens dl II, blz. 32).

Aap, De - Anjeliersstraat "In de Aap" (D.T.B. 1146 d.d. 30-12-1625).

Aapje, Het - "Roosemarijn[1] int Aepien" (D.T.B. 1146, d.d. 14-8-1623) .

Aapje, Het - Tuinstraat, "verbijde twede dwarsstraat int aepie" (D.T.B. 1151, d.d. 10-9-1656).

Abbekerk "…op de braeck[2] naest abbekerck, int houte huijse" (D.T.B. 1153, d.d. 31-3-1661) "braeck bij de brouwersgraft in abbekerk"(D.T.B. 1154, d.d. 25-12-1662. Coorengel vermeldt: "Abbekerk", Palmgracht 17 (Huisnamenlijst. blz. 124).

Abrahams Offerande. Bloemstraat-zuidzijde. Het huis van Henrick de lindewever "daer Abrahams offerhande in de gevel staat" (R.A. 2165, fol. 78 d.d. 16-1'1624) - Tussen Akoleienstraat en Lijnbaansgracht (R.A. 2171, fol 234vo, d.d. 29-1-1678) Breen vermeldt een Abrahams-Offerandegang Bloemstraat 111 (nummering van 1796), Verdwenen (Gangenlijst blz. 141).

Abrahams Offerande "Abrams Offerhanden", Boomstraat (D.T.B. 1146 d.d.18-1-1623).

Abrahams Offerande Egelantiersstraat, "voorbij de leste dwarssraet boven Abrams offerhande"(D.T.B. 1153 d.d. 4-9-1661).

Abrahams Offerande "….. op de noortsij van de elantsgraft inde verwerij van abrams offerhande"(D.T.B. 1157, d.d. 24-2-1669).

Abrahams Offerande Hazenstraat. Oostzijde tussen Elandsstraat en Lauriergracht, "Abrahams offerhande in de gevel" (R.A. 2172, fol. 232, d.d 23-1-1683).

Adam en Eva "……agter de noorderkerckin de boomstrat in adam en eva" (D.T.B. 1155, d.d.17-9-1664).

Admiraal De Ruijter "……..kromme tuijnstraet over de ammerael de ruijtter" (D.T.B. 1164, d.d. 10-6-1668).

Adriaan's huizen, Slordige Lindengracht, "in Slordighe Adriaens huijsen" (D.T.B. 1146 d,d. 3-5-1624).

Agetten, de 3 witte - "……..Roelof Sents op d'Elantgraft in de 3 witte agetten[3] (D.T.B. 1140, d.d. 12-1-1625) – Roelof Centen, Spaansleerbereider, was eigenaar van een huis op de Elandsgracht (Kw. 3, fol. 228, d.d. 11-5-1616).

Akersloot "…..angeliersgraft, onder akersloot, bij de noorderkerck" (D.T.B.1151, d.d. 1-12-1655).

Akersloot "…..ouwe fransepat aen de noort sij bij de schans, naest ackersloot (D.T.B. 1151 d.d. 29-10-1655) – Zie: de Akersloter-"gang" [4]

Akervarken, Het -, "…goudsbloemgraft int aker varcken" (D.T.B. 1146 d.d. 30-12-1622).

Akkerman, De - Lauriergracht, in de ackerman" (D.T.B. 1153, d.d. 4-10-1661).

Almaarderhout, De - "…….negelantijerstraat verbij de tweede dwarstraet, ont alckmaerder hout"(D.T.B. 1150, d.d. 2-2-1655) – In 1659 overleden in dit huis. kort na elkander, "Hans Jacob Muller, van Sweede, drochscheerder" en "Thomas Louw van Edenburch, oostindievaerder" (D.T.B. 1152 d.d. 22-7-1659 en 10-8-1659).

Alsemroemer (?), De - Goudsbloemstraat, "naest de alsemroemer" (D.T.B. 1154 d.d. 4-10-1663).

Amersfoort , "over amersfoort" (D.T.B. 1154, d.d. 14-5-1662).

Amstelveen Boomstraat, "naest Amsterveen" (D.T.B. 1152, d.d. 21-9-1659 – Breen vermeldt aan Amstelveensegang, Boomstraat 69 (nummering van 1796) Verdwenen. (Gangenlijst, blz 141).

Amsterdam Laurierstraat, "in Amsterdam" (D.T.B. 1145, d.d. 5-11-1617).

Anker, Het zwarte - Lauriergracht, int swarte ancker"(D.T.B. 1053 d.d. 21-5-1617.

Antwerpen "…….angeliersgraft, achter weduwenhof[5], in antwerpen"(D.T.B. 1153 d.d. 10-2-1661).

Antwerpen "Jan Joosten, greijwercker, woont in de angeliersstraet, boven antwerpen" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam 1657-1673, d.d. 16-12-1661).

Antwerpen Egelantiersstraat, "nae[6] de baangraft, in Antwerpen" (D.T.B. 1155 d.d. 17-9-1664).

Anijsvat, Het - Anjeliersgracht, "bijt annijsvat´ (D.T.B. 1168.d.d. 21-4-1698) – thans: In het Rinsche Anijs Vat" van de firma Van Zuijlekom, Levert & Co, Westerstraat 176- 180. – De 4e februari 1683 droegen Grietje en Melis van Paddenburg, erfgenamen van Andries Pietersz, hun huis, erf, tuintje en "weckhuijs" Anjeliersgracht-Noordzijde, over aan Jacob Bols (afschrift transportacte in het archief van bovengenoemde firma). De 22e maart 1684 droeg Heere Pietersz den Boer zijn huis en erf naast en ten oosten van het vorige, over aan Jacob Bols (afschrift transportacte in het archief als voren) In de beide percelen stichtte Jacob Bols de nog bestaande likeurstokerij en slijterij, Bedrijf en huizen kwamen de 17e Mei 1730 in handen van Marritje Pieters, wed. van Jan Furstenberg, en haar zoon Jan Furstenberg. Kort na het midden van de 18e eeuw werd Van Zuijlekom eigenaar (stukken in het archief als boven)[7]. In het Kohier van de Personele Quotisatie over 1742, uitgegeven door mr. Oldewelt staat Jan Furstenberg te boek als J. Vorstenberg (dl II, blz 269, nr 5179) – Jacob Bols behoorde zeer waarschijnlijk tot de familie, die "Het Lootsje" op de Prinsengracht exploiteerde (zie mr. P, van Eeghen, Het geslacht Bols en "Het Lootsje". Amstelodamum 1953, blz 36).

Apen, De - Anjeliersstraat, ïn de Schuijermackersgang, over apen" (D.T.B. 1155, d.d. 7-7-1664) –Anjeliersstraat "in de 3 gousblommen, over apen" (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) –Zie "de boerenhei", "de fortuin" en "het hofje in de Schuiermakersgang", Anjeliersstraat.

Arbeid, De verloren - "…..Evertge Goris, haar man is een kammesager, wonen in de madelievenstraet in een kelder, tegen over den verloren arbeijdt" Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem, te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-2-1641).[8]

Arend, De - Rozengracht-Noordzijde, pakhuis, distilleerhuis en speelhuis, waar "de Arent voor staet" (R.A. 2167, fol 209, d.d. 24-1-1642)

Arend, De vergulde - Looiersgracht, "in de vergulde Arent" (D.T.B. 1146, d.d. 19-7-1627).

Arend, De verziende - Lijnbaansgracht, "inde veerziende arent" (D.T.B. 1153, d.d. 20-11-1661).

Arend, De zwarte - "…..Geertje Jacobs, out 102 jaar, in de boomstraet, in de swarte arent" (D.T.B. 1169, d.d. 16-4-1702).

Arend, De zwarte - Egelantiersstraat, "in de swarte Arend" (D.T.B. 1146, d.d. 27-3-1626).

Arend, De zwarte - Elandsgracht, "de herberghe van de swarte arent" (Kw. 41, fol. 79vo, d.d. 10-3-1621 – Elandsgracht, "int wapen van selant, naest de swarte arent" (D.T.B. 1150, d.d. 19-12-1652) – De vroegere "zwarte arend" is thans Elandsgracht 93 – Zie "het Hof van Zeeland". "het wapen van Zeeland" in deel I van dit werk, blz …..

Arend, De zwarte - Elandsstraat, over de Konijnestraat, boven de swarte arent"(D.T.B. 1109, d.d. 28-6-1686) – Reeds in 1604, toen het hier nog Margrietenpadt heette, bestond "de swarte arent". (Begr.register Weeskamer nr. 45, Catuijsers, d.d. 2-5-1604).Van 1599 (waarschijnlijk) tot 1617 werkte in dit huis de boekdrukker en courantier Broer Jansz. Breen vermeldt een Zwarte-Arendsgang, Elandsstraat tussen de nrs 7 en 13 (Gangenlijst, blz. 194). Aldus ook in Atlas Loman, 1876, buurt GG. Op de kaart van den Dienst der Publieke Werken ligt zij tussen de nrs. 3 en 3A (blad H4, Oct, 1943). Zie: "de bloempot", Anjeliersgracht, en dl I van dit werk, blz. ….

Arm, De blauwe - Tuinstraat, "verbij de tweede dwarsstrat, onder de blaeuwe arm" (D.T.B. 1155 d.d. 28-9-1664) – Zie de "Blauwe-Armsgang".

Arm, De vergulde - Tuinstraat, "bij het papegaijke inde vergulde arm" (D,.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664).

Astonnen, De drie Tuinstraat, over de drie astonnen (D.T.B. 1154, d.d. 3-6-1663) – Breen vermeldt een Astonnengang, Tuinstraat 48 (Gangenlijst, blz. 142) Thans verdwenen – Bij Van Arkel en Weismann leest men: "Tuinstraat 46[9] wordt een gevelsteen gevonden, waarop een man is voorgesteld, die tonnen stapelt. Het bijschrift is: "in de aswerker" (Noord-Hollandsche Oudheden , 6e stuk, A'dam 1903, blz. 93).

Avontuur, Het - Bloemstraat-Noordzijde, "daer t'avontuyr uijthangt" (R.A. 2167, fol. 217 d.d. 26-1.1622) – Het huis werd aan de Westzijde belend door de geboren Hollander", aan de Oostzijde door "de geleerde cramer".

Baar, De - Goudsbloemstraat, "in de baer" (D.T.B. 1146, d.d. 22-3-1624).

Baard, De rode - Anjeliersgracht, "in de robaert"(Begr.register Weeskamer nr.2, Noorderkerk , d.d. 14-11-1624)

Baars, De vergulde - Bloemstraat, "over de vergulde baars" (D.T.B. 1146, d.d. 20-10-1621).

Baarsjes, de drie Elandsstraat-Noordzijde bij de Hazenstraat waar "de drie baersjes uithangen (R.A. 2176, fol. 130vo, d.d. 1-2-1667– Elandssstraat- Noordzijde, het tweede huis beoosten de Hazenstraat, naast en bewesten de gang[10] van de herberg de 3 baarsjes" (R.A.2178, fol. 91, d.d. 25-10-1775) – Nog in 1792 was de 3 baarsjes een herberg (Amsterd. Jaarboekje1889, blz. 81) – Zie: "Danzig" en het volgende artikel.

Baarsjes, De drie gekroonde- Elandsstraat "bij de 3 gecroonde baersjes" (D.T.B. 1152, d.d. 24-11-1658) – zie het vorige artikel.

Bakker, De dolle - Goudsbloemstraat "tot de dolle backer" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 27-11-1624). Breen vermeldt een Bakkersgang, Goudsbloemstraat 147 (nummering van 1796). Verdwenen. Gangenlijst blz 142).

Bakker, De dolle - Noordermarkt, "in den Dollen Backer" (Van Dillen, Bedrijfsleven, dl II, nr. 6744, d.d. 3-10-1620)

Bakoven, De - Goudsbloemgracht, "in de backoven" (D.T.B. 1146, d.d. 18-9-1622) – Zie: "de gloeiende oven" in de "Bakkersgang", Goudsbloemgracht.

Balans, De - Daniel Mottat, Nieuwe Leliestraat, hoek eerste dwarsstraat, "daer de balans uithangt", is specialist in weegschalen voor goud, zilver en juwelen, "accurate essay- of proefbalancen" en Goudschalen zonder gewichten (Adv. Amst. Crt. 19-4-1708. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 143).

Balans, De gouden - Boomstraat, "in de gulde blans, tot de smyts" (D.T.B. 1154, d.d. 22-7-1661).

Balie, De - Laurierstraat, "naest de balij" (D.T.B. 1146, d.d. 12-8-1622).

Bankschroef, De - Nieuwe Leliestraat, "voorbij de tweede dwarsstraet, inde Banckschroef" (D.T.B. 1152, d.d. 31-5-1658).

Bastaardpijp, De - Looiersstraat, "de bastertpijp"in de gevel (Huisverk. Weeskamer VII, fol. 85, d.d. 10-1-1631)

Batavia Nieuwe Leliestraat, "daer Batavia in den gevel staet" (Oud-Holland 1899,blz. 89, d.d. 15-9-1660)

Batavier, De - "… op de braeck, inde batevyer"(D.T.B. 1149. d.d. 2-10-1650) De steen is herplaatst in het verbouwde perceel Palmgracht 64[11].

Batavier, De - Nieuwe Leliestraat "verbij de leste dwarsstrat, inde batavier" (D.T.B. 1151, d.d. 23-1-1656).

Bedtijken, De twee - Elandsgracht, "bezijen de twee betijcken" (D.T.B. 1146, d.d. 19-6-1621) – De 4e Mei 1620 werd een huis, Elandsgracht-Zuijdzijde, overgedragen aan Hendrick Jansz., "bedtijckwercker" (Kw. 40, fol. 208.

De Beek, De "Alzo Gerrit van der Lingen, wonende in de azijn- en meebrouwerij de Beek op de Lindegragt te Amsterdam, differente malen en laatstelijk des nagts tusschen den 24 en 25 Julij dezes jaars heeft ondervonden, dat zijn oxhoofden op de wal staande, met een schuijt zijn weggestolen, zo belooft gemelde Gerrit van der Lingen ….een premie van 50 guldens aan dengenen, die den dader of daders weet te ontdekken" (Adv. Amst. Crt 30-7-1761. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931. blz. 139).

Beer, De vergulde - Rozengracht, "bij de vergulde beer" (D.T.B. 1146, d.d. 15-11-1621)

Beer, De vergulde - "….. vooraen in de nieuwe thuijnstraet[12] naest de vergulde beer" (D.T.B . 1154, d.d. 31-8-1662)

Beer, De witte - "…..Willem Jansen, een zeemtouwer, woont bij Tierck Haren in de Elantstraet, en de jongman werckt in de Elantstraet in de witte beer, daer hij acht jaren gewrocht heeft (Lidmatenboek Doopsgez. Gem. te Amsterdam, d.d. 24-8-1639).

Beker, De zilveren Nieuwe Leliestraat , "naest de zilveren becker (D.T.B. 1154, d.d. 8-10-1662).

Bekken, Het vergulde - Goudsbloemstraat, "over vergulde bekken" (D.T.B.1168, d.d. d.d. 15-3-1699).

Bel, De - Anjeliersstraat, over de bel" (D.T.B. 1168, d.d. 10-10-1698).

Bel, De - Laurierstraat,-Zuidzijde, "uijthangende de belle" (Kw. 38, fol. 16vo, d.d. 16-8-1616) – Volgens Coorengel: Laurierstraat 65 (Huisnamenlijst, blz. 132) Na vernummering is dit 103 geworden (dl. I van dit werk, blz. …..).

Bel, De - Tuinstraat, "achter de bel, voorbij de eerste dwarsstraet" (D.T.B. 1150, d.d. 9-8-1654) – Tuinstraat-Zuidzijde tussen de eerste en tweede dwarsstraat, "de bel in de gevel" (R,A. 2176, fol. 113vp, d.d. 17-4-1721) – Tuinstraat tussen de nrs. 61 en 67: Wittebellengang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943; Breen, Gangenlijst, blz. 191).

Bel, De gouden - Bloemgracht, "in de gulde bel"(Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 17-11-1624).

Bel, De gouden - Tuinstraat, "over de eerste dwarsstrat, in de gulde bel" (D.T.B. 1150, d.d. 13-12-1652) – Tuinstraat, "tussen de 2 en 3 dwarsstrat, over de gulde bel (D.T.B. 1157, d.d.12-10-1664) – Zie het volgende artikel.

Bel, De vergulde Tuinstraat, "verbij de eerste dw. straat, over de vergulde bell" (D.T.B. 1157, d.d. 30-3-1668) – Volgens Coorengel: Tuinstraat 72 (Huisnamenlijst, blz. 132) – Zie het vorige artikel.

Beleg van Groningen, Het - Lauriergracht, int belegh van groeningen" (D.T.B. 1146, d.d. 11-5-1621).

Benijder, De - Bloemstraat, "bij de baangraft, boven de benijder" (D.T.B. 1109, d.d. 23-11-1688) Breen vermeldt een Benijdersgang, Bloemstraat 167 (Gangenlijst, blz. 143). Thans verdwenen.

Berg, Maria, De - Tuinstraat, "in de berg Maria"(D.T.B. 11153, d.d. 21-9-1664)

Bergerhart, Het - "Jan Willemsz., platwerker, woont in de roosestraat, naast het bergerhart, op de kamer" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgezinde Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 14-12-1653).

Berkeboom, De - Goudsbloemstraat, "daer de Berckenboom in de geven staet" (R.A. 2165, fol. 62vo, d.d. 16-1-1624).

Berkeboon, De - "Lysbeth Jans, jonge dochter, wollenaeijster, woont op de braeck inde berckeboom bij Niesge Jans" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 26-2-1662) – Zie de "Gang van de berkeboom".

Bethlehem Goudsbloemstraat, "verbij de eerste dwarsstraet, naest Bethlehem (D.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664).

Beursje, Het gevlochten - "Jan Jansz., platwercker, woont inde boomsstraet int gevlochte beursge op de achterkamer"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-12-1651).

Bierdrager, De verkeerde - Lindenstraat, "over de verkeerde bierdrager" (D.T.B. 1146, d.d. 9-11-1625) [13].

Bierdragers, De twee - Lindenstraat, "over de twee bierdragers" (D.T.B. 1142, d.d. 4-8-1624)

Bierschuit, De Lindengracht, tusschen de Saterdags en de Carthuijsersbruggen, "daer de Bierschuijt in de gevel staet" (Kw. 3C, fo. 210, d.d. 12-2-1686) – Zie het volgende artikel.

Bierschuitje, Het Lindengracht-Noordzijde, "het bierschuijtje in de gevel" (Huisverk. Weeskamer XII, fol. 159, d.d. 26-1-1657) – Zie het vorige artikel.

Bisschop van Bremen, De - "….leste negelantiersdwarstraet, naest de bisschop van bremen" (D.T.B. 1153, d.d. 20-12-1661) – Egelantiersstraat "achter de bisschop van bremen" (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) – Waarsch. stond het huis in de dwarsstraat dichtbij de Egelantiersstraat.

Bisschop van Brugge - Begraven in de N.Z. Kapel: " een man . Flips van Savoy[14] , comt van de Elantsgraft, in de Bisschop van brugge, bij de Haasestraat " (Oud-Holland 1886, blz. 43, d.d. 12-8-1664).

Bleekmand, De - Tichelstraat, "inde bleeckmant" (D.T.B. 1152, d.d. 13-8-1658) – Zie "de kleermand", "de blekershuizen", de "Blekersgang"en dl II van dit werk, blz. …..

Blekershuizen, De - Tichelstraat, "de bleekershuijsen" (D.T.B. 1150, d.d. 16-10-1652) – Zie "de bleekmand".

Bloem, De gekroonde Gelderse Nieuwe Leliestraat, "boven de gekroonde gelderse blom" (D.T.B. 1153, d.d. 28-9-1660).

Bloemendaal Op de Bloemgracht, naast ‘Bloemendaal‘ woonde Nicolaas Outhuijs, schilder en kaaskoper, die twee bovenkamers van zijn huis had verhuurd aan de schilder Willem van Aelst (Dr. A. Bredius, Kűnstler-Inventare, 7 T, Haag 1915-1921, 7erT, S. 202, 204, 205, d.d. 28-9-1659) – Zie "de fortuijn", Rozenstraat.

Bloempot, De - Lysbet Philips, wed. van Broer Jansz., koopt (26-1-1656) voor 1980 gld een huis op de Anjeliersgracht-Zuidzijde, "daer de Blompot in de gevel staet"(Kleerkooper en Van Stockum, blz. 324) – Nagelaten door Lysbet Philips (10-8-1673): "een huijs en erve, staende op de Angeliersgraft aen de Zuijd Zijde, vooraen tusschen de eerste twee bruggen, naset de graetboogh" (id. blz. 325) – Zie "de zwarte arend", Elandsstraat.

Bloempot, De - Egelamtiersgracht, "naest de blompot, aen de noortsij"(D.T.B. 1153, d.d. 6-10-1661)

Bloempot, De - Elandsstraat , "over de blompot" (D.T.B. 1154, d.d. 3-3-1663) – Breen vermeldt een Bloempottengang, Elandsstraat 73-81 (Gangenlijst, blz.145). Thans verdwenen.

Bloempot, De - Goudsbloemstraat-Zuidzijde, waar de Bloempot" uithangt (Kw. S, fol 95, d.d. 24-3-1642) – Uit de belendingen en strekking blijkt, dat dit huis het derde of vierde was beoosten de 2e Goudsbloemdwarsstraat.

Bloempot, De - Prinsengracht, "de hoeck van de bloemstraet, bezyden de bloempot". (D.T.B. 1146, d.d. 17-4-1624) – Het huis "de bloempot" stond dus of op de Prinsengracht, of in de Bloemstraat.

Blokhuizen, De - Lindengracht, "aen de noortzij, naest de blockhuijsen" (D.T.B. 1153, d.d. 16-4-1660).

Boekdrukkerspers, De - Jan Zemkes, Bloemstraat voorbij de tweede dwarsstraat in "de Boekdrukkerspars", smeedt messen, boekdrukpersen en eggewerk (Adv. Amst. Crt. d.d.11-9-1738. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 97).

Boeken,De twee vergulde - Testament van Willem van Meerbecke, caffawerker, en Maritge Fruijtiers, zijn huisvrouw, "beijde wonende aende Suijtsijde van de nieuwe Lelystraat, daer uithangen de twee vergulde boucken"(protoc. not.Seb. van der Piet, d.d.14-2-1640).

Boer, De bedrukte - Prinsengracht, op de hoeck van de roosestraet, in de bedruckte boer" (D.T.B. 1154, d.d. 25-6-1662).

Boer, De Bergse - Goudsbloemgracht-Noordzijde, "bij de middelste bruch, in de berckse boer" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664)

Boer, De Turkse - "…..in de goudsbloems cruijsstraet, bij de turxeboer (Begr. Register Weeskamer nr.45, Catuijsers, d.d. 1-9-1616) – "….In de goudsbloem- dwersstraet, in de turckseboer" (D.T.B. 1145, d.d. 21-8-1617) – "….Tegenover de turckse boer, in St. Pieter" (D.T.B. 1150, d.d. 19-2-1651) – 2e Goudsbloemdwarsstraat, "daer de turxe boer uijthangt" (R.A. 2169, fol. 221, d.d. 1-2-1659) – "…middelste goudsblomdwarsstraet, in de Turckse Boer" (D.T.B. 1134, d.d. 9-3-1694) – 2e Goudbloemdwarsstraat 7 ", "de Turcksche Boer", 1840 (Amstelodamum 1954, blz. 24) – De eerste eigenaar van het pand, Barent Claesz., een spekkoper,noemde zich Barent Claesz. Turckseboer (Kw. 37, fol, 29vo, d.d. 17-7-1615)[15].

Boer, De Westfaalse - Goudsbloemdwarsstraat (waarsch. de 1e) "over de westfaelse boer" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664).

Boer, De Westfaalse - "…… aen Kathuijserkerckhof, boven de westfaelse boer" (D.T.B. 1154, d.d. 17-2-1662).

Boer, De Westfaalse - Lindenstraat, "over de westfaelse boer" (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664)

Boerenhei, De - Anjeliersstraat, "verbij de tweede dwarstrat, boven de boere heij" (D.T.B. 1154, d.d. 14-12-1663) – Anjeliersstraat, daer de fortuijn uijthangt …. naest de boereheij" (Oud-Holland, 1889, blz. 167, d.d. 7-8-1669) – Zie "de apen"", "de drie goudsblommen", het hofje in de Schuiermakersgang en de "Schuiermakersgang", Anjeliersstraat.

Boerenhei, De - Lindengracht, "bezijden de boereheij" (D.T.B. 1146, d.d. 23-6-1623) –Zie "de heiboer"en "de hei", Lindengracht.

Boerenverdriet, Het - Hazenstraat, "tegens overt boerenverdriet"(Kw. 36, fol. 278, d.d. 11-3-1615).

Boerin, De Schager - Goudsbloemstraat, "over de leste dwarsstraet, int schager boerin"(D.T.B. 1155, d.d. 15-10-1664).

Bok, De - Looiersgracht, "naest de bock (D.T.B. 1146, d.d. 17-5-1623) – Zie "de zwarte bok", Looiersgracht.

Bok, De blauwe - Bloemstraat, ïn de blauwe bock"(D.T.B. 1146, d.d. 1-8-1622)

Bok, de vergulde - Lindengracht, "bij de vergulde bock"(D.T.B. 1150, d.d. 11-12-1652) Zie "het vergulde bokje op het kussen".

Bok, De witte - Elandsgracht, "noortsij, naest de witte bock" (D.T.B. 1153, d.d.9-2-1661) – Zie "De Witebocksgang" Elandsgracht.

Bok, De witte - Elandstraat-Zuidzijde, zes woningen in een gang, waar ":de witte bock uithangt"(R.A. 2168, fol 123, d.d. 15-1-1649) – Elandsstraat, "bij de baengraft, over de witte bock"" (D.T.B. 1109, d.d. 16-9-1689) – Breen vermeldt een Bokkengang, Elandsstraat 78 (nummering van 1796), Verdwenen (Gangenlijst, blz. 146).

Bok, De zwarte - Elandsgracht, "vooraen, naest de swartebock"(D.T.B. 1150, d.d. 24-11-1654) – Hetzelfde uithangsteken reeds in het midden van de zestiende eeuw bij een leertouwer op het Appelmanspadt (Begr. Register Weeskamer nr. 1, Nieuwe Zijde, d.d. 2-3-1566) – Zie de "Bokkengang".

Bok, De zwarte - Looiersgracht, "besijen de swarte bock" (Begr. Register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 21-8-1621) – Zie "de bok".

Bokje, Het - Goudsbloemstraat, "tusschen de twee laetste dwarsstraten, int bockie"(D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664).

Bokje, Het vergulde - Lindengracht "bij het vergulde bockje" (D.T.B. 1153 d.d. 13-9-1660) – Zie "de vergulde bok"en "het vergulde bokje op het kussen".

Bokje op het kussen, Het vergulde- Lindengracht-Noordzijde bij de Zaterdagsbrug, "waar het vergulde bokje op het kussen"uithangt (R.A. 2172, fol. 115vo, d.d. 4-1-1681) – Overgedragen: een achterhuis, Lindengracht-Noordzijde bij de Zaterdagsbrug, in te gaan door een overtimmerde gang door het huis, waar "het vergulde bokje op het kussen" uithangt (Kw. 4F, fol. 220, d.d. 18-10-1713).

Bokken, De twee stotende - 1698:
"voor een huis, daar twee stotende bokken in de gevel staan, t' Amsterdam op de Loyersgraft.
Meenige Bokken willen met Bokken gerijzen
Maar of Bokken stoten, zo zullen Bokken Bokken blijven"
(Jeroen Jeroense I, blz. 52).

Bokkenberg, De - Bij executie verkocht: een passeerderij op de Passeerdersgracht-Noordzijde, genaamd "De Bockenberg", nagelaten door Isaack Isaacksz. Bockenbergh (R.A.. 2170, fol. 265, d.d. 23-1-1666)

Bokshoorn, De - Elandsgracht, ïn de Boxhoorn, bij de Roode Leeuw" (D.T.B. 1146, d.d. 23-12-1620).

Bol, De harde - zie: Hardebol, De.

Bombazijnen, de drie Bloemstraat, "bij de 3 bommesijnen‘ (D.T.B. 1146, d.d. 23-12-1620).

Bombazijnen, De driegekroonde - Rozenstraat, "in de 3 gekroonde bombasijnen" (Begr. Register Weeskamer nr. 45, Catuijsers, d.d. 9-9-1621) – D.T.B. 1146 geeft op die datum, bij overigens dezelfde tekst, "inde 7 huizen".

Bontemantel, De - Noordermarkt, "tusschen de boomstraet en de angeliersgraft, inde bontemantel" (D.T.B. 1153, d.d. 26-10-1660).

Boomgaard, De Spaanse- Tuinstraat, "bij de eerste dwarsstraet, naest de Spaansche boohaert" (D.T.B. 1155, d.d. 16-10-1664).

Boompje, Het bloeiende - Bloemstraat, "bijt bloeiende boomken" (D.T.B. 1146, d.d. 15-9-1626) – Zie "het witte boompje".

Boompje, Het groene - Bloemstraat, "overt groen boomken" (D.T.B. 1146, d.d. 28-1-1627)

Boompje, Het witte - Bloemstraat, "besyen twitte boomken" (D.T.B. 1146 d.d. 4-7-1620) – Breen vermeldt een Witteboomsgang, Bloemstraat 132 (Gangenlijst, blz. 191). In Atlas Loman, 1876, heet zij Witteboonengang (buurt DD). Thans verdwenen. – Zie "het bloeiende boompje".

Bordeaux Rozengacht-Zuidzijde, pakhuis "Bourdeaux", gebouwd (± 1685) door Lucas Bols, eigenaar van "het Loodsje" (Amstelodamum 1953, blz 37). – Zie "de goudsbloem", "het blauwe lam" en "het Lootsje", Rozengracht.

Boskat, De - Egelantiersstraat, "verbij de 3 dwarstraet, naest de boskat (D.T.B. 1155, d.d. 11-9-1664).

Boskatten, De wilde - Egelantiersstraat-Zuidzijde, tussen de Lijnbaansgracht en de laatste dwarsstraat, "daer de wilde boskate uijthangen" (R.A. 2167, fol. 84vo, d.d. 16-1-1637) .

Boterkoppen, De drie Friese - "……kerckstraet[16], ïn de 3 Vriesche botercoppen"(D.T.B. 1146, d.d 1-1-1626).

Botertonnen, De - Tuinstraat, "in de bottertonnen" (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664).

Botervat, Het - Tichelstraat, "boven het bottervat" (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664).

Bouratten, De drie - Bij executie verkocht: een huis en erf, Laurierstraat-Zuidzijde, "daer doen ter tijtde drie bouratten uijthingen" Laatste eigenaar was Pieter Francen, "bouratwercker" (R.A. 2165, fol. 109, d.d. 16-1-1626) – Het huis stond tussen de Prinsengracht en de 1e Laurierdwarsstraat. Zie deel I van dit werk, blz. …

Brandemmer, De gouden - Lijnbaansgracht tussen Looiers- en Elandsgracht, siroopmakerij "de goude brandemmer"(Adv. Amst, Crt. 6-11-1790) Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 144) – Breen vermeldt een Brandemmersgang, Lijnbaansgracht 176 (nummering van 1796), Verdwenen. (Gangenlijst, blz.147).

Branderij, De Franse - Lindengracht-Zuidzijde, "daer de Fransche Branderij in de gevel staet"(Kw. 3C, fol. 354vo, d.d. 18-6-1686). Afgebeeld bij Van Lennep en Ter Gouw, Uithangteekens, dl. III, blz, 44 – Zie: De Franse-brandewijnbrander.

Brandewijnbrander, De Franse - Zie: Franse-brandewijnbrander.

Brandewijnketel, De - Goudsbloemstraat, over de brandewijnketel" (D.T.B. 1146, d.d. 30-10-1619) – De 13e Maart 1615 was "Claes Jacobsz brandewijnketel"een erf toegewezen, Goudsbloemstraat-Zuidzijde, "beneden de goudbloemsdwarsstraat", getekend nr. 12 (Thes.ord.185, fol.161) – Zie: "de distilleerketel".

Brandewijketel, De - Lindenstraat, ‘over de brandewijnketel" (d.t.b.1146, D.D. 4-6-1621)

Braspot, De - Egelantiersstraat tussen Egelantiersdwarsstraat en Kleine Tuinstraat, nr. 1, "de braspot"in de gevel (Huisverk. Weeskamer IX, fol.101, d.d. 14-1-1643) – Volgens Coorengel: Egelantiersstraat 74 (Huisnamenlijst, blz. 135).

Bremen Kromme Tuinstraat, "in breemen" (D.T.B. 1168, d.d. 11-12-1698)

Breukbanden, De - Lauriergracht, "tusschen de middelste brugghen, in de breukbande" (D.T.B. 1152, d.d. 28-9-1659)[17].

Bril, De - Palmstraat, "in de bril" (D.T.B. 1153, d.d. 21-8-1661) – Breen vermeldt een Brillengang, Palmstraat 35-37 (Gangenlijst, blz. 147). Thans verdwenen.

Broek "Cornelis Claesz Sprinck, beschuijtbacker op dangeliersgraft, in Broeck" (Begr. Register Weeeskamer, nr. 2, Noorderkerk , d.d. 21-10-1624) – Zie deel I van dit werk, blz…..

Broek, Groene - Goudsbloemgracht, "naest groene broeck (D.T.B. 1145, d.d. 28-8-1616).

Brood, Het gezegende - Tuinstraat 67, "het Gezegende Brood", huis weg, 1858 (Amstelodamum 1954, blz. 25).

Bruinvis, De - Bloemgracht, "aen de noortsij, naest de bruynvys, tussen de laatste brugge "(D.T.B. 1153, d.d. 23-7-1661).

Bruinvis, De - Lindengracht, "achter het kerckhof, boven de bruynvys"(D.T.B. 1154 d.d.7-12-1663).

Bruinvis, De - 18-4-1682: Brand "op 't end van de Loyersgraft in de zeepziederij de Bruinvis. Dit was meede een achterhuis, dat dwars achter vijf andere huizen gestrekt lag" (Van der Heide, Beschrijving der slangbrandspuiten, blz.29) - In "de Bruynvisch", Looiersgracht bij de Lijnbaansgracht, was omstreeks het jaar 1800 een suikerraffinaderij gevestigd (Amstelodamum 1944, blz.46) – Zie het volgende artikel.

Bruinvis, De gekroonde - 12-8-1678: Jan Twent, zeepzieder "in de gekroonde bruinvisch"op de Looiersgracht (Bern. J.M. de Bont, Geneal. en biogr. Mededelingen van de voorouders en afstammelingen van Joost Buyck, A'dam 1902, blz. 136) – Zeepziederij "de gekroonde Bruinvis", Looiersgracht bij het Engelse Weeshuis (Adv. Amst. Crt. 6-4-1762. Jaarboek Amstelodamum, XVIII, 1931, blz. 115) – In 1742 woonde op de Looiersgracht Vincent van Laaren, juwelier en zeepzieder (Oldewelt, Koh. Van 1742, dl. II, blz. 211, nr. 6406). Dezelfde wordt in 1749 genoemd als exploitant van Buis[18], De vergulde -, Lindengracht "inde vergulde Buys"(D.T.B, 1146, d.d. 22-9-1628) – Zie Van Dillen, Bedrijfsleven, dl. II, blz. 660.

Buiskool, De - Palmgracht, "bijde brugh, inde buysekool" (D.T.B. 1155, d.d. 16-10-1664) – Van Arkel en Weissman vermelden Palmgracht 63[19], een gevelsteen met een kool en "de blomkool" (N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 70).

Burger, De gekroonde - Bloemstraat, "bij de baengraft, bij de gekroone burger"(D.T.B. 1109, d.d. 10-2-1688) – "Te koop te Amsterdam een partij, goude, zilvere, zijde, florette en floerse linten en gereedschappen tot dito fabrieque behorende, bestaende in een lintmolen à 24 spoelen, een effen lint-drukmoolen en eenige winkelkassen, benevens een huis te huur tegens primo May 1742, aan de bovenstaende fabriecq meerder als 30 jaren met goed succes in gedaan is; staende in de Blomstraet, daer de gekroonde Burger uijthangt" (Adv. Amst. Crt 24-12-1740, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 113, 114) – Misschien is "de gekroonde burger identiek met "de geboren Hollander".

Burgerhei, De - Boomstraat, "tegenover de burgerhaey" (D.T.B. 1155, d.d. 26-9-1664) – Boomstraat,"by de Cattuysers, over de burgerhey" (D.T.B. 1155, d.d. 29-9-1664).

Buurkerk. De - Bloemstraat, "tegen over de Buerkerck" (D.T.B. 1145, d.d. 20-1-1617) – Eigenaar van het huis omstreeks 1620 was Willem Barentsz Buyrkerck, "lindewever" (Kw.39, fol. 226vo, d.d. 18-7-1618; idem 40, fol. 105, 13-5-1620, id. A, fol. 120 d.d. 27-4-1624) – "De Buurkerk"is het tegenw. nr. 124. Zie dl I van dit werk, blz. ….

Bijbel, De - Bij executie verkocht: "een hoeckhuijs ende erve staende aende princemerckt[20], aende noortzijde, tusschen lindedwersstraet[21] ende princegrafft, get. met. No. 2, doen tertyt uythangende de Bybel" (R.A. 2166, fol. 282, d.d. 27-1-1621).

Bijbel, De - Prinsengracht, "over d'ackedemie[22] , in de bijbel (D.T.B. 1146, d.d 21-12-1624).

Bijenkorf, De - Anjeliersgracht, "verbij de tweede dwarstraet, t 2e huys van den bykorff" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 6-9-1624).

Bijenkorf, De - Elandsstraat, ïn de byekorff (D.T.B. 1146, d.d. 10-12-1623

Bijenkorven, De twee - Egelantiersgracht, "boven de twee bykorve" (D.T.B. 1154, d.d. 4-5-1662).

Bijl, De - Boomstraat, "in de byll" (D.T.B. 1146, d.d 1-2-1628).

Bijl, De - Looiersstraat-Zuidzijde, huis genaamd "de Byll" (Protoc. not. Seb. van der Piet, d.d. 2-12-1650).

Bijl, De blauwe - Elandsgracht-Noordzijde, huis genaamd "de blauwe byl (Huisverk. Weeskamer IX, fol. 135, d.d. 30-1-1642).

Bijl, De blauwe - Palmgracht, "naest de blaeuwe byl" (D.T.B. 1154, d.d. 18-6-1662)

Bijl, De groene - Goudsbloemstraat, "bij de groene byll" (D.T.B. 1146, d.d. 1-5-1622)

Caffa, Het zwarte - Tuinstraaat, "verbij de laeste dwarstrat, over het swartekaffae"(D.T.B.1155, d.d. 2-19-1664).

Christoffel "…int mydde vande negelantier strat, over christoffel" (D.T.B d.d. 1151, d.d. 11-6-1656) – Zie het volgende artikel.

Christoffel, De grote - "Soonten[23] van Jan fockenbruch, inde negelantiersstraet, voor bij de tweede dwarsstraet, in de groote krystoffel" (D.T.B. 1151, d.d. 31-10-1655) – Zie het vorige artikel.

Clercq, Pieter Outgertsz. Bij executie verkocht: twee huizen en erven, Palmstaat-Zuidzijde, "daer Pieter Outgertsz. Clercq in de gevel staet", toebehorend hebbende Neeltje Willems, wed. van Outgert Claesz. Clercq (R.A. 2170, fol.268, d.d. 23-1-1666).

Daalders, De 1000 - Lucas Luce[24] koopt voor 5000 gld een huis, Rozengracht-Noordzijde, "daer de 1000 daelders in den gevel staen" (Bredius, Kűnstler-Inventare, 4er T., S. 1147, d.d. 28-1-1649) -De 20e Juli 1617 werd het hoekerf Rozengracht,Westzijde van de Bloemdwarsstraat (=1e Bloemdwarsstraat), overgedragen aan Gerrit Wiggertsz. Duysentdaelders (Kw. 38, fol. 325vo). De 21e Dec. 1619 deed Gerrit Wiggertsz. afstand van een huis, staende naast het zo-even genoemde erf (Kw. 40, fol. 103vo) – Zie: de schilder Apelles, het "Hof van Gerrit Duysentdaelders" (Lijst van gangnamen) en dl. I van dit werk, blz ….

Damastbloem, De - Bloemstraat, "in de Damaste bloem" (D.T.B. 1146, d.d. 6-6-1627) – De damastbloem was in de 17e eeuw een geliefd tuinsieraad. Misschien woonde in het huis een damastwerker.

Dambord, Het - Anjeliersgracht, int Dambort" (D.T.B. 1169, d.d. 23-2-1703).

Dambord, Het - "Nicolaas Timmen, konstmeester, woonachtig tot Amsterdam in de Angeliersstraet, over het Dambort, naest de 3 Farandijnen, maekt van alle liefhebbers der konst bekend, dat bij hem is geinventeert en te bekomen tapytserye, bequaem tot behangsels van kamers en zitplaatsen, van allerlei couleuren zonder glans, verbeeldende perspectieven, landschappen, zeën, beelden, gedierten en andere gesichten …… Ook werd bij hem gemaekt een soort van doorschijnende sassenetten[25] om voor glasen te zetten ….." (Adv. Amst. Crt. 18-5-1704 Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 286).

Daniël in de kuil der leeuwen - "….inde eerste goutsblomdwarsstr., over daniel in de kuyl der leeuwen" (D.T.B. 1150, d.d. 2-10-1652) – Zie: ""de kuil der leeuwen", 1e Goudsbloemdwarsstraat.

Danzig Elandsstraat-Noordzijde, tussen de eerste en tweede dwarsstraat, dicht bij de laatste, waar "Dantzik" uithangt (R.A. 2167, fol. 90, d.d. 10-2-1638) – Tussen de nrs. 68 en 84 loopt nog altijd de Danswijkergang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad H3, April 1944) – Zie "de drie baarsjes".

Deubelder, De - Boomstraat, "achter de deubelder" (D.T.B. 1169, d.d. 19-1-1704) –Waarsch.: dubbele u = w (Eng.: double u) – Bij Coorengel: De Dubbeldue met de star, Kolk, 1645 (Huisnamenlijst, blz. 147).

Deventer Egelantiersgracht, "bij de derde brugh in Deventer, aen de noortsy" (D.T.B. 1154, d.d. 14-4-1662).

Diamantketen, De - Sigefrides Saecus, boekdrukker, Rozengracht, in "de Diamant Keten"(Kleerkooper en Van Stockum, blz. 667, d.d. 10-7-1632).

Diamantwerker, De - Anjeliersstraat, "inde diamantwercker naest Claes Thonissen, caffawercker" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 19-12-1642).

Diemen Tuinstraat, "in Diemen" (D.T.B. 1146, d.d. 28-9-1627)

Diemerkerk, De - Bloemstraat-Noordijde, tussen de twee eerste dwarsstraten, "de Diemerkerk" in de gevel (R.A.2173, fol. 289vo, d.d. 13-9-1692) – De steen, geflankeerd door twee cartouches, waarop resp. "Anno" en "1663" heeft tot in de 20e eeuw het perceel Bloemstraat 76 gesierd. Op de steen zelf: "De kerck van Diemen". Hij bevindt zich thans in de N.H. Kerk te Diemen (Van Arkel en Weissman, N.H. Oudheden, 6e stuk, blz.14; De Telegraaf d.d. 25-5-1929; Amstelodamum 1936, blz. 69, id. 1950, blz. 29).

Diemertoren, De - Goudsbloemdwarsstraat, "bij de eerste dwarstrat, over de diemertoren (D.T.B. 1153, d.d. 27-10-1661).

Dissel, De - "…..opt eynde van de bloemstraat, inden dissel" (D.T.B. 1146, d.d. 30-10-1623).

Distilleerketel, De - Goudsbloemstraat, "bij de brouwersgraft over de distilleerketel (D.T.B. 1151, d.d. 25-6-1656) – De steen is nog aanwezig: Goudsbloemstraat 63 (Van Arkel en Weissman, N.H.Oudheden, 6e stuk, blz. 25; H.W. Alings, Amsterdamsche gevelsteenen, A'dam 1943, blz 96) – Zie ""de brandewijnketel", Goudsbloemstraat.

Doctor Paracelsus Anjeliersdwarsstraat, " in Docte paereselsus"(D.T.B. 1151, d.d. 10-9-1656) – Aurelius Philippus Theophrastus Paracelsus (ovl, 1541), medicus, alchimist, astroloog, professor te Bazel. Volgens velen niet meer dan een losbol en charlatan.

Dolfijn, De - Anjeliersgracht, "verby de eerste brugh, in de dolphyn" (D.T.B. 1155, d.d. 15-10-1664) – De steen met "Anno 1642" is nog aanwezig: Westerstraat 54.Zie: de "Dolfijnengang", Anjeliersgracht.

Dolfijn, De - Elandsstraat, "bij de dolfyn" (D.T.B. 1146, d.d. 4-2-1622). Ingemetseld in een zijmuur bij nr, 99 vindt men in de Elandsstraat een steen, waarop uitgehouwen de voorstelling van een dolfijn met het onderschrift "de vergulde dolfyn". Vroeger: Elandsstraat 107 (Coorengel, Huisnamenlijst, blz. 146) – Zie "de rode fontein", het volgende artikel en dl. I van dit werk, blz. ….

Dolfijn, De grote - Elandsstraat, ïn de groote dolfijn" (D.T.B. 1130, d.d. 10-9-1624) – Zie het vorige artikel.

Dom, De Keulse - Anjeliersgracht, "aen de zuytzy", by de Keulse dom (D.T.B. 1155 d.d.9-9-1664) – Anjeliersgracht, "tusschen de laetste brugh en baengraft, bij de Keulse dom (D.T.B. 1155, d.d. 17-10-1664)

Don Velasco Egelantiersstraat, "bij de tweede dwarsstraet, naest don Valastro" (D.T.B. 1152, d.d. 19-9-1659) – Egelantiersstraat-Zuidzijde op de Westerhoek van de Korte Tuinstraat, "daer don Valasco uythangt" (R.A. 2173, fol. 222vo, d.d. 1-2-1691) – Don Velasco, Spaans legerbevelhebber in de Tachtigjarige Oorlog. Aanwezig o.a. bij het beleg van Bergen op Zoom (1622).

Doodkist, De - Looiersstraat, "naest de doodtkist" (D.T.B. 1146, d.d. 15-2-1620

Doodkistje, Het - Lauriergracht, "int dootkistken" (D.T.B., 1146, d.d. 29-9-1628)

Doodshoofd, Het - "……cattuysersstraet[26], bezyden t dootzhooft" (D.T.B. 1146, d.d. 24-7-1625).

Doolhof, Het nieuwe - Herberg, annex tuin, waarin attracties voor het publiek, Looiersgracht-Zuidzijde, tegenover de loopbrug, aan de Oostzijde belend door het Oude Doolhof (zie ald.) Geopend ± 1626, gesloten 1627 en daarna overgebracht naar de Rozengracht-Zuidzijde tussen de 2e Rozendwarsstraat en Lijnbaansgracht. Definitief opgehouden in 1717. Tijdens de eerste periode, op de Looiersgracht stond de inrichting ook bekend als "De Oranjepot" en "De Pottentuin". Zie aldaar. Voorts: "het Rozenhofje en dl, I van dit werk, blz,,,,,

Doolhof, Het oude - Herberg, annex tuin, waarin attracties voor het publiek. Prinsengracht hoek Looiersgracht-Zuidzijde, aan de Westzijde belend door het Nieuwe Doolhof (zie ald.). Geopend ± 1608, gesloten 1862. Het adjectief oude zal pas ± 1626 in gebruik zijn gekomen. – Zie: "Vincent de Peilder's tuin en dl.I van dit werk, blz …

Draaiboom, De - Brouwersgracht, "by de draeyboom"(D.T.B. d.d. 21-3-1619) – Goudsbloemgracht, "by de draeyboom" (D.T.B. 1146, d.d. 29-10-1623) – Waarsch. een huis dat stond hoekBrouwersgracht en Goudsbloemgracht. Het zal in een uithangtekende herinnering hebben bewaard aan de echte draaiboom, die hier in de zestiende eeuw (vóór 1554) het einde van de stedelijke jurisdictie aangaf. Zie: dl I van dit werk, blz. ….

Draaimolen, De vergulde - Laurierstraat, "bij de vergulde draeymolen" (D.T.B. 1140, d.d.11-11-1628).

Draak, De - Anjeliersstraat, "inde draeck" (D.T.B. 1146, d.d. 2-12-1622)

Draak, De vergulde- "Pieter Hendricksen, coorndrager, woont op de Angeliersgraft, naest de vergulden draeck, int gangetie"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 19-12-1642).

Driehoek, De - Driehoekstraat, "by de driehoek" (D.T.B. 1169, d.d. 3-6-1703) – Zie de "Kwakerskerk, dl II van dit werk, blz …

Droogscheerderskramer, De - "Een ieder werd bekent gemaeckt,dat tot Amsterdam ten huyze van Abraham Aernoutsz. op de Blomgragt aen de Noordzijde, in de Droogscheerders Kamer, tot gerief van Kooplieden en Bereyders is [te zien] een Droograem, welke ook te koop is, waer op men raemt en droogt, bij dag en nacht, binnen de tijd van 8 of 6 uuren, een Laken gebreet, gerekt en gestreken en als men op een Laken-raem doen kan; ook Ratynen, Drogetten, Stemetten, Baeyen, Karsaeyen en alle soorten van stoffen, goed of geen geld" (Adv. Amst. Crt. 10-12-1695) Door mej. Dr. Leonie van Nierop niet opgenomen in haar collectie – Zie: de "Droogscheerdersgang", Bloemgracht.

Droogscheerderskramer, De - Nieuwe Leliestraat, inde droochscheerders cramer"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d.21-2-1655).

Droogscheerderswapen, Het - Bloemstraat, "naest 't droochscheerderwapen" (RA. 2166, fol. 61, d.d. 30-1-1626) – Waarsch. Zuidzijde (Cf. R.A, 2165, fol. 78, d.d. 16-1-1624).

Druif, De - Looiersgracht 44, "alwaar de druif in den gevel staat", 1841 (Amstelodamum 1954, blz. 25) – Breen vermeldt een Druivengang, Looiersgracht 22 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 150).

Druif, De blauwe - Salomon Rogiers[27] , lettergraveur, wonende Egelantiersgracht, ïn de blauwe Druyff"", beweert het onderschrift te hebben gesneden van een prent, voorstellende stadhouder Frederik Hendrik (Fr. D.O. Obreen, Archief voor Nederlandsche Kunstgeschiedenis, R'dam 1877 vlg, dl VII, blz. 258, d.d. 28-9-1627).

Druif, De blauwe - Cornelis van Dalen de Oude, plaatsnijder, uitgever, tekenaar (geb, 1602?, overl. 1665) woont in 1646 op de Lauriergracht in "de Blauwe Druyff" (Waller, Biogr. Woordenboek, blz.73).

Druijf, De bonte - "Sijmen Dircksz, lichterman, op de negelantiersgraft, tusschen de twee en derde brugh, onder de bonte druyff" (D.T.B. 1153, d.d. 21-10-1661).

Duif. De blauwe - Boomstraat, "over de blaeuwe duyf"(D.T.B. 1168, d.d. 16-11-1698) – Boomstraat, "by de Cathuysers, naest de blauwe Duyf, in de Engelse Lootberg" (Adv. Amst, Crt 2-7-1739, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz.111).

Duif, De blauwe - "….oude tiggelstradt, inde blauwe duyf (D.T.B, 1168, d.d. 11-5-1700)

Duif met de olijftak, De - "…… Franchoys Jesop, Engelsman"wonende te Leijerdorp, verklaart overgedragen te hebben aan Jan Gerritsz. Puyt, geswooren roedrager deser stede, ten behoeve van sijne kinderen, twee huizen en erven naast elkaar op de Bloemgracht, genaamd "de duijff met de olijfftack" (Kw. B, fol. 94, d.d. 11-6-1625) – Bedoeld wordt de steen, door Van Lennep en Ter Gouw vermeld als "Arke Noachs"( Uitangteekens, dl. I, blz. 181). Vroeger in de voorgevel van de Bloemgracht 20, het huis, dat al meer dan een eeuw bekend staat als "De Utrechtse Grutterij (zie ald.), thans in het achterhuis van hetzelfde pand (Ons Amsterdam, 5e jrg, 1953, blz.234).

Duvekater, De Hollandse - "…/. Opt hoecke vande tuyn-straet, inde hollanse duvekater" (D.T.B. 1151, d.d. 14-12-1655) – Hendrick Volckertsz., gezegd van Jeveren, kistemaker, de grootvader van Volkert van Jever, die in 1748 lid van de Vroedschap werd, woonde in 1661 in de Korte Tuinstraat naast "de Hollandsche Deuvekater"(Elias, De Vroedschap, dl. II, blz.879) – Tuinstraat, hoek Korte Tuinstraat, "daer aen 't voorhuis de deuvekater uithangt" (R.A. 2174, fol. 91vo, d.d. 7-1-1696) – Korte Tuinstraat of 2e Tuindwarsstraat-Westzijde, hoek Tuinstraat, waar uithangt of uitgehangen heeft "de duvekater"(R.A. 2180,fol. 94vo, d.d. 17-6-1799) - 2e Tuindwarsstraat 14, "alwaar de Duivekater in de gevel staat", nieuwhuis, 1840 (Amstelodamum 1954, blz. 25) – Zie "Vreugdenburg".

Edam "………optfransz. Padt, naest Edam, aan de Noortzij" (D.T.B. 1169, d.d. 25-1-1704).

Eendjes, De drie - Jan van Gysen woonde in 1718 ten huize van "Jan Bellefleur, Mr. Pruykemaker en Haarsnijder, Anjeliersstraat tusschen de tweede en derde Dwarsstraat aan de Noordzijde, aldernaast de Distelateurs-Winkel de 3 Eentjes" (Jaarboek Amstelodamum XVII, 1919, blz. 105).

Eendracht, De - Pakhuis "De Eendracht", Brouwersgracht 197 – Zie deel I van dit werk, blz. …..

Eendracht, De - Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, "de Eendracht in de gevel" (R,A, 2166, fol. 218vo, d.d. 16-1-1630).

Eendracht, De - Rozengracht 59, ‘de Eendracht‘, nieuw huis 1840 ) Amstelodamum 1954 blz 25'.

Eendracht, De gouden - Een ‘wynhuis in de Rozenstraat, waar voor dat de Goude Eendragt staat‘ (Jan van Gijsen, 46e Maandagsche Mercurius, 1717, blz. 172)

Eenhoorn, De - Anjeliersgracht, "naest de Eenhoorn" (D.T.B. 1146, d.d. 21-3-1618)

Eenhoorn, De - Goudsbloemstraat, "vooraen in de Eenhoorn" (D.T.B. 1154, d.d.0-1663) – Zie "de witte eenhoorn, Goudsbloemdwarsstraat en Gouds-bloemstraat.

Eenhoorn, De - Hendrick May wil verkopen: een huis en erf in de Nieuwe Leliestraat, "daer de Eenhoorn in de gevel staat", belend aan de Oostzijde door de verkoper (Willige verkopen VIII, fol. 52vo, d.,d, 15-1-1621) – Zie "het hart", Nieuwe Leliestraat.

Eenhoorn, De - Slootstraat, "tegenover de eenhoorn" (D.T.B. 1158, d.d. 19-1-1670)

Eenhoorn, De witte - Goudsbloemdwarsstraat, "hoeck van de witten eenhoorn[28].

Eenhoorn, De witte - Goudsbloemstraat, "by de Brouwersgracht, in de wytte eenhoorn", Goudsbloemstraat (D.T.B. 1154, d.d. 15-10-1660) – Zie:"de eenhoorn" , Goudsbloemstraat en "de witte Eenhoorn", Goudsbloemdwarsstraat.

Egmond "….nieuwe tighelstraet, over Egmont" (D.T.B. 1154 d.d. 25-10-1662)

Eikeboom, De - Madelievenstraat, "in de eeckeboom" (D.T.B. 1154, d.d. 12-9-1662).

Eiland, het groene - Goudsbloemgracht, "besijen het groene eylandt" (D.T.B. 1145, d.d. 26-9-1617).

Eiland van Texel, Het - Lindengracht-Noordzijde, "daer jegenwoordig het Eijland van Texel uythangt" (Kw.3F, fol., 155, d.d. 19-10-1689).

Eiland van Texel, Het - Rozenstraat, "byt Eijlandt van Tessel" (D.T.B. 1145, d.d. 22-10-1617)

Eind van de wereld, Het - Egelantiersstraat, "verbij de laeste dwarsstrat, naest het ent van de werelt" (D.T.B. 1155, d.d. 12-9-1664).

Eind van de wereld, Het - Prinsengracht, tussen Elandsgracht en Looiersstraat, "daer het Eijnde van de werelt uythanght (Bredius, Kűnstler-Inventare, 6er T., S. 1888 d.d.5-5-1656).

Eland, De - Elandsgracht, "bezyden de Elant" (D.T.B. 1146, d.d. 28-11-1625)

Eland, De gekroonde - Floris Adriaensz Raep (geb. 1583, overl.1656), lakenkoper, een broer van Pieter Adriaensz Raep, die het hofje op de Palmgracht stichtte, woonde (1647) op de Anjeliersgracht ïn de gecroonde Elant"(Elias, De Vroedschap, dl. I, blz. 294). Blijkbaar tot zijn dood (Begraafboek Westerkerk, d.d. 16-10-1656).

Elias Anjeliersstraat, "bijde twede dwarstrat, naest elyas"(D.T.B. 1150, d.d. 23-6-1653).

Emaus Elandsstraat. De steen staat thans in het Rijksmuseum (Alings, Gevelstenen, blz. 40) – Reeds in de 16e eeuw: "in Emaus op Margrietenpadt" (Begr. Register Weeskamer nr. 1, Nieuwe Zijde, d.d. 13-11-1594) De identiteit staat niet vast.

Emmer, De leren - Goudsbloemstraat, "nade baengraft, inde leeren emmer" (D,T.B. 1154,d.d. 30-7-1663).

Emmertjes, De drie - Egelantiersdwarsstraat, "over de 3 emmerkens"(D.T.B. 1146, d.d. 4-6-1625).

Engel, De - Anjeliersstraat, "aent ent, by den engel" (D.T.B.1150, dd.6-10-1652) –Zie "de witte engel, Anjeliersstraat.

Engel, De- Dirck Andries Buyck, veerschipper op Zwolle, woont (1656) in de 1e Goudsbloemdwarsstraat in "de Engel"(De Bont, Genealogische en biogr. Mededeelingen over …….. Joost Buyck, blz. 136)[29].

Engel, De - Bij executie verkocht: een huis en erf in de Madelievenstraat, "daer de Engel uythangt"Huis en erf hebben toebehoord aan Engel Theunsz (R.A. 2165, fol, 168, d.d. 29-1-1627).

Engel, De blauwe - Nieuwe Leliestraat, "inde blaeuwe engel, verby de 2 dwarsstrat" (D.T.B. 1151, d.d. 6-3-1656).

Engel, De blauwe - Rozenstraat, "by de blau engel"(D.T.B. 1145, d.d. 10-9- 1617) – Rozenstraat-Noordzijde, "daer de blaeuwe engel uythanght"(R.A.2165, fol. 152vo, d.d. 29-1-1626) – Rozenstraat-Noordzijde, "voorby de eerste dwarstraet, naest de blauengel"(D.T.B. 1109, d.d. 8-8-1685) – Zie deel I van dit werk, blz ….

Engel, De rode - Palmstraat, "over de rode engel" (D.T.B. 1146, d.d. 30-9-1621).

Engel, De vergulde - Elandsstraat-Zuidzijde, waar "de vergulde engel uithangt"(RA. 2169, fol. 67, d.d. 29-1-1654).

Engel, De vergulde - Men verklaart, dat de schilder Daniël Jacobsz. bij zijn overlijden (1666) woonde in de Goudsbloemstraat, waar "de vergulde engel uithangt"(Oud-Holland 1939, blz. 280).

Engel, De vergulde - Korte Tuinstraat, "inde vergulde engel" (D.T.B 1154, d.d. 4-1-1663)

Engel, De vergulde - Laurierstraat, "over het oude Wael weeshuijs, boven de vergulde engel" (D.T.B. 1109, d.d. 6-4-1687).

Engel, De vergulde - Abraham Verhagen, koorendrager, op de baengraft, op de hoek van De Palmstrat, inde vergulden engel" (D.T.B. 1154, d.d.24-5-1663) – Zie "de vliegende engel".

Engel, De vergulde - Rozengracht, "over de vergulde engel" (D.T.B. 1146, d.d.23-1-1626).

Engel, De vliegende - Lijnbaansgracht, op de Noorderhoeck vande Palmstraet, daer de vliegende Engel uythangt (R.A. 2167, fol. 63vo, d.d. 14-1-1627). Zie: de vergulde engel", Lijnbaansgracht hoek Palmstraat.

Engel, De witte - Anjeliersgracht, "naest de witte engel"(D.T.B. 1154, d.d. 24-4-1663)

Engel, De witte - Anjeliersstraat, "naest de witte engel" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez.Gem. te A'dam, 1657-1671, d.d. 5-12-1658) – Zie "de engel", Anjeliersstraat.

Engel, De witte - Korte Tuinstraat, "in de witte engel" (.T.B. 1154, d.d. 9-5-1663).

Engel, De witte - Rozengracht, "bij de witte engel" (D.T.B. 1130, d.d. 8-9-1655).

Engel, De witte - Tuinstraat, "tegenover de stetuyn…. naset de wytte engel"(D.T.B. 1151, d.d. 7-6-1656) – Tuinstraat, onder het wapen van ditmars, naest de engel" (D.T.B. 1154, d.d. 14-1-1663) – Tuinstraat, "achter de witte engel, by de leste dwarsstraet (D.T.B. 1154, d.d. 3-11-1663) – Zie de "Gang van de witte engel".

Enkhuizer maagd, De - Zie: Maagd van Enkhuizen, De.

Europa Boomstraat, "in Europa" (D.T.B. 1146, d.d. 24-5-1626).

Ezel, De Indiaanse - Lindengracht-Zuidzijde tusen Lindeboomdwarsstraaten Brouwersgracht[30], waar "de Indiaanse ezel"in de gevel staat (Huisverk. Weeskamer IX, fol. 94, d.d. 31-1-1641). Coorengel: Lindengracht 11 (Huisnamenlijst, blz. 149) – Van Arkel en Weissman vermelden: "Lindengracht 11 bevindt zich een gevelsteen, met een man op een ezel versierd. Ook een 17e eeuwsch leeuwenmasker is hier aanwezig (N.H, Oudheden, 6e stuk, blz. 56).

Faam, De - Mattheus Pelcom, schilder, wonende Egelantiersgracht "in de faem", neemt van Meyndert Stromer, zijreder, wonende Egelantiersgracht, een erf over, liggende Prinsengracht-Westzijde bezuiden de Leidsestraat, get. nr. 11, park A (Register van verkochte erven VI, fol. 24v, d.d. 13-3-1664. De 29e Oct. 1661 had Annetje Joosten van der Pleydt[31] , huisvrouw van Mathijs van Pellecom, schilder, wonende Egelantiersgracht, haar testament gemaakt (Bredius, Kűnstler-Inventare, 5er T., S. 1714).

Farandijnen, De drie - "Nicolaas Timmen, konstmeester, woonachtig tot Amsterdam in de Anjeliersstraet, over het Dambort, naest de 3 Farandijnen[32], enz. (Adv. Amst. Crt. 18-3-1704, Jaarboek Amstelodamum XXVII, 190, blz. 286) – Zie "het dambord", Anjeliersstraat.

Farnabucq Anjeliersstraat, "aent ent, boven farnabock" (D.T.B. 1153, d.d. 11-12-1661) – Breen vermeldt een Fernambikergang, Anjeliersstraat 208-212, die later Speldenmakersgang heette (Gangenlijst, blz. 151). Onder de laatste naam komt zij voor om Atlas Loman, 1876, buurt OO: Anjeliersstraat-Noordzijde, recht tegenover de Madelievenstraat. Thans verdwenen – Farnabucq wordt ook genoemd Pernambuco.

Fles, De - Konijnenstraat, "in de fles" (D.T.B. 1146, d.d. 15-7-1627).

Fles, De gouden - Egelantiersstraat, "in de gul fles" (D.T.B. 1146, d.d. 27-7-1626).

Flora Konijnenstraat, "in de flora" (D.T.B. 1146, d.d. 11-8-1625).

Fluit, de vergulde - Anjeliersstraat, "by de fiolettestraet, naest de vergulde fleut"(D.T.B. 1154, d.d. 4-2-1663).

Foelieslager, De - Johannes Pijl, foelieslager, Lauriergracht-Noordijde bij de Lijnbaansgracht, "in de Foelyslager"(Adv. Amst. Crt. 6-10-1746, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 191, blz, 135).

Fontein van Aken, De - Adruaan Harmensz. Roest, boekdrukker, wonende (1647), "in de Bloemstraet, naest de Fonteyn van Aken" (Kleerkoper en Van Stockum, blz. 610) – Bloemstraat "vooraen, naest de Fonteyn van Aken (D.T.B. 1153, d.d. 16-10-1661).

Fontein van Aken, De - Palmdwarsstraat, "over de fonteyn van aken" (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664).

Fontein, De grauwe - Anjeliersstraat, "verby de tweede dwarstraet, naest de graeuwe fonteyn (D.T.B..1154, d.d. 29-4-1663).

Fontein, De rode - Elandsstraat, "inde dolfijnsgang, naest de roo fonteyn" (D.T.B, 1155, d.d. 7-9-1664) – Zie: "de dolfijn", Elandsstraat.

Fortuin, De - Anjeliersstraat, "tusschen de 2 en 3 dwarsstrat, naest de ouwe prins, int fortuyn (D.T.B. 1152, d.d., 14-5-1659) – Anjeliersstraat, ïn schuyermaeckersgang, over het fortuyn" (D.T.B.1155, d.d. 17-9-1664) – Zie "de apen". "de boerenhei", "de drie goudsbloemen" en "het hofje in de Schuiermakersgang", Anjeliersstraat.

Fortuin, De - Nieuwe Leliestraat, int midden, over het fortuyn" (D.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664) – Breen vermeldt een Fortuinengang, N. Leliestraat 151 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 152). Zie: "de witte fortuin", N.Leliestraat.

Fortuin, De - Palmstraat, "by de dwarsstrat, in de fortuyn" (D.T.B. 1154, d.d. 16-4-1662) - Breen vermeldt een Fortuinengang, Palmstraat 25-29 (Gangenlijst, blz 152). Deze brug lag echter niet bij de dwarsstraat, thans verdwenen.

Fortuin, De - Prinsengracht bij de Noordermarkt, "t fortuin"(1676). Winkel van een kleerverkoper (De Roever, Uit onze oude Amstelstad, 2e druk, blz. 102).

Fortuin, De - Rozengracht-Zuidzijde, waa "de fortuyn" uithangt (R.A. 2168, fol. 156, d.d. 21-1-1649) – Zie: "de vergulde fortuin", Rozengracht.

Fortuin, De - Nicolaas Outhuys verkoopt (26-6-1655) aan Jan van de Keere een huis genaamd "de Fortuyn ", staande Rozenstraat-Zuidzijde; bovendien nog drie huizen onder één dak in de gang er naast (Bredius, Kűnstler-Inventare, 7er T, S. 203) – De vrouw van Outhuys heette Elisabeth Sijmons Fortuyn (id. S.202) – Breen vermeldt een Fortuinengang, Rozenstraat 25 (nummering 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 152). Zie: "Bloemendaal".

Fortuin, De blauwe - Egelantiersgracht, "achter de blaeuwe fortuyn"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 12-12-1666)

Fortuin, De gekroonde - Prinsengracht bij de Noordermarkt, "t gekroont fortuin" (1676). Winkel van een kleerverkoper (De Roever, Uit onze oude Amstelstad, 2e druk, blz. 102).

Fortuin, De vergulde - Anjeliersgracht, "onder de vergulde fortuyn" (Lidmatenboek Waterlandsche Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1651)

Fortuin, De vergulde - Prinsengracht bij de Noordermarkt, "t gult fortuin": (1676). Winkel van een kleerverkoper (De Roever, Onze oude Amstelstad, 2e druk, blz.102).

Fortuin, De vergulde - Rozengracht, "by de vergulde Fortuyn" (D.T.B. 1146, d.d. 3-6-1622). In 1654 woonde op de Rozengracht de boekverkoper Pieter Jansz. Fortuyn (Kleerkoper en Van Stockum, blz. 226).Zie "de fortuijn", Rozengracht.

Fortuin, De witte - Anjeliersgracht, "in de witte fortuyn"(D.T.B. 1146, d.d. 26-9-1627)

Fortuin, De witte - Lindengracht, ":inde wytte fortuyn, over de lyndeboom" (D.T.B. 1150, d.d. 2-6-1653). Breen vermeldt een Fortuinengang, Lindengracht 140-142 (Gangenlijst, blz. 152). Thans verdwenen.[33] Zie "de rode leeuw", Lindengracht.

Fortuin, De witte - Nieuwe Leliestraat, "naest het wytte fortuyn" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664) - De passementwerker Jean Everard, alias Burlett (ovl, 1680), woonde Nieuwe Leliestraat "in de witte Fortuyn". Ook zijn zoon Everard de Burlett, ijzerkramer, woonde aldaar (1690), later Bloemgracht, in "de Walvis " (1703). (Elias, De Vroedschap, dl. II, blz. 953) – Zie "de fortuin", N. Leliestraat.

Fortuin, De witte - Passeerdersstraat, "in de witte fortuyn" (D.T.B. 1146, d.d. 9-1-1625). Tussen de nrs.45 en 45A loopt nog altijd de Fortuinengang ((Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ.Werken, blad J3, Febr. 1941).

Fortuin, De witte - Prinsengracht, bij de Noordermarkt, "t Wit fortuin"(167). Winkel van een kleerverkoper (De Roever, Uit onze oude Amstelstad, 2e druk, blz.102.

Francijnen, De twee - Bloemstraat, "naest de twee francijnen" (Begr. Register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d.2-5-1624).

Frankfort "……..op de noortsijde van de loyersgracht, in franckfoort" (D.T.B. 1130, d.d. 6-9-1655).

Franse brandewijnbrander, De- Lindengracht, "tussen de 1e en 2e dwarstraet, in de franse brandewynbrander (Begr. Register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk d.d. 25-9- 1624) – Zie: de "Franse branderij".

Fuikje, Het - Prinsengracht-Westzijde, hoek Egelantiersgracht, "het fuyckgen" (R.A. 2166, fol. 43 vo, d.d. 20-1-1628.

Gans, De - Bloemgracht, "daer de gans uythangt offte inde gevel staet"(Kw. B, fol. 202vo, d.d. 30-1-1626) – Zie het volgende artikel.

Gaper,De - Anjeliersgracht, "naest de Gaper" (D.T.B. 1169, d.d. 29-5-1703).

Geloof, Het - Slootstraat, "naest het geloof" (D.T.B. 1154, d.d. 17-4-1663).

Gerechtigheid, De - "…….vooraan in de blomstraat, inde gerechtigheyt" (D.T.B. 1154, d.d. 21-8-1663).

Gerechtigheid, De - Nieuwe Leliestraat, "vooraen boven de gerechtigheyt" (D.T.B. 1155, d.d. 12-9-1664).

Gerechtigheid, De - Jan van Gijsen woonde in 1711 "In de Roosestraat, t tweede huys van de laatste Dwarsstraat, na de Baangracht, tusschen de Slager en de Gerechtigheijt, op een getrapte Stoep, daar een Ysere Leuning voor de deur en de Naam van Jan Gijsen op de Post van de deur staat" Gimpel heeft uit deze gegevens afgeleid dat Van Gijsen woonde op het tegenwoordige nr. 147 (Jaarboek Amstelodamum XVIII, 1917, blz. 100).

Gerstbaal, De - Anjeliersgracht, "tusschen de twee en derde brugh, in de geerstbael" (D.T.B.1153, d.d. 1-11-1661) – Anjeliersgracht, äen de suytsey verby de 2 bruch, naest de geerstbael"(D.T.B. 1155, d.d. 22-9-1664)[34] – Zie: de "Gerstbaalsgang".

Gerstebroden, De zeven - Bij executie verkocht: een huis en erf, Laurierstraat, "op den hoeck van de Lauriersdwersstraet, daer de seven garstenbroden uythangen" Huis en erf hebben toebehoord aan Jacob Mato, bakker (R.A. 2166, fol, 275vo, d.d. 29-1-1625) – Zie deel I van dit werk, blz. ….

Gespen, De drie vergulde - Bloemgracht, "bij de 3 vergulde gespen (D.T.B. 1146, d.d. 25-5-1623)

Giethuis, Het - In 1614 liet de stad in de Gieterstraat-Zuidzijde, hoek Lijnbaansgracht, een klok- en geschutsgieterij bouwen, gewoonlijk het Giethuis genoemd. Zelf nam de stad de exploitatie van het bedrijf in handen,. Dit geschiedde pas in 1771. In 1778 verbouwd, in 1821 terrein en opstallen verkocht. Na dien: onderscheiden verbouwingen en vele bestemmingen. Lange tijd was er de stoommeelfabriek "De Weichsel"gevestigd (midden 19e eeuw) (Scheltema, De Stads-klokgieters en klokgieterijen, Aemstel's Oudheid, d.IV, blz. 133; mr. W.T.H. Oldewelt, Stedelijke wapenindustrie, Algem. Handelsblad, d.d. 3-10-1956) – In het grote complex vindt men thans een meubel-, een kurken-, een passementerieënfabriek en een papieropslag. Naar de oude gieterij is de Gieterstraat genoemd . Zie: dl I van dit werk, blz. …

Gildeknecht van de bakkers, De-Lindengracht, "daer de gildeknecht van de backers uythangt" (Begr. Register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 12-12-1624)

Glanzerij, De nieuwe Engelse - "De Engelsche glanzers in de nieuwe Engelsche glanzerij op de Elandsgragt-noordzy, tusschen de brug en de Baangacht, blijven contunueeren met het glanzen van catoenen en chitsen als voor deezen op den naam Benninga, Lupton en Holloway in Comp. Alzo Jan Andries Bosch, op wiens naam deze glanzerij gecanteerd heeft, met primo January 1770 met weerzijds genoegen gescheiden is" Adv. Amst. Crt. 13-1-1770. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 149).

Glazenbreker, De - "…..vooraen inde lindestrat, inde glasebreker" (D.T.B. 1151, d.d. 11-1-1656).

Gooier, De - "…… vooraen op de zuytzy van de Lindegraft, naest de goyer" (D.T.B. 1155, d.d. 8-10-1664) – De Doopsgezinde Gemeente van Het Lam en de Toren draagt over: drie huizen en erven, Noordermarkt in de Cramersdgang, strekkende o.a. tot een huis op de Lindengracht, waar "de Goyer"in de gevel staat (Kw. 3G, fol. 64vo, d.d. 13-6-1690) – Zie: de "Gooiersgang, Lindengracht, en de "Kramersgang".

Gordijnring, De gekroonde - Tuinstraat, "inde gekroonde gordynring " (DT.B. 1155, d.d. 10-9-1664).

Gortmolen, De Wijker - Jan Tjerksz. Tiggelaar, "makelaar aen de Korenbeurs, woont op de Angeliersgraft aen de noordzijde, in de Wyker Gortmolen" (Adv. Amstt. Crt. 12-5-1701. Jaarboek Amsdtelodamum XXVII, 1930, blz.283).

Gortzakken, De drie - Anjeliersstraat, "besyden de 3 ortsacken"(D.T.B. 1146, d.d. 27-9-1623)

Gortzakken, De drie - Tuinstraat, "over de 3 ortezacken" (D.T.B. 1146, d.d. 28-12-1622)

Goudkuil, De - Lindengracht, "verby de eerste brugh, inde goutkuyl" (D.T.B. 1154, d.d.22-1-1662).

Goudlaken, Het - Boomstraat, "int goudelacken" (D.T.B. 1154, d.d. 16-7-1662).

Goudsbloem, De - Bloemgracht, "bij de goudtbloem" (D.T.B. 1146, d.d. 12-9-1624)

Goudsbloem, De - "…… ouwe fransenpat, het 2e huys van de goudsbloem" (Begr. Register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 25-12-1625) – "….ouwefranse pat tussen de erste en 2 bruch, naest de gousblom (D.T.B. 1151, d.d. 19-11-1655).

Goudsbloem, De - Goudsbloemstraat, "naest de gousblom" (D.T.B. 1154, d.d. 25-7-1662) - Van Arkel en Weissman: "De gevelsteen Goudsbloemstraat 70 vertoont drie bloemen, Anno 1686 en: d'Jonge Goudsblom" (N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 25). Het jaartal 1686 komt op de steen niet voor (Jaarboek Amstelodamum XXXIV, 1937, blz. 47. Hier ook een afbeelding van de steen.

Goudsbloem, De - Lindengracht, "besijen de goudtbloem" (D.T.B. 11455, d.d. 11-10-1617) – Breen vermeldt een Goudsbloemgang, LIndengracht 218-222 (Gangenlijst, blz. 153). Thans verdwenen.

Goudsbloem, De - Overgedragen aan Lucas Bols, wijnkoper, een huis en erf, Rozengracht-Zuidzijde, tussen de tweede en derde brug, waar "de goutsblom" uithangt (Kw. 2X, fol. 5, d.d. 8-6-1679) – Zie: "Bordeau" "het blauwe lam" en "het Lootsje", Rozengracht.

Goudsbloemen, De drie - Anjeliersstraat, "inde drie gousbloemen, aen ent" (D.T.B. 1153, d.d. 29-11-1661) – Anjelierstraat, "indeSchuiermakersgang, bij de drie goubloemen" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664) – Breen vermeldt een Drie Goudsbloemengang, Anjeliersstraat 160 (nummering 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 149) – Zie: "de boerenhei", "de fortuin"en "het Hofje in de Schuiermakersgang", Anjeliersstraat.

Goudsbloemen, De drie - Bloemstraat, "by de 3 goudtbloemen"(D.T.B. 1146, d.d. 3-8-1624.

Goudsbloemen, De drie - Goudsbloemgracht-Zuidzijde op de Oosterhoek van de 1e Goudsbloemdwarsstraat, nr. 1, waar "de dry goudtbloemen"uithangen (R.A.2170, fol. 220, d.d. 30-1-1666).

Goudsbloemen, De drie- Lindengracht, "by de 3 goubloemen" (D.T.B. 1145, d.d. 3-8-1617) – Breen vermeldt een Goudsbloemgang, Lindengracht 218-222 (Gangenlijst, blz. 153). Thans verdwenen.

Graadboog, De - Begraven in de Nieuwe Kerk (14-4-1646): Jan Harmensz.Crul, boekverkoper, Anjeliersgracht-Zuidzijde, "inde Graatbooch" (Kleerkoper en Van Stockum,blz, 155) – Nagelaten door Lysbet Philips (10-8-1673): "een huys en erve, staende op de Anjeliersgraft aen de Zuyd zyde, vooraen tusschen de twee eerste bruggen, naest de graatboogh (Kleerkooper en Van Stockum, blz. 325) – De steen, voorstellende een graadboog of "Jacobsstaf", een nautisch hoekmeetinstrument, dat vroeger gebruikt werd, bevindt zich sedert 1931 in de voorgevel van het Scheepvaartmuseum. Het onderschrift luidt: "A° 1635" (Jaarverslag Kon.Oudheidk. Genootschap, uitgebracht 18 Mei 1931, blz. 32) – Aan de Oostzijde van Westerstraat 33 vindt men nog altijd de Graatboogsgang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publieke Werken, blad G4, Jan. 1943) – Zeer waarschijnlijk is de steen in de zijgevel van het huis op de Anjeliersgracht in 1635 aangebracht door Cornelis Jansz Lastman, die hier een zeevaartschool hield (Amstelodamum 1955, blz. 62, 63) – Zie: "de bloempot", Anjeliersgracht.

Graaf van Emden, De - Tuinstraat, "naest de graaf van emde" (D.T.B. 1154, d.d. 18-10-1663) – Zie de "graaf van Embdensgang".

Graaf Maurits Egelantiersstraat, "by graeff Mauritz" (D.T.B. 1146, d.d. 23-10-1622)

Graaf van Oldenburg, De - "…….korte thuynstrat, tegenover de graf van oldenburch" (d.t.b. 1153, d.d. 26-8-1661).

Granaatappel, De - Lauriergracht, "inde tuyn van de granaatappel" (D.T.B. 1146, d.d. 20-9-1627).

Grasmaaier, De - Lindenstraat, "over het fontijnhof, in de grasmeyer" (D.T.B. 1074, d.d. 4-11-1662) – Lindenstraat, "by de katuysers, by de grasmaeyer" (D.T.B., 1158, d.d. 26-1-1671). Zie: "de maaier", Lindenstraat.

Grasmaaier, De- Nieuwe Leliestraat, "by de eerste dwarsstraet, naest de grasmayer" (D.T.B. 1153, d.d. 21-8-1661).

Groenlandsvaarders, De - Egelantiersstraat, "aentnent, inde Groenlandsvaerders" (D.T.B. 1153, d.d. 18-6-1660).

Groningen "…..opt hoecxken vande Lindedwarsstraet[35], daer groeningen uythangt" (Begr. Register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 27-8-1624). – Zie: "de stad Groningen".

Grutmolen, De - Oude-Fransenpad, "achter de grutmolen" (D.T.B. 1154, d.d 7-1-1663) – Zie: de "Gruttersgang".

Grutmolen, De Alkmaarse - Anjeliersgracht, "naest de alckmaerse grut muelen (D.T.B. 1154, d.d. 5-3-1662).

Grutmolen, De Alkmaarse - Anjeliersstraat, "achter sachewes, int alckemaers grutmuelen": (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664) – Zie: "Zacheűs".

Grutmolen, De Nieuwgebouwde- men presenteert te huur of te koop een huysing en erve, staende en gelegen vooraen in de Lauwrierstraet aan de zuydzyde, daer de nieuwgebouwde Grutmolen uythangt ….. Zijnde de oud- en wijtvermaerde grutterije, dewelke voor desen lange jaren bewoont en gebruyk is by Jan Homma"(Adv. Amst. Crt 12-5-1701. Jaarboek Amstelodamum XVII, 1930, blz.283) – Tussen de nrs. 35 en 41 ligt nog altijd een gang, die thans naamloos is en bij Breen Nieuwe Gruttersgang heet (Gangenlijst, blz. 170, Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad H4, Oct. 1943).

Grutmolen, De oude - Bloemgracht 142, "de oude Grutmolen", nieuw huis, 1839/ (Amstelodamum 1954, blz. 24).

Grutmolentje, Het - Goudsbloemstraat, "by de Brouwersgraft, int grutmuelentie" (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664) – Breen vermeldt een Gruttersgang, Goudsbloemstraat 79, 80 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 154).

Grutter, De jonge - Hazenstraat, ïn de jonge grutter"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 4-5-1670) – Achter de percelen Hazenstraat 20, 22, 26 en 28 loopt nog altijd de Gruttersgang (Kaart van Amste5dam van den der Dienst Publ.Werken, blad H3, April 1944).

Grutterij, De Utrechtse - Bloemgracht 20, "De Utrechtsche Grutterij", op puilijst, 1839 (Amstelodamum 1954, blz. 24) – Het opschrift staat nog altijd op de puilijst – Zie: "de duif met de olijftak".

Haan, De - "……..opten hoeck vande goubloems straet, by de haen" (D.T.B. 1145, d.d. 29-4-1617) – Zie: "de rode haan" en "de witte haan", Goudsbloemstraat.

Haan, De - Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht-Zuidzijde, tussen de tweede en derde brugh, het tiende huis van de tweede brug, waar "de haan"in de gevel staat (Kw 5K, fol. 225vo, d.d 13-6-1741) – Zie: "de blauwe haan", "de jonge haan" en de "Blauwe Haansgang", Lindengracht.

Haan, De blauwe - Egelantiersstraat, "verby de eerste dwarsstrat, inde blaeuwe haen" (D.T.B. 1150, d.d. 3-6-1653) – Breen vermeldt een Blauwe-Hanengang, Egelantiersstraat 64 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 144).

Haan, De blauwe - Lindendwarsstraat, "by de hoek over de blaeuwe haen" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664) – "……noorderkerckdwarsstraet, over de blaauwe haan"(D.T.B. 1168, d.d. 31-11-1700).

Haan, De blauwe - Lindengracht, "in de blauw haan"(D.T.B. 1168, d.d.2-12-1699) – Lindengracht-Zuidzijde, tussen de Zaterdags en Karthuizersbrug, waar " de blauwe haen" in de gevel staat (R.A. 2174, fol. 210, d.d. 26-2-1701) – Zie "de haan". "de jonge haan" en de "Blauwe-Haansgang", Lindengracht.

Haan, De blauwe - Lindenstraat-Zuidzijde, tussen de dwarsstraat en het Karthuizers-kerkhof, "de blauwe haen"in de gevel (R.A. 2175, fol. 39, d.d. 24-2-1703) – Zie: de "Blauwe-Haansgang", Lindenstraat.

Haan, De Engelse - Boomstraat, "in de Engelsche Haen"(D.T.B. 1146, d.d. 26-9-1624) – Het huis in de Boomstraat, waar "de drie cachelstenen" uithingen, werd aan de Westzijde belenddoor Jan Jacobsz, "monnick"en aan de Oostzijde door Claes int Haentgen"(R.A. 2163, fol.158, d.d. 1-2-1617). Van Arkel en Weissman: "De 18e eeuwse top Boomstraat 36 is met een haan versierd (N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 15). Zie: "de rode haan" en "de monnik", Boomstraat.

Haan, De gouden - Tichelstraat, tussen de Anjeiersgracht en de Karthuizersstraat, "de goude haen" boven de deur (R.A. 2172, fol.143, dd. 28-1-1682).

Haan, De jonge - Lindengracht, "boven de jonge haen" (lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 3-6-1653). Zie "de haan", "de blauwe haan"en "de rode haan", Lindengracht.

Haan, De kalkoense - Egelantiersstraat, "tusschen de twede en darde dwarsstrat, naest de kalkoense haen" 9D.t.B. 1151, d.d. 17-11-1655) – Van Arkel en Weissman: "De gevelsteenen van het huis Egelantiersstraat 150 zijn met cartouches, waarin Anno 1644 en een kalkoen, versierd". (N.H. Oudheden , 6e stuk, blz. 21).

Haan, De kalkoense - Tuinstraat, "naest de kalkoense haen (D.T.B. 1154, d.d. 7-2-1662). Zie: de "Kalkoensche gang"en de "Kalkoensgang".

Haan, De rode - 1698: "In de Blomstraat t'Amsterdam, in de Rō Haan

Doe de Haan begost te kraaijen,

Toen begost Petrus te schraaijen"

(Jeroen Jeroensz., IV, blz. 1) – Breen vermeldt een Roodehaansgang, Bloemstraat 142 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 175).

Haan, De rode - Boomstraat, inde rode haen" (Kleerkoper en Van Stockum, blz.688, d.d. 11-1-1672) – Zie: "de Engelse haan".

Haan, De rode - Egelantiersgracht, "bezijden den rooden haen"(DT.B. 1146, d.d. 11-11-1624).

Haan, De rode - Elandsgracht, "bezyden de Roo Haen"(D.T.B. 1146, d.d. 17-11-1621)

Haan, De rode - Goudsbloemstraat, "by de twede dwarsstraet, in de roo haen"(D.T.B. 1154, d.d. 28-12-1662) – Zie: "de haan", Goudsbloemstraat.

Haan, De rode - Lindengracht, "by de saterdachsbrug, in de roohaen (D.T.B. 1152, d.d. 4-5-1657) – Zie: "de jonge haan"en de "Rodehaansgang", Lindengracht.

Haan, De witte - Goudsbloemgracht, ïn den witten haen" (R.A. 2165, fol. 107vo, d.d. 25-1-1618) – Zie: "de haan", Goudsbloemstraat.

Haarlem Rozengracht, "naest Haerlem" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te a'DAM, 1640-1657, d.d.. 11-12-1650.

Haas, De lopende - Looiersgracht, "boven de lopende haes" (D.T.B. 1153, d.d. 1-11-1661)

Haas in de kolen, De - Gerapporteerd wordt, dat "Philippus Geigerus hier in de stadt gelogeert is op de Blomgracht, twee huysen van den Haes in de Koolen, tot een ouderlingh vande Brounisten …….(Protocollen-Kerkeraad, dl. V, fol. 179, d.d. 22-2-1624. Arch Ned. Herv. Gem. A‘dam'. Zie: "de koolhaas".

Haken en ogen De 7e Maart 1644 werd in de Westerkerk begraven: Gerrit Gerritsz, lijnbaansknecht, gewoond hebbende Anjeliersstraat, "naest hoeken en ogen" Hij was de vader van de geschiedschrijver Olfert Dapper (Mr. Ch.M. Dozy, Olfert Dapper, Tijdschrift van het Ned. Aardrijksk. Genootsch. , 2e serie, dl III, A'dam 1887, blz. 419) –Zie het volgende artikel.

Haken en ogen, Zes - "……angelierstrat, in de 6 haken en ogen"(D.T.B. 1153, d.d. 4-1-1660) – Breen vermeldt een Zes haken- en oogengang, later genoemd even haken- en oogengang, Anjeliersstraat 94-96 (Gangenlijst, blz. 193) Onder de laatste naam komt zij voor op de Kaart van den Dienst der Publieke Werken, blad G4, Jan 1943: Anjeliersstraat tussen de nrs 92 en 98 – Zie het vorige artikel.

Ham, De - Laurierstraat, "over de ham" (D.T.B. 1146, d.d. 2-1-1622) – In de Laurierstraat tussen de nrs. 109 en 119 vindt men nog altijd de Hammengang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad H3, April 1944).

Hamburg Elandsstraat, "over Hamburgh" (D.T.B. 1146, d.d. 29-5-1622)

Hamburg Laurierstraat, "tussen de laeste dwaersstraet ende baengraft, over Hamburgh" (D.T.B. 1109, d.d. 14-3-1688).

Hamburg Lindenstraat, over Hamborch (D.T.B. 1146, d.d 12-12-1624) – Zie: "het Wapen van Hamburg".

Hamer, De houten - Lindenstraat, "inde houte hamer"(D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664)

Hand, De blauwe - Bloemgracht, "de blauwe handt" (Begr. Register Weeskamer, nr. 45, Catuysers, d.d. 19-6-1620) – Bloemgracht, aan de zuijtzy, naast de blaauwe hant" (D.T.B. 1168, d.d. 11-5-1698).

Hand, De blauwe - Goudsbloemgracht, "de blauwe Handt" (D.T.B. 1146, d.d. 6-10-1627)

Hand, De schrijvende - "Christiaen Pietersz, diender, vooraen in de egelantierstrat by de eerste dwarsstrat, in de schreyvende hant"(D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664) – De steen is nog aanwezig: Egelantiersstraat 52.

Hand, De witte - Laurierstraat, "in de witte hant": (D.T.B. 1145, d.d. 7-9-1617).

Handen, De blauwe - Passeerdersdwarsstraat-Westzijde nr. 4, "waar de coninck van Sweden het en de blauwe handen uythangen"(R.A. 2170. fol. 191vo, d.d. 20-1-1663).

Hanenkamp, De - Rozenstraat, ïn de hanecamp" (D.T.B. 1146, d.d. 4-8-1623).

Hangparel, De - "…….aent Cattuyserkerckhof, naest de hangpaarl"(D.T.B. 1153, d.d. 6-10-1661).

Hangijzer, Het - Overgedragen door Jan Thysen, bakker, aan Doede Harmensz.: een ledig erf in de Goudsbloemstraat, ‘met noch een affbreck, genaemt het hangyser, welck den coper opt voorsz. erff setten sal, gecomen sijnde 't voorsz. affbreck van Lucas Barentsz., slotemacker" (Kw. 37, fol. 290, d.d 25-6-1616).

Hangijzer, Het - Lindenstraat, " over het hangyser" (D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664) – Zie: het gekroonde hangijzer" en "het gouden hangijzer".

Hangijzer, Het - " ……noordermarck aen de noord sy, achter het hanghyser" (D.T.B. 1158, d.d. 3-12-1670).

Hangijzer, Het gekroonde - Lindenstraat, "int gekroonde hangyser" (D.T.B. 1151, d.d. 24-12-1656) – Zie: "het hangijzer" en "het gekroonde hangijzer", Lindenstraat.

Hangijzer, Het gouden - Lindenstraat, "byt gulden hangyser" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 7-8-1624) – Zie: "het hangijzer" en "het gekroonde hangijzer", Lindenstraat.

Hardebol, De - Anjeliersstraat, "vooraan, inde hardebol" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664).

Haringbuis, De gouden - Lindengracht, "over het fontaeynhof, inde gulde harynckbuys" (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) - Zie: het "Fonteinhof" (Lijst van gangennamen, Hoofdstuk VIII).

Haringbuis, De vergulde - "……… ouwe fransenpadt, by de weyyegang achter de vergulde haeringbuys" (D.T.B. 1151, d.d. 17-9-1656).

Haringen, De drie vergulde - "Gerbrandt Siewertsz, leertouwer, woont op de Egelantiersgraft, daer de 3 vergulde haringen aen thuys staen" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 9-3-1642).

Hart[36] , Het - Hendrick May wil verkopen: een huis in de Leliestraat, "daer het hert in de gevel staet", belend aan de Westzijde door de verkoper, "met syn huys d'eenhoorn (Willige verk. VIII, , fol. 53, d.d. 15-1-1621). Zie: "het rode hart"en "het verlangende hart", N.Leliestraat.

Hart, Het - Lindengracht, "int hart" (D.T.B. 1153, d.d. 19-10-1661). Zie: "het dorstige hart"en "het nuchtere hart".

Hart, Het blauwe - Bloemgracht, "int blau hart" (D.T.B. 1146, d.d. 22-8-1621)

Hart, het dorstige - "……..op endt vande lindegraft, int dorstich hart" (D.T.B. 1153, d.d. 30-10-1661). Zie: "het hart" en "het nuchtere hart"

Hart, Het groene - Brouwersgracht, "by Jan met de lockens brugh int packhuys vant groen hardt‘)D.T.B. 1151, d.d. 10-11-1655).

Hart, Het liggende - In " het liggende hart" in de Elandsstraat en in "de spinnekop" op de Elandsgracht worden Sociniaanse concenticulen gehouden (Protocollen-Kerkeraad, dl.IX, fol. 180, d.d. 9-11-1656. Arch.Ned. Herv. A'dam) – Elandsstraat, "verby de eerste dwarsstrat, tegenover het leggende hart" (D.T.B. 1153, d.d. 27-7-1661) – In "het liggende hart" woonde de moeder van de bekende Doopsgez. Predikant Galenus Abrahams (Protocollen, t.a.p. , d.d. 16-11-1656)

Hart, Het nuchtere - Lindengracht, "inde nochter hardt" (D.T.B. 1152, d,d, 17-4-1659) – Zie: "het hart" en "het dorstige hart", LIndengracht.

Hart, Het rode - Boomstraat, "daer troot hert inde gevel staet" (Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d.30-4-1648).

Hart, Het rode _ "Stijntie Wouters, dochter van meester Wouter, woont int roo hart opt fransepat" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 1-12-1645) – "……..franse pat by de baengraft, naest ro hart" (D.T.B. 1163, d.d. 30-7-1680)- Breen vermeldt een Roohartengang, later Roohanengang genoemd, Goudsbloemgracht 147. Verdwenen (Gangenlijst, blz. 176) – Zie: "de twee schoolborden", de "Schoolmeestersgang" en de "Schoolvrouwgang".

Hart, Het rode - Goudsbloemstraat, "int root hart, byde bouwersgraft" (D.T.B, 1151, d,d, 26-10-1655).

Hart, Het rode - Henrick May Jansz., Engelsman, draagt over: een huis en er in de Nieuwe Leliestraat, "daert roode hart in de gevel staet (Kw. 43, fol. 1, d,d, 14-11-1622) – Zie: "het hart" en "het verlangende hart", N. Leliestraat.

Hart, Het rode - Looiersstraat, "int root hart" (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1621).

Hart, Het vergulde - Egelantiersgracht, "byt vergulde hart" (Begraafregister Weeskamer, nr.45, Catuysers, d.d, 18-12-1617) – Volgens Coorengel: bij de tweede brug (Huisnamenlijst, blz. 154).

Hart, Het verlangende - Nieuwe Leliestraat, "int verlangende hert" (D.T.B. 1146, d.d. 29-12-1624). – Bij Coorengel: Leliedwarsstraat (Huisnamenlijst, blz. 154) – Hoekhuis? – Zie: "het hart", "het rode hart", N.Leliestraat en "het witte hart".

Hart, Het witte - Tweede Leliedwarsstraat, "int witte hart" (D.T,B. 1155, d.d. 10-9-1664) - Zie: "het verlangende hart"..

Herten, De drie ongeruste - "Herman Hendricx, snijder, wonende in de blomstraet, naest de 3 ongeruste herten" biedt zich aan, om als ziekentrooster naar Oost-Indië te varen (Protocollen-Kerkerraad, dl. IV, fol.206, d.d. 16-51617. Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam – Bij executie verkocht: een huis en erf in de Bloemstraat, op de hoeck vande Bloemcruysstraet, tegens over thuy de drie onrustige harten",belend aan de Oostzijde door kapitein Schagen, aan de Westzijde door de "Bloemcruysstraet"(R.A. 2165, fol, 102, d.d. 25-1-1623) – Het huis van Jacon Laurensz., alias kapitein Schagen stond aan de Zuidzijde van de Bloemstraat (Thes. Ord. 185, fol. 30, d.d. 19-7-1615, Kw. 39, fol, 66, d,d, 13-12-1617; id. 43, fol. 12vo, d.d. 30-11-1633) – Het huis "de drie ongeruste harten" kan dus niet grote waarschijnlijkheid gelocaliseerd worden: Bloemstraat-Noordzijde, Oosterhoek van de 2e Bloemdwarsstraat.

Hazendans, De - "……gousbloemdwarsstrat[37] tusschen de saterdachsbruch en gousblomstrat, boven de hasedans"(D.T.B. 1151, d.d. 4-5-1656) – Overgedragen: twee huisjes en een achterhuis, Lindengracht-Noordzijde, belend aan de Westzijde door het "saterdaghshuys"[38] aan de Oostzijde door de "mennonitsche gemeente[39], strekkende "voor van de burgwal tot achte aent huys de Haessedans" (Kw. 2J, fol. 224vo, d.d. 6-3-1662) – Bij executie verkocht: een achterhuisen erf, Lindengracht, inde ""Steenboogsgang", strekkende voor van het voorhuis tot de erven van de Goudsbloemstraat. De gang wordt gebruikt door bewoners van het huis, die van de belendend huizen, die van het huis "de hazendans"in de "Groote blomdwarsstraet"[40] en die van het voorhuis aan de Lindengracht, Oostelijk van de gang. De bewoners van "de hazendans"bereiken de gang door een deur (R.A. 2174, fol, 66, d.d. 1-1-1690) – Waarsch. was "de hazendans" het tegenwoordige perceel 2e Goudsbloemdwarsstraat 23 – Van Lennep en Ter Gouw hebben het uithangbord "oud en verweerd"nog gekend. (Uithangteekens, dl. III, blz. 186).

Hazendans, De - Hazenstraat-Westzijde, waar "de hazendans"uithangt (R.A. 2169, fol. 186vo, d.d. 9-1-1648) – "…….. inde hasestraet, op het hoeckie van de elantsgraft, schuyn over de hasedans" (D.T.B. 1150, d.d. 25-8-1654) – Van Lennep en Ter Gouw schreven: "De Hazendans hing nog voor een goede zestig jaar in de Hazenstraat uit, mooi geschilderd als 't hieronder staat" (Uithangteekens, dl. III, blz, 186) – Zie: "de goede hoop", Hazenstraat.

Heemskinderen, De vier - "Willem Gerritsen, hechtemaker, op de angeliers graft, daer de vyer Ayms-kinderen in de gevel staen"(Memoriael A, fol. 25vo, d.d. 9-9-1617. Arch. Ver, Doopsgez. Gem. A'dam[41] - Thans Westerstraat 26. Bij een verbouwing (± 1875) is de steen verdwenen. (Amstelodamum 1938, blz. 5) – De voorstelling van de Vier Heemskinderen vond men vooral bij herbergen;

Heemskinderen, De vier - " ….. ouwefransepat, inde 4 heemskinderen, by de baene (D.T.B. 1153, d.d. 24-10-1661) – Zie : de "Vier-Heemskinderen"

Heemskinderen, De vier - Laurierstraat-Noordzijde, waar "de 4 heemskinderen" uithangen (R.A. 2167, fol, 101vo, d.d. 16-1-1636).

Heemskinderen, De vier - Tweede Leliedwarsstraat-Oostzijde, waar "de 4 heemskinderen" uithangen (R.A. 2168, fol, 248vo, d.d. 23-1-1653) – Hoekhuis? Zie het volgende artikel.

Heemskinderen, De vier - Leliestraat, "over de 4 Emskinderen" (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1625) – Hoekhuis? Zie het vorige artikel.

Heemskinderen., De vier - Tichelstraat, "de vier Emskinderen" (D.T.B. 1146, d.d. 14-6-1626).

Hei, De - Boomstraat, "onder de Hay" (D.T.B. 1154, d.d. 14-11-1663) – Zie: "de burgerhei".

Hei, De - Egelantiersstraat, "by de Hey" (D.T.B. 1145, d.d. 24-10-1618). – Hoekhuis? Zie: " De Amsterdamse hei", 1e Egelantiersdwarsstraat.

Hei, De - Lindengracht, "by de Hey" (D.T.B. 1146, d.d. 9-11-1618) – Zie: "de boerenhei" en "de heiboer", Lindengracht.

Hei, De Amsterdamse - 1e Egelantiersdwarsstraat, "inde Amsterdamse hey" (D.T.B. 1154 d.d. 29-7-1663) – Hoekhuis? Zie: "de hei", Egelantiersstraat.

Heiboer, De - Lindengracht, " by de heyboer" (D.T.B. 1146, d.d. 19-12-1624) – Zie: "de boerenhei" en "de hei", Lindengracht.

Hekel, De groene - "………kerckstraet, over de groene heeckel (D.T.B. 1154, d.d. 19-9-1662) – "…….. Cathuysers ke3rckstraet, tusschen Anjeliersghracht en Boomstraet, recht over de groene heckel"(R.A. 2172, fol. 183vo, d.d. 10-1-1682).[42]

Helm, De - Egelantiersstraat, "aent ent, tegenover de Helm", D.T.B. 1154,d.d. 19-11-1662).

Helm, De blauwe - Goudsbloemstraat, "in de blauwe Helm" (D.T.B. 1146, d.d. 2-1-1628)

Helm, De rode - Looiersstraat, "over de roo helm" (D.T.B. 1146, d.d. 21-3-1623).

Hen, De - Noordermarkt, "in de hen" (D.T.B. 19-11-1698) – De 30e Dec. 1700 werd begraven: "Roelof du Hen, op de Noordermarkt" (D.T.B. 1168) , – De 17e Aug. 1704 werd begraven: "Maria del Tour op de noordermarkt, inde Du hen" (D.T.B. 1169).

Hen en de kuikens, De - Elandsgracht, "byde henne ende kuykens"(D.T.B. 1146, d.d. 21-5-1626).

Herder, De trouwe - Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, "de trouwe herder" – Ter orientatie diene het volgende: Van West naar Oost stonden naast elkaar: N. Leliestraat-Noordzijde: "'s Lands welvaren" , de 5e Juni 1620 door Willem Jansz, metselaar, overgedragen aan mr. Christiaensz. Coevershoff, belend aan de Westzijde door Rogier Joosten, aan de Oostzijde door Willem Jansz., metselaar (Kw. 40, fol.311vo); de trouwe herder, de 16e Maart 1621 door Willem Jansz., metselaar, overgedragen aan Dominicus van Treuve, stadswijnpeiler, belend aan de Westzijde door mr. Jan Christiaensz Coevershoff, schoolmeester, aan de Oostzijde door Thomas Bagnal, snijder (Kw. 41, fol. 32vo): het huis van Thomas Bagnal, dat geen naam droeg; de goede wacht, de 26e Mei 1621 door Willem Jansz., metselaar, overgedragen aan Franchoys Lambrechtsz, belend aan de Westzijde door Thomas Bachnael, aan de Oostzijde door Warner Carstensz, metselaar (Kw. 41, fol. 142vo) – De "goede wacht" werd de 8e Juni 1627 door Franchois Lambrechtsz, passementwerker, overgedragen aan Pieter Joli, passementwerker, belend aan de Westzijde door Thomas Bagnael, Engelsman, aan de Oostzijde door Warner Carstensz., metselaar (Kw. G, fol. 155vo).

Heremiet, De - Overgedragen: een tuin en erf op de Lauriergracht, " eertijts Kaetbaenspadt geweest synde", genaamd "de heremyt" met een "speelhuysgen ende twee woningen daer vooren op staende" (Kw. 36, fol. 339, d.d. 11-5-1615) – Het complex lag aan de Zuidzijde van Lauriergracht, thans genummerd 73-75-77 – Zie: "het Turkse hoofd", "de Turkse keizer", de "Turkse-Keizerspoort" in dl. I van dit werk, blz….

Hertenhoofd, Het - Looiersstraat, "in therte hooft" (Begr.register Weeskamer 2, Westerkerk, d.d. 30-9-1623).

Hertog van Gelder, De - Overgedragen aan Hercules Pietersz, schilder[43], een huis en erf op de Lindengracht, "daer den Hertoch van Gelder in de gevel staet (Kw. 39, fol. 382, d.d. 14-5-1619).Thans: Lindengracht 61. – Zie: "het grotehuys" (R.A. 2163, fol. 193, d.d. 11-1-1618) – Het huis, waar "de hertog van Gelder" in steen was te zien. Laatstbedoeld perceel noemde men ook "het grote huis" – Reeds de 5e Mei 1616 werd, bij een overdracht in de Goudsbloemstraat, als achterbelending, een "Hartoch van Gelder" vermeld (Kw. 37, fol.209) – Zie het vorige artikel, "het wapen van Terschelling", Lindengracht en dl. I van dit werk, blz…..

Hertog van Holstein, De - Goudsbloemstraat, "inden hartoogh van Holst" (D.T.B. 1146, d.d. 26-4-1626) – Goudsbloemstraat, waar "de Hartoch van Holsteyn uythangt …… zijnde twee wooningen onder een dack met een ganck ter zyden" (R.A. 2166, fol. 184, d.d. 25-1-1631).

Hertog van Holstein, De - "…….kerckstraet, in de hertoogh van holsteyn" (D.T.B. 1153, d.d. 14-9-1661).

Hertog van Holstein, De - Looiersgracht, "naest de hartoch van Holsteyn, op de noort sy, naest de brandewynshuys" (D;.T.B. 1150, d.d. 31-1-1655).

Hertog van Holstein, De - Tuinstraat, "verby de dwarstraet, over de Hartoch van Holsteyn (D.T.B. 1158, d.d. 23-1-1670).

Hertog van Koerland, De - Anjeliersgracht."verby de fiolotte-straet, naest de Hartoog van Koerlant" (D.T.B. 1155, dd. 18-9-1664).

Hertog van Koerland, De- Anjeliersstraat, "tegenover de Hartog van Koerland, na de Prinsegracht" (D.T.B, 1152, d.d. 21-8-1658).

's Hertogenbosch Elandsstraat, "by shertigenbosch" (D.T.B. 1145, d.d. 17-9-1617) – Reeds in 1604 stond op het Margretepadt een huis, "daer Sarogenbosch plach uyt te hangen"(Kw. 25, fol. 124vo, d.d. 5-5-1604) en in 1606 is op hetzelfde pad sprake van "by "by 's Hertgenbosch" (Begr. register Weeskamer nr. 45, Cathuysers, d.d. 2-10-1606). Identiteit kan niet aangewezen worden. Zie: "het Raadhuis van 's Hertogenbosch", de "Gang van 's Hertogenbosch"en dl.I van dit werk, blz. …..

Hertsoorn, De - Bloemstraat, "by de Hartzhoorn" (D.T.B. 1146, d.d. 21-2-1621) – Een bekend uithangteken bij drogisten (Van Lennep en Ter Gouw, Uithangteekens, dl. I, blz, 95).

Hertshoorn, De - "……..Hilke Douwes in de Egelantiersstraat, "Corn. Jansz. Inde Hardthoorn"(Kohier van 1631, blz 44, nr. 227).

Hertshoorn, De - Tuinstraat, "byt hertzhoorn" (D.T.B. 1146, d.d. 31-3-1623).

Hessel's huizen Begraven op het Karthuizers-kerkhof: "Lysbeth Lenerts, op de Lindegraft, in Hessels huysen" (D.T.B. 1145, d.d. 26-9-1617). Het Begr. register Weeskamer nr. 45, Cathuysrs, waarin dezelfde begrafenis genoteerd staat, voegt er aan toe: "Geen goet gebleven; daervan Hessel Arentsz. De Melander, de gebuyre van de overleden, verklaerde goede kennisse te hebben; ergo geen bewys gedaen". Hessel de Melander was in 1614 eigenaar van een huis op de Lindengracht-Noordzijde, even beoosten de 2e Goudsbloemdwarsstraat (Kw. R, fol. 107vo, d.d. 6-6-1641) – "Lynthken Jans, wed. Antonij Coppens woonende op de Lijndengracht in Hesselshuysen, in dwazen strijdt staende met Trijn Gerryts, woonende in d'Eglentiers dwersstraet", zal worden ontboden. (Protocollen-Kerkeraad, dl IV, fol. 437, d.d. 20-8-1620, Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam).

Hoed, De - "Boele Jans, hoedemaker, inde boomstraet, in de hoet"(D.T.B. 1146, d.d.13-11-1625). Breen vermeldt een Hoedemakersgang, Boomstraat "bij de Karthuizers". Geen verdere aanduiding (Gangenlijst, blz. 156)

Hoed, De groene - Begraven op het Karthuizers-kerkhof: "David Baerts, alias Bus, in de Roosestraety, naest de groene hoet" (D.T.B. 1146, d.d. 1-10-1619) – Het huis Rozenstraat-Zuidzijde, waarin David Baerts, Bos, Bus of Buys het beroep van vermiljoenbrander uitoefende, was hem pas een klein half jaar voor zijn dood opgedragen. Aan de Oostzijde werd het belend door Baltesar Jansz. Palm, hoedemaker (Kw. 39, fol. 353, d.d. 23-4-1619). Laatstgenoemde zal dus "de groene hoed" als kenteken hebben gebruikt. Bij executie verkocht aan Marten Loten: "de helft van een huis en erf in de Rozenstraat, "daer de groene hoed uythangt", belend aan de Westzijde door David Bos[44] (R.A. 2166, fol. 141, d.d. 27-1-1622) – "….. opt endt van de voorstraet, inde groene hoet" (D.T.B. 1130, d.d. 16-7-1648) – "……roosestraet voorby de tweede dwarsstraet,achter de groene hoet" (D.T.B. 1163, d.d. 11-1-1680) – Breen vermeldt een Hoedjesgang, Rozenstraat 119 (numnmering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 156)[45] – Zie: dl. I van dit werk, blz. …,… en ….

Hoed, De oranje - Bloemstraat, "by dorange hoet" (D.T.B. 1146, d.d. 18-7-1623) – Bloemstraat, "in een gangetge, achter de oraignen hoed" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Westerkerk, d.d. 3-2-1624) – Zie; "de oranje vilt".

Hoed, De witte - Egelantoersstraat, "by de witten hoet" (D.T.B. 1146, d.d. 21-2-1622).

Hoed, De zwarte - Anjeliersgracht, "byden swarten hoet" (D.T.B. 1146, d.d. 20-11-1624)

Hoed, De zwarte - Bloemgracht, "voorby de wteede bruch, naest de swartehoet". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657=1673, d.d. 14-12-1659).

Hoed, De zwarte - "…….noortsy van de negelantiersgraft, tusschen de twee eerste bruggen, inde swarte hoedt" (D.T.B. 1155, d.d. 25-9-1664). Zie: de "Hoedenmakersgang", Egelantiersgracht.

Hoedbanden, De - Lindenstraat, "in de hoedbanden" (D.T.B. 1146, d.d. 29-2-1628).

Hoeden, De drie - Egelantiersstraat, "by de drie hoeden" (D.T.B. 1146, d.d. 15-4-1622).

Hoeden schoon te maken Palmstraat, "tegenover de Hoede schoon te macken" (D.T.B. 1152, d.d. 6-10-1658) – Palmstraat, "over de oude hoedenschoonmacker" (D.T.B. 1153, d.d. 26-1-1661) – Breen vermeldt een Hoedemakersgang, Palmstraat 90 (nummering van 1796), Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 156).

Hoefijzer, het vergulde - "Dirck Henricksen, kramer, woont op de rosegraft, int vergulden hooffyser" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 11-11-1644) – Hoofdijzer?

Hoefijzers, De drie - Lindenstraat, "naest de drie hoeffijsers" (D.T.B. 1145, d.d. 23-11-1617).

Hoeken , De drie - Rozenstraat, "by de drie hoecken" (D.T.B. 1146, d.d. 21-8-1622).

Hof, De groene - Rozenstraat, "in de groene Hof" (D.T.B. 1154, d.d. 17-2-1662).

Hof van Zeeland, Het - "……….op de hoek van de kest loyers dwaers straet, int Hof van Zeeland" (D.T.B. 1150, d,d, 13-12-1654) – Thans: Elandsgracht 91 – Zie "de zwarte arend", "het wapen van Zeeland", Elandsgracht en dl. I van dit werk, blz. …..

Hollander, De geboren - Bij executie verkocht: een huis en erf, Bloemstraat-Noordzijde, "daer de geboren Hollander uythangt" (R.A. 2165, fol. 215vo, d.d. 1-2-1628) – Ter orientatie diene het volgende. Van Oost naar West stonden in de Bloemstraat-Noordzijde naast elkaar: de geboren Hollander, in 1622 als westelijke belending genoemd van "het avontuur.Eigenaar was toen Joseph Jansz., alias geboore Holland" (R.A. 2167, fol, 217vo, d.d. 26-1-1622), het avontuur, de 126e Jan. 1622 bij executie verkocht aan Harman Hendricksz. , kramer belend aan de Westzijde door Jaspik Jansz., aan de Oostzijde door Albert Philipsz., "geleerde cramer".Het had toebehoord aan Pieter Cornelisz., linnenwever. (Id.) de geleerde cramer". (Id.) de drie kronen, in 1625.genoemd als het voorhuis van drie achterhuizen.Lenden aan de Westzijde was Albert Philipsz. (R.A. 2165, fol. 133, d.d. 1-1-1625)- Zie; "de gekroonde burger".

Hollandse Tuin, De - Anjeliersgracht, "naest d'Hollantse tuyn" (Begr.register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 7-11-1624).

Hollandse Tuin, De - Anjeliersstraat, "by de Hollandsche tuyn" (D.T.B. 1146, d.d. 15-10-1624) – Van Lennep en Ter Gouw vertellen, dat er in de 17e eeuw "een vermakelijke herberg van dien naam"was in de 2e Anjeliersdwarsstraat (Uithangteekens, dl. II, blz. 194).

Hollandse Tuin, De - Egelantiersstraat, inde Hollandsche tuyn" (D.T.B. 1146, d.d. 8-10-1628).

Hollandse Tuin, De - Bij executie verkocht: een huis en erf in de Looiersstraat, "daeer de Hollndsche Tuyn uythanght'. Laatste eigenaar was Pieter van Campen, fortificatiemeester (R.A. 2166, fol.269vo, d.d. 26-1-1636) – Bij executie verkocht: een huis en erf in de Oude Looiersstraat-Zuidzijde, het derde his beoosten de Looiersdwarstraat, vanouds genaamd "de Hollandsche tuin" (R.A. 2175, fol. 240vo, d.d. 16-1-1712).

Hollandse Tuin, De - Palmstraat, over de holanse tuyn, by de baengraft"(D.T.B. 1151, d.d. 3-11-1655).

Hollandse Tuin, De - Rozengracht, "over de Hollandsche tuyn"(D.T.B. 1146, d.d.23-9-1625).

Hollandse Tuin, De - Tuinstraat, "inde Hollantsche tuyn"(D.T.B. 1146, d.d. 29-11-1625)

Hond in de pot, De - Goudsbloemstraat, "in de homnt in de pot"(D.T.B. 1151, d.d. 28-5-1656) – Breen vermeldt een Hond-in-de Potsgang, Goudsbloemstraat 143 (nummering 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 156).

Hond, De witte - Laurierstraat, "inde witte hondt" (D.T.B. 1146, d.d.20-10-1628).

Hoofd, Het gouden - De kinderen en erfgenamen van Jacob Anthonisz. Van Loenen, secretaris in Diemen, hebben verkocht aan Frans Jacobsz. van Loenen, chirurgijn, een huis en erf op de Elandsgracht-Noordzijde, "daer het gulden hooft uytsteeckt", strekkende voor van de straat tot achter aan het "Delverssteechgen"(Huisverk. Weeskamer VI, fol. 119, d.d. 25-1-1625) – Zie "het walvisbeen"en dl I van dit werk, blz. ……

Hoofd, Het Turkse - Lauriergracht, "int turcksche hooft" (D.T.B. 1146, d.d. 27-7-1619) – Zie: "de heremiet" en "de Turkse keizer".

Hoofd, Het vergulde - Bloemstraat, "int vergulde hooft" (D.T.B. 1146, d.d. 29-4-1624)

Hoofd, Het Wormer - Prinsengracht-Westzijde,"daert Wormer hoofft in de gevel staet"(R.A. 2165, fol. 30, d.d .8-1-1619) – Het "Wormer Hoofd"stond in de nabijheid van de Reebrug (Willige verk. VIII, fol. 70vo, d.d. 4-1-1621) .

Hoofd, Het zwarte - Goudsbloemstraat, "int swart hooft"(D.T.B. 1146, d.d. 16-1-1625) – Zie: "het moriaenshoofd", Goudsbloemstraat.

Hoofdijzer, Het vergulde - Zie: "het vergulde hoefijzer".

Hoop, De - "…… nieuwe angeliersstraet[46], in de hoop"(D.T.B. 1154, d.d. 3-4-1662).

Hoop, De - Bloemstraat, "daer de Hope uythangt" (Kw. B, fol. 15, d.d. 17-3-1625) – Zie: dl. I van dit werk, blz. …..

Hoop, De - "…..op de suytsij van de eglanoersgracht, naest de kraen; de hoop staet boven de deur" (lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem.te A'dam, 1657-1673, d.d. 13-12-1665).

Hoop, De - Hendrick Jacobsz, goudleermaker, en zijn vrouw ElsgenMichiels, maken hun testament.Zij wonen "Corte tuynstraet, daer de hoop uythangt (Goudleerdossier, De Roever, blz. 4, d.d. 22-7-1644).

Hoop, De - Zal geveild worden: verwerij "de Hoop", Looiersgracht bij de Passeerdersstraat[47] (Adv. Amst. Crt., 20-5-1760.Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 110).

Hoop, De - Palmgracht, "in de hoop, tegenover rapenhof" (D.T.B. 1154, d.d. 3-8-1662) – Van Arkel en Weissman: "De gevelsteen Palmgracht 33 verbeeldt de figuur der hoop. Daarbij staat: De Hoop" N.H.Oudheden, 6e stuk, blz. 69) – De steeen is er nog.

Hoop, De - "…… inde ouwe tiggelstradt, in de hoop" (D.T.B. 1169, d.d.6-8-1703)

Hoop, De - Tuinstraat, " besyden de hoop" (D.T.B. 1146, d.d. 17-11-1623).

Hoop, De goede - Hazenstraat, "inde Goede Hoop, by de Haesedans" (D.T.B. 1152, d.d. 7-10-1657).

Hoop, De gouden - Elandsgracht, "inde gulde Hoop" (D.T.B. 1146, d.d. 15-11-1627).

Hoop, De rode - "Wordt bekent gemaekt, dat men met hetbegin van de aenstaende maendNOvember in de nieuwe brouwerij de roo Hoop, vooraen op de Lauriergraft, sal beginnen te brouwen wit, soet en bitter, alsmede bryn, bitter en zoet bier ……." (Adv. Amst. Crt 20-10-1691, boek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 273). – Op de Lauriergracht 118 staat een pakhuis, bekend als "de Hoop". De steen vermeldt het jaartal 1650 (P.A. an de Linden Vooren, De Lauriergracht. Ons Amsterdam, 4e jrg., 1952, blz. 20. Zie ook: Van Arkel en Weissman, N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 53). Het is mogelijk, dat dit pand identiek is met "de rode hoop", wanneer men "vooraen" opvat als" bij de Lijnbaansgracht. In de 17e eeuw was deze wijze van uitdrukken op het nieuwe werk niet ongewoon.[48]

Horendrager, De - Anjeliersstraat, over de stetyn, inde horndraeger"(D.T.B. 1153, d,d, 12-6-1661).

Houwmessen, De twee- "……..loyersdwesrstraet[49], bezyden de 2 houmessen"( D.T.B. 1146, d.d. 15-6-1623). – Identiek met "het huidenvetterswapen"en "de twee snijmessen", zie dl I van dit werk, blz. ….

Huidevetterswapen, Het - Cornelis Lambertsz., caffawerker, wonende "Loyers dwersstraet, naest het huyvetterswaepen" (Protocollen-Kerkeraa, dl. V, fol. 159, d.d. 21-12-1623. Arch. Ned.Herv. Gem. A'dam). Ideniek met "de twee houwmessen"en "de twee snijmessen".

Huis, Het blauwe - Egelantiersstraat, ïntblau huys, byde Schans"(D.T.B. 1146, d.d. 1-10-1626).

Huis van Bohemen, Het - Elandsstraat, "byt huys van bohemen"(D.T.B. 1146, d.d. 11-2-1624).

Huis, Het grote - Bij executie verkocht: een huis en erf op de Lindengracht,waar "den hertoch van Gelder" uithangt, bekend aan de Ooostzijde door "'tGrotehuys" (R.A. 2163, fol.193, d.d. 11-1-1618) – Lindengracht, "in grotehuys" (D.T.B. 1153, d.d. 28-11-1659) – Het "grote huis"was identiek met het huis waar "de hertog van Gelder"in de gevel stond. Hier woonde Hercules Segers in de jaren 1619-1631. Zie "de hertog van Gelder", "het vallende water"en de "Valwatersgang".

Huis te Kleef, Het - "……. Korte tuynstraet, naest het huys te Kleef"(D.T.B. 1153, d.d.27-12-1659).

Huis ter Lucht, Het - Looiersstraat, "int huys ter lucht" (D.T.B. 1153, d.d. 25-4-1660) _ Bij exectie verkocht: een huis en erf, Looiersstraat-Zuidzijde, Westerhoek van de 1e Looiersdwasstraat, "daer 't huys terlucht uythant"(R.A. 2170, fol. 236, d.d. 31-1-1665).

Huis van Nassau, Het - 1e Lindendwarsstraat, "onder thuys van Nasow"(D.T.B. 1154, d.d. 18-10-1663) – Zie: "het Wapen van Nassau"en lijst van straat- en grachtnamen op het nieuwe werk (dl.II van dit werk) op: 1e Boomdwarsstraat.

Huis van Nassau, Het - Looiersgracht-Noordzijde, "int huys van Nassau (D.T.B. 1152, d.d. 2-6-1658).

Huis, Het onafgemaakte(?) - Hazenstraat, "byt ongemaeckte huys"(DT.B. 1146, d.d. 10-3-1623).

Huis d'Popta Een pakhuis, Brouwersgracht 213 – Zie dl. II van dit werk, blz, ….

Huis, Het zwarte - Laurierstraat, "byt swarte huys"(Begr. register Weeskamer, nr. 2, Westerkerk,d.d. 18-7-1621).

Huis, het gebreide(?) - "……angeliersdwarsstraet[50], over gebraeyt huysie (D.T.B. 1153, d.d. 6-12-1661).

Huizen,De Oostindische - Lindengracht, "in d'Oostindische huyssen"(D.T.B. 1146, d.d. 22-11-1622).

Ieperen Abram van Ypperen, inde kerckstraet, in Ypperen (D.T.B. 1146, d.d. 6-4-1634).

Indigo-ton, De - Huis met dubbele gevel, Lauriergracht-Zuidzijde, tussen Hazenstraat en Lijnbaansgracht, genaamd "de Idigoos Ton"(1886). Op de plaats van dit pand vindt men thans het R.K. Jongens-Weeshuis (Ons Amsterdam, 6e jrg., 1954, blz. 75).

Jezuiet, De - Bij executie verkocht: een huis op de Lindengracht, waar "de Jesuyt" boven op de gevel staat, belend de Lindendwarsstraat aan de Westzijde (R.A. 2166, fol. 120, d.d. 31-1-1632).

Job Overgedragen: een huis op de Lijnbaansgracht, "daer Job in de gevel staet, met de plaats en passeerderije daer ter zyden", belend een sloot[51], "desen huyse halff toebehoorende"aan de Zuidzijde (Kw. 43, fol. 225vo, d.d. 31-7-1623) – Het gevelbeeld was waarsch. aangebracht door de eigenaar, Job Adriaensz., zeemleerbereider , aan wie het huis c.a. de 29e Juli 1617 was overgedragen (Kw.38, fol. 332vo.) – Zie dl. I van dit werk, blz. ….

Job op de mesthoop Driehoekstraat, over Jop op de mishoop" (D.T.B. 1158, d.d. 26-1-1670).

Jonas Goudsbloemdwarsstraat, "tussen de twede en derde dwarsstraet in jonas" (D.T.B. 1155, d.. 5-10-1664) – Bij Coorengel: "De profit Jonas", Goudsbloemstraat 130 (Huisnamenlijst, blz. 160) – Breen vermeldt en Jonasgang, Goudsbloemstraat 131 (Gangenlijst, blz. 158). Thans verdwenen –Zie: "Jonas in de walvis".

Jonas Lindengracht-Noordzijde, waar "Jonas"in de gevel staat. (Kw. W., fol. 115vo, d.d.9-8-1646) – Overgedragen aan Coenraad Abrahamsz. van Nuys, mr. Kuiper, een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde,waar "Jonas" in de gevel staat (Kw. 4G, fol. 49, d.d.2-5-1714). Waarschijnlijk woonde Coenraad op het tijdstip van de overdracht reeds in dit perceel, waar hij, tot zijn dood, het beroep van kuiper uitoefende. Hij stierf in 1730, zijn vrouw, Aagje Pieters, ± 1736. Zij hadden drie kinderen: Abraham, Geertruyd en Jannetje. Laatstgenoemde was in 1711 getrouwd met Andries Jordaen, "distelateur", wonende "aant Cathuyserskerkhof", zoon van Jan Jordaen (D.T.B. 547, fol. 89vo, d.d. 2-5-1711); D.T.B. 993, d.d. 17-5-1711). De 9e Mei 1736 machtigden Weesmeesteren Andries Jordaen, wiens vrouw intussen was overleden, het recht waar te nemen voor zijn minderjarige dochter Aagje Jordaen, teneinde met en benevens andere geinteresseerden publiek te verkopen het huis op de Lindengracht-Noordzijde, het zevende huis van de laatste dwarsstraat, waar "Jonas in de gevel staat (Register van voogdij, fol. 147). De 5e Juli 1736 werd het huis, "zijnde van stadswege afgekeurt", door Abraham van Nuys, Geertruyd van Nuys en Andries Jordaen, de laatste optredende voor zijn dochterAagje, overgedragen aan Simon van Swieten (Kw. 5E, fol. 178; zie ook: Protoc.not. Hendrik de Wilde, nr. 6536, d.d. 6-6-1730); Inbrengregister Weeskamer nr. 49, fol. 39vo) – Breen vermeldt een Jonasgang, Lindengracht 268-272, ook genoemd Janusgang, later St. Jorisgang (Gangenlijst, blz. 157, 158, zie ook: Atlas Loman 1876, buurt QQ). Thans verdwenen.

Jonas in de walvis Goudsbloemstraat, "naest melckmaeyse, boven Joonys in de Walvys" (D.T.B.1154, d.d. 10-12-1662). Zie: "Jonas", Goudsbloemstraat.

Jonathan Anjeliersgracht, "naest Jonetham"(D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664). – Breen vermeldt een Jonica'sgang, Anjeliersgracht 146 (Gangenlijst, blz. 158). Thans verdwenen. Verbastering?

Jordaan, De - Gedoopt: "Lysbeth sickes, bejaarde dochter, woont op de Lindegracht by pieter sickes op de kamer, inde Jordaen; aengegeven van sytze sickes" (Lidmatenboek Doopsgez.Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1655. Gepubliceerd door mr.H.F. Wijnman in Amstelodamum 1928, blz. 43) – Lindengracht, "vooraen inde Jordaens (D.T.B. 1157, d.d. 6-12-1668) – Waarschijnlijk wordt in de laatst aangehaalde tekst de Jordaansgang of Jordanengang bedoeld, die nog bestaat onder de naam Scheepjesgang, Lindengracht tussen de nrs. 80 en 86 (Breen Gangenlijst, blz. 158, Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943).

Kaarsen, De drie Antwerpse - Laurierstraat, "naest de 3 Antwerpsche keersen"(D,T.B. 1146, d.d. 21-10-1620).

Kaarsen, De vijf - Overgedragen: een huis en erf in "de Lavenderstate[52], achter de vijff kaerssen (Huisverk. Weeskamer VI, fol. 61, d.d. 20-10-1623).

Kaarsemaker, De Hollandse - Egelantiersstraat, "verby de eerste dwarsstrat, inde Hollandsche Kaersemacker"(D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664).

Kaart, De vergulde - Bloemgracht-Zuidzijde, "daer de vergulde kaert uythangt" (Willige verk. VI, fo. 87, d.d. 15-1-1619).

Kaartblad, Het gekroonde - Lauriergracht, int gecroonde kaertebladt"( (D.T.B. 1146, d.d. 6-8-1623).

Kaatsbal, De - Elandsstraat-Noordzijde, "daer de caetsbal plach uyt te hangen" (Willige verk. IX, fol. 102, d.d. 27-1-1625). Breen vermeldt een Kaatsballengang, Elandsstraat 154-156 (Gangenlijst, blz. 159). Thans verdwenen. – Zie: dl. I van dit werk, blz. ….

Kabas, De - Lindenstraat-Zuidzijde, "daer de Kabas aen 't poortgen staet"(R.A. 2167, fol. 79, d.d. 21-1-1629).

Kabel, De - Anjeliersstraat, "inde cabel" (D.T.B. 1146, d.d. 23-2-1627).

Kachelstene, De drie - Bij executie verkocht: een huis en erf in de Boomstraat, "daer de drie cachelstene uythangen", belend door Jan Jacobsz.,"monnick"aande Westzijde en Claes "int Haentgen" aan de Oostzijde, strekkende voor van de straat tot achter aan het huis van Willem Gerritsz, "hechtemaecker" (R.A. 2163, fol. 158, d.d. 1-2-1617) – Zie: "de Engelse haan"en "de rode haan", Boomstraat, "de vier heemsklinderen", Anjeliersgracht, en "de monnik".Boomstraat.

Kalf, Het bonte - Palmstraat, "naest de bonte kalf" (D.T.B. 1153, d.d. 26-9-1660).

Kalf, Het vergulde - Eerste Laurierdwarsstraat, "naest het vergulde kalff" (D.T.B. 1154, d.d. 12-1-1662).

Kalf, Het vergulde - Lindenstraat, int vergulde kalf" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 6-12-1662) – Misschien bestaat er verband met het volgende: Lindenstraat "over de slager" (D.T.B. 1153, d.d. 24-12-1661).

Kalfshoofd, Het - "……Lavendelstraet, besyden het calfshooft" (D.T.B. 1145, d.d 9-10-1617).

Kalkmeter, De - Overgedragen: een huis in de "Lavendelstraet, daer de Calckmeter in de gevel staet", belend aan de Noordzijde door Claes Orgel (Kw. A, fol.181, d.d. 14-6-1624) - De 26e Aug. 1617 was aan Willem Wichertsz, "calckmeeter, overgedragen een erf, liggende in de "Lavendelstraet, belend door Claes Orgel, timmerman, aan de Noordzijde(Kw. 39, fol.1, d.d. 26-8-1617).

Kalkmeter, De- Passeerdersstraat, "inde kalckmeter" (D.T.B. 1146, d.d..9-11-1627).

Kalkoen, De - Bloemgracht, "over de ververij van de kalkoen" (D.T.B. 1154, d.d. 8-3-1663) – Bloemgracht, "aen de noortsy, verby de kalkoen, daer stat een vroemoersbortie"(D.T.B. 1157, d.d. 10-3-1668) – Eigenaar van de ververij "de kalkoen" was Claes Calkoen (Maandblad Amstelodamum, 1918,blz. 84)- Nog in 1782 werd er in "de kalkoen"een lakenververij gedreven (Adv. Amst. Crt. 22-12-1781. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 160) – Van Arkel en ..Weissman: "Boven het poortje Bloemgracht 134 staat een 18e eeuwsche gevelsteen met een kalkoen en D. Calkoen" (N.H. Oudheden, 6e druk,blz. 15). – De panden 134 en 136 werden in 1903 afgebroken. In de gevel van het nieuwe gebouw, dat voor de twee huizen in de plaats kwam, herplaatste men de oude steen, die wel uit de 17e eeuw zal dateren. Er bestaat een afbeelding van het huis "de kalkoen", in 1902 door H.J.Misset vervaardigd. De aquarel bevindt zich in de Atlas van Amsterdam van het Kon. Oudheidk. Genootschap.

Kam, De witte - "Jannete …….[53] in de Boomstraat in de witte kam, tot de schoolmester; daer blijft 1 kint nae" (D.T.B.1153, d.d. 3-3-1660; doorgehaald) – Een schoolmeester, wonende Boomstraat, wordt ook in de volgende aantekening genoemd: "Saertie Jans, ten huyse van Jeremias, vooraen in de Boomstraat, tot de schoolmeester, 1 kint" (D.T.B. 1153, d.d. 4-1-1660).

Kampen, Deventer en Zwolle "….inde eerste angeliersdwarsstraet, boven Campen, Deventer en Swol" (D.T.B. 1158, d.d. 9-1-1670).

Kampertoren. De - Anjeliersstraat, "tegenover de fiolettenstraet, naest de campertooren (D.T.B. 1154, d.d. 29-10-1662) – Thans: Anjeliersstraat 23. In 1935 hetbouwd (E. van Hoten, Amsterdamsche merkwaardigheden, A'dam 1943, bl. 38.Afbeeldingen van het perceel vóór en na de verbouwing tussen de blz. 38 en 39) – Het huis er naast, aan de Westzijde, heette "de Lijmpot".

Kandelaars, De drie wijnverlaters Boomstraat, ": in de drie wynverlaters kandelaers"(D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664).

Kannen en kruiken "…….inde Boomstraat, bezyen kannen en kruycken" (D.T.B. 1146, d.d. 31-1-1618)[54].

Kanten, De bonte - Lindengracht, "tegenover de Catguysers, daer de bonte kanten uthangen (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d.19-12-1642).

Kantoorlamp, De brandende - "Tjomme Wielsma, meester blikslager, woond op de Prinsegragt tusschen de Blomgragt en Nieuwe Lelystraet, maekt bekent aan alle heeren, als dat hy nog continueert te maken comptoirlampen, die zonder damp branden, zeer comoood op comptoiren gebruyk te werden. Die van dezelve gelieft gediend te zijn, of vuijle lampen zouden willen laten schoonmaken, en nieuwe pitten daerin, addresseeren zich by gemelde Wielsma, daer de brandende comptoirlamp voor de deur staet"(Adv. Amst. Crt 15-01-1743. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 118).

Kantoormuts, De - Leliestraat, "onder de kantoormuts" (D.T.B. 1153, d.d. 27-9-1661)

Kathuizer, De jonge - Boomstraat, "boven de jonge katuyser" (D.T.B. 1149, d.d. 12-1-1650).

Kathuizers, De grote - Een herberg (17e en 18e eeuw), staande tussen (nieuwe) Tichelstraat en Lijnbaansgracht. Thans: kerk der Capucijnen. Zie: dl I van dit werk, blz. …

Kathuizers, De kleine - Een herberg (17e en 18e eeuw) staand aan de Noordzijde van de Kathuizersstraat, tegenover het Weduwenhof – Zie: dl I van dit werk, blz. … en dl II, blz. …..

Kathui\ers, De kleine - "……..inde nieu Lelydwarsstraet, byde cleijne cattuysers"(D.T.B. 1146, d.d. 24-5-1622) – Hoekhuis? Zie het volgende artikel.

Kathuizers, De kleine - "……..in de nieu Lelystraet, byde cleyne cattuysers (D.T.B., 1146, d.d. 8-5-1622). Hoekhuis? Zie het vorige artikel.

Kathuizers, De nieuwe - Een andere naam voor "De Kleine Karthuizers", Karthuizersstraat.

Karthuizer, De nieuwe - "……nieuwe Lelystraet aent ent, nae de schans, naest de nieuwe kathuysers'.

Karthuizers, De nieuwe - "………nieuwe Lelystraet aent ent, nae de sdhans, naest de nieuwe katuysers (D.T.B. 1149, d.d. 23-8-1650).

Karthuizers, De oude - Een oudere naam voor "De Grote Karthuizers".

Karthuizers-klooster, Het - Nieuwe Leliestraat, voorbij de laatste dwarsstraat, naast het "Carthuysersclooster"(R.A. 2167, fol. 248vo, d.d. 26-1-1656) – Nieuwe Leliestraat-Noordzijde in het laatste park, eertijds genaamd "Karthusersklooster", waar nu "Schenckenschans"uithangt (R.A. 2169, fol. 163vo, d.d. 18-1-1657).

Kastanjeboom, De - Anjelietrsgracht, "aen de zuytzy, voorbyde derde brugh, by de karstengeboom"(D.T.B. 1154, d.d. 5-11-1662).

Kasteel Belijn Egelantiersstraat, "verby de 2 dwarstrat, naest kastel belyn"(D.T.B. 1153, d.d.3-7-1661) – Zie: de "Kasteelsgang".

Kasteel Bellijn Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, waa "de oude Prins Wilhelmus: voor geschilderd staat en "Kasteel Bellyn"uithangt (R.A. 2169, fol. 34vo, d.d. 23-1-1655)[55].

Kasteel Bouvraige Nieuwe Leliestraat, "verby de twede dwarsstrat,intcasteel van bouvraige" (D.T.B. 1154, d.d. 30-5-1668).

Kasteel van Ormes. Het - Lindengracht," int kastel van Ormes"(D.T.B. 1152, d.d. 19-6-1659)

Kasteel van Rome, Het - Rozengracht, "aen de suytsy, naest kastel van roemen" (DT.B. 1150, d.d. 13-12-1654).

Kastje, Het glazen - "………inde angeliersdwersstraet, byt glasen casgen" (D.T.B. 1146, d.d. 15-2-1618).

Kastje, Het groene - Egelantiersstraat, "naest het groen casgen" (D.T.B. 5-3-1634).

Kat, De - Anjeliersgracht, "inde kat"(D.T.B.. 1153, d.d. 2-11-1661) – Anjeliersgracht, onder de kat, byde beschuytbackery van de leew" (D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664) – Zie; "de grauwe kat".

Kat, De -‘ " ….. in de Laurierscruysstraet, naest de Catt" (D.T.B. 1146, d.d. 20-11-1620)[56] – "…… in de Looyersstraet, over de cat (D,T.B, 1146, d.d. 3-1-1623) – Het huis "in de kat" stond: Looiersstraat-Noordzijde opde Westerhoek van de tegenw. 1w Looiersdwarsstraat, thans nr. 8B. Als eigenaar wordt genoemd Jan in de cat, kramer (Kw. 37, fol. 181vo, d.d. 26-4-1616, id. 42, fol. 121vo, d.d. 26-5-1622) – Zie :" de kat in de speld" en dl.an dit werk. Blz. …

Kat, De grauwe - Anjeliersgracht "aen de noortsij, verby de wtede brugh, inde graeuwe kat" (D.T.B. 1154, d.d. 4-3-1663) – Zie: "de kat". Anjeliersgracht.

Kat met de speld, De - "….loyers kruys straet, inde vergulde kerfbijl, over de kat met de spelt" (D.T.B. 1150, d.d. 7-4-1654) – Zie: "de kat", 1w Looiersdwarsstraat, hoek Looiersstraat.

Kat met de uil, De - Laurierstraat, "verby de laste dwarsstraet, over de kat met de uyl" (D.T.B. 1150, d.d. 13-2-1654).

Katwijk aan Zee Overgedragen door kapitein Cornelis Adriaensz. Catwijck aan Albert Burchertsz., wijnkoper, een huis en erf, Egelantiersgracht-Zuidzijde, "daer Catwyck op zee tegenwoordich uythangt" (Kw. V, fol. 204, d.d. 3-3-1645).

Kazen, De drie - "Gerrit Hendricksz., schoenmacker, in de Lavendelstrate, achter de dry casen" (Protocollen-Kerkeraad, dl.V, fol. 194, d.d. 18-4-1624, Arch. Ned.Herv. Gem. A'dam).

Kazen, De drie Edammer - "……..aent ent van de angelierstrat, naest de 3 edammer kasen". (D.T.B. 1154, d.d. 7-9-1662).

Kaen, De drie Oostfriese - "…… op de hoeck van de palmdwarsstraet, tegenover de 3 Oostvriese kasen" (D.T.B. 1154, d.d. 4-10-1662) – Breen vermeldt een Drie-Ka\wngang, Palmstraat 63. Zij heette later Drie Kaarsengang (Gangenlijst, blz. 149). In de Atlas Loman, 1876, buurt QQ, heet zij Drie-Kaartengang. Zij liep aan de Oostzijde van nr. 65. Huis en gang zijn thans verdwenen.

Keizer, De Turkse - Bij executie verkocht: drie woningen en erven met een tuin "en een woningsken daerin staende, gelegen op de Lauriersgrafft, daer doemaels de Turckse Keyser uythingh" (R.A.2168, fol. 153, d.d. 22-1-1628) – Zie: "de heremoiet", "het Turkse hoof" en de "Turckse-Keizerspoort".

Keizer, De Turkse - 2e Leiliedwarsstraat, "over de turckse kaeyser" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664) – Hoekhuis?. Zie het volgende artikel.

Keizer, De Turkse - Leliestraat, "over de turckse keyser, boven de komeny" (D.T.B. 1155, d.d. 5-10-1664) – Hoekhuis? Zie het vorige artikel.

Keizershof, Het nieuwe - Overgedragen: een huis en erf in de "Lavendelstraet, genaemt 'tnieue Keysershoff (Kw. 40, fol.121vo, d.d. 24-1-1620) – Thans:1e Rozendwarsstraat 11. Zie: dl. I van dit werk, blz. ….

Kerfbijl, De - Lindengracht, "besyden de kerfbyl" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgz. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1624).

Kerfbijl, De - Tuinstraat, "verby de eerste dwarsstraet, over de kerfbyl (D.T.B.1154, d.d. 20-1-1662).

Kerfbijl, De vergulde - Egelantiersgracht, "boven de vergulde kerfbyl, tussen de leste bruch ende baengraft" (D.T.B. 1150, d.d. 28-11-1652).

Kerfbijl, De vergulde - "......... loyers kruys straet, inde vergulde kerfbyl, over de kat met de spelt" (D.T.B. 1150, d.d. 7-4-1654).

Kerk, De Antwerpse - Laurierstraat, "over de Antwerpse kerk" (Begr.register Westerkerk nr. 2, Westerkerk, d.d. 29-6-1621).

Kerk van Deventer, De grote - "…….eerste angeliersdwarsstraet inde grote kerck van deventer(D.T.B. 153, d.d. 29-6-1631).

Kerk van Diemen, De - zie Diemerkerk, De –

Kerk van Diemen, De - Efelantiersstraat, "by de kerck van Diemen (D.T.B. 1146, d.d. 17-3-1624).

Kerk, De Oostindische - "……..lindedwarsstraet, by de Oostindische kerck (D.T.B. 1146, d.d. 25-12-1622) – "…….lindestraet, besyden de Oostindische kerck (D.T.B. 1146, d.d. 8-6-1623) – "…… boven de oostindische kerck, byden oorderkerck,opt ent van de lindestrat (D.T.B. 1151, d.d. 17-11-1655) – Lindenstraat-Noordzijde, waar "de Oostindische kerck"in de geve staat (R.A. 2177, d.d. 120vo, d.d. 21-4-1742) – Waarsch. diende dit huis in den beginne, misschien ook later, als herberg (Van Lennep en Ter Gouw, Uithangteekens, dl.I, blz. 253; Ter Gouw, Amstelodamiana, dl.I, blz. 91).

Kerkkroon, De gouden - "……..Anjeliersstraat, "by de steetuyn, naest de gulde kerckkroon" (D.T.B. 1152, d.d. 11-8-1658) – Anjeliersstraat, "voorby de leste dwarssraet, by de gulde kerckkroon"[57] (D.T.B. 1153, d.d. 21-10-1659).

Kersenboom, De - Anjeliersgracht, ïn een gangetgen, daer de karseboom in de gevel staet" Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 9-12-1624) – Zie: de "Kersenboomsgang".

Kersenboom, De - Lindenstraat-Zuidzijde, "naest de karssenboom"(R.A. 2167, fol. 27, d.d. 10-1-1630) – Zie "het Kersenboompje".

Kersenboompje, Het - Lindenstraat, "naest het karseboomken"" (D.T.B. 1146, d.d. 25-10-1624) – Zie: "de kersenboom", Lindenstraat.

Ketel, De - "……passerdersdwarsstraet, naest de ketel"(Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 18-1-1624) – Wagenaarvermeldt een Ketelgang op de Passeerdersgracht-Zuidzijde (Amsterdam, dl. I, blz. 61). Waarsch. wordt dan in de aangehaalde tekst de Passeerdersdwarsstraat bedoeld, die ook bekend stond als de Walenhoek (Zie: de Lijst van gangnamen).

Ketel, De gele - Bij executie verkocht: een huis en erf, Passerdersstraat-Noordzijde, "over de loyerye van de gele ketel" (R.A. 2167, fol. 200, d.d. 25-1-1661) – Zie: de "Ketelgang",Passeerdersstraat.

Ketel, De zwarte - "Karel van Damme, zydewever, woont op de roosegraft, inde swartketel" (Lidmatenbek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 11657-1673, d.d.2-6-1664).

Ketenspinners, De vier - Elandsstraat, "inde 4 ketenspinders" (D.T.B. 1154, d.d. 24-8-1663) – Zie: "de vier wolspinners".

Keulen "Mr. Gerrit, pestmr., eens te senden inde Elandtstraet inde boeregangh, recht tegenover Ceulen,te visiteren en pockig vrou persoon, gecomen uyt brasil" (Arch, Gasthuizen nr. 29, fol. 21, d.d. 9-1-1655) – Op de Lindengracht woonde een mr. Gerrit, chirurgijn, waarsch, dezelfde als bovengenoemde. De 2e Sept. 1617 nam hijeen aangewezen erfover, liggende Lindengracht-Zuidzijde, Westerhoek van de "lindeboomscruysstraet" [58] Het werd hem de 23e opgedragen (Thes. Ord. 185, fol. 287, id. 167, fol. 88vo). In 1624 wordt hij als bewoner van de Lindengracht vermeld, eveneens in 1631 (D.T.B. 1146, d.d. 19-5-1624); id., d.d. 23-10-1624; Kohoer 1631, blz. 45, nr. 277). De 3e Aug. 1639 werd aan Mr. Gerrit Hartman, chirurgijn, getransporteerd een huis en erf, Lindengracht bij de "Saterdsagsch brugge" (Kw.O, fol. 281). Dit huis vinden wij nader bepaald in een kwijtscheldingsacte van 16 Juni 1655: Overgedragen aan Jan Barentsz. Van Outhuysen, mr. Metselaar, een huis en erf met tuin en achterhuis, Lnmdegracht-Noordzijde bij de Zatergdagsbrug, belend aan de Oostzijde door mr.Gerrit (Kw. 2B, fol. 251) – Zie voorts over Gerrit Hartman: Thijssen, Nicolaas Tulp, blz. 19.

Kievit, De - Goudsbloemstraat, "verby de twede dwarsstraet, naest de kievit" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664).

Kikkers, De - "……inde kickers, byde Carthuysers" (D.T.B. 1053, d.d. 30-12-1616).

Kind, Het vliegende - Zal worden geveild: de zijdeweverij "het Vliegende Kind", Elandsgracht-Noordzijde bij de Prinsengracht (Adv. Amst. Crt. 7-5-1743). Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 104). Mei 1744 bracht Johannes van der Veer zijn bedrijf, tot nu toe uitgeoefend Lauriergracht naast het R.K. Weeshuis, over naar "het Vliegende Kind" (Adv. Amst. Crt. 13-8-1743, als boven, bz. 104; zie ook: Oldewelt, Koh. van 1742, dl.II, blz. 222, nr. 1025).

Kinderschoenen, De drie - Elandsstraat-Noordzijde, tussen de laatste dwarsstraat en de Lijnbaansgracht, waar "de 3 kinderschoenen"uihangen (R.A. 2170, fol. 103vo, d.d. 27-1-1652).

Kinderschoenen, De drie - Goudsbloemgracht, "besyden de drie kinderschoenen" (D.T.B. 1146, d.d. 23-6-1622) – Zie: "de schoentjes".

Kinderschoenen, De drie - Looiersgracht, änt end byde 3 kinderschoenen" (D.T.B. 1146, d.d. 21-3-1624).

Kistenmaker, De begonnen - Anjeliersgracht, inde begonnen kistemacker, by de felettestraet" (D.T.B. 1155, d.d. 6-10-1664) – Breen vermeldt een Kistemakersgang, Violettenstraat 10/11 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 160).

Klaverblad, Het - "Hendrick van der Sael, boeckdrucke, Elantsgracht, int Claverblat (Kleerkooper en Van Stockum, blz.667, d.d. 4-7-1674) - Breen vermeldt de Klaverbladsgang, Elandsgracht 54. Verdwenen (Gangenlijst, blz. 161).

Klaverblad, Het - Fransepad, inde backersgang, by klaverblat"(D.T.B. 1155, d.d. 8-10-1664).

Klaverblad, Het groene - Anjeliersstraat, "bezyden tgroen claverbladt"(D.T.B. 1146, d.d. 25-9-1623).

Klaverblad, Het groene - "….op de niewbrack[59] in de kromme palmstrat, int groene klaverblat" (D.T.B. 1153, d.d. 27-10-1661).

Klaverblad, Het vergulde- Bij executie verkocht: een huis en erf, "met een coocken, plaetse ende thuyn daer achteraen ……in de Angeliersstraet, daer t vergulde claverblat uythangt" (D.T.B. 2166, d.d. 31-1-1629).

Klaverbloemen, De drie - Egekantiersgracht, ïn de drye claverbloemen" (Begr. register Weesklamer, nr. 2, Westerkerk, d.d. 7-1-1623).

Kleerbezem, De - In 1637 bracht Willem Jansz. Baeu zijn drukkerij van het Darak over naar de Bloemgracht, "naest de Cleerbezem"" (Elias, De Vroedschap, dl.I, blz. 475) –Een Dircvk Cornelisz., cleerbezemmaecker, wordt als huiseigenaar op de Bloemgracht genoemd (Kw. 3, fol.105vo, d.d. 29=4=1623, id. A, fol. 106, d.d. 18-4-1624).

Kleermand, De - Bloemgracht, "bezyen de Kleermand" (D.T.B. 1146, d.d. 11-1-1618).

Kleermand, De - Rozengracht, "by dekleermand"(D.T.B. 1145, d.d. 11-12-1617) – Zie: "de bonte kleemand".

Kleermand, De - Tichelstraat, "inde klermandt"(D.T.B. 1148, d.d. 1-6-1638). Zie "de bleelmand"en dl II van dit werk, blz……

Kleermand, De bonte - Rozengracht, "in de bonte kleermand" (D.T.B. 1146, d.d. 5-2-1623) – Zie: "de kleermand", Rozengracht.

Klikkers, De drie gekroonde - "……voor aen in de lindestrat, in de 3 gekroonde klickers"(D.T.B. 1153, d.d. 10-9-1660).[60]

Klok, De - Anjeliersstraat, by de laste dwarsstraet, over de clock" (D.T.B. 1150, d.d. 10-9-1660). Zie: "de vergulde klok", "de Prinsenruiter"en de "Klokkengang", Anjeliersstraat.

Klok, De - Bloemstraat, "over de clock" (D.T.B. 1146, d.d. 30-9-1634).

Klok, De - Egelantiersstraat, inde clock"(D.T.B. 1146, d.d. 26-7-1626).

Klok, De - Goudsbloemstraat, inde klock"(D.T.B. 1146, d.d. 26-7-1624).

Klok, De - Laurierstraat, "tegen over de clock" (D.t.B. 1145, d.d.25-8-1617). Aan de Westzijde van nr.38 loopt nog altijd de Klokkengang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad H4, Oct. 1943). – Zie: dl. I van dit werk, blz ……

Klok, De - Lindengracht, "aen de noortsy. op de hoek van de eerste dwarsstraet, in de klock" (D.T.B. 1153, d.d. 20-11-1661).

Klok, De vergulde - Ondertr.: "Jurriaen Hendrickse van Streeck[61], van A. , schilder, out 22 jaer, geass. met Hendrick Claesse van Streeck, syn vader, woonende in de Angeliersstraet, en Grietje Clock, woonende als vooren" (Bredius. Kűnstler-Inventare, 7er T, S. 219, d.d. 20-11-1653) –Claes Jacobsz. Clock, ook genaamd Stellingwerff (naar zijn geboortestreek), kleermaker, woont in de Anjeliersstraat, in "de vergulde clock". Hijn is de schoonvader van de schilder Jurriaen van Streeck, die ook enige jaren in dit huis woonde (Id., 4er T, S. 1338, d.d. 18-7-1768) – Anjeliersstraat, "by de tweede dwarstrat, by de vergulde klock" (D.T.B. 1155, d.d. 23-4-1664). – Zie "de klok". Anjeliersstraat.

Klok, De vergulde - Goudsbloemgracht-Zuidzijde, waar "de vergulde clock"uythangt (R.A. 2167, fol. 73vo, d.d. 27-1-1638).

Klok, De witte - Laurierstraat, "ächter de witteclock"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 27-2-1667) – Laurierstraat, "verby de tweede dwarstrat, naest de witte klock" (D.T.B. 1160, d.d. 5-9-1673). Ten Westen van het thans afgebroken perceel nr. 123 liep voor kort nog de Witteklokkengang of Klokkegang (Breen, Gangenlijst, blz. 161 en 191; Kaart van Amsterdam van de Dienst der Publieke Werken, blad H3, April 1944) – Zie deel I van dit werk, blz. ….

Klok- en geschutgieterij, De - Zie: "het Giethuis".

Klokjes, De - Karthuizerkerkstraat, over het kerkhof, waar "de klokjes"uithangen (R.A. 2176, fol. 26vo, d.d. 1-9-1714) – Zie: "de drie witte klokken" en de "Klokkengang", bij het Karth. Kerkhof.

Klokken, De drie - Palmstraat, "naest de 3 klocken" (D.T.B. 1153, d.d. 9-10-1661) – Zie "de drie witte klokken", Palmstraat.

Klokken, De drie witte - "………by katuyserskerckhof, by de dre witte klocken, boven de verloren soon" (D.T.B. 1153, d.d. 3-7-1661) – "….. voor kerckhof, naest de drie witte clocken (D.T.B. 1169, d.d. 30-4-1702) – "…. achter kerckhof, naast de drie witte klocke (D.T.B. 1169, d.d. 23-12-1704) – Zie "de klokjes".

Klokken, De drie witte - Palmstraat, "over de drie witte klocke" (D.T.B. 1154, d,d, 8-8-1662). Zie: "de drie klokken".

Klompen op de stok, De - "Thys Gerretsz, timmerman, de sone van de vrouw, onse suster, die de buers waerneemt, woont in de Angeliersstraet, boven een clompemaker, daer de clompen op de stock staen" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 25-5-1643).

Klooster, Het - Tuinstraat, "verby de leste dwarsstraet, by het klooster"(D.T.B. 1155, d.d. 5-10-1664).

Kodde, De - Bloemgracht, "by de eerstre dwarsstrat, in de kodde" (D.T.B. 1149, d.d. 28-6-1649).

Kodden, De twee groene - De 5e Juli 1651 droeg Pieter Codde, in procuratie van de erven Marten Codde, aan Arent Calkoen over een huis, waarin een lakenbereiding werd gedreven, staande Bloemgracht-Zuidzijde, genaamd "de twee groene Codden" (Amstelodamum 1936, blz. 155).

Koe, De bonte- Anjeliersgracht, "over de bonte koe" (D.T.B. 1146, d.d. 8-3-1619) – Jacomyntgen Gerrits Wollen, jongedochter, woont "op de Anjeliersgracht by de Noorderkercke, in de Bonte Koe" (Protocollen Kerkeraad, dl. V, fol.198, d.d. 2-5-1624 Arch Ned. Herv. Gem. A'dam) – Zie: de "Bontekoesgang".

Koe, De bonte - Elandsgracht, "by het sluysge, in de bonte koe"(D.T.B. 1149, d.d.13-2-1650).

Koe, De bonte - "………inde Lauriersdwarsstraet, by de bonte koe"( D.T.B. 1146, d.d.17-12-1628).

Koe, De bonte - Lindengracht, "naest de bonte koe, een trapgen op te gaen" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 27-11-1624).

Koe, De bonte - ‘…….in de Looyersdwaersstraat[62] by de bonte koe‘ (D.T.B. 1146, d.d. 15-4-1625).

Koe, De bonte - De 24e Sept. 1781 zal worden geveild: de pijpenbranderij "de bonte Koe" , Lijnbaansgracht tussen de Palmstraat en het Fransche pad (Adv. Amst. Crt. 15-9-1781. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 158) – Breen vermeldt een Koeiengang, die ook Pijpenbrandersgang heette, Lijnbaansgracht 358 (nummering 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz.61). In de nabijheid lag de Bontekoesgang, Lijnbaansgracht 355/356.

Koe, De bonte Hollandse - Lauriergracht-Noordzijde nr. 1, waar "de bonte Hollantsche koe" in de gevel staat (R.A. 2166, fol. 1258vo, d.d. 15-1-1633).

Koe, De rode - Bloemgracht, "inde roo koe" (D.T.B. 1145, d.d.9-2-1616) – Op de nok van perceel Bloemgracht 8 staat als ornament een stenen koe (Ons Amsterdam, jg. 5, 1953, blz. 234).

Koe,De witte - Lauriergracht, in de witte koe" (D.T.B. 1146, d.d. 19-1-1620).

Koe, De witte - Lindengracht "by de witte koe" (D.T.B. 1145, d.d. 16-9-1617) – Bij executie verkocht aan Jan Cornelis "wittekoe"een huis en erf op de Lindengracht (zeer waarsch. het tegenw. Nr. 42), belend aan de Westzijde door Jan Cornelisz (het tegenw. Nr. 44) (R.A. 2168, fol. 101, d.d. 25-1-1618) – Here Gerritsz. Pos draagt over aan Tryn Symons een erf op de Lindengracht-Noordzijde (het tegenw. Nr. 60), belend aan de Westzijde door Hercules Segers[63], aan de Oostzijde door Here Gerritsz,. Pos (het tegenw. Nr. 52). Voorts draagt Pos over: een dwarserf, "daerter zyde, aen de Oostzyde", belend aan de Zuidzijde door H. Gz. Pos (nr. 52), strekkende "terzyde vant voorsz. erve off tot aent erve van Jan Cornelis "wittekoe" (nr. 44) (Kw. 41, fol. 184vo, d.d. 29-6-1621). Het dwarserf was dus een achtererf. – Lindengracht, onder de witte koe, tusschen de brouwersgraft en de dwarsstraet, and noortsy" (D.T.B. 1150, d.d. 12-4-1654.- Lindengracht "aen de noortsy, tusschen de eerste en twede brugh, inde witte koe, naest de vergulde voet"(D.T.B. 1160, d.d. 28-7-1673) – Blijkbaar was "de witte koe"identiek met het tegenw. Nr. 44, aan de Westzijde waarvan nog altijd de Wittekoetsgang loopt, vroeger Wittekoesgang geheten (Breen, Gangenlijst, blz. 191: Kaart van Amsterdam van de Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan 1943) [64]– Zie de "Wittekoesgang".

Koe, De witte - Het Lindengracht-Zuidzijde, "de witte koe in de gevel" (R.A. 2173 fol. 183, d.d. 22-1-1689) – Breen vermeldt een Wittekoeiengang, Lindengracht 89 (nummering 1796).Verdwenen (Gangenlijst, blz. 191).

Koeienkazen, De - Bloemstraat, "onder de koyenkesen" (D.T.B. 1146, d.d. 9-1-1626) – Zie: "de vijf koeienkazen" .

Koeienkazen, De drie - Elandsstraat, "inde 3 koyen keesen" (D.T.B. 1146, d.d. 26-8-1622)

Koeienkezen, De drie - Laurierstraat, "by de 3 koye kesen" (D.T.B, 1146, d.d. 5-1-1625).

Koeienkazen, De drie - Noordermarkt, "inde drie koeye kasen" (D.T.B. 1154, d.d. 18-9-1661).

Koeienkazen, De vijf - Bloemstraat, "by de vijf koeyen kesen" (D.T.B. 1146, d.d. 12-10-1624) – Zie: "de koeienkazen".

Koeienveld, Het - Egelantiersstraat, "overt Koyvelt" (D.T.B.1146, d.d. 12-7-1626).

Koeienveld, Het - Tuinstraat, "byt Koyvelt" (D.T.B. 1146, d.d. 26-10-1627) – Tuinstraat,"…….bierdrager, overt koyvelt" (D.T.B. 1146, d.d. 11-10-1628) – Zie de "Bierdragersgang".

Koes-koeseters, De zeven - Boomstraat, "boven de seven koes koeseters (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664) – Koes-koes: zoet groentengerecht in Noord-Afrika.

Koffiemolen, De gekroonde - "Tot Amsterdam in de Lindestraet, in de gekroonde Koffymolen, by meester Frederik Schut, werden gemaekt de vermaerde koffymolens, en ook vermaekt, alsmede couchenillemolens voor de ververs, glasemakers-lootwinden, diamantslypersschyven en haer gereedschap en alle konstige werken". (Adv. Amst. Crt. 16-2-1713.Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 297).

Kok, De Groenlandse - Goudsbloemstraat, inde groenelants kock" (D.T.B. 1153, d.d. 4-10-1661) – Goudsbloemstraat, "overde Groenlandsz kock" (D.T.B. 1169, d.d. 16-5-1704).

Kolven, De drie - Abraham Bout en Zoon, geelgieters en kolvenmakers in de Laurierstraat-Zuidzijde, op de hoek van de Walenweespoort, "daer de drie Kolven uitsteeken" reommanderen zich aan alle koperslagers en ij\zerwinkels, om deur- en tafelschellen te maken, oiude kolven met koper of ijzer te verzolen en nieuwe te leveren (Adv. Amst. Crt. 10-2-1778. Jaarboek Amselodamum XXVIII, 1931, blz. 106).

Kompas, Het - "vooraan op de palmgraft, int compas" (D.T.B. 1168, d.d. 3-4-1698).

Koning David, De - Lindengracht[65] "in de konng david"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 15-12-1669).

Koning van Denemarken, De - "….. in de Bloemdwersstraat, besyden den Conynck van Dinnemerck (D.T.B. 1145, d.d. 11-11-1617) – "….. Bloemdwaersstraat, by den koninck deen" (D.T.B. 1146, d.d. 28-3-1621).

Koning van Denemarken, De - "………bloemstraet, by de tweede dwardstraet, in de koninck van deenemarcken"(D.T.B. 1158, d.d. 28-4-1671) – Zie de noot bij het volgende artikel.

Koning van Denemarken, De - "……..inde goudtbloemstraat, ind coninck van Dinnemerck" (D.TB. 1146, d.d. 8-2-1624) - ……. inde goudtbloemstraat, by coninck deen"(D.T.B. 1146, d.d. 26-8-1624).

Koning van Engeland, De - Elandsstraat, "by de Coninck van Engeland"(D.T.B. 1146, d.d. 26-4-1622).

Koning van Engeland, De - Nieuwe Leliestraat, "boven de koningh van engelant (D.T.B. 1154, d.d. 30-11-1663).

Koning van Frankrijk, De- Egelantiersstraat, "onder de koning van Vrankryck (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 11-12-1650) – Zie: de "Gang van de koning van Frankrijk".

Koning van Frankrijk, De - "Pieter Pietersz., caffawerker, woont in de tichelstraat, by de coninck van Vranckryck" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 2-6-1653).

Koning Manasse, De - "Tiebe Douwesz., huystimmerman, in de nieuwe Leliestraet, in den Coninck Manasses" (Protocollen-Kerkeraad, dl. IV, fol. 440, d.d. 27-8-1620. Arch. Ned. Herv. Gem A'dam)

Koning Nebukadnezar, De - Anjeliersstraat, "inden coninck nebucadnesar" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 15-12-1652).

Koning Salomo, De - "………lindeboomdwarsstraat[66] , naest de koninck salomon"(D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664).

Koning Salomo, De - "………. oude tichelstraet, achter de koninck van Salomon"(D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664).

Koning van Zweden, De - Laurierstraat-Noordzijde, omtrent de eerste dwarsstraat, waar "de koning van Sweden uythangt"(R.A. 2174, fol. 222, d.d. 26-2-1701)

Koning van Zweden, De - Palmstraat, "by de baengraft, over de koninck van Sweeden (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664).

Koning van Zweden, De - Psseerdersdwarsstraat-Westzijde nr. 4, waar "de coninck van Sqeden en de blauwe handen uythangen" (R.A. 2170, fol. 191vo, d.d. 20-1-1663).

Koningen, De drie - Anjeliersgracht, " naest de drie koningen in een gangh" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 18-7-1625) – Anjeliersgracht-Zuidzijde, "Jan Jacobsz. In de dri koningen (Kohier 1631, blz. 45, nr. 240) – Anjeliersgracht, "verby de twede bruch, inde 3 konyngen (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) – Zie: de "Drie-Koningengang".

Koningshoed, De - Bloemgracht, ïnde koninckshoed" (D.T.B. 1130, d.d. 2-12-1655),

Koningskaars, De - "……… opt spaens leger by de conings keers"(D.T.B. 1145, d.d. 21-8-1614) – De naam Spaans leger was op deze datum al een anachronisme. Het heette hier toen Anjeliersstraat. – Zie de volgende drie artikelen. Hoekhuis?

Koningskaarsen, De - Anjeliersstraat, "by de konynxkeersen" (D.T.B. 1146, d.d. 4-2-1618) – Zie het vorige artikel en de twee volgende. Hoekhuis?

Koningskaarens, De - "………angeliersdwarsstraat, over de koninkxkeersen"(D.T.B. 1146, d.d. 28-2-1618). Zie de twee vorige artikelen en het volgende. Hoekhuis?

Koningskaarsen, De drie - "…………angeliersdwersstraet, by de 3 konincxkaersen" (D.T.B. 114, d.d. 21-12-1622). Zie: de drie vorige artikelen.

Koningsknopen, De drie - Willem Deonysz, "knoopmaecker", wil verkopen: een huis en erf Laurierstraat-Noordzijde, "met een ccocke ende thuyn daer achter aen staende, daer de drie Conings Knoopen uythangen" (Willige verk. V, fol. 27vo, d.d. 15-1-1617) – Begraven in de Oude Kerk: "mayckn kockx, huysfrow van wylen denys, wonende inde Lowerystrat, inde drye konyncks knoepen" (D.T.B. 1044, d.d. 30-1-1624) = Zie : de "Knopersgang"en Dl. I van dit werk, blz…….).

Koningslaars, De blauwe - Korte Tuinstraat, inde blaeuwe konincksleers" (D.T.B, 1154, d.d. 23-10-1663).

Konijn, Het grauwe - Konijnenstraat, "ïn grau conyn" (D.T.B. 1146, d.d. 16-6-1624).

Konijnenberg, De - Goudsbloemstraat, "naest de konyneberch"(D.T.B. 1153, d.d. 25-10-1661) Breen vermeldt een Konijnengang of Konijnenholsgang, Goudsbloemstraat151 (Gangenlijst, blz. 162). Thans verdwenen.

Konijnenberg, De - Bij executie verkocht: een huis en erf, Laurierstraat-Noordzijde, genaemt de Konyneberg (R.A. 2166, d.d. 23-1-1626). Thans Laurierstraat 216 – Zie: de ""Konijnenbergsgang" en dl. I van dit werk, blz. …..

Kool is Kool Goudsbloemstraat, "tusschen de eerste en 2 dwarsstrat, in kool is kool" (D.T.B.1155, d.d. 19-9-1664) – Op nr. 85 vindt men nog heden in de gevel een steen, voorstellende een man, met bovenshrift: Anno 1686 en onderschrift: Kool is kool. Misschien is in 1686 het uithangbord vervangen door de nog bestaande steen.[67]

Koolhaas, De - Bloemgracht, ïn de koolhaes" (D.T.B. 1146, d.d. 13-12-1621) – Bij executie verkocht aan Johannes Coolhaes:[68] een huis en erf op de Bloemgracht-Noordzijde, "daer de Coollhaes uythangt". Laatste eigenaar was mr. Samuel van der Leijden ("Franchoysche schoolmeester tot Overschie"- Willige verk. VIII, fol. 67, d.d. 4-1-1621). De koopprijs bedroeg 1714 gld. Johannes Coolhaes deed de koop over aan mr.Henrick Storm, advocaat-fiscaal bij de Admiraliteit te Amsterdam (R.A. 2165, fol. 117, d.d.26-1-1622) – Bloemgracht, "by koolhasen tuyn"(D.T.B. 1146, d.d. 12-12-1622). Zie: "de haas in de kolen" . Voorts: dl.I van dit werk, blz….

Koophandel, De Persiaanse - Frederik Jas en Zoon, Madelievenstraat tussen Tuin- en Anjeliersstraat, in de "Persiaanse Koophandel", kondigen aan, dat zij reeds honderd jaar ter plaatse floreslint vervaardigen en dat ten huize van Johannes Franciscus Jas ruwe en geverfde zijde wordt verkocht (Adv. Amst. Crt. 15-12-1772, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 114).Hun bedrijf werd 8 Febr. 1774 opgenomen in dat van Viẽtor en Wiselius op de Nieuwendijk (Jrb. Amstelod. a.b., blz. 114) – In 1742 dreef Abr. Jas, zijdereder, de zaak in de Madelievenstraat (Oldewelt, Koh. van 1742, dl. II, blz.262, nr. 4235).

Kooplui, De drie Westfaalse - Boomstraat, inde 3 westfaelsche kooplui" (D.T.B. 1152, d.d. 11-4-1658).

Koorden, De bonte - Lindenstraat, "inde bonte koorden"(D.T.B. 1146, d.d. 12-11-1625).

Kopper van Aken, De - Egelantiersstraat-Zuidzijde, waar "de kopper van Aken"voorstaat (Huisverk. Weeskamer X, fol. 219, d.d. 13-1-1648).

Kopper van Aken, De - Tuinstraat, "inde Kopper van Aken"(D.T.B. 1154, d.d. 4-9-1662). – Zie: de "Kopper van Akensgang".

Korenbloem, De - Rozengracht-Noordzijde, waar "de coorenbloem in de gevel staat"(R.A. 2168, fol. 145vo, d.d. 18-8-1651) – De steen met voorstelling van een korenbloem, waaronder "Cornblom" en de twee bijbehorende steentjes, waarop resp. "Anno"en "1645", afkomstig van Bloemgracht 198, zijn door de heer H.W. Alings teruggevonden te Aerdenhout (Amstelodamum 1942, blz. 4).

Korenbloem, De - Bloemgracht-Noordzijde, waar "de swarte scheer"uithangt, naast "de coornbloem"(Huisverk. Weeskamer X, fol.80, d.d. 27-1-1645) – In "de korenbloem"woonde en werkte reeds in 1617 de verver Samiel Cooren)Van Dillen, Bedrijfsleven, dl. II, nr. 1483, d.d. 31/8/1617, Protocollen-Kerkeraad 'dl. IV, fol. 349, d.d. 18-7-1619, fol. 351, d.d. 25-7-1619. Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam) Nog in 1630 woonde hij aan de Noordzijde van de Bloemgracht (Kohier 161, blz. 71, nr, 257) – Zie: "het korenbloempje"en dl I van dit werk, blz. … en …

Korenbloempje, Het - Bloemgracht, "int coornbloemken" (D.T.B. 1146, d.d. 6-9-1625) –Zie: "de korenbloem", Bloemgracht.

Korendrager, De - "……..op de braeck, in de koorndrager" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 9-6-1642) – Breen vermeldt een Korendragersgang, Palmgracht 11 (Gangenlijst, blz. 163). Thans verdwenen – Van Arkel en Weissman, N.H. Oudheden, 7e stuk, blz.127. (Aanvullingen van D.C. Meijer Jr) : Palmracht 11 bevindt zich een steen met een korendrager, en 1626 D. Corendrager.

Korendragers, De drie - Violettenstraat, onder de drie korendragers" (D.T.B. 1154, d.d. 8-11-1663).

Korenharp, De - Egelantiersstraat, tussen de 2 en 3 dwarsstraet, inde koornharp"(D.T.B. 1155, d.d. 13-9-1664).

Korenschoof, De vergulde - Bloemgracht, "ïn de vergulde coornschoof" (D.T.B. 1053, d.d. 4-12-1621).

Kous, De groene - Bloemstraat, "by de groene kous" (D.T.B. 1146, d.d. 31-10-1624).

Kousen, De drie - Kromme Tuinstraat, "booven de drie kousen"(D.T.B. 1154, d.d. 29-8-1663). Zie dl.II van dit werk, blz …..

Kousen, de vier Groninger - Lindenstraat, "booven de vier Gronyger kousen (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664).

Kousen, De rode - Anjeliersdwarsstraat, "in de Roo kousen" (D.T.B. 1146, d.d. 27-9-1627).

Kraaiennest, Het - Palmstraat, int krayennest" (D.T.B. 1154, d.d. 26-11-1662).

Kraan, De - "…….op de suytsy van de eglantiersgracht, naest de kraen, de hoop staat boven de deur (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 13-12-1665).

Kraan, De vergulde - Anjeliersstraat, "voorby de tweede dwarsstraet, over de vergulde kraen" (D.T.B. 1154, d.d. 20-6-1662).

Krab, De - Boomstraat, "by de krab' (D.T.B. 1146, d.d. 30-12-1624). Zie: "de vergulde krab".

Krab en de vos, De - Taet Hansz, Decker, korendrager en lichterman, wonende Lindenstraat in "de Krab en de Vos" (Elias, De Vroedschap, dl. II, blz. 1029, d.d. 24-11-1680) –Van Lennep en Ter Gouw: "In de Lindensraat vindt men de Krab en de Vos. 't Is een gevelsteen van een schuitenvoerder, die zelf het midden van de steen inneemt, met de Vos ter rechter en de Krab ter linkerzijde. 't Is de fabel van den Vos, die de Krab bespotte omdat deze rugwaarts ging, om vooruit te komen. De schuitenvoerder paste dit op zich zelve toe, om zijn schuit een voorwaartse beweging te geven, zelf, met de boom tegen de borst, den tegenovergestelden kant moet oploopen" (Uithangteekens, dl.II, blz. 127) – Perceel Lindenstraat 41, waar de steen, met inscriptie "De krab en de vos, 1664", is in 1941 afgebroken. De steen werd gekocht door het Kon. Oudheidk.Genootschap (Amstelodamum 191, blz. 9; Jaarverslagen van het K.O.G. LXXXIV-LXXXV, 1941-'42 en 1942-'43, blz. 17).

Krab, De vergulde- Boomstraat, "byde vergulde krab" (D.T.B. 1146, d.d. 18-10-1628) – Zie: "de krab".

Krabbendam Anjeliersgracht, "in crabbendam"(D.T.B. 1146, d.d. 9-2-1627)

Krabbendam Egelantiersgracht, "boven krabbendam" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam , 1657-1673, d.d. 21-2-1666).

Krakelingen, De drie vergulde - Looiersstraat, "byde 3 verhulde krakelingen" (D.T.B. 1146, d.d. 17-8-1623).

Kramer, De geleerde - Bloemstraat, "byde geleerde cramer (D.T.B. 1146, d.d. 17-4-1618) – Zie; "de geboren Hollander".

Kramer, Degeleerde - Nieuwe Leliestraat, "aent ent, naest de geleerde kraemer"(D.T.B. 1151, d.d. 31-1-1655).

Kramer, De jonge - Tuinstraat, "naest de jonge kramer"(D.T.B. 1168, d.d 3-5-1699).

Kromhout, Het - Bloemstraat, "bezyden t cromhout" (D.T.B. 1146, d.d. 12-5-1624).

Kromhout, Het - Egelantiersgracht, "int cromhout" (D.T.B. 1146, d.d. 26-11-1628).

Kromhout, Het - Goudsbloemstraat, "overt Cromhout (D.T.B. 1153, d.d. 9-8-1661).

Kromhout, Het - Lindengracht, "ondert kromhout (D.T.B. 1154, d.d. 19-7-1663)

Kromhout, Het - Palmstraat, "in de orangeboomsgang, over kromhout"(D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664).

Kromhout, Het groene - Egelantiersstraat, "naest groen cromhout (D.T.B. 1154, d.d. 3-1-1662)

Kromhout, Het zwarte - Bloemgracht. "bezyden tzwarte cromhout" (D.T.B. 1146, d.d 24-11-1620).

Kronen, De drie - Het huis de drie kronen'stond Bloemstraat-Noordzijde. De er naast liggende gang mocht ook gebruikt worden door de bewoners van drie achterhuisjes. Bij 'de drie kronen'behoorde een erf, gelegen achter het aan de Oostzijde staande perceel, strekkende tot aan een perceel van de Bloemgracht. Tezamen met laatstgenoemd pand bezat 'de drie kronen'een uitgang naar de Bloemgracht )Willige verk. IX, fol. 39, d.d. 3-2-1623; Kw.A, fol. 209vo, d.d. 24-7-1624; R.A. 2165, fol. 133, d.d. 1-1-1625).- Zie: "de geboren Hollander".

Kronen, De drie vergulde - Andries Paradijs, clavecimbel- en orgelmaker, Tuinstraat in " de drie vergulde kronen" (Adv. Amst. Crt. 1-11--1757. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1921, blz. 102).

Kronenburg Elandsstraat, "over kronenburgh" (D.T.B. 1153, d.d. 31-7-1661)

Kroon, De blauwe - Lindengracht-Noordzijde, een huis genaamd "de blauwe kroon" (Huisverk. Weeskamer XI, fol. 198, d.d. 18-1-1652).

Kroon, De gouden - Egelantiersstraat, "tuusche de eerste en tweede dwarsstraat, over de goude kroon" (D.T.B. 1154, d.d. 22-1-1662)

Kroon, De Keulse - Lindengracht-Zuidzijde, " daer de Keulse Croon uythanght", belend aan de Oostzijde door de Lindeboomsdwarsstraet (R.A. 2166, fol. 187vo, d.d. 18-1-1633) – Overgedragen: een huis, Lindengracht-Zuidzijde, hoek "Lindeboomdwarstraet , nu genoemt de Noorderkerckstraet", waar "de Ceulse kroon" uithangt (Kw. 3Y, fol 223, d.d. 26-5-1706).

Kruis, Het groene - Egelantiersstraat, "int groene kruys" (D.T.B. 1146, d.d 26-1-1627).

Kruis, Het rode - Goudsbloemgracht, "int roo kruys" (D.T.B. 1169, d.d. 14-1-1703).

Kruis, Het vergulde - Egelantiersgracht, "naest vergulde kruys" (D.T.B. 1154, d.d. 20-8-1663).

Kruis Het vergulde - "………inde twede gousblomdwarsstrat, over de saterdachsbrucj, byt vergulde kruys" (D.T.B. 1152, d.d. 15-5-1656).

Kruis, Het vergulde - Goudsbloemstraat, "naest vergulde cruys"(D.T.B. 1153, d.d. 30-10-1661) – Breen vermeldt een "Kruisgang", Goudsbloemstraat 103-107 (Gangenlijst, blz. 164). Zij heet thans Verbrandegang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943).

Kruis, Het witte - Laurierstraat, "besyden twitte cruys" (Begr. register Weesklamer, nr. 2, Westerkerk, d.d. 15-2-1623).

Kruis, Het witte - Tuinstraat, "verby de tweede dwarsstraet, over het witte kruys"(D.T.B. 1154, d.d. 3-5-1663).

Kruiskozijn, Het - "………inde angelyersdwarsstraet, naest het kruyskozyn"(D.T.B. 1149, d.d. 24-7-1649).

Kruiskozijn, Het - Anjeliersstraat, "verby de tweede dwarsstraet achtert kruyskosyn" (D.T.B. 1154, d.d. 1-5-1663).

Kruiskozijn, Het "………orte thuynstraet, achterhet kruyskozyn" (D.T.B. 1154, d.d. 23-1-1663).

Kruitmolen, De kleine Bloemgracht, ïn de cleyne krut molen" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 2-11-1624).

Kruiwagen, De - Goudsbloemgracht, "inde kruywagen" (D.T.B. 1146, d.d. 20-2-1625).

Kuil der Leeuwen, De - "……….eerste gous blom dwars straet, tegen over de kuyl der leeuwen" (D.T.B. 1151, d.d. 28-10-1655) – Zie: "Daniel in de kuil der leeuwen".

Kuil der Leeuwen, De - Palmstraat, over de kuyl der Leeuwen" (D.T,B. 1168, d.d. 20-5-1698). Been vermeldt een Kuil-der-Leeuwengang, Palmstraat 110 (nummering 1796) Verdwenen. (Gangenljst, blz. 164) – Zie ook: Gangenlijst, blz. 174 op Princessegang.

Kuip, De blauwe - Bij executie verkocht aan Herman Wesselsz., bakker, een huis en erf in de Bloemstraat, "daer de blauwe cuyp uythangt" (R.A. 2163, fol. 170vo, d.d. 14-9-1619) – Bij executie verkocht: een huis en erf op de Prinsengracht bij de Bloemstraat, tegenover de Westermart, "daer de leertouwer inde gevel staet", strekkende tot aan "de blauwe cuyp" (R.A. 2165, fol. 2'0vo, d.d. 19-1-1629) – "Harman Wesses Backer, woonde in 1620 Bloemstraat-Zuidzijde (Kohier 1631, blz. 71, nr. 279) – De "blauwe kuip"stond dus Bloemstraat-Zuidzijde bij de Prinsengracht.

Kuip, De groene – "Nieuwe Leliestraat, inde groene kuyp" (D.T.B. 1146, d.d. 20-6-1623).

Laan, De - Bloemgracht, "tegenover de laen"(Protocollen-Kerkeraad, dl.V, fol. 194, d.d. 18-4-1624. Arch. Ned. Herv. Gem. A´dam).

Laars, De gewaste - Tuinstraat, "achte de gewaste laers" (D.T.B. 1154, d.d. 18-11-1663).

Laars, De witte - Looiersstraat, "naest de witte laers" (D;T.B. 1154, d.d. 24-5-1662) – Zie: de "Laarzengang".

Laken, Het groene - Tuinstraat, "by de eerste dwarsstrat, tegenover groene lacken" (D.T.B. 1150, d.d. 27-6-1653).

Lakenbereiderskramer, De - "Daer wordt aen heeren koopluyden en winckeliers bekent gemaeckt, dat Johannes Mutshagen, meester laekenbereyder, woonende tot Amsterdam op de Baengracht, tusschen de Roosegracht en de Roosestraet, in den Laeckenbereyderskramer, seer curieus weet te scheern pletsen en chotse saeyen op beyde syden, op deselve manier, als tot Leyden wordt gedaen, mitsgaders te friseren allerhande goederen met verscheyde moolens (Adv. Amst. Crt 27-1-1685. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 269)[69].

Lakenriet[70], Het gekroond - "……..vooraan in de Blomstradt, int gekroont Laaken Riet" (D.T.B. 1168, d.d. 25-6-1698).

Lakens, De twee Amsterdamse- Egelantiersgracht, "aen de noortzy verby de 2 dwarsstrat, onder de 2 amsterdamse lakens" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1644).

Lakens, De twee witte - Goudsbloemstraat, "by de eerste dwarsstrat, inde 2 witte lakens" (D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664)– Goudsbloemstraat, "" by de tweede dwarsstraet, inde twee witte lakens (D..B. 1155, d.d. 24-9-1664). – Zie; de "Wittelakensgang").

Lakenveld Rozenstraat, "naest lackenvelt" (D.T.B. 1153, d.d. 3-10-1661).

Lakmoesmolen, De- Anjeliersgracht, "aen de suytsy, naest de lackmoesmolen"(DT.B. 1153, d.d. 9-11-1659) – "Wordt bekend gemaekt, dat op de Angeliersgraft aen de zuydzyde, tusschen de Princegraft en de Fiolettestraet, te huur is een verfmolen, of genaemt de lakmoesmolen" (Adv. Amst. Crt. 4-9-1699. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 281). Zie: de "Lakmoespoort".

Lam, Het - Publieke verkoping van de brouwerij "het Lam", Rozengracht-Zuidzijde, tussen de laatste dwarsstraat en de Linbaansgracht, op 24 April 1747 en 26 Aug. 1748 (Adv. Amst, Crt. 1-4-1747 en 3-8-1748. Jaarboek Amstelodamum XVIII, 1931, blz. 102) – Isaak Decker, bierbrouwer in "het Lam "op de Rozengracht, kondigt aan, dat hij bierazijn gaat maken (Adv. Amst. Crt. 12-9-1772. Jrb Amstelod. a.b., blz. 103) – Zie: "het blauwe lam"(D.T.B. 1146, d.d. 30-5-1625).

Lam, Het blauwe - Overgedragen aan Lucas Bols, koopman: "seecker huys met de thuyn en vier wooninkjes daer achter met hare erven", aan de Zuidzijde van "de roosegraft, voorby de tweede brug, daer het blaeuwe lam uythantgt", met een vrije uitgang naar de Rzenstraat Kw.2Y, fol. 267, d.d. 15-4-1682) – Zie: Amstelodamum 1953, blz.37. Zie voorts: "het lam", "Bordeau", de "goudsbloem"en "het Lootsje", Rozengracht.

Lam, Het gekroonde - "Jan Adriaensz. Lam, huystimmerman, met Marretje Jans, dochter van giertge corneles, onse suster, woonende inde blomstraet, int gekroond lam' (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-12-1651) – Begraven: " Jannetie goryn, beiaerde dochter van 101 jaer, inde blomstraet verby de tweede drwarsstraet, naest gekroonde lam" (D.T.B. 1154, d.d. 18-12-1662).

Lam, Het witte - Bloemstraat, "voorby de 2 de dwarsstraet boven het witte lam (D.T.B. 1109, d.d. 16-2-1687) – Te bevragen bij Aarnout Cordes, Bloemstraat voorbij de tweede dwarsstraet,boven het witte lam" (D,T.B. 1109, d.d. 16-2-1687) – Te bevragen bij Aarnout Cordes, Bloemstraat voorbij de tweede dwarstraat in "het wit Lam", drie twijnmolens met klossen en ander gereedschap (Adv. Amast. Crt 26-3-1768. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 127). Aarnt. Cordus, garentwijnder, woonde reeds in 1742 in de Bloemstraat (Oldewelt, Koh. Van1742, dl. II, blz. 239, nr. 2457) – Zie "Smolenski"

Lam, Het witte- Egelantiersstraat, "verby het witte lam, achter het nieuhuys" (D.T.B. 1153, d.d. 24-8-1661) – Egelantiersstraat, " voorby d'eerste dwarsstraet, over witte lam" (D.T.B. 1164, d.d. 8-1-1682). Zie: de "Wittelamsgang".

Lam, Het witte - Goudsbloemstraat, "het 3 huys van de baengraft, naest witte lam" (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664) – Goudsbloemstraat, "inde donckere gang, by de baengraft, naest witte lam" (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664)

Lam, Het witte - Lindenstraat, "byt witte lam" (D.T.B. 1145, d.d. 1-10-117) – Bij executie verkocht: een huis en erf in de Lindenstraat, "daer 't witte lam uthanght" Er is een gang aan de Oostzijde, "daer door desen huyse mede een uytganck heefft" (R.A. 2165, fol 192vo, d.d. 11-1-1624).

Lam, Het witte - "……….op de princegraft aen de Elantsgraft, byt wit lam (D.T.B. 1146, d.d. 30-10-1624).

Lam, Het witte - "Albert Guertsen, linnenwever, woont in de Tichelstraet, naest het witte lam, by de Kathuysers (D.T.B. 1148, d.d. 13-3-1639)

Lamp, De vergulde - Goudsbloemstraat, "achter de vergulde Lamp" (D.T.B. 1146, d.d. 29-11-1624).

Land van belofte, Het - "Jaepge Gerrets, vrou van servaes ariaensz, hayrwever, op de blomgracht, naest het land van beloften" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-12-1651)

Land van belofte, Het - Egelantiersstraat, "by de derde dwarsstraet, int lant van beloften" (D.T.B. 1154, d.d. 18-7-1663).

Land van belofte, Het - Goudsbloemstraat, "verby de lest dwarsstraet int lant van belofte" (D.T.B 1154, d.d. 24-5-1663).

Land van belofte, Het - Kromme Tuinstraat, "naest het lant van beloften" (D.T.B. 1125, d.d. 18-9-1664).

Land van belofte, Het - Passeerdersgracht, "int lnt van beloften" (D.T.B. 1146, d.d. 16-2—1625).

Land van Texel. Het - Goudsbloemstraat, " by de baengraft, naest lant van tessel" (D.T.B. 1154, d.d.10-5-1662).

Landgraaf van Hessen, De - Begraven: "Dirck Remertsz, in de Lelydwarsstraet, neffens de Landgraef van Hessen" (Begr. registers Weeskamer nr 45, Catuysers, d.d. 25-11-1623). Op de marge staat: "geen goet gebleven, zulx dat de kinderen by de diaconen zijn aangenomen te onderhouden, als blijkt bij R 18, fol.303: ergo geen bewijs gedaen" – De weduwe, Maritgen Fredericx, droeg de 13e April 1624 haar huis in de "witte Lelystraet"over. Aan de Noordijde werd het belend door Lodewijck Gagngelo, aan de Zuid zijde door Jasper Woutersz. (Kw. A, fol. 103vo) - Bij executie verkocht: een huis en erf inde "witte Lelystraet (= 1e Leliedwarsstraat)., "daer den landgraeff van Hessen uythangt, "belend aan de Zuidzijde door Dirck Remmeltsz[71], aan de Noordzijde door Amos Bort en Carel d'Amour, "stadtbode"[72] Huis en erf hebben toebehoord aan Lodewyck Gondelach. De 2e September 1625 is de koop zonder winst of verlies overghedaan aan mr. Trojanus de Magistris (R.A. 2165, fol. 87vo, d.d. 16-1-1624)[73]

Landgraaf van Hessen, De - Egelantiersgracht, "by de derde brugh, naest de landgraeff van Hessen" (D.T.B. 1153, d.d. 9-2-1661).

Landman, De - Anjeliersgracht, "naest de Landman" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 13-11-1624).

Landmeter, De - Begraven in de de kerk: "Mester luckas[74], lantmeetter, woonenden op de roosegraft inde lantmeetter" (D.T.B. 1044, d.d. 10-11-1622).

Landskroon, Palmstraat, "over lantskroon" (D.T.B. 1154, d.d. 30-11-1663). Breen vermeldt een Lanskronengang, Palmstraat 48 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 165).

's Lands welvaren Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, "'s lants welvaren"(Kw. 40, fol. 311vo, d.d. 5-6—1620) – Zie: "de trouwe herder".

Lansier, De - Leliestraat, "over de Lansier" (D.T.B. 1146, d.d. 26-8-1624).

Lantaren, De - Lindengracht, "daer de lantaarn in de gevel staet" (R.A. 2165, fol. 81, d.d. 8-1-1619).

Lantarentje, Het - Goudsbloemgracht, "int Lanteernken"(D.T.B. 1146, d.d. 11-3-1625)

Laurier, De- Laurierstraat, "in de Laurier",(D.T.B. 1146, d.d. 17-4-1623). Zie: "de laurierboom"en "het laurierboompje", Laurierstraat.

Laurierboom, De - Laurierstraat-Zuidzijde, "daer de Laurierboom uythangt" (Willige verk.V, fol.52, d.d. 23-12-1616) – Laurierstraat, "aent ent, inde laurierboom" (D.T.B. 1154, d.d. 10-10-1663) – Zie: dl. I van dit werk, blz. … Voorts: "de laurier" en "het laurierboompje".

Laurierboompje, Het - Anjeliersgracht, "by lauriers boomken" (D.T.B. 1145, d.d. 5-10-1617)

Laurierboompje, Het - Laurierstraat, "int laurierboomken"(D.T.B. 1146, d.d. 13-12-1619) – Zie: "de laurier" en "de laurierboom".

Laurierkrans, De - Laurierstraat, "inde laurier Crans" (D.T.B. 1053, d.d. 11-10-1621) – Laurierstraat-Noordzijde, waar "de Laurierkrans"uithangt (Huisverk, Weeskamer VII, fol. 225, d.d. 12-1-1634) – "….vooraan inde laurierstraet,boven de laurierkrans"(D.T.B. 1153, d.d. 3-11-1661).

Ledikant, Het - "Jacob Sergeant, boeckdrucker, in de Tuynstraet, by het Ledecant"(Kleerkoper en Van Stockum blz. 721, d.d. 11-10-1616) – Zie: "St. Joris", Tuinstraat.

Leertouwer, De- Bij executie verkocht: een huis en erf op de Prinsengracht, bij de Bloemstraat, tegenover de Westermarkt, "daer de leertouwer inde gevel staet", strekkende voor van de straat tot achter aan "de blauwe cuyp"(R.A. 2165, fol. 210vo, d.d. 19-1-1629) – De"leertouwer"stond bezuiden de Bloemstraat: zie \"de blauwe kuip".

Leest, De blauwe - Egelantiersstraat, "by de laeste dwarsstrat, naest de blauwe leest, in de gang" (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664).

Leest, De groene - Goudsbloemstraat, "in de groene leest" (D.T.B. 1145, d.d. 25-7-1616) – Volgens Coorengel: Goudsbloemstraat-Noordzijde, tegenover de laatste dwarsstraat (Huisnamen lijst, blz. 161).

Leest, de groene - "………opt Cathuysers, over de groene leest"(D.T.B. 1146, d.d. 27-6-1624).

Leest, De groene - Kromme Tuinstraat, op de hoeck, in de groene leest"(D.T.B. 1169, d.d. 11-7-1703).

Leest, De groene- Nieuwe Leliestraat, "naest de groene leest" (D.T.B. 1154, d.d. 22-10-1662).

Leeuw, De - Anjeliersgracht, onder de kat, by de beschuytbackery van de leeuw" (D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664) – Anjeliersgracht"aan de Noortzy, naast de leeuw" (D.T.B. 1169, d.d. 24-5-1704) – Anjeliershgracht "by de beschuitbackery van de leeuw"(D.T.B. 1169, d.d. 19-3-1704) – Van Arkel en Weissman: De gevels Westerstraat 106 en 108 vertonen dezelfde bouwtrant met Dorische pilasters.Nr. 106 heeft drie gevelstenen: in het midden een leeuw, links "Anno"en rechts "1663". Nr. 108 heeft ook drie gevelstenen: in het midden twee hoofden, die water opnemen, links "Anno", rechts "1663 (N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 108.[75] In de Atlas van het Kon. Oudheidk. Genootschap bevindt zich een tekening van Misset, voorstellende de twee huizen.[76] Op de plaats van de percelen staat thans een politieposthuis – Zie: "de kat", "de rode leeuw" en "de witte leeuw", Anjeliersgracht.

Leeuw, De - Lindenstraat, "bezyden de Leeuw" (D.T.B. 1146, d.d.1-11-1624).

Leeuw, De blauwe - Goudsbloemgracht, "by de blauwe Leeuw" (D.T.B. 1146, d.d. 11-2-1626).

Leeuw, De blauwe - Goudsbloemstraat, "bezyden de blauwe Leeu" (D.T.B. 1145, d.d. 28-9-1617.

Leeuw, De blauwe - "………roosemarynstraat, by de blauwe leeu" (D.T.B. 1146, d.d. 4-4-1621).

Leeuwe, De gouden - Goudsbloemgracht, "bezyden de goden Leeu" (DF.T.B. 1146, d.d. 20-12-1622).

Leeuw, De gouden - Rozengracht, over de gouden Leeu"(D.T.B. 1146, d.d. 6-1-1625)

Leeuw, De klimmende- "…….opt tuynpadt, by de climmende lee" (D.T.B. 1145, d.d. 3-6-1614) – De naam Tuinpad was op deze datum een anachroisme: Het heette hier toen Tuinstraat – Zie: "de rode leeuw", Tuinstraat.

Leeuw, De rode - Anjeliersgracht, "by de roo leeu"(D.T.B. 1145, d.d. 20-9-1616)) – Anjeliersgracht, äen de noortzy, verby de eerste bruch van de prinsegraft, achter de roe leeu"(D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) – Zie: "de leeuw", Anjeliersgracht.

Leeuw, De rode - Elandsgracht, "inde Boxhoorn, by de roode leeuw"(D.T.B. 1146, d.d. 23-12-1620).

Leeuw, De rode - Goudsbloemgracht, "by de roo leeu" (D.T.B. 1145, d.d. 21-3-1616) – Buj executie verkocht: een huis en erf op de Goudsbloemgracht, üythangende de rode Leeuw, met een ganck ende een wooninge, met noch een lledich erve daer achteraen". Belend aan de Westzijde door Jan Matthijsz. Ban, brouwer te Haarlem, aan de Oostzijde door Sytgen Jans, wed. van Sipke Syvertsz. Laatste eigenaar was Frederick Andriesz., houtwerker. (R.A. 2165, fol.132, d.d. 23-1-1625) – De"rode leeuw"op het Fransepadwas in 1829 een herberg, waar 's Zaterdagavonds gedanst werd (Van der Vijver, Wandelingen, blz. 357).Niet zeker natuurlijk, dat hetzelfde pand bedoeld werd. – Zie: "de rozenboom".

Leeuw, De rode - "……..in de Lindedwersstraet, inde roode leeu" (D.T.B. 1146, d.d.24-1-1623).

Leeuw, De rode - Lindengracht, ïn de roode Leeu"(D.T.B. 1145, d.d. 10-10-1617) – Lindenmgracht, over de lindeboom, naest de rooleeuw"(D.T.B. 115, d.d. 3-10-1664) – De "lindeboom"stond aan de Zuidzijde van de gracht; zie ald.. Zie voorts: "de witte fortuin", Lindengracht.

Leeuw, De rode - Looiersstraat, "besyen de roo Leeu"(D.T.B. 1146, d.d. 24-1-1618)

Leeuw, De rode - Palmstraat, "naest de roode Leeuw, daer de steene staen, byde baengraft" (D.T.B. 1151, d.d. 24-11-1655).

Leeuw, De rode - "…….Plempenpadt ……., 't huys de roode Leeuw" (R.A. 2163, fol., 148vo, d.d. 18-12-1615). De naam Plempenpad was op die datum een anachronisme. Het heette hier toen Ro\zengracht –Rozengracht, äen de zuytzy, inde Rooleeuw" (D.T.B. 1154, d.d. 8-7-1662).

Leeuw,De rode - Tuinstraat, ïn de roode leeu" (D.T.B. 1146, d.d. 13-10-1620) – Tuinstraat-Noordzijde, "daer de rode Leeuw in de gevel staet"(R.A. 2166, fol. 72vo, d.d. 9-1-1626) – Zie: "de klimmende leeuw"

Leeuw, De vergulde - Overedragen: een huis en erf, "mettet achterhuys daerachter, mitsgaders de gemeende gangh, tusschen dezen huyze ende 't huys van Pieter Claesz., waecdrager, leggende, ende elck voor de helffte int gemeen te gebruycken toecomende, staende 't voorsz. huys ende erve inde Egelantiersstraet, daer de vergulde leeuw uythangt", belend aan de Westzijde door de "voorsz. Pieter Claesz., met de helffte vande zelve gangh", aan de Oostzijde door Gerrit Wiggertsz Duysentdaelders (Kw. 42, fol. 20, d.d.22-1-1622) .

Leeuw, De vergulde - Hazenstraat, "by de vergulde Leeu"" (D.T.B. 1145, d.d. 27-9-1617).

Leeuw, De witte - Anjeliersgracht, "byden wtten Leeu" (D.T.B. 1146, d.d. 22-11-1624) – "…. Op de noortzy van de Angeliersgraft, naest de beschuybackery van de witte leeuw"(D.T.B. 1155, d.d. 17-10-1664) – Anjeliersgracht, "naest de beschuytbackery van de witte leeuw" (D.T.B. 1169, d.d. 5-6-1704). Zie: "de leeuw", Anjeliersgracht.[77]

Leeuw, De witte - Egelantiersgracht, "by de eerste dwarsstrat, naest de witte leeu" (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664).

Leeuw, De witte - "……..in de 2e laurierdwarsstraet, daer de witte Leeu op de p[ort staet, in een gangetgen (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Westerkerk, d.d.31-10-1623).

Leeuw, De witte - Rozenstraat-Zuidzijde, waar "de witte leeu"uithangt (R.A. 2166, fol. 113, d.d. 9-1-1631).

Leeuw of het wapen van Gent, De witte - Bij executie verkocht: een huis en erf, "staende op den hoeck vande Laurierstraet, daer de witte Leeuwn offtwapen van Gent uythangt, met een werckhuys daer achteraen", belend door Jan van Valckenburch aan de Westzijde en de ""Rosemereynstraet' aan de Oostzijde, strekkende voor van de straat tot "achteraen de Suytzydevant weespat"(R.A. 2165, fol. 27, d.d. 29-12-1617). Thans Laurierstraat 162. Zie dl.I van dit werk, blz. ….

Leeuw, De witte gekroonde - Bloemgracht, "bezyden de witte gecroonde Leeu" (D.T.B. 1146, d.d. 12-7-1624).

Leeuw, De zwarte - Goudsbloemstraat, inde swarte Leeu" (D.T.B. 1155, d.d. 12-7-1627).

Leeuw, De zwarte - 1e Leliedwarsstraat, "achter de swarte leeuw" (D.T.B. 1155, d.d. 12-9-1664) – Hoekhuis?. Zie het volgende artikel.

Leeuw, De zwarte - Nieuwe Leliestraat, hoek "witte Leliestraet", waar "de swarte leeu" uithangt. (R.A. 2167, fol. 187vo, d.d1636). Zie het vorige artikel.

Leimuiden Palmstraat-Zuidzijde, het derde huis van de Brouwersgracht, waar "Lamuyen"in de gevel staat (R.A. 2173, fol.58vo d.d. 30-1-1683) – Van Lennep en Ter Gouw hebben de steen nog gekend (Uithangteekens, dl. III, blz 141).[78]

Lelie, De - 1e Leliedwarsstraat, "in de lelie" (D.T.B. 1163, d.d. 3-10-1680) – Zie "de witte lelie", 1e Leliedwarsstraat.

Lelie, De blauwe - Leliestraat, "inde blauwe lely"(D.T.B. 1146, d.d. 19-9-1624).

Lelie, De gekroonde - "Harmanus Lelyman en Jan Edeman presenteeren hun dienst aen alle kooplieden en winkeliers, dat zij zijn komen wonen in de Nieuwe Tiggelstraet in de zeepziederij van de gekroonde Lely, waarin voor de eerste mael gemaekt en te bekomen is bij het groot en het kleyn goede groene zeep ……."(Adv.Amst. Crt. 9-1-1734.Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 104). Hermanus Lelyman wordt in 1742 genoemd als exploitant van een zeepziederij op de Anjeliersgracht, hoek Tichelstraat (Oldewelt, Koh. Van 1742, dl. II, blz.269, nr. 5217; Amstelodamum 1939, blz. 100).De aanduiding "Nieuwe Tiggelstraet" in de advertent is onjuist, tenzij Lelyman later zijn zaak verplaatst heeft. – Uit het Koh. Van 1742 blijkt, dat de bewuster zeperij stond: Anjeliersgracht, Westerhoek van de (oude) Tichelstraat. Thans is daar een R.K. lagere school.

Lelie, De gouden - Boomstraat, "inde gulde lely" (D.T.B.1153, d.d. 18-12-1661).- Zie: "de Leliegang", Boomstraat.

Lelie, De rode - Egelantiersstraat, "over de Roo Lely" (D.T.B. 1146, d.d. 8-12-1623).

Lelie, De rode - "…….. in de Lelydwersstraat[79] in de Roo Lely" (D.T.B. 1146, d.d. 9-10-1621).

Lelie, De rode - Looierssraat, "by de Roo Lely"(D.T.B. 1146, d.d. 12-9-1624).

Lelie, De vergulde - Bloemgracht, "by de vergulde lely"(D.T.B. 1146, d.d. 15-10-1625)

Lelie, De vergulde - Egelantiersstraat, "aent ent, over de vergulde lely"(D.T.B. 1154, d.d. 30-5-1662).

Lelie, De vergulde - Palmstraat, "by de vergulde lely" (D.T.B. 1146, d.d. 3-5-1619).

Lelie, De vergulde - In "de vergulde Lely", Passeerdersdwarsstraat, vervaardigde Marten van den Heuvel, eerste helft zeventiende eeuw goudleer (Jac. Th. Wormer, Het goudleder Bouwkunst, 8e jrg, 1913, blz. 55).

Lelie, De witte- Anjeliersgracht, "naest de witte Lely" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 2-11-1624) – Zie : de "Leliegang", Anjeliersgracht.

Lelie, De witte - Boomstraat, "by de witte Lely"(D.T.B. 1146, d.d.5-8-1618) – Testamenty van Johannes Stangerus, oud omtrent vijftien jaar, wonende Boomstraat, in "de Witte Lely". Hij is ziek en verklaart zijn moeder, Maria Sybouts, wed. van Cornelis Stangerus, tot universeel erfgename (Bredius, Kűnstler Inventare, 6er T., S. 2005, d.d. 25-6-1671).[80] Zie: de "Leliegang", Boomstraat.

Lelie, De witte - "………. Inde Lelydwersstraet[81], besyden de witte lely"(D.T.B. 1146, d.d. 17-4-1624) Zie: "de lelie"..

Lelie, De witte - Palmstraat, "bezyen de witte lely" (D.T.B. 1146, d.d. 4-7-1622)

Lelie, De witte - Prinsengracht, "tusschen de roosestraet en de roosegraft, onder de witte lely" (D.T.B. 1153, d.d. 29-10-1661).

Leliën, De drie - Boomstraat, "in de 3 lelien"(D.T.B. 1145, d.d. 1-9-1616) – Zie: de "gang van de drie leliën".

Leliën, De drie gouden - Rozengracht, ïn de 3 gulden Lelyen" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Westerkerk, d.d. 28-11-1624).

Leliën, De drie witte - Bloemstraat," inde drie witte lelien" (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1619)

Leliën, De drie witte - Elandsstraat, "by de 3 witte Lelien" (D.T.B. 1146, d.d. 11-4-1625)

Leliën, De vier - Elandsgracht, "by de vier Lelien" (D.T.B. 1146, d.d. 23-5-1621) – Moet waarschijnlijk zijn: "de drie leliën" Elandsgracht, tussen de nrs. 18 en 32 althans liep de Drie-Leliëngang (Atlas Loman, 1876, buurt GG; Breen, Gangenlijst, blz. 149; zie ook: Wagenaar, dl. I, blz. 61). Thans verdwenen.

Lepelaar, De - Anjeliersgracht, "over de lepelaer" (D.T.B. 115, d.d. 12-9-1664) – Anjeliersgracht, "inde swarte gang, by de lepelaer" (D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664) – Breen vermeldt een reeds in zijn tijd verdwenen Lepelaarsgang, Anjeliersgracht 88, nummering van 1796 (Gangenlijst, blz. 166).

Lepelaar, De - Tichelstraat, "achter de lepelaer" (D.T.B. 1153, d.d. 11-12-1661) – Tichelstraat-Weszijde, waar "de lepelaer"in de gevel staat (R.A. 2171, fol. 110vo, d.d. 6-1-1674).

Lepels, De drie houten - Bloemstraat, "in de 3 houten lepels" (D.T.B 1146, d.d. 28-10-1623).

Letterberg, De rode - Jan Bakker, Rozengracht-Noordzijde bij de Prinsengracht in "de Roo Letterberg" bakt Rotterdammer koek geschikt om naarOost en West te zenden, zonder in blik beslagen te zijn (Adv. Amst. Crt, 9-9-1769. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 133).

Liefde, De - Bloemgracht, "inde liefde" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam. 1657-1673, d.d. 11-12-1667).

Liefde, De - Brouwersgracht, pakhuis "de Liefde", in 1657 gebouwd, thans nr. 199. Zie: dl. II van dit werk, blz. …..

Liefde, De - Egelantiersgracht, "by de liefde" (D.T.B. 1155, d.d. 3-10-1664).

Liefde, De - Egelantiersstraat 39, "daar de Liefde in den gevel staat", nieuw huis, 1840, (Amstelodamum 1954, blz. 24) – Zie: Van Arkel en Weissman, N.H.Oudheden, 6e stuk, blz, 21.

Liefde, De - Looiersstraat, "naest de Liefde"(D.T.B. 1146, d.d. 21-11-1622).

Liefde, De - Lakenververij "de Liefde", Rozengracht-Zuidzijde (Adv. Amst. Crt. 5-2-1735. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 161).

Liefde, De - "……..nieuwe thuynstraet[82], inde liefde" (D.T.B. 1154, d.d. 8-4-1663).- Breen vermeld een Liefdegang, Tuinstraat 78-82 (Gangenlijst, blz. 166). Thans verdwenen.

Liefhebber van de Prins, De - Goudsbloemstraat, "in de liefhebber van de Prins" (D.T.B. 1151, d.d. 22-10-1656) – Nog altijd ligt in de Goudsbloemstraat tussen de nrs. 67 en 79 de Prinsenliefhebbersgang (Kaart van Amsterdam van de Dienst der Publ. Werken blad G4, Jan, 1943). Zij stond ook bekend als Wieldraaiersgang.

Lindeboom, De - "…….. op dye lyndegraft, over dye lyndeboom"(D.T.B. 1044, d.d. 2-8-1624) – "……Lindegraft, over de herberg van de Lindeboom, opt weduwenhoff"[83] (D.T.B. 1152, d.d. 27-1-1659) – Begraven: "Johannes urselincx, schilder[84], op de Lindegraft inde lindeboom" (D.T.B.1074, d.d. 24-10-1664) - Overgedragen: een huis en erf ,Lindengracht-Zuidzijde bij de eerste dwarsstraat[85], genaamd "de Lindeboom" (Kw. 4C, fol. 146, d.d. 2-4-1710). In zijn Maandagse Amsterdamsche Merkurius 1717, blz. 35 en 68, maakte Jan van Gijsen reclame voor " de lindeboom "op de Lindengracht, "een herberg waard geëerd, om 't zoet gezelschap, dat daar dagelijks verkeerd". Men kon zich o.a. vermaken met het kaartspel – Nog in 1792 was "de Lindeboom" een herberg waarbij twee kolfbanenbehoorden (Amsterdams Jaarboekje 1889, blz. 81) – Zie "de witte fortuin", "de rode leeuw"en de "Hans Kaas en Broodgang", Lindengracht.

Lintworm, De - "………vooraen op de lindegraft, naest packhuys van de litworm" (D.T.B. 1154, d.d. 16-4-1662).

Loodberg, De Engelse - "Tot Amsterdam bij Pieter Jongens in de Boomstraat bij de Cathuysers, naest de blauwe Duyf in de Engelse Lootberg, is een glasloodwinderswinkel te koop met schoone winden, so kopere als ijzere vormen en een draeybank met schroeven en krucken, lootbacken en een smeltpot met zijn toebehooren" (Amst. Crt. 2-7-1739. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 111).

Loods, De - Goudsbloemstraat, "op tende by de brouwersgraft naest daer de loots uythanght" (Begr. register Weeskamer nr.2, Noorderkerk, d.d. 22-4-1624). Zie: "de loodsman", Goudsbloemstraat.

Loods, De blauwe - "Tryntge arents, jongedochter, dochter van arent van gerwen, oud broeder, …….is een wollenaeyster, woont op de lindegraft, inde blaeuwe loots (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 14-12-1659).

Loodsje, Het - Zie: Lootsje, Het –

Loodslui, De drie - Lindengracht, "acher kerckhof, in de 3 lootsluy" (D.T.B. 1154, d.d. 13-3-1663)

Loodsman, De - Egelantiersstraat, "in de Lootzman". (D.T.B. 1146, d.d. 8-1-1627). Egelantiersstraat, "bij de leste dw.straet, inde lootsman" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664).

Loodsman, De - Goudsbloemstraat, "onder de lootsman". (D.T.B. 1154, d.d. 5-11-1663). Zie "de loods", Goudsbloemstraat.

Loodsman, De - Lindengracht, "naest de loossman". (D.T.B. 1153, d.d. 2-11-1661).

Loodtrekker, De - Bloemstraat, "inde Loottrecker". (D.T.B. 1146, d.d. 20-2-1619).

Lootsje, Het - Mr. P. van Eeghen heeft medegedeeld (Amstelodamum 1953, blz. 36) dat Pieter Jacobsz. Bols in 1649 een huis kocht aan de Zuidzijde van de Rozengracht bij de eerste dwarsstraat en dat hij hier het nog bestaande bedrijf, bekend onder de naam "het Lootsje", vestigde. Ten onrechte nam de schr. aan, dat dit huis nu ook "het Lootsje" heette, dan wel door de nieuwe eigenaar aldus werd genoemd. Het was anders. De 3e Juni 1661 droeg Huijbert Jansz. Pereboom "ysere parsemae-cker" over aan Pieter Jacobsz. Bols, "wijncoper", een erf "met het getimmert daerop staende," gelegen Rozengracht-Zuidzijde, belend aan de Oostzijde door de koper, aan de Westzijde door Evert Melchertsz. (Kw. 2J, fol.234vo). Het is de vraag, of dit een uitbrei-ding betekende van Pieter's zaak. Hij kan immers het "getimmert": in huur hebben gehad. In ieder geval bezat hij nu twee percelen naast elkaar. De 20e April 1663 verklaarde Thijmon Pietersz., "mr. huystimmerman", over te dragen aan Lambert Keller een erf "met het getimmert ende achterhuys daerop staende", Rozengracht- Zuidzijde, belend aan de Oostzijde door Evert Melchiorsz., aan de Westzijde door de erfgenamen van Jan Brugman. (Kw. 2L., fol. 145 vo). Dit complex was dus door de grond (met of zonder huis) van Evert Melchiorsz. gescheiden van het erf, dat Bols in 1661 had gekocht. Lambert Keller bracht een ingrijpende verandering aan. Hij ruimde het "getimmert" (schuur, loods of werkplaats) op en bouwde op het voorterrein een huis, dat de naam "het Lootsje" ontving. Ongetwijfeld ontleende dit nieuwe huis zijn naam aan het voorma-lige "getimmert". Algemeen noemde men in die tijd immers derge-lijke voorlopige bouwsels een loge (loodsje) [86]. De mogelijkheid bestaat, dat Pieter Jacobsz. Bols (+ 1669) en ook zijn zoon en opvolger Lucas Bols huurders waren van het nieuwe voorhuis en het oude achterhuis. Men kan verder gaan: misschien had eerstgenoemde reeds de houten werkplaats in huur gehad. Zijn fabriek of opslagruimte zou dan bestaan hebben uit twee getimmerten of loodsen, waarvan een sinds 1661 zijn eigendom was. Hoe het zij, de 29e Januari 1676, werden bij executie verkocht: het huis, erf en achterhuis, Rozengracht-Zuidzijde, "genaemt het Lootsje", toebehoord hebbende de boedel van Steven Keller.[87] Nieuwe eigenaar was Andries Jansz. (R.A. 2172, fol. 9). Had Lucas Bols te weinig geboden ? De 8e juni 1679 kocht deze uit de boedel van Jan Brugman de Jonge het huis naast "het Lootsje", aan de Westzijde, staande tussen de tweede en derde brug, waar de "de goutsbloem" uithing. (Kw. 2 X, fol.5.) De volgende koop van Lucas betrof "seecker huys met de thuyn en vier wooninkjes daar achter met hare erven", Rozengracht-Zuidzijde, "voorbij de tweede brug, daer het blaeuwe lam" uithing, met een vrije uitgang naar de Rozenstraat (Kw. 2 Y, fol. 267, d.d. 15-4-1682). Het is moeilijk, zonder verder onderzoek, de plaats van dit huis c.a. te bepalen, omdat belendingen en strekking niet worden opgegeven. Ook de naam van de verkoper (Daniel de Mont, make-laar, getrouwd met Maria Haen, dochter en enige erfgename van Willem Jacobsz. Haen) geeft geen opheldering. Met stelligheid kan echter, alleen reeds op grond van de omschrijving, worden gezegd dat Lucas Bols (althans ?) niet "het Lootsje" kocht.[88] Zie: "Bordeaux", "de goudsbloem"en "het blauwe lam", Rozen-gracht.

Lübeck Elandsstraat-Zuidzijde, waar "Lubecq"uithangt. (R.A. 2167, fol. 92, d.d. 19-1-1639).

Lijmketel, De - Bloemgracht, "inde lijmketel." (D.T.B. 1054, d.d. 13-6-1624).

Lijmketel, De vergulde - Pieter Henrixsz., schipper, Prinsengracht, inde vergulde lijmketel." (D.T.B. 427, fol.10vo, d.d. 29-1-1622).[89]

Lijmpot, De- "Abram andriesz. dorrevelt, chirurgijn, weduwnaar, woont inde Anjeliersstraat, inde Lijmpot." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 15-12-1669). "Mr. Abraham Dorrevelt woont in de Anjeliersstraat, tegenover de eerste dwarsstraet." (Id., d.d. 19-7-1671). De "lijmpot"stond dus onmiddellijk bewesten "de Kampertoren" en is bijgevolg het tegenwoordige nr. 27.

Lijmziedersketel, De- Elandsstraat, "inde lijmsiedersketel".(D.T.B. 1145, d.d. 8-10-1617).

Lijnbaan, De Hoornse - "…op het ent van de palmstraat boven de hoornse lijnbaan." (D.T.B. 1155, d.d. 10-10-1664). Op de Schans, tegenover de Palmstraat, vond men de Hoornse lijnbaan. (Kaartboek E, nr. 27, d.d. 27-2-1672).

Lijst, De Witte Egelantiersstraat, "bij de tweede dw.straet, over de witte lijst". (D.T.B. 1154, d.d. 8-11-1663).

Maagd van Dordrecht, De- Bloemstraat, "over de tweede dw.straet, over de maeght van Dordt." (D.T.B. 1157, d.d. 21-5-1669).

Maagd van Dordrecht, De- Elandsgracht, "in de maeght van Dordt." (D.T.B. 1146, d.d. 17-8-1625).

Maagd van Dordrecht, De - Prinsengracht, "bij de Anjeliersgraft, boven de maecht van dordt." (D.T.B. 1155, d.d. 9-9-1664).

Maagd van Enkhuizen, De - Overgedragen: een huis en erf op de Anjeliersgracht, "daer de maeght van Enkhuijsen voorstaet." (Kw. 39, fol. 141, d.d. 21-4-1618). "… anjeliersgraft bij de Catuiserskerckstraet, inde maecht van enkuisen." (D.T.B. 1150, d.d. 1-11-1654). "…opt hoecke van de tichelstraat[90] op de anjeliers graft… bij de ijnckhuijser magt." (D.T.B. 1151, d.d. 9-2-1656). "…anjeliersgraft bij machielenbruch, achter de enkhuijser macht." (D.T.B. 1160, d.d. 3-12-1673).

Maagd van Enkhuizen, De- Korte Tuinstraat, "over de Macht van Enckhuijsen." (D.T.B. 1146, d.d. 17-5-1626). Zie: "het wapen van Enkhuizen", Korte Tuinstraat.

Maagd van Gent, De - Egelantiersgracht[91], "naest de maecht van gent". (D.T.B. 1146, d.d. 26-6-1620). Egelantiersgracht, "aen de suijt sij, in de maecht van gent." (D.T.B. 1161, d.d. 17-7-1675).

Maagen, De drie- Egelantiersstraat, "verbij de laeste dwarsstrat, in de 3 maechden." (D.T.B. 1153, d.d. 20-8-1661).

Maaier, De- Boomstraat, "over maijer". (D.T.B. 1168, d.d. 1-6-1698).

Maaier, De- Lindenstraat, "over de maeijer".(D.T.B. 1146, d.d. 20-8-1624). Zie: "de grasmaaier", Lindenstraat.

Maaier, De – Begraven: "Sara Davids de Wilde, dochter van David Jacobsz. de Wildt, secretaris, en Marretje Dirks van Heemskerk, vr. van Harmen Maijer, plaatsnijder, op de Roosegraft, daer de maijer boven de deur staet." (Mr. A.D. de Vries Azn., Biografische aan-teekeningen betreffende voornamelijk Amsterdamsche schilders, enz. A'dam 1886, blz. 53, d.d. 21-8-1653). Harmen de Mayer of Herman de Meijer was plaatsnijder, etser, zwartekunstgraveur, kaartgraveur, uitgever en tekenaar. Geb. te "den Burgh", ca. 1622, overl. te A'dam in 1701. Woonde van 1652-1701 "op de Zuijd Zijde van de Roose graft tusschen de twee eerste bruggen inde Maijer, die staet boven de Duer." (Waller, Biogr. Woordenboek, blz. 218). Sara de Wilde (Wildt) was een dochter van de secretaris ter Thesau-rie, David Jacobsz. de Wildt. (Oud-Holland, 1899, blz. 237). De 8e Sept. 1655 maakte De Maijer zijn testament. Erfgename was zijn dochter Elisabeth. (Obreen's Arch. VII, blz. 270. Aldaar verdere bijzonderheden). De 6e Dec. 1681 testeerde De Maijer weer. Hij was nu "ziekelijk van lichame." (Id., blz. 271). De 26e Juli 1692 ging De Maijer in ondertrouwen met de 52-jarige Margrita Tiboel (Kleerkooper en Van Stockum, blz. 407). Op de Rozengracht, tussen de nrs. 75 en 81, loopt de Slagers- of Slachtersgang, vroeger Maaiersgang geheten. (Breen, Gangenlijst, blz.167; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad H 4, Oct. 1943). De aandacht verdient volgende ondertrouwaantekening: "Jaques de Maijer, oudt-balance maecker, wonende op de rose-gracht," enz. (D.T.B. 423, fol. 174vo, d.d. 3-8-1619).

Maan, De halve - "…bloems dwars straet, bij de half maen". (D.T.B. 1145 d.d. 13-9-1617). "…1e bloemdwersstrate, op de hoeck vande halve maen". (D.T.B. 1146, d.d. 22-1-1618). Zie: "de vergulde halve maan met de zeven sterren".

Maan, De halve - Elandsgracht, "aen de zuijtzij, inde halve maen". (D.T.B. 1153, d.d. 30-10-1661).

Maan, De halve - Laurierstraat, "in de halve maen". (D.T.B. 1146, d.d. 2-6-1626). "Klaes Boommeester, meester wieldrayer, maekt aen alle heeren fabrikeurs van geblomde zydestoffen bekend, dat hij ten dienst van die fabrik behalve schyvetafels en plankjes, veele jaren bij hem gemaekt, nu ook heeft uytgevonden een nieuwe manier om alderhande harnesloot[92] te gieten, veel beter en gemakkelijker tot het gebruyk, als ooyt voor deze gemaekt is; soo rond en glad, hard en taay, dat geen nood van slyten heeft. En dat voor de gewoone prys: het 100 ? seven en een halve gulden en het fatsoen tot 10 stuyver de 100 stuks. Iemant, daervan gelieve gediend te worden, kan hem vinden in de Lauwerierstraat by de tweede dwarsstraet naest de Halve Maen." (Adv. Amst. Crt. 16-8-1703. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 287). Zie:"de vergulde halve maan", Laurierstraat.

Maan, De halve - Nieuwe Leliestraat, "bij de halve maen". (D.T.B. 1146, d.d. 4-4-1621).

Maan, De halve - Tuinstraat. "tegenover de halvemaen, bij de leckeback". (D.T.B. 1153, d.d. 9- 2-1661). Zie:"de gouden halve maan"en de "lekke regenbak", Tuinstraat.

Maan, De gouden halve - "Henderijck dickman, inde tuijnstrat over de gulde halve maen, tot de vroemoere?". (D.T.B. 1153, d.d. 16-6-1661). Zie het vorige artikel.

Maan, De vergulde halve - Laurierstraat, "in de vergulde halve maen". (D.T.B. 1145, d.d. 18-10-1617). Zie:"de halve maan", Laurierstraat.

Maan met de zeven sterren, De vergulde halve - Overgedragen: een huis en erf in de Bloemstraat, "daer de vergulde halve maen mette seven starren uythangt". (Kw. 38, fol. 192, d.d. 26-4-1617). Uit de opgave van de belendingen blijkt, dat dit pand niet op een hoek stond. Het was dus niet identiek met "de halve maan in de 1e Bloemdwarsstraat."

Madelieven, De twee- Elandsgracht, "bezyen de twee maddelieven." (D.T.B. 1146, d.d. 19-12-1624).

Man, De dikke- "…Laurierdwersstraet, bij de dicke man." (D.T.B. 1146, d.d. 4-2-1622). Ontleend aan een familienaam? Zie: "de gouden halve maan."

Man, De Friese - Anjeliersstraat, "boeven de vrieseman." (D.T.B. 1158, d.d. 15-1-1670).

Man, De naakte - "…anjeliersdwersstraet, bijde naeckte man." (D.T.B. 1146, d.d. 10-9-1619). Zeer waarschijnlijk wordt in de volgende drie artikelen hetzelfde huis bedoeld als hier.

Man, De naakte - 1e Egelantiersdwarsstraat, "inde naeckte man", (D.T.B. 1154, d.d. 9-3-1663). Zie: "de naakte man", Anjeliersdwarsstraat.

Man, De naakte - Egelantiersstraat, "bijde naeckte man." (D.T.B. 1146, d.d. 23-3-1618). Zie: "de naakte man", Anjeliersdwarsstraat.

Man, De naakte - Egelantiersstraat, "op de hoek van de eerste dwarsstraat van [93] de Prinsegraft, inde nackteman." (D.T.B. 1154, d.d. 3-9-1662). Zie: "de naakte man", Anjeliersdwarsstraat.

Man, De stenen Tuinstraat, "bij de steenen man." (Begr. register Weeskamer nr. 45, Catuijsers, d.d. 25-11-1618). Tuinstraat, "ant eijnd, bij den steenen man." (D.T.B. 1146, d.d. 26-3-1622). De Slagersgang, vroeger Steenmansgang, ligt tussen de nrs. 62 en 68, dus noch vooraan, noch achteraan in de Tuinstraat. (Breen, Gangenlijst, blz. 181; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943). Zie: de "Stenenmansgang", Tuinstraat.

Mantel, De Bonte - Noordermarkt, "tusschen boomstraat en de anjeliersgraft, inde bontemantel." (D.T.B. 1153, d.d. 26-10-1660). Noordermarkt, "onder de Bonte mantel." (D.T.B. 1169, d.d. 2-9-1704).

Marktschip, Het Weesper - Lindengracht, bij de "Cathuisers," waar het "Weespermarktschip" heeft uitgehangen. (Huisverk. Weeskamer VII, fol. 144, d.d. 16-1-1682).

Mars, De groene - Nieuwe Leliestraat, "besyen de groene mars." (D.T.B. 1146, d.d. 7-9-1623).

Martelaar, De - Egelantiersstraat, "bij de Martelaer". (D.T.B. 1146, d.d. 8-10-1624). Egelantiersstraat, "verby de eerste dwarsstraat, over de martelaer". (D.T.B. 1154, d.d. 26-4-1662). Volgens Coorengel: Egelantiersstraat - Noordzijde. (Huisnamenlijst, blz. 164).

Masten, De drie - Prinsengracht, "by de elantsstraat, daer de dry masten uijthangen." (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 13-12-1624).

Meelzakken, De drie - Nieuwe Leliestraat, "tusschen de 2 en 3 dwarsstraat, boven de 3 passen, over de 3 meelsacken." (D.T.B. 1154, d.d. 28-1-1663).

Meeltonnen, De drie - "Anthonij Herweijer voor hem zelven ende de voochden van Aper

Herweijer, een onmondiger sone van Cornelis Herweijer," hebben uit kracht enz., verkocht aan Heijndrick Heijndricxsz. Booch, schuitenvoerder, een huis en tuin, "genaemt de drye meeltonnnen," in de Anjeliersstraat. (Huisverk. Weeskamer V, fol. 130, d.d. 12-1-1618). De 16e Jan. 1614 hadden de nagelaten kinderen van Cornelis Herweijer, wier moeder Aeltgen Huijgen heette, een huis en erf, eveneens genaamd "de drie meeltonnen" verkocht, staande en liggende aan het Water (Damrak). (Huisverk. Weeskamer V, fol 33).[94]

Meerman, De - Looiersstraat, "aent ent, over de meerman." (D.T.B. 1154, d.d. 12-8-1663). Coorengel vermeldt in de Looiersstraat "de meermin." (Huisnamenlijst, blz. 165).

Meisjes, De vier - Boomstraat, "in de vier [95] meijses." (D.T.B. 1146, d.d. 17-4-1627). Waarschijnlijk een bordeel. De 20e October 1619 immers werden de geboden afgekondigd van Juriaen Eijliaemsen, bombazijnwerker, wonende Reestraat en Neeltie Jans, "de dochter in de pyermeyden, inde boomstraet." Neeltie Jans, "de suster van de meyt inde pyer-meyden", had zich de 25ste mei 1619 bij de Waterlanders laten dopen. (Memoriaal A, fol. 34 vo en 35. Arch. Ver. Doopsgez. Gem. A'dam). De betekenis van het woord pieren vindt men in het volgende rijm duidelijker verklaard dan in het Woordenboek der Ned. Taal:
Bloed, ik wierd zo geil en heet van min !
Dewijl ik zag haar lokken zwieren
Rondom haar blanke en witten hals.
Goôu, 'k wou haar gaaren eensjes pieren
! [96]

Melkmeid, De - Kromme Tuinstraat, "in de melkmeyt." (D.T.B. 1153, d.d. 4-12-1661). Vgl.: Kromme Tuinstraat, "int melckhuys". (D.T.B. 1153, d.d. 8-5-1661).

Melkmeid, De - Palmgracht, "bij de middelste brugh, in de melckmeyt." (D.T.B. 1155, d.d. 16-10-1664. Van Lennep en Ter Gouw hebben de gevelsteen nog gezien (Uithangtekens, dl. III, blz. 9). Nog aanwezig: de "Melkmeisjesgang", Palmgracht, aan de Oostzijde van nr. 43. (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943). Volgens Breen heette deze vóór 1796: Koetjesgang. (Gangenlijst, blz. 162 en 167).

Melkmeid, De Enkhuizer - Tuinstraat, "bijt Enkhuijzer melckmeyt". (D.T.B. 1146, d.d. 31-3-1625).

Melkmeisje, Het - Goudsbloemstraat, "tusschen beyde dwarsstraten[97], over melckmeysie." (D.T.B. 1153, d.d. 29-11-1661).Zie: "Jonas in de walvis." Van Lennep en Ter Gouw zagen een "melkmeid" in de Gouds-bloemstraat bij de Baangracht. (Uithangteekens, dl. III, blz. 9).

Melkmeisje, Het - Lindenstraat, "over melckmeysie." (D.T.B. 1154, d.d. 21-10-1663). Nog aanwezig: de "Melkmeisjesgang", Lindenstraat tussen de nrs. 61 en 71. (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G 4, Jan. 1943).

Melkmeisje, Het - Palmstraat, "tusschen de dwarsstraat en baengraft, naest het melckmaeyse." (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664). Zie: de Melkmeisjesgang."

Melkmeisje, Het - "…in de Tuijndwersstraat, overt melckmeysien." (D.T.B. 1146, d.d. 4-12-1623).

Metselaar, De Brabantse - Egelantiersgracht, "naest de brabantse metselaar." (D.T.B. 1154, d.d. 11-1-1663).

Metselaar, de Brabantse - "Jan Kenou, metselaar, woont inde brabantsche metselaar bij de cathuijsers." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 16-12-1657).

Metselaar, De Luikse - "…vooraan in de Anjeliersstraat, onder de Luijkse metselaer". (D.T.B. 1154, d.d. 7-11-1663).

Middelburg Inventaris van het huis, "genaemt Middelburch", Egelantiersgracht-Noordzijde, waarin gewoond heeft Toontgen Joosten, wed. van Marten Dircxz. Stein, caffewerker, overl. 28 Nov. 1638. (Protoc.not. Seb. Van der Piet, d.d. 8-9-1640). Zie: dl. II van dit werk, blz….

Middelburg 1e Leliedwarsstraat, "over middelburch." (D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664).

Modder schouw, De - Kromme Tuinstraat, "naest de modderschouw." (D.T.B. 1153, d.d. 10-3-1660).

Mol, De gouden - Bloemstraat, "opt eynde, over den gulden mol." (Begr. Register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 28-9-1623).

Mol, De vergulde - Anjeliersstraat, "verby de derde dwarsstraet, over de vergulde mol." (D.T.B. 1154, d.d. 2-3-1662).

Molen, De blauwe - "Dirck Arijaensz., waechdraeger, op de lauwerijersgraft, in de blaeuwe muelen." (D.T.B. 1153, d.d. 22-9-1661). Zie: "het Rooms-Katholieke Jongens.Weeshuis" en dl. I van dit werk, blz…

Molen, De gouden - Lindengracht, "verby het fonteynhof, naest de gulde muelen." (D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664). Zie: het "Fonteinhof" in de hierna volgende Lijst van gangnamen.

Molen, De rode - Egelantiersstraat, "naast de Roo meulen." (D.T.B. 1168, d.d. 12-4-1699).

Molen, De rode - Lindenstraat, "over de roomeulen." (D.T.B. 1154, d.d. 24-1-1662). Lindenstraat,"voorby de dwarsstraat over de Roo moolen". (D.T.B. 1168, d.d. 12-4-1699). Volgens Coorengel: Lindenstraaat-Zuidzijde. (Huisnamenlijst, blz. 165).

Molenpaard, Het - Leliestraat, "overt muelenpeert." (D.T.B. 1146, d.d. 29-10-1624).

Molentje, Het - Tichelstraat, "int muelentie, tot de grutters." (D.T.B. 1153, d.d. 12-10-1661).

Molentje, Het - Tichelstraat, "bij de leste dwarsstraet, int muelentie." D.T.B. 1154, d.d. 29-6-1662). Zie: de "Molengang", Tuinstraat.

Molentje, Het rode - Bloemstraat, int Roode molentien." (D.T.B. 1145, d.d. 14-11-1617). Bij Coorengel: "de roô molen", Bloemstraat- Zuidzijde. (Huisnamenlijst, blz. 165).

Molenijzer, Het - "…bij de kleijne Cattuysers, boven molenyser." (D.T.B. 1153, d.d. 4-9-1661).

Mollen, De drie - Nieuwe Leliestraat, "bij de tweede dwarsstraet, naest de drie molle." (D.T.B. 1154, d.d. 21-9-1663).

Mollen, De drie - "…in de Looijers dwers straat, in de 3 mollen." (D.T.B. 1146, d.d. 29-5-1623).

Mollen, De drie - "…in de Looijers cruysstraat, bij de 3 mollen." (D.T.B. 1146, d.d. 25-10-1624).

Mollen, De drie gelaarsde - Bij executie verkocht: een huis en erf in de Goudsbloemdwarsstraat-Oostzijde, waar "de 3 geleersde mollen" uithangen, strekkende voor de straat tot achter aan de kinderen van Marten Gerritsz. Lantroo. (R.A. 2168, fol. 213vo, d.d. 26-1-1652). Marten Gerritsz. Lantrode was bij zijn leven eigenaar van het huis, waar "de hertog van Gelder" in de gevel stond. (R.A. 2166, fol. 90, d.d. 4-1-1631). De "drie gelaarsde mollen" stond dus in de 1e Goudsbloemdwars-straat.

Monnik, De - Anjeliersstraat, "verby de leste dwarsstraet, over de munnick. (D.T.B. 1158, d.d. 14-1-1670). Zie:"de grauwe monnik"en "de verschoven monnik", Anjeliersstraat.

Monnik, De - Boomstraat, "naest de monick." (D.T.B. 1145, d.d. 26-10-1617). Zie: "de Engelse haan", "de drie kachelstenen"en "de verschoven monnik", Boomstraat.

Monnik, De - 2e Leliedwarsstraat, "inde munck". (D.T.B. 1154, d.d. 21-11-1663). Zie: "de grauwe monnik", 2e Leliedwarsstraat.

Monnik, De - Rozenstraat, "inde munnick". (D.T.B. 1130, d.d. 11-11-1655).

Monnik, De grauwe - Anjeliersstraat, "bij de grauwe munninck".(D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664). Zie: "de monnik"en "de verschoven monnik", Anjeliersstraat.

Monnik, De grauwe - 2e Leliedwarsstraat, over de graeuwe munnick." (D.T.B. 1155, d.d. 21-9-1664). Zie: "de monnik", 2e Leliedwarsstraat.

Monnik, De verschoven - Anjeliersstraat, "naest de verschove monnick." (D.T.B. 1153, d.d. 27-7-1661). Een verschoveling = een verschoppeling. Zie: H. Benjamins, Kiespijn, baron en afslager; kluchtspel. A'dam, 1694, blz.14 en 48. Zie voorts: "de monnik" en "de grauwe monnik", Anjeliersstraat.

Monnik, De verschoven - Boomstraat, inde verschove Munck."(D.T.B. 1153, d.d. 3-6-1661). Zie: "de Engelse haan", "de drie kachelstenen"en "de monnik", de Boomstraat.

Monnikendam "….op de hoeck van de tweede Anjeliersdwarsstraet, boven munnickendam." (D.T.B. 1154, d.d. 27-7-1663). Zie: Monnikendam", Anjeliersstraat.

Monnikendam "….op de hoek van de anjelierstraet, booven munckedam." (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664). Zie: "Monnikendam", 2e Anjeliersdwarsstraat.

Monnikentuin Lindengracht, "bij de munneke Tuijn."(D.T.B. 1146, d.d. 29-9-1619).

Moormanswagen, De - "Tryntjen Roelants, huysvr. Reynier Jansz., ebbenhoutwercker, in de anjeliersdwarsstrate, inden Moormanswagen." (Protocollen-Kerkeraad, dl. V, fol. 194, d.d. 18-4-1624. Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam).

Morgenster, De - Boomstraat, "bij de morgenstar." (D.T.B. 1154, d.d. 8-1-1662).[98]

Moriaan, De - Anjelierstraat, "bij de cromme thuynstraet, inde moriaen." (D.T.B. 1154, d.d. 15-3-1662).

Moriaan, De - Egelantiersgracht 48, "daar de Moriaan in den gevel staat," 1838. (Amstelodamum 1954, blz. 24).

Moriaanshoofd, Het - Boomstraat, "byt Mooriaenshooft".(D.T.B. 1146, d.d. 11-11-1623).

Moriaanshoofd, Het - Goudsbloemstraat, "byt moeriaenshooft."(D.T.B. 1146, d.d. 6-7-1627). Zie: "het zwarte hoofd", Goudsbloemstraat.

Moriaanshoofd, Het - 1637: "Jochem Dronryp, in 't Moriaenshooft, op de hoeck van de Lauriergraft, op de Pr[insen]graft." (Thijssen, Nicolaas Tulp, blz. 136; dr. D.A. Wittop Koning, De handel in geneesmiddelen te Amsterdam tot omstreeks 1637. Purmerend 1942, blz. 110).

Moriaanshoofd, Het - Tichelstraat, "onder het moriaenshooft." (D.T.B. 1153, d.d. 22-11-1661).

Mortier, De witte - "Men presenteert te verkoopen een welgeconditioneerde en beklante Apotekerswinkel, met de medicamenten, van zal[99]: Pieter van Indijk, staande tot Amsterdam voor aen inde Egelan-tiersstraet, in de eerste dwarsstraet, in de Witte Mortier. Ook presenteert men bij dito winkel het huys te verhuuren. Iemand gading daer in hebbende, adressere zig daer ten huyse." (Adv. Amst. Crt. 13-6-1693 en 30-7-1693).[100]

Moskovieten, De - Anjeliersgracht, "verby de eerste brugh, inde muskoviten." (D.T.B. 1169, d.d. 31-7-1703).

Mosterdmanshuizen, De - Goudsbloemgracht, "inde mostertmanshuysen." (D.T.B. 1146, d.d. 19-3-1625). Zie: het "Mosterdmansklooster." (Lijst van gangnamen).

Mosterdpot, De - Anjeliersgracht, "naest de mostertpot." (D.T.B. 1155, d.d. 23-9-1664). Zie: de "Mosterdpotsgang."

Mosterdpot, De - Anjeliersstraat, "naest de nieu kromme tuynstraat, inde mosterpot." (D.T.B. 1155, d.d. 14-9-1664).

Moutzak, De - Anjeliersstraat, "bij de tweede dwarssraat, inde moutsack." (D.T.B. 1154, d.d. 3-11-1662).

Muilen, De drie rode - 1e Leliedwarsstraat, "boven de drie roo muylen." (D.T.B. 1154, d.d. 27-8-1663).

Muizenvreugd, De - "….inde Carthusers [kerkstraat], naest de Musevreucht." (D.T.B. 1053, d.d. 1-5-1618). "….in de muysenvruecht aent kerckhof." (D.T.B. 1148, d.d. 6-1-1641). Bij executie verkocht: een huis en erf in de "Cathuijserkerckstraet no. 1, daer de muysevreucht uythangt." (R.A. 2170, fol. 280vo, d.d. 21-1-1655). Zie: Van Lennep en Ter Gouw, Uithangteekens, dl. III, blz. 188, alwaar de afbeelding van een dergelijk embleem.

Munster Egelantiersgracht, "aen de noordzij, thusschen de twee en derde brugh, boven munster." (D.T.B. 1155, d.d. 16-9-1664).

Munster Noordermarkt, "in munster." (D.T.B. 1154, d.d. 24-2-1662).

Musketier, De - Lindenstraat, "inde muskettier." (D.T.B. 1146, d.d. 28-3-1664).

Musketier, De - "….op de braeck bij het salpeterhuys, naest de musketier." D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664).

Musketten, De - Boomstraat, over de musqueten." (D.T.B. 1154, d.d. 8-8-1662).

Muts, De Rouaanse - Goudsbloemstraat, "over de Rouaensche mutz." (D.T.B. 1146, d.d. 19-3-1626).

Mutsen, De drie rode - Goudsbloemstraat, "bij de 3 Roo mutsen." (D.T.B. 1146, d.d. 21-5-1626).

Mijlpaal, De - Leliestraat, "bij de myllpael.". (D.T.B. 1146, d.d. 16-11-1624). Zie: "het veldteken."

Naald, De - Laurierstraat, "over de naeld." (D.T.B. 1146, d.d. 21-3-1620).[101] Laurierstraat, "bij de naeld, besyden tvergulde taefelaken." (D.T.B. 1146, d.d. 5-1-1623). Bij executie verkocht: een huis en erf, Laurierstraat-Noordzijde, tussen de Rosemareijnstraat en Lavendelstraet, tegenover het huis, waar "de naelt" uithangt. (R.A. 2165, fol. 176, d.d. 23-1-1626). Laurierstraat, "naest waele weeshuys, in de vergulde naelt." (D.T.B. 1149, d.d. 22-10-1649). "Siewert Rijndertsen, hoorndrager, inde Laurierstraat bij de 2e dwarsstraet, op het hofy naest de naelt." (D.T.B. 1109, d.d. 20-4-1688). In de Laurierstraat is een Naaldenmakersgang geweest. Plaats niet bekend. (Breen, Gangenlijst, blz. 169). Zie: dl. I van dit werk, blz….

Naald met kousen, De - Anjeliersstraat, "verby de eerste dw.straet, over de naelt met kousen." (D.T.B. 1155, d.d. 22-9-1664). Tussen de nrs. 23 en 27 loopt de Lindebomengang, vroeger Naaldenmakersgang geheten. (Breen, Gangenlijst, blz. 166 en 169; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G 4, Jan. 1943). Zij bevindt zich recht tegenover de Violettenstraat.

Naald, De vergulde - Zie: "de naald", Laurierstraat.

Naalden, De drie - "….vooraan inde egelantiersstraat, inde 3 naalde." (D.T.B. 1168, d.d. 28-9-1698).

Naalden, De drie gekroonde - Tuinstraat, "aent ent over de 3 gekroonde naelde." (D.T.B. 1154, d.d. 12- 5-1663). Zie: "de drie vergulde naalden," Tuinstraat. Vermoedelijk identiek met de drie gekroonde spelden, thans Tuinstraat 99, vroeger nr.103. (Jaarboek Amstelodamum XXXIV, 1937, blz. 50).

Naalden, De vier - "….nieuwe thuynstraet,[102] over de 4 naelden." (D.T.B. 1154, d.d. 4-6-1663).

Naalden, De gouden - Op de Bloemgracht, in "de gulden Naelde,"[103] woonde (1638) mr. Jacob Bors of Jacobus Borssius, licentiaat in de rechten. (Elias, De Vroedschap, dl. I, blz. 101).

Naalden, De vergulde - Egelantiersgracht, "bij de vergulde naelden." (D.T.B. 1145, d.d. 10-12-1617).

Naalden, De drie vergulde - Lindenstraat, onder de 3 vergulde naelde." (D.T.B. 1151, d.d. 9-1-1656).

Naalden, De drie vergulde - Palmstraat bij de Baangracht, waar "de 3 vergulde naelden"uithangen.(R.A. 2171, fol.169vo, d.d. 12-1-1675).

Naalden, De drie vergulde - Tuinstraat, "aent ent, inde drie vergulde naelden." (D.T.B. 1155, d.d. 6-10-1664). Zie: "de drie gekroonde naalden," Tuinstraat.

Naboth's wijnberg - 24-10-1667: Adriaen van Koppenol, koopman, wonende in de Warmoesstraat, "heeft hemselven mitsdesen geconstitueert ende gestelt tot borge ten behoeve van Jan Willems van Anveldingh, lywaetreder, voor Willem Basse zijn schoonvader, voor sodanige 262 gld. 10 st., als deselve Willem Basse ter sacken van huyshuur van een huys en erve, staende op de Egelantiersgracht aen de suytzyde, int leste parck, naest Naboth Wijnbergh, aan Jan Willems van Anveldingh schuldich sal syn." (De Vries, Biogr. Aant., blz. 5).[104] Egelantiersgracht, "naest naboth wynbergh." (D.T.B. 1169, d.d. 26-11-1701). Breen vermeldt een Naboths-Wijnberggang, Egelantiersgracht 144 (nummering van 1796) Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 169).

Nachtglas, Het - Anjeliersstraat, "int nachtglas." (D.T.B. 1146, d.d. 31-5-1623).

Nachtglas, Het - Palmstraat, "over de smit, bij het nachtglas." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 26-2-1662).

Nachtslot, Het - Egelantiersstraat, "verby de tweede dwarsstraet, over het nachtslot." (D.T.B. 1152, d.d. 9-7-1657). Egelantiersstraat, "bij de derde dwarsstraet, achter nachtslot". (D.T.B. 1154, d.d. 19-10-1662).[105]

Nachtslot, Het - Tuinstraat, "bij de tweede dw. straet, naest het nachtslot." (D.T.B. 1156, d.d. 1-9-1666). Breen vermeldt een Nachtslotgang, Tuinstraat 104 - 106. (Gangenlijst, blz. 169). Thans verdwenen. Zie: "het gouden nachtslot" en "het vergulde slot," Tuinstraat.

Nachtslot, Het gouden - Tuinstraat, "byt gulde nachtslot." (D.T.B. 1146, d.d. 21-7-1628). Zie: "het nachtslot" en "het vergulde slot," Tuinstraat.

Neger en negerin, De - Lindendwarsstraat, "inde neger ende negerin." (D.T.B. 1153, d.d. 27-6-1660).

Nobel, De - Goudsbloemstraat, "inde nobel". (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1625). Zie: "de rozenobel."

Noorderkerk, De - Goudsbloemstraat, "inde noorderkerck." (D.T.B. 1153, d.d. 4-12-1661). Breen vermeldt een Noorderkerksgang, Goudsbloemstraat 17 (nummering van 1796). Verdwenen. Gangenlijst, blz. 170).

Oldenzeel Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde, op het "hoeckie van de Saterdagsbrug, daer tegenswoordick Oldenzeel uythangt." (Kw. 2 X, fol. 14vo, d.d. 5-5-1679).

Olifant, De - Palmdwarsstraat, "tegenover de oliphandt." (D.T.B. 1154, d.d. 2-10-1662).

Olifant, De witte - Boomstraat, "by de noorderkerck, onder de witte olyphant." (D.T.B. 1154, d.d. 11-5-1663).

Olifant, De witte - "….ticheldwarsstraat[106], over de witte olyfant." (D.T.B. 1154, d.d. 11-11-1663).

Onweer, Het - Hendrick Anthonissen[107], schilder, wonende Rozengracht, "daer tonweder uythangt." (Bredius, Künstler-Inventare, 2er T., S. 627, d.d. 3-10-1647).

Onweer, Het - Anjeliersgracht, "naest onweer". (D.T.B. 1154, d.d. 11-6-1662). Anjeliersgracht, "aan de zuyt zy, by onweer." (D.T.B. 1168, d.d. 8-1-1699). Aan de Oostzijde van Westerstraat 105 liep vroeger de Onweers-gang. Thans grotendeels verdwenen. (Breen, Gangenlijst, blz. 171; Atlas Loman, 1876, buurt O.O.; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G 4, Jan. 1943).

Ooievaar, De - "….opt tuynpat[108], bij douwe vaer."[109] (D.T.B. 1145, d.d. 28-6-1614). Tuinstraat, "het vierde huys van de ouwevaer." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 28-5-1640). "…. inde tuynstraat aen de stetuyn?, inde oyevaer." (D.T.B. 1149, d.d. 6-4-1648).

Oorijzers, De drie - Leliestraat, "bij de 3 Oorijsers." (D.T.B. 1146, d.d. 14-7-1625).

Oostindievaarders, De drie - Palmstraat, "over de drie oostindievaerders." (D.T.B. 1146, d.d. 19-2-1628).

Oostzaan Palmstraat, "vooraen, over ossanen." (D.T.B. 1153, d.d. 30-1-1661).

Palmstraat, "naest ossane, bij de brouwersgracht." (D.T.B. 1153, d.d. 4-12-1661). "….vooraan in de palmstraat, tegenover oossaen." (D.T.B. 1168, d.d. 5-12-1698). Breen vermeldt een Oostzaangang, Palmstraat 120 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 171).

Oranjeberg, De - Anjeliersstraat, "verby de tweede dwarsstraet, in Oranjebergh." (D.T.B. 1153, d.d. 11-1-1660). "Jan Huijbertsz., metselaer, inde anjelierstraat, bij de 2 dwarsstraat, onder de orangeberch." (D.T.B. 1154, d.d. 15-1-1663). Anjeliersstraat, "voorby de eerste dwarsstraat, in de orangebergh." (D.T.B. 1168, d.d. 10-12-1698).

Oranjeboom, De - "Minne Harmensz., metselaer, man van trijntje jans, onze suster, inde Anjeliersstraat, inde orangieboom." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1654). Breen vermeldt een Oranjeboomsgang, Anjeliersstraat 48 (numme-ring van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 171).

Oranjeboom, De - Violettenstraat, "naest de orangeboom". (D.T.B. 1154, d.d. 31-10-1662).

Oranjeboom, De zoete - "….anjeliersdwarsstraat, naest de soete orangeboom." (D.T.B. 1153, d.d. 21-8-1661).

Oranjeboom, De zoete - "….lindedwarsstraet, inde soete orangeboom." (D.T.B. 1152, d.d. 27-8-1657).

Oranjebijl, De - Egelantiersgracht, "naest de orangebyl, by een houttuyn in te gaen." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 16-12-1640).

Oranjepot, De - Op de Looiersgracht-Zuidzijde bezat de bierlooier Jaspar Cornelisz. Lodder (1576-1624), bijgenaamd Jaspar in de Pot, waar zijn woonhuis op de O.Z. Voorburgwal, een tuin, in de wandeling "de Pottentuin" geheten. Na zijn dood werd de grond verhuurd. De gebruiker richtte het terrein in als drinkgelegenheid met attracties, o.a. een dwaaltuin. Weldra stond de herberg c.a. bekend als "Het nieuwe Doolhof". Enige tijd heette zij de "de Oranjepot". Daarnaast bleef de naam "Pottentuin" in gebruik.

Oranjetrouw, De - "….vooraen in de tuijnstraat, over de orangetrou". (D.T.B. 1151, d.d. 22-11-1655). Tuinstraat, " inde jonge timmersmansgang, over de orangetrouw". (D.T.B. 1153, d.d. 1-12-1661). Zie: "de jonge timmerman", Tuinstraat.

Orgeltje, Het - Anjeliersgracht (Westerstraat) 57, "het Orgeltje", 1839. (Amstelodamum 1954, blz. 24).

Os, De bonte - "….inde 3 hoekstraat, booven de bonte os." (D.T.B. 1154, d.d. 9-12-1663).

Os, De bonte - Bij executie verkocht: een huis en erf in de Egelantiersstraat, "daer de bonte os in de gevel staet". Het huis heeft toebehoord aan Tomas Dircksz., slager. (R.A. 2166, fol. 177vo, d.d. 7-1-1622).

Os, De bonte - "….in de lauriers dwers straet, by de bonten os." (D.T.B. 1145, d.d. 1-9-1617). "….in de Laurierstrate, in den bonten os." (Begr. Register Weeskamer nr.2, Westerkerk, d.d. 13-4-1618). Bij executie verkocht: een huis en erf, bevattende 10 of 11 woninkjes, Laurierstraat, hoek tweede dwarsstraat, genaamd "de bonte os."). (R.A. 2167, fol. 259vo, d.d. 15-1-1639).

Os, De bonte - Lindenstraat, "bij de bonten os." (D.T.B. 1146, d.d. 19-4-1618).

Os, De bonte - Looiersgracht, "bezyde den bonten Os." (D.T.B. 1146, d.d. 15-1-1623).

Os op de ezel, De - Goudsbloemdwarsstraat[110], "boven den Os op den Esel." (D.T.B. 1154, d.d. 21-11-1663).

Os, De rode - Rozenstraat, "besyden de Roode os." (D.T.B. 1146, d.d. 6-10-1625).

Os, De zwarte - Anjeliersgracht, "aende suytsy bij de baengraft, inde zwarte os." (D.T.B. 1153, d.d. 17-11-1661).

Os, De zwarte - Elandsstraat, : naest de swarte os." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-12-1656).

Os-sla-dood Goudsbloemstraat, "in osseslaedoot." (D.T.B. 1153, d.d. 19-6-1661). Goudsbloemstraat "naest ossie sladoot." (D.T.B. 1154, d.d. 19-2-1662). Het was een steen, die Van Lennep en Ter Gouw nog gezien hebben. Hij vertoonde slagers, bezig een os te dollen. Uithangteekens, dl. III, blz. 4). Breen vermeldt een Osjesgang, Goudsbloemstraat-Noordzijde, voorbij de Vijfhoekgang. Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 171).

Otter, De - Steentje, voorstellende een otter met bijschrift "A° 1717 D'Otter", ingemetseld in de muur van het Burgerweeshuis, afkomstig van Lindengracht 209. (Van Arkel en Weissman, N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 57; C. Visser, De nieuwste gevelsteenen ingemetseld in de St. Luciën-steeg. Algem. Handelsblad, d.d. 30-5-1937).

Otters, De - "….aan de katuysers, onder de otters." (D.T.B. 1154, d.d. 18-5-1662).

Oudekerkstoren Anjeliersgracht, "by de oude kerxtoorn." (D.T.B. 1146, d.d. 14-7-1623).

Oven, De gloeiende - Goudsbloemgracht, "bij de gloyend hoven". (D.T.B. 1146, d.d. 14-8-1625).[111] Zie: "de bakoven."

Oven, De gloeiende - Goudsbloemstraat, "over de gloyende oven." D.T.B. 1154, d.d. 27-12-1662).

Oven, De vergulde - Bij executie verkocht aan Albert Albertsz., bakker, een huis en erf, Prinsengracht-Westzijde "tegen over de Lelysluis, daer de vergulden oven in de gevel staet." Het huis heeft toebehoord aan Abraham Jansz., bakker. De koop is overgedaan aan Hans Kemp, bakker. (R.A. 2165, fol. 59, d.d. 19-1-1623).

Paard, Het bonte - Tuinstraat, "voorby de tweede dwarsstraet, int bonte paert." (D.T.B. 1154, d.d. 10-2-1663). Tuinstraat, "inde houtsagersgang, over bonte paert." (D.T.B. 1154, d.d. 24-10-1663).

Paard, Het bruine - Egelantiersstraat, "verby de leste dwarsstraet, onder het Bruijne paert". (D.T.B. 1155, d.d. 3-10-1664).

Paard, Het springende - "…op de belydenisse hares geloofs gedoopt Annetjen Allerts, h.v.[112] van Cornelis Remmetsz., h.[113] timmerman, inde goutbloemstraet int springende paert; ende hare dochtertje, out 13 jaren, heeft oock den h.en doop ontfangen als een kint en is genaemt Claesjen." (D.T.B. 6, d.d. 19-2-1626). Breen vermeldt een Paardengang, Goudsbloemstraat 71 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 172).

Paard in de wieg, Het - "…goublomsdwarstraat op de hoek, over paert inde wich." (D.T.B. 1150, d.d. 3-5-1654). "…gousblomstraat, achter t paert in de wiegh." (D.T.B. 1151, d.d. 9-4-1656). "…gousbloemdwarsstraat,[114] bij het paert in de wiegh." (D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664). "…gousblomstraet over paert in de wich, inde speldenmackers-gang." (D.T.B. 1159, d.d. 19-1-1672). Bij executie verkocht: een huis en erf in de Goudsbloemstraat, "daer het paerd in 't wiegh in de bord voor de geval staet", belend aan de Westzijde door de laatste Goudsbloemdwarsstraat. (R.A. 2172, fol. 208vo, d.d. 1-2-1680). Een vroeger in geheel West-Europa bekend bordeel-uithangteken. Ofschoon er wel vermoedens bestaan, kon men tot heden voor de symboliek geen stellige verklaring vinden. (Oude Tijd 1869, blz. 147 en 310; Van Lennep en Ter Gouw, Uithangteekens, dl. II, blz. 229; Maandbl. Amstelodamum 1920, blz. 67). Tenzij met laatste Goudsbloemdwarsstraat de eerste bedoeld wordt (niet uitgesloten), moet men aannemen, dat het bewuste perceel stond in de Goudsbloemstraat, Oosterhoek van de 3e Goudsbloemdwarsstraat. De ligging van de Speldenmakersgang kan het vraag-stuk oplossen. Breen vermeldt in de Goudsbloemstraat twee gangen van die naam, resp. 66 en 68 (nummering van 1796). Beide verdwe-nen. (Gangenlijst, blz. 183).

Paard in de wieg, Het - Palmdwarsstraat, "naest daer het paert in de wich rot ? gehange heft." (D.T.B. 1149, d.d. 29-7-1649). Zie het vorige artikel.

Paard, Het witte - "Tymen Cornelissen, coorndrager en lichterman, de broederssone van Pieter Danielsen int Noordt zyndt in Waterlandt, en woont in een gangetie, daert witte peert uythangt op de Anjeliersgracht." (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te Amsterdam, 1640-1657, d.d. 19-12-1642). Zie: de "Wittepaardsgang".

Paard, Het witte - "…Spaens leger, bij t witte paert". (D.T.B. 1145, d.d. 6-12-1616). Michiel van Nuffelen,[115] schilder, oud 63 jaar, woont in de Anjeliersstraat, "naest 't Witte Paert". (Bredius, Künstler-Inventare, 2er T., S. 711, d.d. 18-10-1668). Anjeliersstraat, "verbij de 3 dwarsstraat, naest Witte part." (D.T.B. 1158, d.d. 26-1-1670).

Paard, Het witte - Boomstraat, "besyden twitte paert." (D.T.B. 1146, d.d. 1-7-1618).

Paard, Het witte - Leliestraat, "bezyen twitte paert." (D.T.B. 1146, d.d. 9-12-1624).

Paard, Het zwarte - Egelantiersstraat, "over het swart part, nae de schans toe." (D.T.B. 1154, d.d. 9-2-1662).

Paard, Het zwarte - 2e Leliedwarsstraat, "int swarte paert." (D.T.B. 1130, d.d. 12-1-1649).

Palmboom, De - "Wordt geadverteerd, dat de fabriek van lakens en baayen etc. te frieseeren, welke zederd veele jaren gecanteerd heeft ten naame van wylen Gerrit Coersen en nu zederd het jaar 1775 ten naame van Gerrit Coersen en Hendrik Koeleman, zal nu blijven continueeren op dezelfde firma en woonplaats op de Egelantiersgragt Z.Z. bij de Baangragt in de Palmboom." Adv. Amst. Crt., 15-7-1779. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 157). Een G. Koertse, droogscheerder, woonde in 1742 op de Bloem-gracht. (Oldewelt, Koh. van 1742, dl. II, blz. 243, nr. 2789).

Palmboom, De - Palmstraat, "by de palmboom". (D.T.B. 1146, d.d. 30-4-1628). Breen vermeldt in de Palmstraat een Palmboomsgang en een Palmgang, resp. nr. 87 en nr. 13 (nummering van 1796). Beide verdwenen. (Gangenlijst, blz. 172).

Palmboom, De - Tuinstraat, "bezyen de palmboom." (D.T.B. 1145, d.d. 20-11-1617). Zie: "het palmboompje."

Palmboompje, Het - Tuinstraat-Zuidzijde, waar " 't palmboomtgen" uithangt. (R.A. 2166, fol. 205, d.d. 23-1-1630). Zie: "de palmboom", Tuinstraat.

Pannenluifel, De - Egelantiersstraat, "voorby de laste dwarsstraat, in de panneluyffel." (D.T.B. 1153, d.d. 4-7-1660).

Papegaai, De - Tuinstraat, "op de hoek van de dwarsstraat, boven de papegaey." (D.T.B. 1154, d.d. 26-4-1663).

Papegaaien, Laurierstraat, "verby de eerste dwarsstraet, over de 3 groene

De drie groene - papegaeyen." (D.T.B. 1154, d.d. 11-4-1662). Zie: "de drie papegaaitjes."

Papegaaitje, Het - Tuinstraat, "bij het papegayke, inde vergulde arm." (D.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664). Zie: "de papegaai."

Papegaaitjes, De drie - Laurierstraat, "in de 3 papegaeties." (D.T.B. 1130, d.d. 9-8-1655). Zie: "de drie groene papegaaien."

Paradijs, Het - Anjeliersgracht, "naest het paredis, bij het sluyse." (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664).

Paradijs, Het - "………opt spaens leger, tegen over tparadys" (D.T.B. 1145, d.d. 28-5-1614) – "……in dángeliersstraet, byt paradys" (D.T.B. 1146, d.d. 21-10-1618) – In beide gevallen stellig hetzelfde uithangsteken.

Paradijs, Het - Boomstraat, "int paradys" (D.T.B. 1146, d.d.11-2-1621)

Paradijsvogel, De - Anjeliersgracht, "in de paradysvogel"( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-2-1641).

Parkiet, De - Anjeliersstraat, "naest de parkiet"(D.T.B. 1154, d.d. 19-3-1662) – Anjeliersstraat, "verby de tweede dwarsstraet, naest de parkietvogel" (D.T.B.1154, d.d. 24-11-1662) – Anjeliersstraat, "by de tweede dwarsstraet, boven de parkiet" (D.T.B. 1158, d.d. 17-1-1670).

Passementen, De drie - Boomstraat, "in de 3 passementen" (D.T.B. 1146, d.d. 25-4-1627)

Passementen, De drie - Egelantiersstraat, "verby dr leste dwaersstrat, inde 3 passemente" (D.T.B. 1151, d.d. 17-11-1655).

Passementen, De drie - "…….. inde maddelievestrat, daer de stetuynhoff gestaen, over de 3 passementen" (D.T.B. 1154, d.d. 9-8-1662).

Passementen, De drie - Rozenstraat, "in de 3 pacementen" (D.T.B. 1146, d.d. 14-7-1624).

Passementen, De drie gouden "op de hoeck van de Laurierstraet, in de drie goude passementen" (D.T.B. 1145, d.d. 4-11-1617).

Passen, De drie - Nieuwe Leliestraat, "tusschen de 2 en 3 dwarsstrat, boven de 3 passen, over de 3 meelsacken"(D.T.B. 1154, d.d. 28-1-1663).

Passer, De - Tuinstraat, "by de derde dwarsstraet, inde passer"(D.T.B. 1154, d.d. 3-5-1663).

Paulus' bekering Bloemgracht-Noordzijde, "daer Paulus Bekeringe uyhanght: (R.A. 2166, fol. 81vo, d.d. 9-1-1626).

Paulus' bekering Daniel van der Hoeck (+ 1685), schoolmeester, wonende Looierstraat, in "Paulus bekeeren" (Oud-Holland 1883, blz. 89) – Van Arkel en Weissman vermelden: "Drie gevelsteenen met Anno 1656 en een man die een zwaare houdt, misschien St.Paulus, bevindt (sic) Looiersstraat 4 (N.H.Oudheden, 6e stuk, blz.58).

Pauw, De gelaarsde - ""…..tweede angeliersdwarsstraet, naest de gelaersde pauw" (D.T.B. 1153, d.d.18-12-1661).

Pelikaan, De - Boomstraat, "by de pellicaen" (D.T.B. 1145, d.d. 3-8-1617).

Pelikaan, De - Egelantiersgracht, "tusschen de twee eerste brugge, nast de pijlecaen" (D.T.B. 1151, d.d. 20-11-1655).

Pelikaan, De - Elandsstraat-Zuidzijde, waar "de pellecaen" uithangt (R.A. 2168, fol. 154vo, d.d. 15-1-1650).

Pelikaan, De - In de Konijnenstraat-Westzijde bevond zich het Lutherse Konijnenhofje, gesticht 1670, vergroot 1720. Boven de ingan was een "Pellicaan"geschilderd (Wagenaar, Amsterdam, dl.II, blz. 354) Bij de uitbreiding van het R.K. Gesticht 'De Voorzienigheid'is het hofje afgebroken.

Pelikaan, De - Begraven: "Stijntgen Carstens, in de Looyerskruysstraet, onder de pellicaen" (D.T.B. 1146, d.d. 8-9-1622) – Begraven: Kartsen Karstensz, in de Looyerstraet, onder de pellicaen" (D.T.B. 1146, d.d. 30-9-'1622) – "…..:Loyersstrat, inde pellicaen" (D.T.B. 1153, d.d. 3-11-1661) – Zeer waarschijnlijk waren de twee genoemde overledenen zuster en broer en werd dus hetzelfde huis bedoeld. Of Looyerskruysstraet is dan een verschrijving voor Looyersstraet, ṓf het perceel stond op een der vier hoeken.

Pernambuco Zie: "Farnabock"

Pers, De - Boomstraat, "by de Pers"(D.T.B. 1146, d,d. 2-1-1625)

Pers, De - Goudsbloemgracht, "by de pars" (D.T.B. 1145, d.d. 2-10-1616)

Pers, De - Goudsbloemstraat, "besyden de pars"( D.T.B. 1146, d.d. 31-10-1618).

Pers, De - Zal worden geveild: een "welbekende pers- en camelottery, met fornuis, platen en verdere toebehoren in de Nieuwe Leliestraat-Zuidzijde, "daer de pars uitsteekt" (Adv. Amst. Crt., 19-5-1789. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1931, blz. 121).

Pers, De gouden - Goudsbloemdwersstraet, by de gulden pars"(D.T.B. 1146, d.d. 22-5-1620)

Persen, De drie - "…… nieuwe madelievestraet, inde drie parssen" (D.T.B. 1154, d.d. 20-10-1662)

Persiaan, De- Anjeliersstraat, "naest de persiaen" (D.T.B. 1155, d.d. 1664)

Persiaan, De - "……..vooraen in de bloemstraet, naest de persiaen" (D.T.B. 1154, d.d 14-5-1662).

Pinas, De - Lindenstraat, "inde punas"(D.T.B. 1146, d.d. 9-8-1620) – Pinas: Schip dat door zeilen en riemen kon worden voortbewogen. - Zie "het schip".

Ploeg, De groene - Elandsstraat, "By de twede dwarsstret naest de groene ploch (D.T.B.1153, d.d. 4-12-1661)

Ploeg, De vergulde - Nieuwe Leliestraat, äent ent, inde vergulde ploegh"(D.T.B. 1154, d.d. 10-2-1663)

Ploeg.De vergulde - Rozenstraat, "over de vergulde ploech" (D.T.B. 1146, d,d, 6-11-1624).

Pluim, De - Lauriergracht, "naest de pluym" (D.T.B. 1146, d.d. 8-10-1624.

Pluim, De groene - Laurierstraat, "naest de groene pluym" (Begr.regsieter Weeslamer, nr, 2, Westerkerk, d.d. 30-3-1622) – Regenten van het Oudemannen en –vrouwenhuis willen verkopen: een huis en erf, "met twee wooningen daer achter aen, gestaen inde Laurierstraet daer jegenwoordich de groene pluym uythangt",belend aan de Westzijde door Dirck Pietersz, "sieckentrooster", aan de Oostzijde door Henrick Luytsz, "modderman" (Willige verk. VII, fol. 60, d.d. 19-1-1626) –Zie dl.I van dit werk, blz. ….

Pluim, De witte _ Lauriersstraat, "daer de witte pluym uythangt" (Willige verk. VII, fol. 60, d.d. 13-1-1620) – Zie: dl.I van dit werk, blz …..

Pluimen, De drie groene - Bloemstraat, "verby de eerste dwarstrat, naest de 3 groene pluymen" (D.T.B. 1154, d.d. 22-5-1662) – Nog in Breens tijd liép tussen de nrs. 67 en 73 de Pluimengang. Thans verdwenen. (Atlas Loman 1876, buurt DD; Gangenlijst, blz. 173; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ.Werken, blad H3, April 1944).

Polak, De - Goudsbloemstraat, "aen de eerste dwarsstraat, in de polack" (D.T.B. 1152, d.d. 12-9-1658).

Polak, De - Korte Tuinstraat, "inde polack" (D.T. B. 1154, d.d. 28-5-1662)

Poort van de stadstuin, De - In 1946 kwam het Kon. Oudheidk, Genootschap in bezit van een steen met voorstelling van een poort en de inscriptie: "D. Poort van d' Stetuin, 1661". Hij was afkomstig van het perceel Tuinstraat 222. Het opschrift werd door mij verklaard. Tevens sprak ik de mening uit dat het beeldhouwwerk de ingang van de voormalige Stadstimmertuin voorstelde en dat het bewuste huis op de plaats van die poort was gebouwd. Van Arkel en Weissman lazen: "De Poort van Altena"en Coorengel's interpretatie luidde: "Poort van Ostende" (Jaarverslagen Kon. Oudheidk.Genootschap 1945-1946, 1946-1947, blz. 44, id. 1947-48, 1948-1949, blz. 41.; Van Arkel en Weissman, N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 94; Coorengel, Huisnamenlijst, blz. 173; dl II van dit werk, blz. …..)

Poort van Weesp, De - Elandsgracht, "verby de eerste dwarsstraet, naest de poort van weesp" (D.T.B. 1154, d.d. 23-1-1663).

Porseleinschotel, De - "…… int hoeckhuys van de tuyncruysstrate[116] naest de porcelijnschotel" (Begr.register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 4-11-1625.

Post, De Friese - Tuinstraat, "by de leste dwarsstraet, naest de vriese post" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664).

Posthoorn, De - De 30e Januari 1655 werd de plateelbakkerij "De Oude Prins", Anjelierstraat-Noordzijde, bij executie verkocht. Zij stond naast het "Wapen van Zeeland"en tegenover "De Posthoorn"(Ferrand Hudig, Amsterdamsche aardewerkvondsten I, Oud-Holland 1928, blz,79) –Misschien werd met "de Posthoorn" het Trompettershofje bedoeld – Breen vermeldt een Posthoornsgang, Anjeliersstraat 182 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 173) –Zie: "de Trompet".

Pot, De rode -' ''Bastiaen Harmens, linnenwever in de tuynstraat, by de Roo pot' (D.T.B. 1146, d.d. 12-12-1624).

Pottentuin, De - Zie: " Het nieuwe Doolhof" en "de Oranjepot".

Preekstoel, De - Bij executie verkocht: een huis en erf,Rozengracht-Noordzijde voorbij de tweede dwarsstraat, achter het huis genaamd " de preekstoel"[117] .

Prins, De - "……. In de Goudsbloemdwersstraet, by de prins" (D.T.B. 1146, d.d. 1-10-1623).

Prins, De - Kromme Tuinstraat, "naest de prins" (D.T.B. 1154, d.d. 11-2-1663)

Prins op het huis, De – "……. Lindestraet over de noorderkerck, inde prins opt huys" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 27-2-1624) – Zeer waarschijnlijk wordt bedoeld: Noordermarkt-Noordzijde. Zie:" de Prins van Oranje" en " d oude Prins", beide Noordermarkt – Breen vermeldt een Prinsengang, Noordermarkt 32 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz, 173.

Prins, De jonge - Goudsbloemstraat, "int midden, onder de Jonge Prins, in een gang"(D.T.B. 1155, d.d. 18-9-1664) – Goudsbloemstraat, " by de middelste dwarsstrat, naest de jonge prins" (D.T.B. 1158, d.d. 24-1-1670) – Zie: "de Prins te paard".

Prins, De jonge - Noordermarkt, " tussen de boomstrat en lyndestrat, onder de jonge prins" (D.T.B. 1155, d.d. 9-10-1664) – Breen vermeldt een Prinsengang, Noordermarkt 32 (nummering van 1796), Verdwenen (Gangenlijst, blz. 173).

Prins, De jonge - Tuinstraat, " in de bierdragersgang, naest de jongen prins" (D.T.B. 1156, d.d. 4-4-1666) – Zie: de " Bierdragersgang", In de Tuinstraat vindt men ook de thans naamloze Prinsengang, maar zij ligt vrij ver verwijderd van de Bierdragersgang (Breen, Gangenlijst, blz. 144 en 174).

Prins van Oranje, De - Anjeliersgracht, " inde beschuit backery de prins van oranje" (D.,T.B. 1169, d.d. 19-12-1702)..

Prins van Oranje, De - Egelantiersstraat, " voorby de eerste dwarsstraet, inde prins van Oranie" (D.T.B. 1154, d.d. 15-3-1662).

Prins van Oranje, De - "……op de noodermarkt aan de noortzij, onder de prins vanm oranje" (D.T.B. 1168, d.d. 20-1-1699) – Zie: " de prins op het huis" en "de oiude Prins", beide Noordermarkt.

Prins van Oranje , De - Palmstraat, " in de prins van Orangien" (D.T.B. 1153, d.d. 16-7-1660) – Breen vrmeldt een Prinsengang, Palmstraat 69 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 173).

Prins, De oude - De 30e Jan, 1655 werde de platteelbakkerij "De oude Prins", Anjeliersstraat-Noordzijde, bij executie verkocht. Zik s.tond naast het "Wapen van Zeeland" en tegenover "de Posthoorn" (Ferrand Hudig, Amsterdamsche aardewerkvondsten I, Oud-Holland 1928, blz, 79) – Anjeliersstraat, "verby de 2 dwarsstrat, over de ouwe prins" (D.T.B. 1152, d.d. 8-12-1658) – Anjeliersstraat, " tusschen de 2 en 3 dwarsstrat, naest de ouwe prins, int fortuyn" (D.T.B. 1152, d.d. 14-5-1659) – Zie Coorengel, Huisnamenlijst, blz, 173 op " De oude Prins" – In 1802 werd de steentjesbakkerij opgeheven (Hudig, t.a.p., blz. 80).

Prins, De oude - Noordermarkt, "inde oude Prins" (D.T.B. 1154, d.d. 23-2-1663) – Zie: "de Prins op het huis" en "de Prins van Oranje", beide Noordermarkt.

Prins Wilhelmus, De oude- Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, waar "de oude Prins Wilhelmus" voor geschilderd staat en "Kasteel Bellyn " uithangt (R.A. 2169, fol, 34vo, d.d. 23-1-1655).

Prins te paard, De - Goudsbloemstraat, " over de prins te paert" (D.T.B. 1154, d.d. 2-12-1663) –nZie: " de jonge Prins" , Goudsbloemstraat.

Prinsen, De twee - Anjeliersstraat, "over de twee princen" (D.T.B. 1146, d,d, 2-7-1623).

Prinsendaalder,De zilveren – Overgedragen aan Thomas Thonisz. Vastrick, apotheker, een huis en erf in de Leliestraat, "daer den silveren princedaelder uythanght"(Kw. 40, fol,163vo en 164, d.d. 9-4-1620) – Zie: Wittop Koning, De Handel in geneesmiddelen, blz. 106.

Prinsenruiter, De - Anjeliersstraat, " over dekromme tuynstraet, over de prinsenruyter" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664) – Anjeliersstraat, "in de Klokkegang, naest de Prince Ruyter" (Adv.Amst. Crt. 1693, nr, 29). Door mej. dr. Leonie van Nierop niet opgenomen in haar collectie) – Zie: "de Klok", Anjeliersstraat.

Proef, De Haagse - Rozengracht, "aen de Suytsy, in de Haegsche proef" (D.T.B. 1152, d.d. 17-7-1658).

Purmerend Bloemstraat, " verby de tweede dwarsstraet, naest purmerent" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 16-12-1668).

Put, De - Anjeliersgracht, "by machielbrugh, by put" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664) – Anjeliersgracht, " verby de tweede bruch, naestde put" (D.T.B. 1158, d.d. 29-1-1670).

Put, De "…….inde bleyndemanstech[118], inde put" (D.T.B. 1155, d.d. 12-9-1664).

Put, De vergulde - "Jacob Aryaensz., metselaer en soldat, inde goublomstrat, inde vergulde pot" (D.T.B. 1152, d.d. 24-11-1658).

Pijpje smoken "Aelte, de meesteres, op de Lyndegraft, byt pypesmoock" (D.T.B. 1151, d.d. 22-2-1656) –Zie: de "Pijpjesmooksgang".

Raadhuis van ‘sHertogenbosch Elandsstraat, "by de banen, byt Raethuys van tshertogenbos" (D.T.B. 1146, d.d. 3-3-1627) – Zie: "'s Hertogenbosch"en de "Gang van 's Hertogenbosch.

Raagbol, De- "Werd bekend gemaeckt, dat tot Amsterdam by Poppe Jouwersma in de Egekantiersstraet tusschen de eerste en de tweede dwarsstraet, in de Raegbol, in een schuyerwinkel, koffy gebrand en verkoft word voor 2 gulden het pond, die bijna zo goed is, alsof se van de beste Lavantse bonen gebrand was. Verkoopt men mede van 8 en 10 stuyvers het pond " (Adv. Amst. Crt., 10-5-1707. Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 291).

Raap, De - In de 17e eeuw was op de Prinsengracht bij de Elandsgracht een herberg genaamd "de Raap" (Maandblad Amstelodamum 1919, blz. 61. In 1658 werd de Prinsengracht-Westzijde tussen de Rozengracht en Reebrug aangewezen als plaats, waar de wortel- en drapenmarkt moest worden gehouden (Wagenaar, Amstedam, dl. II, blz, 425).

Rad van Avontuur, Het - Rozenstraat, "by de baengraft, int rat van aventueren"(D.T.B. 1154, d.d.24-9-1662) – "…vooraan inde Roosestradt, int Rat van avontuer"(D.T.B. 1168, d.d.25-6-1698).

Raffineerhuis, Het - Palmgracht-Noordzijde, hoek Lijnbaansgracht, stond een stedelijke fabriek, waar salpeter geraffineerd werd. Opgericht ca. 1648. In de gevel het Amsterdamse wapen en daaronder het woord: "Treef-fe-neer-huis". Meergangbaar was de term "Salpeterhuis". Zie deel II van dit werk, blz. ….

Rattenest, Het - "…. Aent kattuysers kerckhoff, naest het rottenest (D.T.B. 1154, d.d. 18-7-1663).

Raven, De - Egelantiersgracht, "by de Raven" (D.T.B. 1140, d.d. 28-11-1625).

Raven, De - Laurierstraat, "in de raven" (D.T.B. 1044, d.d. 24-9-1624) – Zie "de zwarte raven", Laurierstraat.

Raven, De - Lindengracht, "in de Raven" (D.T.B. 1146, d.d. 11-6-1626).

Raven, De gekapte - Bij executie verkocht: een huis op de Bloemgracht, "daer de gecapte Raven uythangt", gebouwd op een erf, toebehorende aan IJsbrant Ben, oud-schepen, belend aan de Westzijde door Cornelis van Tongeren[119] aan de Oostzijde door Jaques de boormaker (R.A. 2163, fol. 113vo, d.d. 1-2-1616). – Het erf van Ben lag Bloemgracht-Noordzijde tussen de Lelycruysstraet en Roode Lelystraet (resp. 2e en 3e Leliedwarsstraat). Het was getekend nr. 34. Het erf van Jacob Spierinck, boormaker, was getekend nr. 33 (Thes.ord. 185, fol, 23, d.d. 8-6-1613; Thes. Ord. 167, fol.18, d.d. 12-4-1624).

Raven, De zwarte - Lauriergracht, "boven de zwarte raven"(D.T.B. 1155, d.d. 1-10-1664)

Raven, De zwarte - Laurierstraat, 'daer de swarte Raven uythangt ' (Willige verk. VII, fol. 60, d.d. 13-1-1620) –Zie : "de raven", Laurierstraat.

Reebok, De - "……..passeerdersdwarsstraat, bezyden de reebock" (D.T.B. 1146, d.d. 2-5-1623).

Regenbak, De lekke - Tuinstraat, "in de lecke regeback"(D.T.B. 1152, dd. 29-3- 1657) – Tuinstraat. "tegenover de halve maen, by de leckback"(D.T.B. 1153, d.d .9-2-1661).

Regenbogen, De drie - "…….rooze dwars straet, over de 3 regenbogen" (D.T.B. 1145, d.d. 19-9-1617) – Hoekhuis? Zie het volgende artikel.

Regenbogen, De drie - "……..roosestraet, by de 3 regenbogen" (D.T.B. 1145, d.d. 16-9-1617) _ Zie het vorige artikel.

Regenbogen, De drie- Tuinstraat, "over de 3 regenboghen" D.T.B. 1146, d.d. 16-1-1623) – Zie: de "Regenboogsgang", het "Regenboogshof"(ook een gang) en het "Regeboogs-Liefdehofje", alle: Tuinstraat. Zie ook het volgende artikel.

Regenbogen, De twee - Tuinstraat, "by de 2 Regenbogen" (D.T.B. 1145, d.d. 3-10-1617) – Zie het vorige artikel.

Regenboog, De - Egelantiersstraat, "over de Regenboogh" (D.T.B. 1146, d.d. 7-12-1621).

Regenboog, De- "……. Opt Cathguysders, naest de regenboogh" (D.T.B 1146, d.d. 20-10-1620).

Regenboog, De - "Anneken Mattheusdr., wed. van eenen sleeper, woonende ion de Corte tuynstrate, by den regenboge" (Protocollen Kerkeraad, dl.IV, fol. 314, d.d. 31-1-1619. Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam.

Regenboog, De - Nieuwe Leliestraat, "tusschen de laeste dwarsstraet ende baengraft naest de regenbooch" (D.T.B. 1151, d.d. 15-11-1655).- Nieuwe leliestraat, "voorby de eerste dwarsstraet, inde regenboogh (D.T.B. 1154, d.d.29-3-1662) – Zie: "de Regenboogsgang, N. Leliestraat[120]

Regulierspoort, De oude - "……..opt ent van de goudsbloemgraft, naest de oude reghulierspoort (D.T.B. 1152, d.d. 31-1-1657)

Reiger, De - Anjeliersstraat, "besyden de Reyger" (D.T.B. 1146, d.d. 31-1-1657).

Reiger, De- Egelantiersstraat, "in de Reyger"(D.T.B. 1145, d.d. 12-11-1617). Breen vermeldt een Reigersgang, Egelantiersstraat 177 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 175).

Reiger, De - Elandsstraat, "in de Reyger"(D.T.B. 1146, d.d. 26-1-1625)

Reus, De - Egelantiersstraat, "boven de reus" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 15-12-1652)

Riet, Het vergulde - Overgedratgen een erf in de "Laurierendwarsstraet", strekkende voor vande straat, "tot achetr aent vergulde riet"(Kw. 37, fol. 11, d.d. 23-6-1615) – Verkocht: een huis en erf in de "Lavendelstraet"-Westzijde, "daer de herberge voor desen genaamt het riet, met een ganck, aende suytsyde van dit gekofte uytcomt" (Protoc. not. Seb. van der Piet, d.d. 11-1-1642) – Het "riet'of "het vergulde riet"stond in de Laurierstraat-Zuidzijde, dichtbij de Westerhoek van de 1e Laurierdwarsstraat. Zie: "de Romein". Laurierstraat, in dl I van dit werk, blz….

Ring, De gouden - Goiudsbloemgracht, äen de suytsy tussen de middelste bruch en baengraft in de goude rinck (D.T.B. 1153, d.d. 20-10-1661).

Roeland van Bremen Goudsbloemstraat, "by de eerste dwarstrat, naest roelant van bremen"(D.T.B. 1151, d.d. 9-11-1655) – Bedoeld huis stond Goudsbloemstraat-Noordzijde, hoek eerster dwarsstraat. De "Roeland van Bremen" hing er uit (Mej. Dr. I.H. van Eeghen, De stenen Roeland, Amstelodamum 1954, blz. 46.

Roeland van Bremen Nieuwe Leliestraat-Noordzij, waa "de Roeland van Bremen"in de gevel staat (Huisverk. Weeskamer IX, fol, 81, d.d. 24-1-1641)

Roemer, De - "…..lindedwarstraet, naest de roemer, op Jen roemenhofie" (D.T.B. 1153, d.d. 4-6-1661) – Zie het "jeroenenhofje" (een gang).

Roemer, De - Overgedragen: een huis en erf in de Goudsbloemstraat, strekkende voor van de straat tot achter aan het erf van het huis genaamd "de Roemer" (Kw. F., fol. 19v0, d.d. 3-7-1630).

Roemer, De gouden - Lindengracht, "by de saterdachsbruch, naest de gulde roemer" (D.T.B. 1153, d.d. 4-12-1661).

Roemer, De gouden - "…..tweede linde dwar strat, over de gulde roemer" (D.T.B. 1151, d.d. 28-3-1656).

Roemer, De groene "Ruthert Willemsz., kleremacker, inde angeliersstraet, verby de 2 dwarsstraet. Naest de groene roemer"(D.T.B. 1155, d.d. 8-9-1664) – Zie: de "Roemersgang", Anjeliersstraat.

Roemer, De vergulde- Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde, "by de eerste houten brugh, daer de vergulde roemer in de gevel staet"(Kw. 3C, fol. 40, d.d. 21-8-16860 – De "vergulde roemer" was het vierde huis beoosten der 1e Goudsbloemdwarsstraat (Zie dl. II van dit werk, blz. …..).

Roemer, De vergulde - Lindenstraat, "in de vergulde roemer" (DT.B. 1154, d.d.1-8-1663).

Roemers, De drie - Anjeliersstraat, "by de 3 Roemers" (D.T.B. 1146, d.d. 2-7-1622) – Zie: de "Drie-Roemersgang", Anjeliersstraat.

Roemers, de drie - "……bloemdwersstraat, over de 3 Roëmers" (D.T.B. 1146, d.d. 18-2-1626).

Roemers, De drie - "……goudsbloemdwersstaet, inde drei Roemers (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1619) – "…….op de Lindegraft, de leste[121] gousbloemdwarsstrat, naest de 3 roemers" (D.T.B. 1150, d.d. 21-8-1652) – Zie: "de drie vergulde roemers".

Roemers, De drie - Rozengracht, "by de 3 Roemers" (D.T.B. 1146, d.d. 14-1-1620) – Rozengracht, "over de tuyn van de 3 Romers"(D.T.B. 1146, d.d. 10-9-1625). Zie: "de drie roemers" Rozenstraat – "de drie gouden roemers" en "de drie gouden roemers" Rozengracht.

Roemers, De drie - Rozenstraat, "naest de drye roemers" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 22-1-1625) – Rozenstraat, "by de baengraft, over de 3 roemers" (D.T.B. 1157, d.d. 8-3-1669) – Rozenstraat, "tussen de baengraft en de laeste dwarsstrat, in de drie roemers" (D.T.B. 1160, d.d. 9-10-1674) – De "drie roemers"(zie de varianten) was een buitentje van de familie Van Bassen, dat zich uitstrekte tussen de Rozenstraat en de Rozngracht, ongeveer in het midden van het laatste blok. Het wordt reeds in 1610 vermeld (Willige verk. II, fol. 177, d.d. 18-1-1610). Zie dl.I van dit werk, blz. …. En zie voorts: "de drie roemers", "de drie gouden roemers", Rozengracht, de "Roemersgang en het "Roemerssteegje", Rozenstraat.

Roemers, De gouden - Rozengracht, "by de schans, by de gulden roemers" (Begr. register nr. 2, Noorderkerk, d.d. 21-5-1624). Zie: "de drie roemers", "de drie goden roemers", Rozenghracht en "de drie roemers", Rozenstraat.

Roemers, De drie gouden Rozengracht, "by de drye gulden roemers" (Begr.register Weeskamer nr. 45, Catuysers, d.d. 25-12-1620) – Zie: "de drie roemers", "de gouden roemers" , Rozengracht, "de drie roemers", Rozenstraat

Roemers, De drie vergulde- 1e Goudsbloemdwarsstraat, "daernaest de dry vergulde roemers uythangen"(R.A. 2170, fol. 95, d.d. 31-12-1667) – Zie: "de drie roemers", Goudsbloemdwarsstraat.

Roggen, De twee vergulde - "Erasmus Harmensz, met syn huysvrou grietge Harmensz (sic), ….wonen in de tweede blomdwarsstraet naest de twee vergulde roggen, is een schoenmaecker" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1675, d,d, 16-6-1661).

Romein, De - Laurierstraat, "in de romeyn" (D.T.B. 1145, d.d. 5-10-1617) – Laurierstraat,"by de eerste dwarstraet, over de romeyn"(D.T.B. 1153, d.d. 14-6-1661) – Misschien hetzelfde pand als "het vergulde riet" zie aldaar en: dl. I van dit werk, blz. ….

Romein, De - Lindengracht, "in de romeyn"(D.T.B. 1154, d.d. 14-10-1661)

Romeinen, De zes - Boomstraat, "in de ses romeynen" (D.T.B.1153, d.d. 3-10-1661)

Rondel, Het Rozengracht, "op het rondeyl" (D.T.B. 1044, d.d. 14-2-1624).

Roos, De - Anjeliersstraat, "bezyden de Roos"(D.T.B. 1145, d.d. 6-10-1617)

Roos, De - Goudsbloemstraat, "in de Roos" (D.T.B. 1146, d.d. 24-3-1628).

Roos, De - Lindengracht-Noordzijde, tussen de eerste en tweede dwarsstraat, waar "de Roos"in de gevel staat (Kw, 5V, fol. 114, d.d. 2-11-1751) – Breen vermeldt een Rozengang, ook genoemd Witterozengang en Rozijnengang, maar deze ligt in het eerste blok van de Lindengracht (Gangenlijhst, blz. 176 en 192) – Zie: "de gouden roos ".

Roos, De - Rozengracht, "over het Doolhoff, naest de roos" (D.T.B, 1155, d.d. 234-9-1664). In "de roos" was gedurende enige jaren (Ca. 1675-1680) een glasblazerij gevestigd. (Oud-Holland 1910, blz. 195; F.W. Hudig, DasWien 1922, S. 55).

Roos, De Engelse - Egelantiersgracht, "aen de suyt sy, het derde huys van de engelsche roos" (D.T.VB. 1151, 5-11-1655).

Roos, De Engelse- Elandsstraat, "over de Engelsen roos, aent ent" (D.T.B. 1153, d.d. 31-12-1661) – Zie "de witte roos". Elandsstraat.

Roos, De Engelse - Lauriergracht, "bezyden de Engelsche roos" (D.T.B. 1146, d.d.3-6-1622).

Roos, De gouden - Lindengracht, "int 3e huys van de gulde roos, een trapgen op" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 21-12-1625) . Zie: "de roos", Lindengracht.

Roos, De witte - 1e Anjeliersstraat 20-22, "de Witte Roos", 1841 (Amstelodamum 1954,blz. 24)

Roos, De witte - Anjeliersgracht, "by de eerste brugh, onder de witte roos" (D.T.B. 1154, d.d. 4-6-1662) – Zie: de "Rozengang"

Roos, De witte - Bloemgracht, "naest de witte roos" (Begr. register Weeskamer, nr. 45, Catuysers, d.d. 1-3-1620).

Roos, De witte - Egelantiersstraat, "by de leste dwars straet, aende noort sy, booven de wijte roos" (D.T.B. 1151, d.d. 19-11-1655).

Roos, Dewitte - Elandsstraat, "over de witte roos"(D.T.B. 1146, d.d.19-12-1621) _ Zie: "de Engelse roos", Elandsstraat.

Roos, De witte - Jelis Says, caffawercker, werckt voor de3 jonge Gilbert de Flynnes[122], wonende in de Lindestraet, recht over de witte Roos, inde gangh" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 13-12-1643) –In de Lindenstraat, tussen de nrs. 26 en 32, loopt de Witterozengang (kaart van Amsterdam van den Dienst der Publieke Werken, b;lad G4, Jan. 1943).

Rooster, De gouden - Nieuwe Leliestraat, "tussen de eerste en tweede dwarsstrat, over de gulden rooster" (D.T.B. 1155, d.d. 30-9-1664).

Ros, De jonge - Egelantiersstraat, "verby de tweede dwarsstraet naest de jonge Ros"(D.T.B. 1154, d.d. 15-4-1663).

Rotgans, De - Laurierstraat, "het 3e huys naest de rotgans" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 27-2-1624) – De "rotgans"stond in de Laurierstraat-Zuidzijde even bewesten de 1e Laurierdwarsstraat. Het huis was gebouwd door Cornelis Pieter Rotgans, schoenmaker. Zie dl. I van dit werk,blz….

Rotgans, De- Lindedwarsstraet by de Noorderkerk, "in de rogans" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 1-9-1624) – Coorengel vond in de Lindendwarsstraat "de rotgans met jongen", 11-9-1624 (Huisnamenlijst, blz. 176).

Rotgans, De - Tuinstraat, "in de Rotgans"(D.T.B. 1146, d.d. 14-12-1627)

Rosenboom, De - Bij executie verkocht aan Adriaen van Swaenswijck een huis en erf, "met een plaetse ende coocken daer achteraen"op de Goudsbloemgracht, "daer de Roseboom uythangt"strekkende voor van de straat, "tot achter aende wesegronden" [123]. Huis en erf hebben toebehoord aan Gerrit Henricxz, bierbeschooier.[124] Koopsom 1300 gld, "waernaer Jan Matthysz[125], brouwer int Seepaert tot Haerlem, als acte ende transport hebbende van Henrick Dircsz van Thoornburch, de voorsz. coop benaerdert ende de penningen, daer vooren belooft te berde (heeft) gebracht (R.A. 2165, fol. 49vo, .d. 1-2-1620) – De curator over den desolaten boedel van Jan Matthysz Ban, in zijn leven brouwer int Sepaert tot Haerlem", willen verkopen een huis en erf,"staende opte goutsbloemsgraft, daer de Roseboom uythangt" (Willige Verk. X, d.d. 6-2-1626) - Lysbet Cornelis, jonge dochter, dochter van Cornelis Claessen, potaschbrander, op de Goudsbloemgracht in de roseboom"( Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 17-5-1645) – Goudsbloemgracht, "tusschen de twee laetste bruggen, in de roseboom (D.T.B. 1154, d.d. 5-1-1663). Zie: "de rode leeuw, Goudbloemgracht, "de provense rozenboom"en de "Rozenboomsgang".

Rozenboom, De - Lindengracht, "bezyden de roozeboom (D.T.B. 1146, d.d. 1-12-1623).

Rozenboom, De provense - "….. opde Lauriersgraft, inde provensy roozeboom" (D.T.B. 1146, d.d. 3-5-1618)[126]

Rozenkrans, De- Egelantiersstraat, "verby de twede dwarsstraet, inde roosekrans"(D.T.B. 1155, d.d. 7-10-1664).

Rozenkrans, De - 2e Goudsbloemdwarsstraat, "inde roose krans" (D.T.B. 1155, d.d. 10-10-1664).

Rozenobel, De - Goudsbloemstraat, "by de roosenobel"(D.T.B. 1146, d.d. 10-7-1618) – Zie: "de nobel"

Rozijnkorf, De - "…… eerste lelydwarsstraet, naest de rozynkorf"(D.T.B. 1150, d.d. 19-11-1652).

Ruit, De gouden - "……op t oude franse.pat in een gangh, naest de gulde ruyt"(Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d.25-1-1625).

Ruiter, De - Bloemstraat, "byden Ruyter" (D.T.B. 1146, d.d. 10-3-1619).- Zie: "de jonge ruiter" en "de zwarte ruiter", Bloemstraat.

Ruiter, De - Tuinstraat, "boven de ruyter" (D.T.B. 1154, d.d. 2-10-1663).

Ruiter, De jonge - Bloemstraat, ïn de jonge ruyter" (D.T.B. 423, fol. 123, d.d. 27-4-1619) Zie: "de ruiter" en "de zwarte ruiter", Bloemstraat.

Ruiter, De Poolse - Anjeliersgracht, inde poolsche Ruyter" (D.T.B. 1146, d.d. 21-12-1625) – Breen vermeldt een Poolsche-Jonkersgang, Anjeliersstraat 66-68 (Gangenlijst, bl. 173). Misschien is Anjeliersgracht dus een schrijffout.

Ruiter, De vergulde - Rozenstraat, "by vergulde Ruiyter"(D..B. 1146, d.d. 30-6-1628).

Ruiter, De verkeerde - Lindengracht, "by de verkeerde ruyter"(D.T.B. 1145, d.d. 7-12-1614) – Lindengracht-Noordzij, laatste park, "daer de verkeerde uyter uytgehangen heeft" (R.AQ. 171, fol. 122, d.d. 23-1-1677) – Een zekere Arent Pietersz. Ruyter, van beroep kuiper, bezat in 1620 een huis op de Lindengracht-Noordzij, dichtbij de Lijnbaansgracht (Kw 40, fol. 154, d.d. 23-3-1620). Misschien hing bij hem "de verkeerde ruyter" uit - Zie: de "ruitersgang"en de "Verkeerde Ruitersgang". Lindengracht.

Ruiter, De zwarte - Blomstraat, "by de swarte Ruyter" (D.T.B. 1146, d.d. 1-11-1628) . Zie "de ruiter"en "de jonge ruiter", Bloemstraat. Coorengel vond in de Bloemstraat "In de drie zwarte Ruyters"25-7-1629 (Huisnamenlijst, blz. 176).

Rijn, De - "Werd een yder bekent gemaeckt, dat op de Roosegragt, aen de Zuyt-zyde, id de Ververij den Rhiin, uyt derhand te koop is een kopere Ketel, Vlod, Putstoel, Geulen en verdere gereedschappen, gelyk by inventaris nader te sien is.Te bevragen by Hendrik Valkens, Mr. Timmerman, woond in de Pieter Jacobs dwarsstraet (Adv, Amst. Crt, 8-4-1694). Door mej. Leonie van Nierop niet opgenomen in haar collectie),

Rijp en Graft "…… goubloemsgraft, "by ryp en graft" (D.T.BV, 1145, d.d. 10-9-1617) [127].

Saaien, De drie gekroonde - Egelantiersstraat, 'in de 3 gekroonde saeye, by den 2 dwarsstrat, na de schans' (D.T.B. 1154, d.d. 9-12-1663).

Salomo's Gericht Lindengracht, " tegen over de kathuyzers, naest Salomons Gerecht (D.T.B. 1150, d,.d. 22-12-1653) - Lindengracht-Noordijzdetussen de laatset twee bruggen, waar "Salomons gerecht" uythangt (R.A. 2173, fol. 284vo, d.d. 28-1-1690 Zie: " De Salomo's-Gerichtsgang.

Salomo's eerste gericht "……goutsbloemdwarsstraet, tegenover salomons eerste gericht (Lidmatenboek Waqterl. Doopsgez, Gem. te A'dam , 1640-1657, d.d. 29-5-1651).

Salpeterhuis Zie het " Raffineerhuis".

Satijn, Het wit-gebloemde - Egelantiersgracht, onder het wit geblomt satyn" (D.T.B. 1151, d.d. 24-9-1656).

Schaap, Het witte - "……vooraen in de Angeliersstraet, tegenover 't witte schaep" (D.T.B. 1155, d.d. 18-10-1664) – Breen vermeldt een Schaaphoofdsgang, Anjeliersstraat 208 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 177). – Zie: "het schaapshoofd", Anjeliersstraat..

Schaap, Het witte - Noordermarkt, "tussen de boom en lindestrat int witte schaap" (D.T.B. 1155, d.d. 11-9-1664).

Schaapherder, De - "…….bloemdwarstraat, over de schaepharder"(D.T.B. 1146, d.d. 21-10-1621).

Schaapherder, De gekroonde - 1698: "Luiffel-schrift by 't Cathuysers-Kerkhof t'Amsterdam Zoekt gij puiks puik Tabak, zo gaat niet verder, Maar komt hier in tot Tap-oven, in de gekroonde Schaapherder" (Jeroen Jeroensz IV, blz. 3).

Schaapshoofd, Het - "……In de Laurierstraet, byt schaepshooft" (D.T.B.1146, d.d. 4-2-1620)[128] - "……Angeliersstraat tegenover de fiolettesstraet, int schaepshooft" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noordrkerk, d.d. 27-12-1662) – Breen vermeldt een Schaapshoofdslijst, blz. 177) - Zie: "het wtte schaap", Anjeliersstraat.

Schaapshoofd, Het - Rozenstraat, "byt schaepshooft"(D.T.B. 1146, d.d. 3-1-1626).

Schaar, De blauwe - Nieuwe Leliestraat, "by de leste dw. Straet, naest de blauwe schaer"(D.T.B. 1146, d.d. 19-8-1663) – De schaar was het symbool van het Snijdersgild (Ter Gouw, Gesch. Van Amsterdam, dl VI, blz.148 en 401) – Zie: "de houten schaar".

Schaar, De blauwe - Bij executie verkocht: een huis en erf, "wesende twee wooningen met een thuyn daer achter aen, op de Roosegraft, daer de blauwe schaer uythangt" (R.A. 2167, fol 80vo, d.d. 16-1-1625) – Huis en erf hadden toebehoord aan Jelle Jacobsz, wie de 4e Juni 1613 twee erven waren toegewezen, Rozengracht-Noordzijde, getekend nr. 9 en 10 (Thes. Ord. 185, fol. 18).

Schaar, De doorluchtige - Goudsbloemstraat, "inde doorluchtige scheer"(D.T.B. 1146, d.d. 11-1-1625) – Zie: de "Doorluchtige steeg"".

Schaar, De groene - Rozengracht, "verby de twede dw.straet, naest de groene schaer"(D.T.B. 1154, d.d. 21-11-1663).

Schaar, De houten - Nieuwe Leliestraat, "by de houten schaer"(D.T.B. 1146, d.d. 27-12-1622) – Zie: "de blauwe schaar" en de "rode schaar", Nieuwe Leliestraat.

Schaar op het huis, De - Boomstraat, ïn de scheer opt huys" (D.T.B. 1146, d.d. 30-7-1624) – Zie: "de vergulde schaer"(D.T.B. 1145, d.d. 12-11-1617).

Schaar, De rode - "……. By de saterdachsbruch inde lindedwarstrat, in de rooschaer" (D.T.B. 1153, d.d. 14-11-1661).

Schaar, De rode - Nieuwe Leliestraat, "over de roode schaer"( D.T.B. 1146, d.d. 6-6-1623) – Zie: "de houten schaar".

Schaar, De rode - Tichelstraat, "over de roo schaer" (D.T.B. 1154, d.d. 20-10-1662)

Schaar, De vergulde - Bij executie verkocht: een huis en erf "met een coockentgen, plaetse ende bleeckvelt daer achter aen", in de Boomstraat-Noordzijde "by de Cathuysers, daer de verguldenschaer in de gevel staet", belend aan de Oostzijde door Mijntgen Jans, wed. van Claes Meijer. Huis en erf hebben toebehoord aan de weduwe van Claes Claesz., de Meijer (R.A. 2165, fol. 101vo, d.d 2-1-1619) – Aan de kleermaker Claes Claesz de Maijer de Jonge was de 22e Aug. 1615 een erf toegewezen, Boomstraat-Noordzijde, "beneden deerste dwarsstraet"", getekend nr. 4 (Thes. Ord. 185, fol., 229). Zie: "de schaar op het huis".

Schaar, De vergulde - Lauriergracht, ïn de Vergulde Schaer" (D.T.B. 1146, d.d. 20-3-1624).

Schaar, De vergulde - Tuinstraat, "verby de derde dwarsstrat, tegenover de vergulde schaer" (D.T.B. 1153, d.d. 8-12-1661).

Schaar, De witte - "Aeltien Lenerts, in de goudtbloemstraet by de witte schaer, 't viswyff" (D.T.B. 1146, d.d. 4-10-1622).

Schaar, De zwarte - Bloemgracht, "inde swarte schaer" (D.T.B. 1044, d.d. 22-2-1624) – Bloemgracht-Noordzijde, naast "de coornbloem" waar "de swarte schaer"uythangt (Huisverk.Weeskamer X, fol, 80, d.d. 27-1-1645).

Scharen, De drie - "……in de goudtbloemstraat, over de 3 scheren (D.T.B. 1146, d.d. 16-10-1619)"[129]…….in de bloemstraat, inde 3 Scharren (D.T.B. 1146, d.d. 6-8-1625).

Scharen, De drie - "……..in de Goudtbloemstraat, over de 3 scharen (D.T.B. 1146, d.d. 22-8-1625).

Scharen, De drie - Lindenstraat, ïn de drie Scheren"(D.T.B. 1146, d.d. 19-10-1624) – Zie: "de drie vergulde vergulde scharen"

Scharen, De drie vergulde - Lindenstraat, " in de drie vergulde schaeren" (D.T.B. 1154, d.d. 17-1-1662) – "Vooraen inde lindestraet, inde drie vergulde scharen" (D.T.B. 1155, d.d. 12-10-1664) Zie: "de drie scharen", Lindenstraat.

Scharen, De twee doorluchtige - Lauriergracht, "by de twee doorlichtige scheeren" (D.T.B. 1146, d.d. 3-3-1625).

Scharen, De twee kleermakers- Lindenstraat, "naest de 2 kleermakers scharen"(Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 15-12-1623).

Scharen, De twee witte - Goudsbloemstraat, "bezyden de 2 witte scharen"(D.T.B. 1146, d.d 15-1-1623.

Scharen, De twee witte - Lindenstraat, "over de twee witte scheeren" (D.T.B. 1147, d.d. 4-2- 1612).

Schaven, De drie zwarte - Anjeliersstraat, "inde 3 swarte schaven" (D.T.B. 1146, d.d. 1512- 1626) - Breen vermeldt een Schavenmakersgang, Anjeliersstraat 218-226 (Gangenlijst, blz. 177). Thans naamloos. (Kaart van Amsterdam van den Dienst Publ.Werken, blad G 3, Jan. 1943).

Scheepje, Het - Bloemgracht, int schipken" (D.T.B. 1146, d.d. 7-11-1620)

Scheepje, Het - "Roode Lelystraat", in "het Scheepje" (R.A. 2173 fol.276vo, d.d. 21-1-1692) "……. In de laaste lelydwarsradt, naast schijpjije" (D.T.B. 1168, d.d. 21-10-1698) – De 3e Leliedwarsstraat werd ook wel Scheepjesdwarsstraat genoemd –Breen vermeldt een Scheepjesgang, 3e Leliedwarsstraat 12 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 178).

Schenkenschans Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, in het laatste park, eertijds genaamd "Karthuysersklooster", waar nu "Schenkenschans"uithangt (R.A. 2169, fol. 163vo, d.d. 18-1-1657).

Schepel, Het - Anjeliersstraat, "naest de draeyer, int scheepel" (D.T.B. 1153, d.d. 10-11-1661).

Schild, Het blauwe- Bloemstraat, "by de blauwe schilt" (D.T.B. 1146, d.d. 23-11-1624) – Zie "de blauwe schildpad".

Schild, Het blauwe - "……in de Looyers cruys straet, over de blauwe schilt" (D.T.B. 1145, d.d.1-12-1617).

Schild van Frankrijk, Het - Tuinstraat, "achter schilt van vranckryck" (D.T.B. 1154, d.d. 4-6- 1662).

Schild, Het groene - Bloemstraat, "verby de laatste dwarsstraat, alder naest het groene schilt"(D.T.B. 1109, d.d. 8-10-1689).

Schilder Apelles, De - In de "Schilder Apelles"op de Lauriergracht woont de schilder Lu cas Luce (Bredius, Kűnstler-Inventare, 4er T. S. 1148, d.d. 23-10-1652). – Zie: "de 1000 daalders".

Schilderswapen, Het vergulde - Korte Tuinstraat, "boven het vergulde schilderswapen" (D.T.B. 1154, d.d. 25-12-1662).

Schildpad, De - "…… over de baen by de Roozestraet, in de schiltpad" (D.T.B. 1146, d,d, 7-12-1624)[130].

Schildpad, De blauwe - Bloemstraat, "by de blauwe schiltpadt" (D.T.B. 1146, d.d. 24-3-1619) – Zie: "het blauwe schild", Bloemstraat – Breen vermeldt een Schildersgang, Bloemstraat 68 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 178).

Schip, Het - Lindenstraat, "byt schip"(D.T.B. 1146, d.d. 20-6-1623) – Zie: "de pinas".

Schip Heemskerk, Het - Goudsbloemstraat, "bezyden tschip Emskerck" (D.T.B. 1146, d.d. 18-11-1620) – Goudsbloemstraat, "ant eynd, naest het schip Emskerck" (D.T.B. 31-10-1624).

Schip, de Hoop, Het - Begraven op het Leidse kerkhof, 29-7-1704: "Eeltje Vinck, huysvrouw van Meimdert Hobbema, in de Konijnestraat, in 't Schip d' Hoop" (Aemstel's Oudheid, dl. V, blz 64) [131].

Schip van Nassau, Het - Bloemstraat, "verby de tweede dwarsstraat, overt schip van Nassau" (D.T.B. 1153, d.d. 26-12-1661).

Schip. Het ongemaakte - Goudsbloemgracht, "by de middelste brugh, achter het ongemaeckte schip"(D.T.B. 1154, d.d. 9-8-1662). Zie: de "Ongemaakte Schipsgang".

Schip, Het ongemaakte - "………Lelydwarsstraet, in tongemaect schip"(Begr. register Weeskamer, nr. 45, Catuysers, d.d. 17-2-1624).

Schip, St. Jacob, Het - Lindengracht, "by de brouwersgrafy, naest schip sint Jacob"(D.T.B. 1153, d.d. 30-6-1661).

Schip, St Joris, Het - Anjeliersstraat, "by de tweededwarsstraet, boven het schip Sint Joris" (D.T.B. 1155, d.d. 3-10-1664).

Schip de Walvis, Het - 10-1-1668: Jan de Bray, schilder en bouwmeester, wonende op de Lindengracht, "Int schip de Walvis, doet mededeling aan burgemeesteren van Amsterdam van zijn vinding, "om altijd geheel goed zoet water in voorrraad te kunnen hebben" (Mr. W.F.H. Oldewelt, Jan de Bray in de Amstelstad, Algemeen Handelsblad 26-5-1938[132].

Schipbreuk, De - Johannes Abrahamsz. Beerstraten, schilder (ovl. 1666) woonde in 1642 bij zijn eerste huwelijk in de Elandsstraat. Vanhier verhuisde hij naar een woning bij de Haarlemmerpoort, waar hij "de schipbreuk" uithing.In 1651n kocht hijvan de schilder Johannes Collaert een huis op de Rozengracht-Noordzijde over her Doolhof,het tiende van de Lijnbaansgracht af gerekend. In dit pand, waar eveneens "de schipbreuk" uithing, woonde hij tot zijn dood (Oud-Holland 1885, blz. 62; Bredius, Kűnstler-Inventare, 3er T., S 817; Mr. W.F.H.Oldewelt, De schilder Johannes Abrahams Beerstraten en zijn naaste familieleden. Jaarboek Amstelodamum XXXV, 1938, blz.81). –In 1658 is er sprake van een huis "in de Foelyslagers gangh op de Rosegraft, belent aen de Zuydzyde Johannes van Berestraten" (Bredius, Kűnstler-Inventare, 7er T, S. 13). Dit belendende perceel kan niet "de schipbreuk"zijn geweest, daar de Foelieslagersgang meer Oostelijk lag.

Schoenen, De drie brachies - Lindenstraat, "in de drie brachies schoene"(D.T.B. 1155, d.d. 30-4-1664) – Zie : de "Schoenmakersgang".

Schoenen, De drie grauwe - Begraven op het Westerkeerkhof, 9-7-1672: Jan Fris, schilder, komende uit de Rozenstraat, "over de 3 grauwe schoenen"(Bredius, Kűnstler-Inventare, 6er T., S. 1990).[133]

Schoentje, Het zwarte - Goudsbloemgracht, "naest het swart schoenken" (D.T.B. 1146, d.d. 26-1-1625).

Schoentjes, De - "………..opt franse padt aan de noort zy na de baangraft, in de schoentjes" (D.T.B. 1169, d.d. 1-7-1703) – Zie:"de drie kinderschoenen", Goudsbloemgracht – Breen vermeldt een Schoentjesgang, Goudsbloemgracht 46/47 (nummering 1796). Verdwenen.(Gangenlijst, blz. 179).

Schoentjes, De drie - "…… boomdwarsstraet, over de 3 schoenkens"(D.T.B. 1146, d.d. 7-9-1623)

Schol, De vergulde - Paulus Hennekijn, winende in de Rozenstraat, "in de Vergulde Schol" ondertekent als getuige het testament van een matroos (Bredius, Kűnstler-Inventare, 4er T., S. 1108, d.d. 30-3-1661).[134]

Schoolbord, Het- 3e Egelantiersdwarsstraat, "nae de bruch toe, onder scholbort, over de ansprecker"(D.T.B. 1155, d.d. 13-10-1664).

Schoolborden, De twee - Goudsbloemgracht, "tusschen de middelste bruch en brouwergraft, achter de 2 schoolborde"(D.T.B. 1153, d.d. 27-9-1661) – Zie: "het rode hart", de "Schoolmeestersgang", Goudsbloemgracht.

Schorteldoek, De blauwe - Bloemgracht, "by de blaeuwe schorteldoeck" (D.T.B. 1146, d.d. 4-2-1618). – Verkocht: een huis en erf op de Bloemgracht-Noordzijde, "aen de Schans, naest het blaeuwe schorteldoeck" (Huisverk. Weeskamer VI, fol., 160, d.d. 15-1-1627) – "by de bullebacksluys, int blaeuwe schorteldoeck" (D.T.B. 1155, d.d. 17-9-1664).

Schuierhout, Het - Boomstraat, "by de kerck, tot de schuyerhout" (D.T.B. 1154, d.d. 13-11-1663).

Schuitje, Het - Egelantiersgracht, "aent ent, int schuytje"(D.T.B. 1154, d.d. 8-11-1662) Zie "de gouden vlotschuit".

Schutting,De blauwe - "Daniel Huybers, corendrager, negeklantiersstraet, inde blauwe schuting"(D.T.B. 1130, d.d. 2-11-1668),

Schuur, De- "………loyerskruystrat, in de schuer" (D.T.B. 1152, d.d. 2-7-1659).

Simolensko Bij executie verkocht: een huis en erf in de Bloemstraat-Zuidzijde tussende twee laatset dwarsstraten, het derde his bewesten "Simolensk" (Afschrift transportacte, d.d. 25-3-1752, Arch Ver. Doopsgez. Gem. te A'dam, map B.538 – Het bij executie verkochte huis werd later mết een belendend perceel het Doopsgezinde Hofje, Bloemstraat 129 en 131. "Simolensko"moet dus het tegenwoordige nr. 123 of 125 zijn geweest. – Zie: "Smolenski".

Simson Laurierstraat, "in samsom" (D.T.B.1155, d.d. 8-10-1664) – Breen vermeldt een Samsonsgang, Laurierstraat 153 (nummering van 1796). Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 177).

Simson Tuinstraat, "tegenover samson" (Lidmatenboek Water. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 18-8-1658).

St. Andries Anjeliersgracht, "by St. Andries"(D.T.B. 1146, d.d. 17-6-1619) – Zie "St. Andrieshof", Anjeliersgracht.

St Andrieshof Abjeliersgracht, "in St Andrieshoff" (D.T.V. 1146, d.d. 21-2-1621) – Zie: "St. Andries".

St. Christiffel Looiersstraat, "by St. Christoffel"(D.T.B.1146, d.d. 13-9-1624)

St. Eloy Laurierstraat, "by St Looy"(D.T.B. 1146, d.d. 24-2-1620).

St. Jacob "laeste lelyd2warsstrat, tegenoverSt Jacob"(DTB. 1149, d.d. 12-9-1650). Hoekhuis?, Zie het volgende artikel.

St. Jacob Matthys Pool, plaatsnijder (geb. 1676, overl. 1727?)woonde in de jaren 1707 en 1708 in de "Nieuwen Lely-straat, in St. Jacob" (Waller, Biogr. Woordernboek, blz. 259) – Hoekhuis? Zie het vorige artikel.

St. Joris Madelievenstraat, "over Sint Joris" (D.T.B. 1146, d.d. 13-10-1619).

St. Joris Jacob Thomas Sergeant, boekdrukker, uitgever en courantier, woonde in de Tuinstraat, in "St. Joris" (Jhr. Dr. J. Six, Johannes Sergeant, Amst. Jaarb. 1899,blz. 74; Mr. H.F. Wijnman, Mr. Lieven van Coppenol, Jaarboek Amstelodamum XXX, 1933, blz. 93; H.W. Alings, Het woonhuis van Descartes, Amstelodamum 1950, blz.139) – Tuinstraat-Zuidzijde, waar "St Joris in de gevel staat. (R,A. 2167, fol. 42, d.d. 28-1-1637) – Zie: "het ledikant".

St. Lucas Looiersstraat, "naest sunt luijckas"(D.T.B.1151, d.d. 4-6-1656).

St. PieterAnjeliersgracht, "naest St. Pieter"(D.T.B. 1146, d.d. 27-6-1620) Zie: "het Zeepaard"en de "St. Pietersgang", Anjeliersgracht.

St. Pieter Egelantiersstraat, "in sinte pieter, tusschen de eerste en 2 dwarsstrat"(D.T.B. 1154, d.d. 12-4-1663).

St. Pieter Goudsbloemdwarsstraat, "daer St. Pieter uythangt"(R.A. 2166, fol. 29, d.d. 23-1-1630) – "……turckseboerssteechgen[135] in St. Pieter (D.T.B. 1149, d.d. 16-4-1650) – "……..goutblomdwarstrat tegen over de turckse boer, in St. Pieter" (D.T.B. 1150, d.d. 19-2-1651) – Jan Harmensz., varentman, woont inde goutblomdwarsstraet, boven de barbiers, in sinte pieter" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez, Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 18-9-1662).

St. Pieter Goudsbloemstraat, "in Sinte Pieter" (D.T.B. 1146, d.d. 7-11-1620) – Zie: de "St. Pietersgang", Goudsbloemstraat.

St. Pieter Kromme Tuinstraat, "onder sintepieter" (D.T.B. 1154, d.d. 28-1-1663)

St. Pieter Lindengracht, "onder sintepieter"(D.T.B. 1154, d.d. 28-1-1663) – Lindengracht, aen de zuytzy, naest sintepieter" (D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664).

St. Pieter 1632: Franḉois van Hillegaert, "koockermaecker", wonende Rozengracht-Noordzijde, hoek eerste dwarsstraat, verhuist "vier à vijff huysen van daer op deselve gracht in een huys, daer St. Pieter in de gevel staet"(Bredius, Kűnstler-Inventare, 3. T., S. 830).

St Pietersschaepje "………. Op de prinsegraft, vooraen in de Elandstraet, achter St. Pieters scheepie" (D.T.B. 1155, d.d. 6-10-1664).

Slagboom, De - "Meester Isack Hiele neemt aan alle groote klokken, die in toorns geborsten zijn, digt te maken onder uythalen en soo goet te maken als te vooren. En ook veelderhands vyzels, die geborsten zijn, mede dig te maken. Giet ook alderhande blokjes en veelderhande oorlogie koperwerk en heeft ook verscheide modelle daervan. Woont in de Laurierstraet, in de Slagboom, tot Amsterdam (Adv. Amst. Crt 31-3-1699, Jaarboek Amstelodamum XXVII, 1930, blz. 280).

Slager, De Brabantse - Elandsstraat, ‘by de brabantsche slager"[136] (D.T.B. 1146, d.d. 25- de ene heette vroeger Smidsgang, de ander Nieuwegang (Gangenlijst, blz. 180).

Sleperswelvaren Anjeliersstraat, "over het kegfe erf, int sleeperswelvaren" (D.T.B. 1168, d.d. 22-5-1698).

Sleperswelvaren Daniel Daenielssz, soldat, aent ent van de palmstrat, naest sleeperswelvaren"(D.T.B. 1153, d.d. 21-11-1661) – Breen vermeldt een Sleepersgang tussen Rozenbooms- en Groenegang. Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 181).

Sleutel, De vergulde - Anjeliersgracht, "aende noortzy, inde vergulde slutel, tusschen de 3 en 4 brugh" (D.T.B. 1151, d.d. 18-11-1655)

Sleutel, De vergulde - Laurierstraat, "in de vergulde slotel" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 21-6-1623) – Breen vermeldt als nog aanwezig een Sleutelgang, Laurierstraat 34 (Gangenlijst, blz. 181). Thans verdwenen.

Sleutel, De vergulde - Rozengracht, "by de vergulde Sleutel" (D.T.B. 1146, d.d. 2-4-1622).

Slot, Het vergulde - … inde boomstraat, naest vergulde slot" (D.T.B. 1146, d.d. 4-6-1623) [137]Zie: "het nachtslot", Tuinstraat.

Smalschip, Het - De schilder Johannes Jurriaensz. Van Baden woonde in de jaren 1652-1656 op de Lindengracht, "daer 't Smalschip in de gevel staet"(Oud-Holland 1927, blz. 19)[138] – Breen vermeldt een Smalschippersgang, Lindengracht 163 (nummering van 1796). Verdwenen. Gangenlijst,blz. 182.

Smid, De Oostindische - Nieuwe Leliestraat, "inde oostindische smit (D.T.B. 1146, d.d. 1-8-1624).

Smidswinkel, De oude - Johannes Borchers, Looiersgrqacht-Zuidzijde tussen de Prinsengracht en de Passeerdersdwarsstraat, "in de Oude Smitswinkel" vervaardigt cochenillemolens (Adv. Amst. Crt. 11-9-1753. Jaarboek Amstelodamum XXVIII 1931, blz. 97).

Smienten, De drie - "……… vooraen inde thuynstraet, inde drie smienten"(D.T.B. 1153, d.d. 2-11-1661) – Zie: het "Gangetje van de drie smientjes".

Smolenski Breen vermeldt een Kuipersgang, Bloemstraat "over Smolenski"of "over t Witte Lam".Geen verdere aanduiding. Gangenlijst, blz., 164 – Zie: "Simolensko".

Snoek, De blauwe - Zal worden geveild "een extra hegt, sterk en weldoortimmerd huys en verwery daeragter en hunne erven, staende aen de zuydzyde van de Blomgragt, beoosten het hoekhuys van de Baengragt, daer de Blaeuwe Snoek in de gevel staet, item nog een extra hegt, sterk en weldoortimmerd huys met een vanouds vermaerde hoedenmakery, daeragter en hunne erve, staende naest en beoosten het voorgemelde perceel, daer de Staeten Hoed uythangt (Adv. Amst. Crt. 1-10-1748, Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 123).

Snijmessen, De twee - "………Looyersdwersstraat, bezyden de 2 snymessen" (D.T.B. 1146, d.d. 10-6-1624) – Zie: "de twee houwmessen" en "het huidenvetterswapen".

Soest - Nieuwe Leliestraat, "naest Soest, verby de 2 dwarsstrat" (D.T.B.. 1155, d.d. 18-9-1664).

Soldatenwachthuis, Het - Gietersstraat-Noordzijde, hoek Lijnbaanasgracht. Als wachthuis voor soldaten in gebruik geweest waarschijnlijk van 1628-1697. Daarna tot in de 20e eeuw, Stadspaardenstal. Thans een passementfabriek. Gietersstraat 10 – Zie: dl.II van dit werk, blz …..

Spaarpot, De - Egelantiersgracht, "by de Spaerpot"(D.T.B. 1146, d.d. 13-11-1622) Zie: de "Spaarpotsgang".

Spaarpotten, De drie vergulde - Rozengracht, "by de twede bruch, inde 3 verguklde spaarpotte" (D.T.B. 1149, d.d. 2-10-1650).Steen met de insriptie "3 spaarpotten' is nog aanwezig: Rozengracht 81. (Zie: Jaarboek Amstelodamum XXXIV 1937, blz.48). Aan de Westzijde van nr. 81 loopt de Drie-Spaarpottengang (Breen, Gangenlijst, blz. 150 en 182). Op de kaart van Publieke Werken naamloos.

Spatten, De twee gekroonde - Nieuwe Leliestraat, "voorby de eerste dwarsstraet, boven de twee gekroonde spatten" (D.T.B. 1155, d.d. 18-10-1664).

Speld, De gekroonde - Willem Coerten, speldenmaker, wil verkopen drie huizen met hun erven op de Bloemgracht, getekend resp. met 1, 2 en 3. Elk der drie aangrenzende percelen is voorzien van een gevelsteen, voorstellende "de gecroonde spel" [139] (Willige verk.VI, fol.28vlg., d.d. 15-1-1629). Zie ook: Kw. 40, fol. 88, d.d. 27-11-1609 en R.A. 2165, fol. 108, d.d. 18-1-1620. Uit laatstgenoemde acte blijkt dat de huizen stonden "voor aen de Zuytzyde vande Bloemgraft"- Waarschijnlijk waren het de tegenwoordige nummers 9, 11 en 13, die ook thans nog van gelijke breedte en diepte zijn.

Spiegel, De - Bloemgracht, "aent ent inde witte foruynengang, naest de siepery[140]van de Spiegel"(D.T.B. 1153, d.d. 27-10-1661) – Breen vermekdt een Fortuinengang, Bloemgracht-Zuidzijde bij de Lijnbaansgracht. Geen verdere aanduiding (Gangenlijst, blz. 152).

Spinnekop, De - Elandsgracht, "in de spinnekop" – Zie: "het liggende hart".

Spinnewiel , Het - "…………achter tspinnewiel op de goudtbloemsgraft"(D.T.B. 1145, d.d. 25-11-1617 – " ……goudtbloemgraft by de leste dwersstraet, voorbyt spinnewiel (D.T.B. 1146, d.d. 25-11-1622) – Zie: "het gouden spinnewiel", "het vergulde spinnewiel" en de "Wieldraaiersgang", Goudsbloemgracht.. (Gangenlijst, blz …..)

Spinnewiel, Het - Laurierstraat-Noordzijde, waar "tspinnewiel" uithangt (R.A.2167, fol. 61vo, d.d. 19-1-1630) - Zie: "het witte spinnewiel""- Breen vermeldt een Wieldraaiersgang, Laurierstraat. Geen verdere aanduiding Gangenslijst,blz. 191).

Spinnewiel, Het - Nieuwe Leliestraat, "tussen de 2 eerste dwarsstraten, boven het spinnewiel" (D.T.B., 1155, d.d. 10-9-1664).

Spinnewiel, Het - "………by de noorderkerck, naest tspinnewiel" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 23-9-1624)

Spinnewiel, Het gouden - Goudsbloemgracht, ""t 2e huys van tgulde spinnewiel" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 21-9-1624) – Zie "het spinnewiel", "het vergulde spinnewiel", en de "Wieldraaiersgang", Goudsbloemgracht.

Spinnewiel, Het vergulde - Goudsbloemgracht, "bezyden "t Vergulde Spinnewiel"(D.T.B. 1145, d.d. 15-10-1617) – Zie "het spinnewiel", "het gouden spinnewiel" en de "Wieldraaiersgang", Goudsbloemgracht.

Spinnewiel, Het witte - "…….. vooraan in de Lourierstradt, int witte spinnewiel"" (D.T.B. 1169, d.d. 2-10-1702 - Zie: "het spinnewiel", Laurierstraat

Spinola Lindenstraat, "in Spinnola" (D.T.B. 1146, d.d. 24-11-1628[141]

Spoel, De vergulde - Egelantiersgracht, ïn de vergulde Spoel" (D.T.B. 1146, d.d. 22-9-1624).

Spoelen, De drie - Lauriergracht, "by de 3 Spoelen"(D.T.B. 1145, d.d. 15-10-1617).

Spoelen, De drie - Rozenstraat, "by de 3 spoelen"(D.T.B. 1146, d.d. 10-2-1622)

Spoelen, De twee - Looiersgracht, ": by de twee spoelen" (D.T.B, 1146, d.d. 11-3-1622).

Spoeltje, Het - Egelantiersstraat, "int spoelken" (D.T.B. 1146, d.d. 19-2-1626).

Spoeltje, Het vergulde - Elandsgracht, "int vergulde spoelken" (D.T.B. 1146, d.d. 6-6-1625)

Spoeltjes, De drie - Looiersgracht, "by de 3 spoelkens"(D.T.B. 1145, d.d. 14-10-1617).

Spoeltjes, De groene - Goudsbloermstraat, "by de groene spoeltiens" (D.T.B. 1145, d.d. 27-12-1617).

Spijker, De - Johannes Kroese, "int Spyker" op de Prinsengracht bij de Egelantiersgracht maakt "Franse en Engelse fatroene van ijzeren schoorstenen, "probatum voor de rook en warmte" (Adv. Amst, Crt. 25-9-1785. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 109).

Spijker, De vergulde - Rozenstraat, "by de vergulde spycker" (D.T,B, 1146, d.d. 6-10-1619).

Spijkers, De drie vergulde - Bij executie verkocht: een huis en erf, "staende voorin de Laurierstraet, daer de drie vergulden spyckers uythangen" Huis en erf hebben toebehoord aan Francois de la Fontaine (R.A. 2165, fol. 23, d.d. 11-1-1618) –In Kw 36, fol.389vo, d.d. 5-6-1615 wordt Francoys Fontaine "spyckermaecker" genoemd, in Kw. 37, fol. 37vo, d.d. 30-7-1615 heet hij Frans Fonteyn, van beroep "smit" Uit Kw 41, fol. 202vo, d.d. 27-7-1621 blijkt dat het huis aan de Zuidzijde van de Laurierstraat stond.

Spijkers, De drie vergulde - Rozenstraat, "inde 3 vergulde Spijckers" (D.T.B. 1146, d.d. 16-5-1621).

Stad Bremen, De - "………. int midden van de angeliersstraet, inde stadt Bremen" (D.T.B. 1154, d.d. 1-1-1663).

Stad Danzig, De - Laurierstraat, inde stadt Dantsick, by de leste dwarsstraet"(D.T.B. 1154, d.d. 4-9-1662).

Stad Grol, De - Anjeliersstraat, "nast de stat grol, by de leste dwars strat" (D.T.B. 1151, d.d. 16-7-1656).

Stad Groningen, De - Boomstaat, "over de stadt gruningen" (D.T.B. 1154, d.d. 21-10-1663) – Zie: "Groningen".

Stad Neurenberg, De - Laurierstraat, "aent ent in de stat nuerenburch"(D.T.B. 1158, d.d. 19-1-1670).

Stadhuis van Amsterdam, Het - Boomstraat, "int Stathuys van Amsterdam vooraen" (D.T.B. 1154, d.d. 10-12-1663).

Stadhuis van Amsterdam, Het nieuwe - Anjeliersstraat, "in het nieuwe stadthus van Amsterdam" (D.T.B. 1151, d.d. 7-9-1656).

Stadhuis van Haarlem. Het - Laurierstraat, "verby de leste warstraet, naest stadthuys van Haerlem" (D.T.B. 1133, d,d, 27-1-1661).

Stadhuis van Keulen, Het - Anjeliersgracht, "overt stathuys van Ceulen" (D.T.B. 1154, d.d. 25-8-1662).

Stadhuis van Keulen, Het - "…………..korte thuynstraet by deangeliersgraft, naest 't stadthuys van Keulen (D.T.B. 1158, d.d. 21-1-1670).

Stadhuis van Rotterdam, Het - 1e Laurierdwarsstraat, "naest het stathuys van rotterdam" (D.T.B. 1154, d.d. 1-9-1663).

Stadsbode, De - Rozenstraat, "tusschen de eerste en tweede dwarsstraet, over de statsboode"(D.T.B. 1154, d.d. 9-6-1662).

Stadsboek, Het - Anjeliersstraat, "achter steboeck" (D.T.B. 1152, d.d.22-1-1659).

Stadspaardenstal, De - Zie: "het Soldatenwachthuis".

Stadspakhuizen, De - Twee pakhuizen aan het begin van de Lijnbaansgracht, twee aan het eind van de Brouwersgracht, ineenlopend. Voltooid 147 of '48. Dienden ter berging van wapens en granen. Ook genoemd Stadswapen of –artilleriehuizen. Van 1736 af verhuurde de stad onderstukken en zolders. Omstreeks 1900 verkocht aan de N.V. Purperhoedenveem. Nog altijd in gebruik. De gevels zijn sterk gewijzigd –Zie dl II van dit werk, blz….

Stadswapen of -artilleriehuizen", De - Zie: de "Stadspakhuizen.

Stapel wapenschot, De - Lindengracht, "int stapel wageschot" (Register van verkochte erven VI, fol, 107vo, d.d. 7-1-1661).

Stapel webben, De - "………vooraen in de angelierstrat, naest de stapel webben" (D.T,B, 1154, d.d. 26-4-1663).

Statenhoed, De - Bloemgracht-Zuidzijde bij de Lijnbaansgracht, "daer de Staeten Hoed uythangt" - Zie: "de blauwe snoek".

Statenruiter, De - Pieter Holbeecke met Machtel Patrischaer, zyn huysvrou, woonen inde Louwerierstraet inde Staten ruyter op de voorkamer". (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez.Gede witte zwaan".m te A'dam 1657-1673, d.d. 17-12-1660) – Zie: "de witte zwaan", Laurierstraat.

Statenwapen van Utrecht, Het - Bloemstraat, " by deeerste dwarsstrat, int statenwapen van Uytrecht" (D.T.B. 1152, d.d. 22-8-1659) – Zie: "het Wapen van Utrecht" .

Steen van Aken, De blauwe - 1e Egelantiersdwarsstraat, tussen de Egelantiers- en Tuinstraat, waar " de blauwe steen van Aken" uithangt (R.A. 2172, fol. 219, d.d. 31-12-1681) – "……. Eerste tuyn dw.straet, inde blauwe steen van Aken" (D.T.B. 1156, d.d. 21-3-1666).[142]

Steendragers, De - Tuinstraat, " daer de steendragers uythangt" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 12-11-1624) –Zie het volgende artikel.

Steendragers, De twee - Tuinstraat, "tegenover de twee steendraghers" (Protocollen Kerkeraad, dl. V, fol. 190, d.d. 28-3-1624, Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam) – Zie het vorige artikel.

Steenhouwerskamer, De- Lindenstraat, " over de steenhouwerskamer" (D.T.V. 1153, d.d. 199-1660).

Steenwijk Looiersgracht, " besyden Steenwijck" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 26-9-1621).

Steltmans "……… in de tuynstraat, bezyen steltmans (D.T.B. 1146, d.d. 17-12-1624)[143] – Zie het vorige artikel.

Steltmans-huizen "……….corte tuynstraet, in Steltmans huysen" (D.T.B. 1146, d.d. 19-10-1627) – Zie het vorige artikel.

Ster, De - Egelantiersstraat,"onder de star" (D.T.B. 1154, d.d. 14-5-1662).

Ster, De- "……….. op de goudbloemsgraft in een gangetge, daer de star uytstaet" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 8-10-1624) – "……… op toudefransenpat naest de starre , in een gangh (Id. d.d. 28-3-1625) –Zie: de vergulde ster" en de "Sterrengang", Goudsbloemgracht.

Ster, De - Prinsengracht, "int derde huys verby de tuynstraet, in de starre" (Begr. register Weeskamer, nr. 2, Noorderkerk, d.d. 13-2-1624)

Ster, De gouden - Bloemstraat, "by de gulde starre" (D.T,B. 1146, d.d. 7-9-1622) - Bij executie verkocht: een huis en erf, "met een looge[144] daerachteraen staende", in de Bloemstraat, "daer de gulde starre uythanght, strekkende voor van de straat, "tot achter aen de huysinmghe van de Bloemgracht"(R.A. 2165, fol. 174vo,d.d. 24-1-1624) – "……. By de leste dwarstraet in de bloemstraet, in de gulde star" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 10-12-1624) – Breen vermeldt een Sterrengangf, Bloemstraat 120 (nummering 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 184) – Zie: dl. I van dit werk, blz, ………

Ster, De grote - Lauriergracht, "inde groote star" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem, te A'dam, 1650-1657, d.d. 16-12-1646).

Ster, De grote - Palmstraat, "aent ent, naest de roostar" (D.T.B. 1154, d.d. 8-10-1663) – Breen vermeldt een Sterrengang, Palmstraat 53 (nummering van 1796), Verdwenen. (Gangenlijst, blz. 184).

Ster, De vergulde - Anjeliersgracht, "by de derde brugh, by de vergulde star" (D.T.B. 1154, d.d. 23-7-1662) – Breen vermeldt twee Sterrengangen, Westerstraat 126 en 147-151 (Gangenlijst, blz. 184). Beide verdwenen.

Ster, De vergulde - "……….op de goudtbloemsgraft, by de vergulde starre" (D.T.B. 1146, d.d. 13-4-1622) – Zie: "de ster", Goudsbloemgracht.

Sterren, De zeven - Boomstraat, "naest de zeven sterren" (D.T.B. 1146, d.d. 23-4-1620).Breen vermeldt een Zevensterrengang, Boomstraat 41 (nummering van 1796).Verdwenen. (Gangenlijst, blz, 193).

Sterren, De zeven - "Yeff Pietersz, eertyts lichterman, op de Roosegraft, in de seven sterren" (Huisverk. WeeskameVI, fol, 88, d.d. 5-3-1624).

Sterrenkijkershuis, Het - Goudsbloemstraat, ïn sterrekijckershuys" (D,T,B, 1146, d,d, 1-12-1622). Hier woonde waarschijnlijk een sterrenkijker of waarzegger Drie dagen later immers heette het: "…..in de goudbloemstraet, over de sterrekijcker" (D.T.B. 1146, d.d. 4-12-1622) . Uitoefening van dit beroep was reeds bij keur van 15Jan. 1555 verboden (Van Dillen, Bedrijfsleven, dl. I, nr. 411).

Stok, De witte - Boomstraat, "onder de witte stock (D.T.B. 1168, d.d. 4-4-1700).

Stokvis, De - "……….op de passeerdersgraft, in de stokvis" (Begr. register Weeskaner nr 45, Catuysers, d.d. 5-1-1622) – Zie het volgende artikel[145].

Stokvis, De vergulde - Bij executie verkocht: een huis en erf op de Passeerdersgracht, "genaemt de vergulde stokvis" Huis en erf hebben toebehoord aan Hendrick Claesz, Bergevaarder (R.A. 2163, fol. 112, d.d. 10-1-1617) – Uit de in de acte genoemde lendenen blijkt dat het huis stond Passeerdersgracht-Zuidzijde. Cf: R.A. 2170, fl, 59, waar de Zuidzijde genoemd wordt – Zie: het vorige artikel.

Stijl, De gouden - "……….negelantierdwarsstrat, naest de gulde styl" (D.T.B. 1154, d.d. 2-4-1662[146] .

Suikerbroden, De drie - Cornelis Aldertsz van der Veen koopt de 8e Mei 1657 een erf op de Egelantiersgracht. Hier bouwt hij een suikerraffinaderij, genaamd, "de dry suyckerbrooden" Volgens de nummer van 1875: 158 en 160 (J.J. Reese, De suikerhandel in Amsterdam van begin der zeventiende eeuw tot 1813, Haarlem 1908, blz. 274). – Egelantiersgracht äen de noortzy aent ent, naest de 3 suyckerbroode" (D.T.B. 1154, d.d. 18-2-1663) –"op de noortzy van de Egelantoiersgraft, verby de derde brugh, naest de drie suyckerbrooden"(D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664)[147] – Breen vermeldt een Suikerbakkersgang, Egelantiersgracht 166 (Gangenlijst, blz. 185). Verdwenen, - Zie: de "Hoedenmakersgang, Egelantiersgracht.

Suikerbroden, De drie - Lauriergracht, "naest de 3 suyckerbroden" (Begr.registerWeeskamer nr. 2 Westerkerk, d.d. 10-1-1621) – Zie: "de drie suikerpotten", "de drie suikervormen"en de "Pottenbakkersgang", Lauriergracht.

Suikerpotten De drie - Lauriergracht, "by de 3 suyckepotten" (D.T.B, 1146, d.d. 30-5-1627) – Zie: "de drie suikerbroden", "de drie suikervormen"en de Pottenbakkersgang, Lauriergracht,

Suikervormen, De drie - Bij executie verkocht aan Carsten Jansz, "backer"[148]een huis en erf op de Lauriergracht-Zuidzijde, "daer de drie suyckerformen in de gevel staen, met noch twee woningen onder een dack, terzyden aen de Westzijde van desen huyse gelegen, met twee wooningen er achter aen, uytcommende in een steechgen van ses voete, welck steechgen van deze twee woningen in eygendom gebruyckt wort, mitsgaders de pottenbackerye daerachter aan gelegen" Laatste eigenaar was Jacob Cornelisz Pot[149]. Koopprijs 8800 gld. De 1e Febr. 1630 is de koop overgedaan aan Arnoult van der Hem, ridder (R.A. 2165, fol. 207vo, d.d.d 27-1-1628) – Lauriergracht-Zuidzijde tussen Hazen- en Konijnenstraat, "daer de suikervormen uithangen (R.A. 2174, d.d. 1-2-1697 –Zie: "de drie suikerbroden", ": de drie suikerpotten",de "Pottenbakkergang"en dl. I van dit werk, blz. ….

Tabaksmolen, De- Begraven in de Westerkerk (11-11-1636): "Jan Bassế, Schilder, op de Lindegraft, by de Tabaxmolen" (Bredius, Kűstler-Inventare, 1er T., S. 147).

Tabaksrol, De - "Claes Otten, Corporael onder kapitain daij op de negelantiersgraft by de derde brugh, inde tobackxrol"(D.T.B, 1152, d,d, 12-5-1658).

Tabaksspruit, De- "…….korte thuynstraet, inde toebackspruyt" (D.T.B. 1154, d.d. 5-8-1663).

Tabaksspruiten , De drie groene – "…….korte thuynstrat, naest de 3 groene toebackspruyen" (D.T.B. 1153, d.d. 28-9-1660).

Tafelkleed, Het vergulde - "……vooraen in de roosestrat, tegenover vergulde tafelkleet (D.T.B. 1153, d.d. 27-10-1661).

Tafelkleed, Het blauwe - Bloemstraat, "byt blau tafellaken"(D.T.B. 1146, d.d. 5-8-1621)

Tafellaken, Het gekroonde - Bloemgracht, "nastr het gekroonde tafellacken" (D.T.B. 1044, d.d. 25-11-1624).

Tafellaken, Het gouden - Laurierstraat, "verby de eerste dwarsstrat, naest goude tafellacken, inde weeversgsng (D.T.B. 1154, d.d. 20-7-1662) – Zie: "het vergulde tafellaken", Laurierstraat.

Tafellaken, Het vergulde - "………kerckstraat, overt verguld taffellacken" (D.T.B. 1146, d.d. 5-1-1623 – Zie: "het gouden tafellaken".

Tafellaken, Het vergulde - Looiersstraat, "bezyen tvergulde taeffellacken" (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1626).

Tafellaken, Het witte - Op den 29 Junij anno 1620 zijn vercocht de nagelaten goederen van Arent Alberts. In de Bloemstraat, int wit Taefellaecken". Enz (Efhuizen Weeskamer) - Arent Albertsz, tafellakenwerker, was de 6e Mei 1620 op het Karthuizerskerkhof begraven (D.T.B, 1146).

Tafellakens, De drie - "…….opt cattuysers, by de 3 tafellakens"(D.T.B. 1146, d.d. 18-4-1622) – Zie dl.I van dit werk, blz …..

Tamnoer, De- Bloemstraat, "verby de leste dwarsstraet in de tamboer" (D.T.B. 1153, d.d. 14-8-1661) – Nog in Breen's tijd: Bloemstraat 171-173, het Tamboershofje (Gangenlijst, blz. 185). Verdwenen.

Theepot, De - Men presenteert te verkopen een extra-ordinaris nieuwe Apothekerswinkel, verciert met zeer fraey Hout- en Koperwerk, te bevragen tot Amsterdam in de Rose-straet, het tweede huis van de eerste dwars-straet, in de Teepot, by Bartholomeus Fraterma (Adv. \Amst. Crt 20-1-1695. Door mej, dr. Leonie van Nierop niet opgenomen in haar collectie).

Thomas, De grote - Goudsbloemstraat, "by groote Tomas" (D.T.B. 1145, d.d. 5-10-1617).

Timmerman, De Friese - Lindenstraat, "byde Vriessche timmerman"(D.T.B. 1146, d.d. 28-2-1622) – Nog altijd bestaat inde Lindenstraat tussen de nrs 21 en 27 een naamloze gang, die vroeger Timmermansgang heette (Breen Gangenlijst, blz. 186).

Timmerman, De jonge - Egelantiersstraat, "tusschen de eerste en 2 dwarstrat, in de jonge timmerman" (D.T.B. 1156, d.d. 10-1-1662),

Timmerman, De jonge - "Trijntje Jans, jonge dochter, een nayster, woont in de tuynstraet, achter de jinbge timmerman"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 28-2-1644). Zie: "de Oranjeboom"en de "Jonge Timmermansgang".

Tobias, Nieuwe Leliestraat-Noordzijde, waar "Tobias"in de gevel staat (Husverk. Weeskamer VII, fol. 109, d.d. 24-1-1611).

Tobias, De jonge - "………. Inde angeliersdwarsstraat[150] naest de Jonge Tobias (D.T.B. 1146, d.d. 22-8-1619) – in de eerste egelantiersdw.straet, inde Jonge Tobias (D.T.B. 1154, d.d 4-10-1662).

Tobias, De jonge - Tuinstraat,"in de Jonge Tobias"(D.T.B. 1145, d.d. 20-12-1617) – Tuinstraat, "op de hoeck van de 2 dwarstrat, in de jonge tobyas" (D.T.B. 1154, d.d. 8-12-1663).

Tobias, De oude - "………in dangeliersdwersstraat, over de oude Thobias" (D.T.B. 1146, d.d. 21-8-1624) – Hoekhuis ? Zie het volgende artikel.

Tobias, De oude - "……..negelantiersgraft vooaen, onder de oudetobyas" (D.T.B. 1153, d.d. 6-11-1661) – Hoekhuis? Ze het vorige artikel.

Toren, De Diemer - Zie: "de Diemertoren".

Toren, De Groninger - Rozenstraat, "inde grenninger toorn" (D.T.B. 1153, d.d. 15-12-1660).

Toren, De Kamper - Zie: "de Kampertoren".

Toren, De rode - Elandsgracht, "by de roo toorn"(D.T.B. 1146, d.d. 21-4-1618).

Toren van Winterswijk, De - Rozenstraat, inde thoorn van Wintersschap" (D.T.B. 1146, d.d. 29-8-1623 )[151].

Toren, De wijker - "naest de wykertoorn, inde tweede lelidwarsstraet" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem.te A'dam, 1657-1673, d.d. 6-12-1671).

Torentje, Het - Bij exeutie verkocht: een huis en erf, "gelegen op de hoeck vande bloemgracht, genaemt het toorntge" (R,A. 2163, fol. 193, d.d. 14-1-1615) – Bloemgracht, "aent ende, byt torentje an de schans (D.T.B. 1152, d.d. 18-6-1658) – Uit de in de eerstaangehaalde acte opgesomde lendenen blijkt dat het huis stond Bloemgracht-Noordzijde, hoek Lijnbaansgracht. Zie ook: Thes, ord. 185, fol. 24 en 40, Voorts: dl.I van dit werk, blz …..

Trektafel, De - "………rosedwarsstraet, over de vergulde trecktafel" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1646)

Treurniet - Pieter Symonsz van der Schellingh wil verkopen: een huis en erf, "gelegen aen de wetszyde van de cleyne tuynstraet"; een huis en erf "daer aldernaest staende med inde cleyne tuynstraet", beledn aan de Noordzijde door het hoekhuis, aan de Zuidzijde door het eerstgenoemde huis; en "een hoeckhuys van de Egelantiersstraet, staende inde leyne tuynstraet, daer treurniet uythanmgt, daer Andries Claesz., waert, tegenwoordich in woont", belend. Door de "c;eyne tuynstraet"aan de Oostzijde n het huis staande in de Egelantoersstraat, de verkoper mede toebehorende, aan de Westzijde, strekkende voor van de Egelantersstraat tot aan het vorige huis (Willige verk. VI, fol, 7vo, d.d. 6-1-1619) – "…..Egelantiersdwarsstraat, byt treurniet" (D.T.B. 1146, d.d. 7-1-1622) – "….. Corte tuynstraet, byttreurniet" (D.T.B. 1146, d.d. 28-6-1624) – Het bewuste perceel, waarin een herberg was gevestigd, stond dus aan de Westzijde van de tegenwoordige 2e Egelantiersdwarsstraat, hoek Egelantiersstraat-Zuidzijde.

Treurniet "... Tuynstraet, by het Treurniet" (D.T.B. 1146, d.d. 23-5-1619)[152] .

Trippen[153], De drie - Egelantiersstraat, "in de 3 tryppen"(D.T.B. 1146, d.d. 21-4-1626).

Trippen, De drie - Laureierstraat, "by de drie tryppen" (D.T.B. 1146, d.d, 6-12-1622).

Troffel, De - Egelantiersgracht, "in 't gangetien, daer de troffel aen staet" (Protocollen-Kerkeraad, dl. V, fol, 139, d.d. 5-10-1623, Arch. Ned., Herv. Gem. A'dam). Zie: "de witte troffel", "het Gangetje van de troffel", het "Slopje van de troffel" en de "Troffelgang", Egelantiersgracht.

Troffel, De - Tuinstraat, "bezyden detroffel"(D.T.B. 1145, d.d. 10-10-1617) – Zie het volgende artikel.

Troffel, De blauwe - Tuinstraat, "by de blauwe troffel" (D.T.B. 1145, d.d. 17-10-1617) – Zie het vorige artikel.

Troffel, De witte - Egelantiersgracht, "by de witte troffel"(D.T.B. 1146, d.d.2-11-1624) – Eelantiersgracht-Noordzijde, waar : de witte troffel"uithangt (Huisverk, WQeeskamer IX, fol, 221, d.d. 8-1-1644) – Zie: "de troffel", Egelantiersgracht.

Troffels, De drie - Tuinstraat, "thusschen de twee ende derde dwarsstraet, tegenover de 3 troffels"D.T.B. 1153, d.d. 23-1-1661),

Troffels, De twee - Pamstraat, "onder de twee troffels" (D,T.B. 1146, d.d. 23-12-1618).

Troffeltje, Het - "Anderys Barentsz, lootsman, op de brack[154], achter de brandewijnkooper, int troffelte"(D.T.B. 1152, d.d. 15-6-1659).

Trommel, De bruine - Jacobus van Helden, trommelmaker, Rozenstraat voorbij de tweede dwarsstraat, "daer de bruybe Trommel uytsteekt" Later Zeedijk bij de Waterpoortsteeg ) Adv. Amst. Crt. 26/8/1738 en 24/5/1742. Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz, 116).

Trompet, De - Anjeliersstraat, "byt trompet" (D.T.B. 1146, d.d. 21-6-1625) – Misschien identiek met "de posthoorn"- Zie: "de posthoorn" en "het Trompettershofje".

Trompetter, De- Goudsbloemstraat, "by de Trompetter" (D.T.B. 1145, d.d. 5-1- 1617)

Trouw, De - Boomstraat, "over de trouw"(D.T.B. 1168, d.d. 1-1-1699).

Trouw, De - Ovcrgedragen: een huis en erf, Nieuwe Leliestraat-Zuidzijde, genaamd " de trouwe" (Kw. 43, fol, 37, d.d. 18-1-1623).

Tuin, De Franse - Herberg met tuin, Elandsstraat-Noordzijde. Geopend 1697. Onderging tal an uitbreidingen: kolfbanen, vergaderzalen, concertzaal enz. Boven de toegangsport stond het wapen van Genua. De inrichting genoot algemene bekendheid. Gesloten in 1855. In 1856 verkocht aan de Vereeniging tot Weldadigheid, die hier het reeds bestaande R.K. tehuis voor verlaten jonge meisjes, " De Voorzienigheid" vestigde. (zie ald.) (E. van Houten, De voormalige herberg " de Fransche tuin" aan de Elandsstraat te Amsterdam. Jaarboek Anstelodamum XXIII, 1926, blz. 111 vlg.) In andere geest volgden ook nu verbouwingen en uitbreidingen op grote schaal, zodat er thans van het oude etablissement niets meer is overgebleven. Merkwaardigerwijs draagt echter nog altijd de door de geprofeste Zusters gebruikte binnenhof de naam Franse tuin.

Tuin, De Hollandse - Zie: Hollandse Tuin, De –

Tuinschaar, De - Lauriergracht, " by de tuynschaer" (D.T.B. 1146, 20-4-1626) – Zie: het volgende artikel.

Tuinschaar, De witte - Lauriergracht, " in de wiet tuyn schaer" (D.T.B. 1152, d.d. 25-8-1657) - Zie het vorige artikel.

Tulpen, De drie witte- Elandsgracht, " by de drie witte tulpen" (D.T.B. 1146, d.d. 27-1-1619).

Turfdrager, De - Goudsbloemgracht, " inde rottige steegh, inde turffdrager (D.T.B. 1154, d.d. 1-7-1663).

Turfdragers, De drie - "…….. noortsy van de angeliersgraft tusschen de twee en derde brugh, inde drie turfdragers" (D.T.B. 1153, d.d. 10-10-1661).

Turfdragers, De drie - "…….goudtbloemdwersstraet, in de drie turffdragers (D.T,B. 1146, d.d. 28-7-1625).

Turfdragers, De drie - "Sywert Hendricksz., jongeman, varentgesel, woont in de violettenstraet, tegenover de drie turfdragers" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem.te A'dam, 1640-1657, d.d. 8-3-1648).

Turfpont, De - Nieuwe Leliestraat, "voorby de laeste dwarsstraet, inde Turfpont"(D.T.B. 1154, d.d. 13-4-1662).

Uil, De - Op de "Blomgraft, daer den Uyl in staet"(Zuidzijde, middenlaatste park), woonde in 1637 tot zijn dood in 1639 of '40 de schilder Jacob Jans. Uyl (Bredius, Kűnster-Inventare, 6er Teil, S, 2091 en 2096; dl I van dit werk, blz. …..) : Zie: de Uilengang"

Valk, De - Goudsbloemstraat, ächter de valck"(D.T.B. 1153, d.d. 12-12-1661) –Zie "de witte valk", Goudsbloemstraat.

Valk, De - Kromme Tuinstraat, "achter de vaslck" (D.T.B. 1155, d.d. 9-10-1664)

Valk, De - Nieuwe Le;liestraat, "by detwede dwarstrat booven de barbier, naest de valck" (D.T.B. 1155, d.d. 9-10-1664).

Valk, De jonge - Anjeliersgracht, "aen de suytsy tussen de 2 en 3 bruch, achter de jonge valck (D.T.B. 1155, d.d. 19-9-1664) – Anjeliersgracht, "achter de jonge valck, by schutstal" (D.T.B. 1155, d.d. 24-9-1664).

Valk, De jonge - Laurierstraat, inde jonge valck, op de hoeck van de twede dw. Straet"(D.T.B. 1154, d.d. 27-7-1663) – Zie het volgende artikel.

Valk, De jonge vergulde - Laurierstraat, "op de hoeck vande 2e dwarstraet, inde jonge vergulde valck" (D.T.B.1109, d.d. 6-2-1689). Zie het vorige artikel.

Valk, De vergulde - Boomstraat, "onder de vergulde valck"(D.T.B. 1168, d.d. 22-2-1699).

Valk, De vergulde- 20-1-1645: Het huis "de vergulde Valck", Egelantiersstraat-Noordzijde, wordt verkocht voor 3900 gld. (Bredius, Kűnstler-Inventare, 6er T., S. 1920) –Egelantiersstraat, "tusschen de tweede en derde dwarsstrat, in de vergulde valck" (D.T.B. 1151, d.d. 19-3-1656)

Valk, De witte - Goudsbloemstraat, "aent ent, naest de witte valck" (D.T.B. 1154, d.d. 7-11-1663) – Zie: "de valk", Goudsbloemstraat.

Valk, De witte - "……..int midden van de tuynstrat, inde witte valck, over de bierdragersgang" (D.T.B. 1154, d.d. 8-10-1662).

Valken, De drie witte - Elandsstraat, "over de 3 witte valcken" (D.T.B. 1146, d.d. 24-12-1620) – Elandsstraat-Zuidzijde, waar "de 3 witte valcken uithangen (R.A. 2169, fol. 251vo, d.d. 21-1-1649).

Varken, Het - "Jasper kelweit op dangeliersgraft, byt vercken": (D.T.B. 1146, d.d. 18-10-1625) – In het corresponderende Begr. register Weeskamer nr. 45, Catuysers, leest men: Japar kelwet. Het laatste woord is echter doorgehaald. Er boven staat: Waterlo[155]. De 18e Mei 1627 bewees de weduwe van Jasper Waterlo, "vernuwmaecker" ter Weeskamer haar vijf kinderen de som van 2000 gld (Inbreng-Register Weeskamer 20, fo. 138vo). Anthonis vWaterlouw, schilder, een zoon van Jaspar, woonde bij zijn ondertrouw in 1640, op de Anjeliersgracht. (D.T.B. 453, fol.173, d.d. 7-4-1640) – Zie: "het vergulde varken", "het witte varken" en de "Varkensgang",Anjeliersgracht.

Varken, Het - Goudsbloemgracht, "by vercken"(D.T.B. 1145, d.d. 3-10-1617) – Een huis en erf, een gang er naast, "met een dwershuys daer achter op, staende ende gelegen opte Goudsbloemsgracht, daer 't varcken vuyhangt" (Willige verk. VII, fol. 11, d.d. 13-1-1620) – Zie: "het houten varken"en "het magere varken", Goudsbloemgracht. "…Goublomsdwarsstrat by de saterdachsbruch, int gekroonde varken" (D.T.B. 1153, d.d. 20-10-1661).

Varken, Het houten - Goudsbloemgracht, "int houten vercken"(D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1622). Zie: "het varken"en "het magere varken", Goudsbloemgracht.

Varken, Het magere - Elandsstraat, "byt mager vercken" (D.T.B. 1145, d.d. 24-9-1617).

Varken, Het magere - Goudsbloemgracht, "byt mager vercken" (D.T.B. 1146, d,d. 21-6-1610) – Zie: "het varken", "het houten varken", Goudsbloemgracht.

Varken, Het vergulde - Anjeliersgracht, "byt vergulden Vercken" (D.T.B. 1146, d.d. 24-11-1624) – Anjeliersgracht, "recht tegenover tvergulden vercken, in een kelder, onder de backer"( Lidmatenboek Waterl, Doopsgez. Gem. te A'dam , 1657-1673, d.d. 14-12-1664) – Zie: "het varken", Anjeliersgracht.

Varken, Het vergulde - Lindengracht, "byt vergulde vercken" ( D.T.B. 1146, d.d. 22-5-1619).

Varken, Het witte _ Anjeliersgracht, "int witte vercken"(D.T.B. 1146, d.d. 11-9-1625). Zie: "het varken", Anjeliersgracht.

Varkenshoofd, Het vergulde - "……korte tuynstraet, int vergulde verkeshooft"(D.T.B. 1152, d.d. 4-10-1661).

Vasters "……..boomdwarsstraet, by Vasters" (D.T.B. 1146, d.d. 4-6-1624) – Hoekhuis? Zie het volgende artikel.

Vasters Boomstraat, "over vasters"(D.T.B. 1146, d.d.16-11-1624), Hoekhuis?Zie het vorige artikel.

Veenboer, De - Anjeliersstraat, "in remmengang, naest de veenboer"(D.T.B. 1155, d.d. 7-9-1664) – Anjeliersstraat, "verby de derde dwarsstraet, inde Veenboer"(D.T.B. 1155, d.d. 10-9-1664).

Veer, De groene - Tuinstraat, "aent groeneveer"(D.T.B. 1146, d.d. 4-12-1624)

Veld, Het groene - Egelantiersstraat, "byt groene velt" (D.T.B. 1146, d.d. 29-9-1624).

Veld, Het vlakke - "Adriaen Vergaren, herbergier in de roosestraet, daer uythangt het flackevelt" (Protoc. not. Seb. van der Pot, d.d. 1-3-1640) – Rozenstraat, "in het Vlackevelt, aent ent" (D.T.B. 1154, d.d. 2-1-1662) – Zie dl. I van dit werk, blz. ….

Veldteken, Het - Leliestraat, "byt vekltteecken" (D.T.B. 1146, d.d. 4-11-1624) – Zie: "de Mijlpaal".

Venetia Een erf of tuin op de Rozengracht, "daer Venetia voor geschreven staet, betimmerd aan de Westzijde met een woning, aan de Oostzijde met een "distillerhuys". Een pakhuis daarachter (Huisverk. Weeskamer VI, fol. 110, d.d 24-1-1639).

Verfketel, De - Rozengracht, "naest de verwketel" (D,T.B. 1154, d.d. 1-1-1662)

Verloren zoon, De - "……..by katuyserskerckhof, by de drie witte klocken, boven de verkloren zoon" (D.T.B. 1153, d.d. 3-7-1661).

Verloren zoon, De - Looiersgracht, "by de verloren zoon"(D.T.B. 1146, d.d. 28-11-1622)

Verloren zoon, De - Leliestraat, "by de verloren zoon" (D.T.B. 1146, d.d. 15-12-1624).

Vier Heemskinderen, De - Zie: "Heemskinderen, De vier –"

Vierhoek, De - Pakhuis "de Vierhoek", Brouwersgracht 205. Zie dl. I van dit werk, blz….

Vilt, De groene - Tuinstraat, "by de groene vilt, by de prinsegraft" (D.T.B. 1146, d.d. 22-6-1624).

Vilt, De oranje - Bloemstraat-Noordzijde, "daer deorangnie vilt uythangt" (R.A. 2165, fol, 131vo, d.d. 24-1-1619) – Zie: "de oranje hoed".

Vincent de Peilder's tuin - Onder een ets van Cornelis Florisz. Van Berckenrode (± 1623) bedoeld als reclameplaat, voorstellende tweefonteinen in het Doolhof, Prinsengracht hoek Looiersgracht-Zuidzijde leest men o.a. :"Alhier te zien in Sinte Peylders tuyn" Vincenmt Jacobsz Coster, wijnpeiler (± 1608), aklias Sinte Peijlder, wasde eigenaar van een vrij grote tuin op het Nieuwe Raempadt. Na zijn dood verkleind en verhuurd ontston op het overtblijfsel een herberg annex publieke vermakelijkheden, later bekend omder de naam Oude Doolhof (zie ald.).

Viool, De - Boomstraat, "in de Vyoel" (D.T.B. 1146, d,d, 27-6-1623).

Vishoek, De - Overgedragen: een huis en erf , genaamd "de Vishoek", Egelantiersgracht-Noordzijde tussen de twee laatste bruggen (KLw. 3G, fol. 64vo, d.d.13-67-1690) – Breen vermeldt een Vischhoeksgang, Egelantiersgracht 101 (nummering van 1796), Verdwenen. (Gangenlijst , blz. 188).

Visser, De oude - Prinsengracht, tussen Elandsgracht en Looiersstraat, in "de Ouwe Visser"(D.T.B. 1151, d.d. 19-11-1656).

Vlasbloem, De - Boomstraat, "by de Vlasbloem" (D.T.B. 1146, d.d. 9-12-1624).

Vlasbloem, De - Overgedragen: een tuin met een huisje er in, "inde Rosestraet aende noordsyde, achter de drie huysen, daervan de twee toebehoren Claes Aertsz Coekebacker, en in 't eene het wapen van Brugge in de gevel staet en het derde huys de Vlasbloem genaemt is" (Kw N . fol 67vo, d.d. 12-11-1638) – Overgedragen aan Lucas Bols: en huis en erf, Rozenstraat-Noordzijde, voorbij de eerste dwarsstraat, "daer de Vlasblom in de gevel staet" (Kw. 3G, fol.243vo, d.d. 21-6-1690).

Vlasbloem, De - Tuinstraat, "tusschen eerste en tweede dwarsstraet, inde Vlasbloem ( D.T.B. 1158, d.d. 8-1-1670) – In de Tuinstraat is tussen de nrs. 71 en 75 een naamloze gang, die vroeger Vlasbloems- of Vlasboomsgang heette (Breen, Gangenlijst, blz, 188, Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943) – Zie het volgende artikel.

Vlasbloem, De gekroonde - " ………int midden van de thuymstraet, indegekroonde vlasblom" (D.T.B. 1154, d.d. 8-11-1662) – Zie het vorige artikel.

Vlasbloemen, De drie - Laurierstraat, "by de eerste dwarsstraet, boven de drier vlasblommen" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1649).

Vlieg, De - "………blindemanssteegh [156] (D.T.B. 1155, d.d. 13-9-1664)

Vliegen, De - Anjeliersstraat, "verby de leste dwarsstraet, over de vliegen" (D.T.B. 1154, d.d. 13-6-1663) – \Vliegengang, Anjeliersstraat 232 (Gangenlijst, blz. 188). Thans verdwenen.

Vlotschuit, De - Bloemstraat, "by de vlottschuyt" (D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1628) – Misschien het steentje, waarvan Van Arkel en Weissman zeggen: Ëen 18e eeuwsche gevelsteen met een schuitenmaker ziet men Bloemstraat 174" (N.H. Oudheden, 6e stuk, blz. 14). Nog aanwezig. Naar mijn mening echter een schuit door een erin staande man voortbewogen. - Breen vermeldt een reeds in zijn tijd verdwenen Schuitenvoerdersgang, Bloemstraat 174 (Gangenlijst, blz.179).

Vlotschuit, De - Elandsgracht-Noordzijde, voorbij de Hazenstraat, waar "de vlotschuyt" uithangt (Huisverk. Weeskamer, XIII, fol. 17, d.d. 19-1-1663).

Vlotschuit, De - Goudsbloemgracht, "in de vlotschuijt" (Begr, register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 13-11-1624).

Vlotschuit, De gouden - Albert Bruynsz. Ps, oud ongev. 70 jaar, vlotschuitenvoerder in ruste, woont "aende suytsyde vande egelantiersgracht, daer uytsteeckt de gulde vlotschuyt" (Protoc. not6. Seb. van drPiet, d.d. 4-1-1640) – Zie "het schuitje".

Vlotschuit, De vergulde - Anjeliersgracht,"by de derde brugh, by de vergulde vlotschuyt, aen de noortsy"(D.T.B. 1153, d.d. 2-10-1661).

Vlotschuitje, Het - Anjeliersstraat, int vlosschuyte"(D.T.B. 1154, d.d 16-7-1662).

Vlucht naar Egypte, De- Anje;iersgracht, "de vlugt van egipten in de gevel" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 12-12-1666) – Coorengel vermeldt een "Vlucht van Egypte", Westerstraat 40 (Huisnummerlijst, blz. 190).

Vlucht naar Egypte, De - Egelantiersstraat, "by de derde dwarsstraet, inde vlucht van egipten (D.T.B. 1150, d.d. 20-6-1653) – Corengel vermeldt een "Vlucht van Egipten", Egelantiersstraat 159 (Huisnamenlijst, blz. 190).

Vlucht naar Egypte, De- Gerrit Jansz., smit, inde hasestrat, naest de vlucht van egypten"(D.T.B. 1153, d.d., 24-4-1661).

Vlucht naar Egypte, De "Luyckas Harmansz, kistemaeker, in de konynestrat, inde vlugt van Egypte" (D.T.B. 1152, d.d. 25-5-1659).

Voet, De vergulde - Lindengracht,"aen de noortsy, tusschen de eerste en twede brugh, inde witte koe, naest de vergulde voet" (D.T.B. 1160, d.d. 28-7-1673) – Overgedragen: een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde tussen de Brouwersgracht en de 1e Goudbloemdwarsstraat, waar "de vergulde voet" in de gevel staat; met een achterhuis, te bereiken door een eigen overtimmerde gang onder het huis in te gaan (Kw. 4F, fol. 30vo d.d. 12-4-1713) –Dit huis is er nog (Lindengracht 42)., ook de gevelsteen met een voet en 1663. De gang heet Goudenvoets- of Wittevoetsgang (Breen Gangenlijst, blz. 153; Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ, Werken, blad G4, Jan. 1943).

Vogel Struis, De - Egelantiersgracht, "in de vogel struys"(D.T.B. 1146, d.d. 16-3-1625)

Vogel Struis, De - Egelantiersgracht, "naest de Vogelstruys" (D.T.B. 114, d.d. 21-9-1621) – Egelantiersstraat, "inde gemenshuysen …..nast de vogel struys" (D.T.B. 1154, d.d. 23-7-1656) – Egelantiersstraat, "by de leste dwarsstraet, naest de vogel struys" (D.T.B. 1156, d.d. 17-5-1667) – Egelantiersstraat, "voorby de tweededwarsstrat, inde vogelatruys" (D.T.B . 1162, d.d. 3-9-1878)

Vogel struis, De - Tuinstraet, inde Vogelstruys" (DT.B. 1146, d.d. 4-12-,1620

Vogelzang, De - "……..vooraen inde oude loyerstraet naest de vogel sangh" (D.T.B. 1129, d.d. 2-2-1687).

Vogelzang, De - Anjeliersstraat, "by de laetste dwarsstraet achter de vogelsangh (D.T.B. 1154, d.d. 9-8-1663).

Vogelzang, De - "…..op de hoeck van de korte thuynstraet, inde vogelsangh (D.T.B. 1154, d.d. 11-3-1663) .

Vos, De - Lauriergracht, "dar de Vos boven de poort leyt" (Bredius, Kűnstler-Inventare, 5ter T, S. 1483, d.d. 5-1-1647).

Vrede, De - Begraven in de Noorderkerk, 12-4-1664: "Jan Micker, schilder op de Lindengracht, naest de Vreede" (Oud-Holland 1885, blz. 231).[157]

Vreugd, De Brabantse Hazenstraat, 'in de Brabantsche Vreucht') D.T.B. 1146, d.d. 7-1-1627).

Vreugdenburg Tuinstraat, "in vreughdenburgh" (D.T.B. 1154, d.d. 30-9-1663) – Tuinstraat, " in vrechdenberch, verby de devekater" (D.T.B. 1154, d.d. 9-12-1663) – Zie: " de Hollandse duvekater".

Vrouw, De goede - Margriet tot Engeltjen: "Dat loof ik wel, jij bent de goede vrouw, jij moet na de Tuinstraat, jij zult een plaats onder de Santinnen in de Almanak krijgen; altijd spreek jij voor de mannen" (P. Bernagie, De goe vrouw, Kluchtspel, A'dam 1686, blz. 23) – Volgens Van Lennep en Ter Gouw hing in de tweede helft van de 17e eeuw in de Tuinstraat een bord uit, waarop een vrouw zonder hoofd was geschilderd. Het onderschrift luidde:

Mijn rede en mijn zin gelooft

Dat deze vrouw is zonder hooft

Zij vermelden erbij, dat het embleemook in andere landen voorkwam en geven daarvan voorbeelden. Een vrouwenhoofd, zeggen de schrijvers verder, zit vol nukken en grillen. Bijgevolg geen betere vrouw dan een vrouw zonder hoofd. Aldus de verklaring van Van Lennep en Ter Gouw, die voor elk potje een deksel wisten te vinden (Uithangteekens, dl.II, blz. 224). Intussen dient te worden vastgesteld, dat, wanneer Bernagie het bovengenoemde Kluchtspel en ook De Huwelijken Staat niet had geschreven, men van "de goe vrouw in de Tuinstraat niets zou weten. Hij is n.l.de enige bron.

Vrouwtje van ruiten, Het - "…….oude fransepat, naest vroutgen van ruyten" (Begr. register Weeskamer, nr 2, Noorderkerk, d.d. 27-3-1625) – Zeer waarsch.: ruitenvrouw.

Vijfhoek, De - Pakhuis "de Vijfhoek", Brouwersgracht – Zie dl II van dit werk, blz.

Vijfhoek, De zwarte - "……oufransepat, naest de swarte vijfhoeck" (D.T.B. 1153, d.d. 12-11-1661) – Breen vermeldt een Vijfhoekengang, Goudsbloemdwarsstraat 64 (nummering van 1796).Verdwenen (Gangenlijst , blz. 189). Een achteruitgang van het huis, "de zwarte vijfhoek: ?

Vijzel, De - Rozengracht, "over de Vijsel, tot den kistemaker" (D.T.B. 1146, d.d. 23-2-1625).

Vijzel, De groene - Egelantiersgracht, "inde groene vijsel" (D.T.B. 1146, d.d. 6-8-1628) – Egelantiersgracht-Zuidzijde, waar "de groene vijsel" uithangt (Huisverk. Weeskamer VIII, fol. 152, d.d. 29-1-1637).

Vijzel, De rode - Elandsgracht, "inde roo vijsel" (D,T.B. 1145, d.d. 28-11-1617) – Zie "De Vijzelaarsgang"en het "Vijzelsteegje", Elandsgracht.

Vijzel, De vergulde - Elandsgracht, "inde vergulde vijsel"(D,T.B. 1146, d.d. 13-1-1627) – Zie: de "Vijselaarsgang" en het "Vijzelsteegje", Elandsgracht

Vijzel, De witte - Egelantiersgracht, "tusschen de eerste en 2 dwarsstrat, naest de witte vijsel" (D.T.B, 1155, d.d. 11-9-1664) – Zie: "de vijzelaar"

Vijzel, De witte - Rozenstraat, "over de witte vijsel" (D.T.B. 1146, d.d. 12-12-1621).

Vijzelaar, De - Egelantiersstraat, "achter de vyselaer, in de gang"(D.T.B. 1154, d.d. 9-12-1663) – Kan betrekking hebben zoel op een persoon als op een uithangteken. Ook kan er een vergissing in het spel zijn. Zie: "de witte vijzel", Egelantiersstraat.

Waag, De - "………angeliersdwarsstraat, by de Waege" (D.T.B. 1146, d.d. 7-10-1619)- Zie: "de vier waagdragers".

Waagdragers, De vier - "…….Anjeliersdwersstraet, inde 4 waeghdragers" (D.T.B. 1146, d.d. 18-7-1620). Zie: "de waag".

Wacht, De goede – Hendrick May wil verkopen: een huis en erf in de Nieuwe Leliestraat, "daer de Goede Wacht in de gevel staet", belend aan de Westzijde door Thomas Backnael, kleermaker, aan de Oostzijde door Warnar Carstensz, strekkende voor van de straat tot achter aan de erven van de Egelantiersgracht (Willige verk. VIII, fol. 53vo, d.d. 15-1-1621) – Zie: "de trouwe herder".

Wagen, De Brabantse - Bloemgracht, : besyen de brabantsche wagen" (D,T.B. 1146, d.d., 10-10-1618). Coorengel vermeldt "De Brabantsche Wagelaer". Bloemgracht Febr. 1629 (Huisnamenlijst, blz. 191).

Wagen, De vergulde - Tuinstraat, "byde vergulde wagen" (D.T.B. 1146, d.d. 20-4-1623).

Walvis, De - In 1703 woonde op de Bloemgracht in "de Walvis"de ijzerkramer Everard de Burlett – Zie: "de witte fortuin", N. Leliestraat.

Walvis, De - Passeerdersdwarsstraat –Westzijde, waar "de walvisch"uithangt (R.A. 2168, fol. 169, d.d. 21-1-1651) – Breen vermeldt een Walvisschengang, Passeerdersstraat 19 (nummering van 1796). Verdwenen (Gangenlijst, blz. 190).

Walvis, De - 19-7-1651: Claes Claesz. Wou, schilder, woont "princegraft, in de walvis"(Bredius, Kűnstler-Inventare, 6er T., S. 1901[158]

Walvisbeen, Het - Bloemstraat, "tusschen deerste en tweede dwarsstraet, int walvischbeen" (D.T.B. 1154, d.d. 26-9-1663) – Zie: "het groene walvisbeen.

Walvisbeen, Het - De kinderen en erfgenamen van Jacob Anthonisz. Van Loenen[159] hebben verkocht aan Bruyn Reyersz,, huistimmerman en kaaskoper in de Gasthuismolensteeg, een huis en erf, Elandsgracht-Noordzijde, "daer het walvisbeen uythangt", strekkende voor van de straat tot achter aan het "Delverssteechgen"(Huisverk.Weeskamer VI, fol. 118, d.d. 25-1-1625) – Zie voor het Delverssteegje: de Lijst van gangnamen (Hoofdstuk VIII). Zie voorts: "het gouden hoofd".

Walvisbeen, Het - Goudsbloemgracht-Noordzijde, "het walvischbeen in de gevel" (R.A.2167, fol. 73, d.d. 24-1-1617) – Zie: "de walvisribbe".

Walvisbeen, Het - Goudsbloemstraat, int Walvischbeen" (D.T.B. 1146, d.d. 10-10-1622).

Walvisbeen, Het groene - Bloemstraat, "int groen walvisbeen" (Loidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 14-12-1664) - Zie: "het walvisbeen", Bloemstraat.

Walvisribbe, De - Overgedragen: twee huizen en erven op de Goudsbloemgracht, "achter 't huys, staende voor op de voorsz.graft, daer de walvischribbe aende gevel hanght, met een vrije gangh, de voorsz. huysen mede competerende, in te gaen", strekkende voor van de gang tot achter aan Cornelis Volckertsz. (Kw. 43, fol. 185, d.d. 16-6-1623) – Cornelis Volckerts bezat een huis en erf in de Palmstraat (Kw. 39, fol. 156, d.d. 8-5-1618). De "walvischribbe"moet dus hebben gestaan Goudsbloemgracht-Noordzijde – Zie: "het walvisbeen", Goudsbloemgracht,

Wan, De witte - Bloemstraat, inde witte wan"(D.T.B. 1146, d.d. 24-5-1627).

Wapen van Alkmaar, Het - Bij executie verkocht: "een thuyn met twee wooningen daer op, staende ende gelegen op de Lauriersgrafft, daer 't wapen van Alckmaer uythanght". Belend aan de Oostzijde door "de Blaeuselmeulen", aan de Westzijde door de tuin van Pieter Bas, strekkende voor van de straat tot achter aan de tuin van Heertge de Blaeuselmaecker (R.A. 2166, fol. 18vo, d.d. 1-1-1630) – Zie: "Het Rooms-Katholieke Jongens-Weeshuis"en dl. I van dit werk, blz…..

Wapen van Alkmaar, Het - Leliestraat, "byt wapen van Alckmaer" D.T.B. 1146, d.d. 15-4-1624).

Wapen van Amsterdam, Het - Elandsgracht, "intwapen van Amsterdam" (DTB, 1146, d.d. 30-4-1623).

Wapen, Het Amsterdammer - Egelantiersstraat, "over Amsterdammer Wapen" (D.T.B. 1146, d.d. 2-12-1624).

Wapen, Het Amsterdamse - Goudsbloemstraat, "by 't Amsterdams wapen"(D.T.B. 1145, d.d. 4-1-1616) – Goudsbloemstraat, waar "het Amsterdamsche wapen"uithangt (R.A. 2166, fol.91, d.d. 31-1-1631).

Wapen van Antwerpen, Het - Bloemstraat, "int wapen van Antwerpen" (D.T.B. 1146, d.d. 9-3-1618).

Wapen van Batavia, Het - "………….int midden van de thuynstraet, over twapen van batavyen (D.T.B. 1153, d.d. 22-6-1660).

Wapen van Boulongne - Bloemstraat, "verby de eerste dwarsstraet, onder het wapen van bologne" (D.T.B. 1153, d.d. 12-10-1659).

Wapen van Breda, Het - Lauriergracht, int wapen van breeda"(D.T.B. 1146, d.d. 5-5-1623) – Als geërfde op de Lauriergracht tussen de Prinsengracht en Konijnenstraat wordt genoemd Govert Cornelisz. in Breda (R.A 2163 fol.160, d.d.. 10-5-1616; Kw 39, fol. 290, d.d. 20-12-1618). Dezelfde bezat ter plaatse reeds grond, toen het hier nog Kaatsbaanspad heette Kw. 29, fol. 296, d.d. 27-6-1608) – Zie deel I van dit werk, blz. ….

Wapen van Brugge, Het - Elandsgracht, "in twapen van brugge" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 17-2-1625).

Wapen van Brugge, Het - Zie: "de vlasbloem",Rozenstraat.

Wapen van Delft, Het - "Claes Pietersz., huystimmerman, op "dEgelantiersgraft, in 't wapen van Delf" (Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 25-10-1623),

Wapen van Delft, Het - Elandsgracht, "bezyden twapen van Delft"(D.T.B. 1146, d.d. 2-9-1625) – Elandgracht-Zuidzijde, tussen de Prinsengracht en eerste dwarsstraat, "daer 't wapen van Delf aenstaet" (R.A. 2169, fol.155vo, d.d. 1-2-1656).

Wapen van Ditmarsen, Het - Boomstraat, 'tegenover wapen van Dittmarsen'(D.T.B. 1152, d,d, 5-5-1659).

Wapen van Ditmarsen, Het - Egelantiersstraat, " by de leste dwarstraet, int wapen van Ditmarsen" (D.T.B. 1152, d.d. 24-4-1659).

Wapen van Ditmarsen, Het - Goudsbloemgracht, "by de middelste brugh, intwapen van ditmars" (D.T.B. 1153, d.d. 18-9-1661).

Wapen van Ditmarsen, Het - Tuinstraat, " over twapen van ditmarsen, by de oude stethuyn" (D.T.B. 1153, d.d. 8-11-1661) – Zie: " de witte engel", Tuinstraat.

Wapen van Dokkum, Het - "……op dangeliersdwers[160], twapen van Dockum" (D.T.B. 1146, d.d. 5-7-1624) – Hoekhuis? Zie het volgende artikel.

Wapen van Dokkum, Het - 30-12-1646: " Inventaris der goederen, gevonden in de huysinge van Otto van Schrieck in de Nieuwe Lelystraet, daer t Wapen van Dockum in de gevel staet" (Bredius, Kűnstler-Inventare, 2er T, S. 708).[161]

Wapen van Dortmund, Het - "….. op de hoeck van de twede negelantyrsdwarsstraet, boven het wapen van dortmont" (D.T.B. 1150, d.d. 6-3-1653) – "…….. negelantiersstraet op de hoeck van de eerste dwaersstraet, int wapen van dortmont"(D.T.B. 1150, d.d. 25-8-1654) – "……negelantierstraet op de hoeck van de tweede dwarsstraet, int wapen van dortmond (D.T,B, 1153, d.d. 14-6-1661)

Wapen van Engeland, Het - "………Anjeliersdwarsstraat, int wapen van Engelant"(D.T.B.1153, d.d. 30-4-1660).

Wapen van Engeland, Het - "…… aen ent van de negelantiersstraet, over wapen van engelant"(D.T.B. 1154, d.d. 8-12-1662).

Wapen van Enkhuizen, Het - Korte Tuinstraat, "byt wapen van Enckhuysen"(D.T.B. 1146, 1146, d.d. 1-5-1623) – Zie: "de maagd van Enkhuizen" Korte Tuinstraat.

Wapen van Franeker, Het - Tuinstraat, "over t wapen van franiker"(Lidmatenboek Waterl. Doopsgez, Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 12-12-1641).

Wapen van Frankrijk, Het - Lindenstraat, "int wapen van Vrankrijk"(D.T.B. 1146, d.d. 28-4-1628)

Wapen van Frankrijk, Het - Rozengracht, "in twapen van Vranckryck" (Begr. register Weeskamer nr.2, Westerkerk, d.d. 11-12-1621) – Rozengracht-Noordzijde, waar "het wapen van Vranckryck"uithangt (R.A. 2167, fol. 138vo, d.d. 4-1-1631).

Wapen van Frankrijk, Het - Rozenstraat, "verby de tweede dwarstraet, naest wapen van Vrankryck" (D.T.B. 1153, d.d. 27-11-1661).

Wapen, Het Franse - Driehoekstraat, "achter de brouwerij van franse wapen" (D.T.B. 1153, d.d. 27-6-1661)[162].

Wapen, Het Friese - Anjeliersgracht, "achter t friese wapen, in een gangh" (Lidmatenboek Waterl, Doopsgez. Gem. te A'dam, 1640-1657, d.d. 28-2-1644) – Sebastiaen Stopendaal verkoopt een huis op de Anjeliersgracht, waar "'t Vriese wapen in den gevel staet"voort 3500 gld (Obreen's archief VII, blz. 333, d.d. 19-1-1671[163] - Coorengel vermeldt "Het Vriese Wapen", Westerstraat 130 (Huisnamenlijst, blz. 194).

Wapen, Het Friese - Egerlantiersgracht , "aent ent, tegenover vriese wapen"(D.T.B. 11-11-1655)

Wapen, Het Friese - Palmstraat-Noordzijde, waar "het Vriesche wapen" boven de poort staat (R.A. 2168, fol. 217, d.d. 17-1-1652) – Zie: "het wapen van Friesland, Palmstraat.

Wapen van Friesland, Het "……..baengraft verby de gousblomstrat, int wapen van vrieslant" (D.T.B. 1154, d.d. 30-12-1662).

Wapen van Friesland, Het - Palmstraat, "byt wapen van vrieslant" (D.T.B. 1146, d.d. 24-9-1626) Zie: "het Friese wapen". Palmstraat.

Wapen van Friesland, Het - "Jan Wiullemsz. Kistemacker,inde tichelstrat, tegenover het wapen van vrieslant" (D.T.B. 1154, d.d. 24-12-1662).

Wapen van Gelder, Het - Lauriergracht, "byt wapen van gelder"(DT.B, 1146, d.d. 3-5-1625).

Wapen van Gelderland, Het - Rozenstraat, "in een gangetjen, naest t wapen van Gelderlant"(Begr. register Weeskamer nr. 2, Westerkerk, d.d. 4-10-1625).

Wapen van Gent, Het - Zie: "de witte leeuw", Laurierstraat.

Wapen van Genua, Het - Boven de toegangspoort van "de Franse Tuin" in de Elandsstraat stond het wapen van Genua – Zie: "de Franse tuin".

Wapen van Hamburg, Het - Anjeliersgracht, "aen de noordzy by de eerste brugh, naest wapen van Hamburg "(D.T.B. 1155, d.d. 15-10-1664).

Wapen van Hamburg, Het - Pieter Ouwen [164], speldemacker, in de lindestrat, int wapen van Hamburch (D.T.B. 1152, d.d. 7-8-1659) – Zie: "Hamburg", Lindenstraat.

Wapen van Holstein, Het - "……de herberge, genaemt het Wapen van Holsteyn, op den hoeck van de Elandsstraet(Van Dillen, Bedrijfsleven, dl. II, nr. 756, d.d. 9-3-1622) – Bij executie verkocht: een huis en erf, Elandsstraat-Zuidzijde,"op de hoeck van de lijnbaen offte Ringgraft, daergenwoordigh het wapen van Holsteyn uythanght", toebehoord hebbende aan Simon Gerritsz, bontwerker (R.A. 2167, fol 28vo, d.d. 24-1-1625)

Wapen van Holstein, Het - Kromme Tuinstraat, "naest het wapen van holsteyn" (D.T.B. 1154, d.d. 22-1-1662).

Wapen van Hoorn, Het - "……….lelydwarsstraet, by het wapen van Hoorn (D.T.B. 13-2-1663)

Wapen, het Huidenvetters- Zie: "het huidenvetterswapen".

Wapen van Hulst, Het - Elandsstraat, "byt wapen van Hulst" (D.T.B. 1146, d.d. 16-4-1625).

Wapen van Ieperen, Het - "……..cattuyserskerckstraet, byt wapen van Iperen"(D.T.B. 1147,d.d. 20-1-1630) – Zie: "Ieperen".

Wapen van Ierland, Het - "Trintie Jans, jonge dochter, inde Boomdwersstraet naest het wapen van yerlandt; haer vader heet Jan Jacobsz, is een arbeyder aen de waegh" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem, te A'dam, 1640-1657, d.d. 19-12-1642).

Wapen van Keulen, Het - Rozengracht, "in tmidden van de graft, overt wapen van ceulen" (Begr. regsister Weeskamer nr 2, Westerkerk, d.d. 16-12-1623).

Wapen van Leeuwarden, Het - "……op de princegraft[165], int wapen van Leeuwarden, de hoeck van de Lindestraet" (D.T.B. 1146, d.d. 15-1-1622).

Wapen van Leiden, Het - Boomstraat, "overt wapen van Leyen"( D.T.B. 1146, d.d. 15-1-1623).

Wapen van Leiden , Het - "Anthony Proost, cafawercker, op de Rosegraft, int wapen van Leyden" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, d.d. 3-10-1637)

Wapen van Londen, Het - Overgedragen: een huis en erf op de Lindengracht, "hoeck van de Goutsbloemdwarsstraet, aende Noortzyde van de Noorderkerksbrugge, daer t wapen van Londen in de gevel staet" (Kw. 2Z, fol. 24, d.d.8-11-1681).

Wapen van Luik, Het - Anjeliersstraat, "int wapen van Luyck, over de tweede dwarsstraet"(D.T.B. 1153, d.d. 14-19-1660).

Wapen van Luik, Het - Bloemstraat, "verbyde leste dwarsstrat, naest wapen van luyck" (D.T.B. 1154, d.d. 12-6-1663)

Wapen van Luik, Het - "……..int midden van de rosestraet, naest het wapen van luyck" (D.T.B. 1154, d.d. 25-5-1662).

Wapen van Memel, Het - Lindengracht 26, "alwaar het Wapen van Memel in den gevel staat", nieuw huis, 1840 (Amstelodamum 1954, blz. 25).

Wapen van Munster, Het - Joachim Schenck, " waert inde groote Carthysers", verklaart overgedragen te hebben aan Haye Esdrē, plateelbakker, een huis en erf in " de kerckstraet byt Carthuysers kerckhoff, daert wapen van munster heeft uytgehangen (Kw. W, fol. 107, d.d. 15-1-1646).

Wapen van Nassau, Het - "……..boomdwersstraet, byt wapen van Nassau" (D.T.B. 1146, d.d. 14-2-1623) – Zie: "het Huis van Nassau", 1e Lindendwasstraat.

Wapen van Nassau, Het - Goudsbloemstraat, " in het wapen van Nassau" (D.TB. 1146, d.d. 4-11-1627).

Wapen van Oudewater, Het - Rozengracht, "int wapen van ouwater" (Begr. regsiterWeeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 4-3-1625) – Rozengracht-Noordzijde, waar " het wapen van Ouwewater" uithangt (R.A. 2166, fol. 139, d.d. 30-1-1632)

Wapen van Parijs, Het - Bloemgracht, " aen de suytsy verby de laste brugh, int wapen van parijs" (D.T.B. 1153, d.d. 29-7-1661).

Wapen van Rotterdam, Het - Elandsgracht, "naest wapen van Rotterdam" (D.T.B. 1146, d.d. 3-3-1628).

Wapen van Royaan, Het - Egelantiersgracht, "byt wapen vam rouaen" (D.T.B. 1154, d.d. 20-11-1663)

Wapen van Terschelling, Het - Boomstraat, "int wapen van de Schellingen" (D.T.B. 1153, d.d. 10-8-1660).

Wapen van Terschelling, Het - Lindengracht-Noordzijde, " by de eersste brugh, daer t wapen van der Schellingh uythamgt" (Scheiding van de nalatenschap van Albertje Cornelis, weduwe van Jan Ritskens, d.d. 4-4-1685; protoc. not. Joh. Backer) – Het huis, waar toen uithing " de hertog van Gelder", dus het vijfde beoosten de 1e Goudsbloemdwarsstraat, was de 22e Juni 1620 gekocht door Cornelis Buchertsz, van " der Schellingh", schipper (R.A. 2163, fol. 193, d.d. 11-1-1618), Waarschijnlijk verving deze het oude uithangbord door " het wapen van der Schellingh". Volgende eigenaar was Ritske of Ritze Tjaerts, een der dienaren van het z.g. Jan Jacobsvolk (Verp. Kohier 8e p. 1647-49, fol. 178, Kw 2DS, fol. 96vo, d.d. 22-1-1657, dl. I van dit werk, blz. ……). Hij moet met Cornelis Buchertsz. verwant zijn geweest en het pand van deze hebben geërfd[166] . Van Ritske Tjaerts ging het over op diens zoon Jan Ritskens of Ripkis, gehuwd met Albertje Cornelis. Volgens het testament van Albertje, verleden voor notaris van Loosdrecht, 1-11-1671 (zie ook bovengenoemde boedelscheiding) woonde zij op de Herenmarkt-Zuidzijde, " daer 't wapen van der Schellingh boven de deur staet".Erfgenamen waren haar zonen Jan en Cornelis Ritskens.De Menniste Gemeente op Terschelling, waar Adriaen Meyndertsz leraer off" was en de Vlaamse Gemeente van het Lam te Amsterdam zouden een uitkering ointvangen[167]. Bij loting werd Cornelis eigenaar Van het huis op de Lindengracht, gekocht door Cornelis Buchertsz, " volgens brieve van executie van dato den 22 Juni 1620[168], welk perceel bij zijn comparants ouders en verdere voorouders al gepossideert en bezeeten is geweest" (Kw. 4R, fol. 1, d.d. 15-1-1724)[169] – Zie: "de hertog van Gelder" (uithangbord), "de vergulde roemer"en "het vallende water", Lindengracht.

Wapen van Terschelling, Het - Tuinstraat, "vooraen, tegenver t wapen van der Schellingh"(D.T.B. 1152, d.d. 6-7-1659).

Wapen van Tonningen, Het - Lindengracht, "aen de noortsy, int wapen van Tonningen"(D.T.B. 1155, d.d. 6-10-1664).

Wapen van Utrecht, Het - Bloemstraat, "byde eerste dwarsstraet, int wapen van uytregt" (D.T.B. 1109, d.d. 25-1-1689). Zie: "het Statenwapen van Utrecht". (Kw 3A, fol. 271, d.d. 9-5-1624).

Wapen van Vlieland, Het - Boomstraat, "int wapen van Vlielant" (D.T.B. 1146, d.d. 20-8-1628).

Wapen van Vlieland, Het - De weduwe en kinderen van Narten Gerritsz. Lantrode hebben verkocht aan Hendrick Jansz. Van Langeroord, huistimmerman, drie woningen achter elkaar staande, met een achterhuis, Lindengracht-Noordzijde, waar "het wapen van Vlieland"in de gevel staat. (Huisverk. Weeskamer XII, fol. 43, d.d. 14-1-1649) – Zie : "het vallende water".

Wapen van Woerden, Het - "………inde leste loyersdwarsstraet, tegenover wapen van woerde" (D.T.B. 1153, d.d. 5-9-1661).

Wapen van Zeeland, Het - Anjeliersstraat, "verby de tweede dw.straet, int wapen van Zelandt"(D.T.B. 1155, d.d. 25-9-1664) – Zie: "de posthoorn"en "de oude Prins", Anjeliersstraat.

Wapen van Zeeland, Het - Elandsgracht, "int wapen van selandt, naest de swarte arent"(D.T.B. 1158, d.d. 19-12-1652) – Zie: "de zwarte arent"(D.T.B. 1158, d.d. 19-12-1652).- Zie: "de zwarte arend"en "het Hof van Zeeland", Elandsgracht.

Wapen van Zeeland, Het - Laurierstraat, "int wapen van Zeelant"(D.T.B. 1146, d.d. 3-3-1622).

Wapen van Zeeland, Het - Lindenstraat, "overt wapen van Zeelant"(D.T.B. 1146, d.d. 6-7-1627).

Wapen van Zeeland, Het - " ….. indemidde van de tuyn strat, naest wape van seelant" (D.T.B. 1151, d.d. 5-1-1656).

Water, Het vallende - "Mariken Hendrix, op de Lindegraft, intVallende Water" (D.T.B. 1146, d.d. 6-1-1622). Op dit tijdstip behoorde het pad toe aan de schilder en etser Hercules Segers, die het ook bewoonde. Mariken zou dus een inwoonsterof kelderbewoonster zijn geweest. Segers failleerde en het huis geraakte in handen van Marten Gerritsz. Lantrode[170] (R.A. 2166, fol. 90, d.d. 4-1-1631) – De weduwe en kinderen van Marten Gerritsz, Lantrode hebben verkocht aan Gerrit Martsz. Lantrode een huis en erf genaamd, "het Vallende Water", waar "de hertog van Gelder"in de gevel staat, Lindengracht-Noordzijde (Huisverk, Weeskamer XI, fol. 44, d.d. 14-1-1649) – Ariaen Martsz, schuitenvoerder, verklaart, mede namens zijnbroer Gerrit Martsz, te Naarden, overgedragen te hebben aan Jacob Hansz, vlotsschuitenvoerder, een huis en erf, genaamd "het Vallende Water", Lindengracht-Noordzijde, waar "de Herrog van Gelder" in de gevel staat, belend aan de Zuidwestzijde door Ritske Tjaers, enz. (Kw 2D, fol 96vo, d.d. 22-1-1657) – Lindengracht, "int vallende water" (D.T.B. 1153, d.d. 19-2-1660) – Overgedragen: een huis en erf met vier achterhuizen, enz., Lindengracht-Noordzijde, genaamd "het vallende water", waar "de hertog van Gelder"in de gevel staat (Kw. 4M, fol. 172, d.d. 4-7-1719) – Zie: "de Herrog van Gelder"(gevelsteen), "het grote huis", "het wapen van Terschelling", "het wapen van Vlieland", de "Valwatersgang", de "Jordaansgang", Lindengracht, en dl I van dit werk, blz.

Waterhond, De - Anjeliersgracht, "tusschen de twede en derde brugh aen de suytsy, naest de waterhont"( D.T.B. 1155, d.d. 16-9-1664).

Waterhond, De - Btrouwersgracht, "teynd[171] van de goudsbloemstraet, in de waterhondt"(D.T.B. 1146, d.d. 20-6-1624)

Waterhond, De - Elandsgracht, "in de waterhondt" (D.T.B. 1146, d.d. 11-12-1627).

Waterhond, De zwarte - Nieuwe leliestraat, "over de swarte waterhont"(D.T.B. 1154, d.d. 29-19-1663) - Het huis N. Leliestraat 109 heeft nog altijd een steen in de gevel, die een poedel met kroon voorstelt. Er onderstaat: "1722. De gekroonde waterhont" Coorengel vcermeldt dit embleem als "De gekroonde witte hond" (Huidnamenlijst, blz.157). Het is dus mogelijk, dat in deze straat verschillende waterhonden te zien zijn geweest, een witte en een zwarte, waarvan de laatset de oudste was.

Waterlanders, De drie - Verkocht: een huis en erf in de "loyersdwarsstrate, genaemt de drie waterlanders"(Huisverk, Weeskamer V, fol. 206, d.d. 23-1-1620) – Zie dl I van dit werk, blz, ,,,,,

Waterroos, De - Anjeliersstraat, "tegenover de waterroose" (D.T.B. 1145, d.d. 25-11-1617).

Waterschip, Het - "………aent cartuyserskerckhof, int waterschip" (D.T.B. 1154, d.d. 18-7-1663).

Webben, De drie - Boomstraat, "by de drie webbe"(D.T.B. 1168, d.d. 3-6-1699).

Weduwe van Sarepta, De - Egelantiersstraat, "op de hoeck van de tweede dwarsstraet, inde weduw van sarepta" (D.T.B 1154, d.d. 2-5-1662).

Weeshuis, Het nieuwe Diaconie - Steen met voorstelling van het Weeshuis van de Amstel en Zwaneburgerstraat. De inscriptie luidt: "'T Nieuwe Diakens Weeshuys"Afkomstig van Tuinstraat 97. Thans in het Waagmuseum.

Wegge-eter, De Groninger - Anjeliersstraat, "over de groeninger wegeter"(D.T.B. 1154, d.d. 23-9-1662) [172] - Zie: "de wittebroodeter".

Weinschuit, De - Overgedragen: een erf op de Bloemgracht, belend aan de Westzijde door "de Weynschuyt (Kw. 43, fol. 63, d.d. 27-2-1623).

Weisschuitje, Het - Lindengracht-Noordzijde, "het weyschuytje" in de gevel (Huisverk. Weeskamer XII, fol. 158vo, d.d. 26-1-1657).

Wenteltrap, De - Egelantiersstraat, "by de eerste dwarsstrat, over de wenteltrap"(D.T.B. 1153, d.d. 6-12-1661).

Wenteltrap, De - "Hendrick Dyckman, soldaat onder de Heer capitein Duits, inde korte tuynstraet, over de wenteltrap"(D.T.B. 1154, d.d. 3-12-1663).

Wenteltrap, De - Laurierstraat, "by de wenteltrap" (Begr. register Weeskamer nr. 2 Westerkerk, d.d. 14-11-1624).

Wenteltrap, De blauwe - Madelievenstraat-Westzijde, waar "de blaiwe wentektrap"uitgehangen heeft (R.A. 2175, fol. 45, d.d. 20-1-1703).

Wereld, De - Krone Tuinstraat, "over de warelt"(D.T.B. 1168, d.d. 27-8-1700)

Wereld, De - Laurierstraat-Noordzijde, waar "de werelt" uithangt (R.A. 2166, fol. 32vo, d.d. 9-1-1630). – Volgens R.A. 2177, fol. 58, d.d. 25-4-1744: het achterste huis bewesten de eerste dwarsstraat.

Wereld, de blauwe - Goudsbloemgracht, "by de blauwe werelt" (D.T.B. 1146, d.d. 30-8-1624).

Wereld, De witte - Anjeliersgracht, "aen de zuytzy, inde witte werelt"(D.T.B. 1155, d.d. 9-9-1664) – Aan de Westzijde van Westerstraat 155 ligtnog altijd de Wereldsgang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ. Werken, blad G4, Jan. 1943).

Werk, het begonnen - Lindengracht, "int begonnen werck" (D.T.B. 1146, d.d. 6-10-1622)Bij executie verkocht aan Claes Claesz Listing een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde p de hoek va de "lindedwerstraet", waar "het begoinnen werck"uithangt, belend de genoemde dwarsstraat aan de Oostzijde (R.A. 2167, fol. 165, d.d. 21-1-1637) - Zie: Lijst van straat- en grachtnamen op: 1e Goudsbloemdwarsstraat.

Werk, Het dagelijks - Boomstraat, "over dagelickks werk" (D.T.B. 1168, d.d. 5-1-1698) – Hoekhuis? Zie het volge3nde artikel.

Werk, Het dagelijks - "……..bij het Kathuyserskerckhof, naest daghelyckse werck"(D.T.B. 1153, d.d. 17-12-1659) – "…..Catthuyserskerckstraet, naest het dagelicx werck"(D.T.B. 1155, d.d. 26-9-1664) – Hoekhuis? Zie het vorige artikel.

Westzaan Mayken Beyersd, huisvrouw van Jacob Dubben, "woonende op de Blomgraft, in Wessanen", is te Aken getrouwd "in de peperye".Haar vader zou haar daartoe hebben gedwongen (Protocollen Kerkeraad, dl. IV, fol., 427, d.d. 2-7-1620, Arch. Ned. Herv. Gem A'dam)

Wevers welvaren "………tweede lelydwarsstradt, naast wevers welvaren"(D.T.B. 1169, d.d. 24-6-1703).

Wildeman, De - "……….angeliersdwarstraet, naest de wildeman" (D.T.B. 1154, d.d.16-2-1663).

Wildeman, De - Anjeliersgracht, "op de hoeck van de lest dwarstraet, in de wilde man " (D.T.B. 1150, d.d. 16-6-1653)

Wildeman, De - Goudsbloemstraat, "inde wildeman"( D.T.B. 1146, d.d. 18-9-1622).

Wildeman, De - Herberg "de Wildeman", Laurierstraat-Zuidzijde, met een vrije gang ter zijde (R.A. 2168, fol., 142vo, d.d. 7-1-1650) – Laurierstraat, "by de baengraft, naest de wildeman "(D.T.B. 1164, d.d. 3-11-1683) – In 1792 bezat de herberg "de wildeman" een kolfbaan (A'damsch Jaarboekje 1889, blz. 81) – Breen vermeldt een Wildemansgang, Laurierstraat bij de Lijnbaansgracht.Geen verdere aanduiding (Gangenlijst, blz. 191).

Wildeman, De - Palmstraat, "inde wildeman"(D.T.B. 1153, d.d. 17-11-1661).

Winden, De vier - Andries Hoogeboom, plaatsnijder, wonende in de Kerkstraat, is hypothecair schuldenaar van Johannes Swartenberg, schoolmeester, voor en som van 200 gld, onder verband van een achterhuis en erf op de Anjeliersgracht in "de verwersgang", achter het huis "de vier winden"(Obreen's Archief II, blz. 163, d.d. 23-11-1680).

Winden, De vier - "….. inde Langestraat, over de 4 winden"(D.T.B. 1146, d.d.22-1-1619)[173]. – "…….in de Laurierstraat, inde vier wijnden" (Protocollen Kerkeraad, dl IV, fol. 397, d.d. 19-3-1620, Arch. Ned. Herv. Gem. A'dam).

Winden, De vier - Bij executie verkocht: een huis en erf op de Lindengracht, "op den hoeck van de Lindeboomstraet, daer de vierwinden voort huys gespyckert zijn", belend aan de Oost- en Zuidzijde door de wed van Franḉois Couck. Koopprijs 1002 gld (R.A. 2165, fol. 134vo, d.d. 19-1-1623) – Dezelfde plaatsaanduiding in Huisverk. Weeskamer VI, fol, 204, d.d. 28-1-1628 in laatstgenoemde acte, de volgende mededeling: "Ende also den achterkelder van desen huys naer meije eerstcomende noich een jaer is verhuert voor vijfentwintich gulden, zal de huer daer van comen tot profijte van den cooper"- "Lindeboomstraet" is een schrijffout. Uit Kw. 43, fol, 53, d.d. 15-2-1623 blijkt, dat bedoeld is: Lindeboomcruysstraet, de tegenw. 1e Lindendwarsstraat. De "vier winden" is dus identiek met Lindengracht 99 volgens de huidige nummering. Dit wordt bevestigd door de vermelding van Coorengel: "In de vier blazende winden, 1638, Lindengracht b/d Saterdagsbrugge" (Huisnamenlijst, blz. 195) . Zie: "de gekroonde zijde spek".

Windhond, De - Passeerderstraat-Zuidzijde vooraan, "de winthont"boven de poort (R.A. 2170, fol. 145vo, d.d. 14-1-1662) – Zie: ´de witte windhond"en de "Windhondsgang".

Windhond, De springende - Laurierstraat, "verby de leste dwarsstraet, inde springende winthont" ( D.T.B. 1153, d.d. 30-9-1661) – Breen vermeldt een Windhondsgang, ook Donkere Gang geheten, Laurierstraat 178 (Gangenlijst, blz. 148 en 191). Thans verdwenen.

Windhond, De witte - Passeerdersstraat-Zuidzijde, waar "de witte winthont" uithangt (R.A. 2166, fol. 165, d.d. 10-1-1633) – Zie : "de windhond"

Winkel - Anjeliersgracht, "in winckel"(D.T.B. 1145, d.d. 26-4-1617).

Winner, De rijke - Goudsbloemgracht, "by de rycke winner"(D.T.B. 1146, d.d. 12-6-1619).

Winterkoning, De - Elandsstraat ,"in de winterconick"(D.T.B. 1146, d.d. 23-9-1624).

Wittebroodeter, De - Anjeliersstraat, "boven de slaeger, naest de witte brooteter"( D.T.B. 1154, dd. 30-5-1663) – Zie: "de Groningerwegge-eter".

Witerkersmarkt, De - Bloemgracht, "aende zutsy, naest de witwerckersmarckt" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 7-6-1666).

Wolspinners, De vier Elandsstraat, "by de hasestraet, inde vier wolspinders" (D.T.B. 1154, d.d. 15-8-1663) – Zie: "de vier ketenspinners".

Woud, Het groene - "……..byt groenewout, op de angeliersgraft"(D.T,B. 1146, d.d. 21-10-1620).

Woud, Het groene - Goudsbloemstraat, int groenewout,by de brouwersgraft" (D.T.B. 1154, d.d. 1-10-1663).

Woud, Het groene - Lauriergracht, "int groenewoud" ( D.T.B. 1145, d.d. 4-10-1617).

Woud, Het groene - Bij executie verkocht: een huis en erf, "gelegen vooraen inde nieuwe Lelystraet aende Noortsyde, genaemt het groene wout"(R.A. 2165, fol. 76, d.d.24-1620).

Wijkertoren, De - Zie: Toren, De Wijker-.

Wijngaard, De - Lindengracht,"achter dewyngaert" (D.T.B. 1155, d.d. 17-10-1664) – Op de Lindengracht, Westerhoek van de 2e Goiudsbloemdwarsstraat, ziet men boven de deur van een cafē een bas-relief, voorstellende: de kat in de wijngaard. Ook Van Lennep en Ter Gouw hebben het opgemerkt (Uithangteekens, dl III, blz. 202). Identiek met "de wijngaard"? – Zie: "de wijntuin".

Wijnstok, De - Anjeliersgracht, "inde wynstock"(Begr. register Weeskamer nr. 2, Noorderkerk, d.d. 4-11-1624).

Wijntuin, De - Lindengracht, "op de hoek, in de wyntuyn" (D.T.B. 1154, d.d. 30-6-1663) – Zie: "de wijngaard".

Zaag, De witte - Egelantiersstraat, "over de witte saagh"(D.T.B. 1154, 28-1-1663) –In de Egelantiersstraat tussen de nrs. 41 en 47 vindt men nog steeds de Zegersgang (Kaart van Amsterdam van den Dienst der Publ.Werken, blad G4, Jan 1943). Volgens Breen heette deze vroeger Wittezaaggang, ook Zagersgang en Zwagersgang (Gangenlijst, blz, 192).

Zacheűs[174]"……. Op de hoeck van de angeliersstraet, boven de backer, in sacheus"(D.T.B. 1154, d.d. 21-2-1663) – "…op de hoeck van de angeliersstraet en korte tuynstraet, in sacheus"(D.T.B. 1154, d.d. 1408-1663).Het was een uithangend embleem (Kw 2D, fol., 235, d.d. 7-5-1657) – Zie: "de Alkmaarse grutmolen", Anjeliersstraat.

Zandloper, De - Anjelersstraat, "over de Sandtlooper" (D.T.B. 1146, d.d 1-2-1626).

Zandloper, De vliegende - Elandsstraat, "inde vliegende Santlooper" (D.T.B. 1146, d.d. 8-1-1626).

Zaterdagshuis, Het - Lindengracht, "byt Saterdagshuys"(D.T.B. 1146, d.d. 19-7-1620). Zie: Lijst van straat- en grachtnamen op: 2e Goudsbloemdwarsstraat.

Zeepaard, Het - Anjeliersgracht, "naest het Zepaert in sinte Pietersgang,tusschen de derde en vierde brugh"(D.T.B. 1153, d.d. 2-11-1661) – Anjeliersgracht, "by separt inde rosemereynsgang" (D.T.B. 1155, d.d. 28-9-1664) – Anjeliersgravht, "by de beschuytbackery vant seepaert"(D.T.B. 1163, d.d. 2-5-1680) - Anjeliersgracht, "and suytsy, by seepaart"(D.T.B. 163, d.d. 19-6-1680) – Zie: "St. Pieter" en de "St Pietersgang", de "Rozemarijnsgang"en de "Zeepaardsgang", Anjeliersgracht.

Zeilnaalden, De drie vergulde- Goudsbloemgracht, "indedrie vergulde seylnaelden"(D.T.B. 1154, d.,d, 26-2-1662).

Zethaak, De - Lindengracht, "in de sethaeck"(D.T.B.1151, d.d. 10-9-1656).

Zevenster, De - Anjeliersgracht, "naest der sevenstar"(DF.T.B. 1146, d.d. 4-6-1620) – Zie: de "Zevensterrengang".

Zinnen, De vijf - Anjeliersstraat, "aent ent, over dee vijf sinnen"(D.T.B. 1153, d.d. 6-6-1660) – Anjeliersstraat, "verby de derde dwarstraet, over de 5 sinnen" (D.T.B. 1154, d.d. 18-6-1662) – Anjeliersstraat, "verby de wteede dwarsstraet, inee vijff sinnen" (D.T.B. 1154, d.d, 90-8-1663).

Zoetemelketers, De- Boomstraat, "by de soetemelcketers" (DT.B. 1146, d,d, 10-8-1624)

Zon, De - "………..vooraen inde angeliersstrat, over de son"(D.T.B. 1154, d.d. 17-5-1656).

Zon, De - Bloemstraat, "op de hoeck van de twede dw.straet, boven de zon"(D.T.B. 1155, d.d. 22-9-1664) – Zie: "de blauwe zon"en "de grote zon".

Zon, De blauwe - Michiel Comans, etser, uitgever, tekenaar, calligraaf en Franse schoolmeester, woont "op de hoeck van de Blomstraet, in de Blaeuwe Son" (Waller, Biogr. Woordenboek, blz. 66) [175] "- Zie : de zon"en "de grote zon", Bloemstraat.

Zon, De grote - "men presenteert te huur tegens May een wynhuys met zijn brandery en pakhuys daernevens, ook zeer bequaem tot allerhande neering. Hetzelve staet tot Amsterdam in de Blomstraet op de hoek van de tweede dwarsstraet, daer de groote Zon uithang"(Adv. Amst. Crt. 21-4-1712, Jaarboek Amstelodamum XXVI, 1930, blz.296) – Zie: ": de zon" en "de blaue zon", Bloemstraat.

Zon, De vergulde - Noordermarkt, "inde vergulde son"(D.T.B. 1153, d.d. 1-7-1661)

Zonnen, De twee - "……….angeliersdwers straat, byde 2 Sonnen" (D.T.B. 1146, d.d. 4-12-1624).

Zonnetje, Het - Onder de nagelaten boedel van Hendrick Oly, schilder, bevindt zich een huis op de Rozengracht, genaamd "t Sonnetje" (Oud-Holland 1931, blz. 225)

Zonnewijzer, De- "……Anneken Jaspers, weduwe van Willem Walbrand, woonende in de nieuwe lelystraete naest de sonnenwyser, claeght, dat Jan Fransen, onder in het huys woonende, haer op het seggen van mr. Isaac, der diaconen barbier, beschuldicht, datse syn kindt soude betovert hebben …….."(Protocollen Kerkeraad dl. IV, fol. 492, d.d. 28-1-1621. Arch. Ned. Herv, Gem. te A'dam). – Nieuwe Leliestraat tussen de eerste en tweede dwarsstraat, nr. 1, tegenover "de sonnewyser" (Huisverk, Weeskamer IX, fol. 154, d.d. 14-1-1643).

Zoon, De verloren - Zie: Verloren zoon.

Zorg, De - Lindengracht, "inde Sorch, over de baen" (D.T.B. 1145, d.d. 17-9-1617) – De 9e Dec. 1613 hadden commissarissen Jan Aertsz. Sorch aangewezen een erf, gelegen "by de Cathuysers op de lynbaensburchwal" (Thes. Ord. 185, fol. 50). De 10e Jan. 1614 werd de rekening vereffend door "Hendrick Pietersz. tafelbord, taflebordverwer", getrouwd met Apolonia Moens wed. van Jan Aertsz. Sorch (Id., fol. 49vo). Reeds de 12 Nov. 1618 hadden burgemeesteren en thesaurieren het erf, gelegen "Lynbaensgraft tusschen de goutsbloemstraet en de lindegraft, get. no. 6"aan Hendrick Pietersz. overghedragen (Thes.ord. 167, fol,128). De 23e Maart 1628 was er sprake van een huis en erf, Lindengracht-Noordzijde, "tusschen de Lynbaensgracht ende de Cathuysersstraet[176], strekkende voor van de straat tot achter aan "de loodtse van Jan Aertsz. Sorch" (sic) (Kw.40, fol. 154). De 3e Juni 1623 trad in ondertrouw Aert Janssoon Sorch, schilder, wonende op de Lindengracht (D.T.B. 428, fol. 41).[177] - Zie dl I van dit werk, blz. …….

Zwaan[178], De - Bloemstraat, "besyen de swaen (D.T.B. 1145, d.d. 12-10-1617) – Tussen de nrs. 76 en 82 liep vroeger de "Zwanengang" (Breen, Gangenlijst, blz. 194). Thans verdwenen – Zie; "de witte zwaan", Bloemstraat.

Zwaan, De - "……..laaste gousblomsdwarsstradt, inde swaan"(D.T.B. 1168, d.d. 18-3-1698).

Zwaan, De - Goudsbloemstraat, "by de swaen" (Begr. register Weeskamer nr.45, Catuysers, d.d. 11-10-1622). Zie: "het zwaantje", Goudsbloemstraat.

Zwaan, De - Korte Tuinstraat, "naest de swaen, boven de silversmidt" (D.T.B. 1154, d.d. 6-11-1663). Zie: "de witte zwaan", "de Wittezwaansgang"en de "Zwanengang", Korte Tuinstraat.

Zwaan, De - Laurierstraat, "verby de eerste dwarsstraat naast de swaan"(D.T.B. 1109, d.d. 24-1-1689) – Zie: "de witte zwaan", Laurierstraat.

Zwaan, De - Prinsengracht, "by de noorderkerck, inde swaen"(D.T.B. 1146, d.d. 2-6-1623) – Zie: "de witte zwaan", Prinsengracht.

Zwaan, De gouden - Lauriergracht, "in een gangh, in de gulde swaen" (Begr. register Weeskamer nr 2, Noorderkerk, d.d. 11-10-1624).

Zwaan, De gouden - "………op de hoeck van de braeck en brouwersgraft, naest de gouwe swaen" (D.T.B. 1154, d.d. 30-1-1663) – Zie: Lijst van bruggenamen op: Zwanensluis.

Zwaan, De witte - Overgedragen: een huis en erf, Bloemstraat-Noordzijde tussen de "Goudtbloemsdwars- en Cruysstraet" [179] genaamd "de Witte Swaen"(Kw. 41, fol. 198, d.d. 23-7-1621) – Bloemstraat, "by de tweede dwarsstraet, naest de witte swaen" (D.T.B. 1156, d.d. 11-1-1666) _ Bloemstraat, "verby de eerste dwaersstraet, in de wiet swaen", Bloemstraat.

Zwaan, De witte - Korte Tuinstraat, "achter de witte swaen"(D.T.B. 1154, d.d. 17-1-1662) – Zie: "de zwaan", de "Zwanengang" en de "Wittezwaansgang", Korte Tuinstraat.

Zwaan, De witte - Laurierstraat, "inde knoopersgang, by de wytte swaen, int mydde" (D.T.B. 1154, d.d. 11-2-1663). – "... Vooraen in de Laurierstraet, over de witte swaen" (D.T.BV. 1155, d.d. 22-9-1664) – Laurierstraat, "naest de staten ruyter, inde witte swaen" (Lidmatenboek Waterl. Doopsgez. Gem. te A'dam, 1657-1673, d.d. 11-12-1667) - Zie" de zwaan", Laurierstraat.

Zwaan, De witte - Lindenstraat, "tegenover de witte swaan" (D.T.B. 1168, d.d. 10-7-1698).

Zwaan, De witte - Nieuwe Leliestraat, "voorby de verste dwarsstraet, naest de witte swaen" (D.T.B. 1154, d.d. 11-2-1663).

Zwaan, De witte - Prinsengracht, "by dewitte swaen, by de kruyskerck" (D.T.B. 1146, d.d. 31-5-1624) – Zie: "de zwaan", Prinsengracht.

Zwaantje, Het - Anjeliersgracht, "int swaentgen" (D.,T.B. 1145, d.d. 2108-1616).

Zwaantje, Het - Goudsbloemstraat, "by de eerste dw.straet, onder het swaentie" (D.T.B. 1155, d.d. 7-10-1664) – Zie: "de zwaan", Goudsbloemstraat

Zijdebaal, De - Bloemstraat, "inde Sylbael" (D.T.B. 1053, d.d. 7-12-1617)

Zijdebaal, De - Egelantiersgracht, "naest de sybael" (D.T.B. 1154, d.d. 1-2-1662).

Zijde spek, De gekroonde - Overgedragen: een huis en erf op de Lindengracht, "op de hoeck vande Saterdachsbrugh, daer de gecroonde zyde specx inde gevel staet", belend aan de Oost- en Zuidzijde door de wed. van Franḉois Cocq, aan de Noord- en Westzijde door de "'s Heerenstraet"(Kw. W, fol, 93 d.d. 16-6-1645) – Zie: "de vier winden" Lindengracht.

Zijdeworm, De - Johannes de Bruyn, glazenmaker en schilder, Anjeliersstraat voorbij de tweede dwarsstraat, in "de Zyworm"schildert voor zich zelf en andere verkopers sinds achttien jaren vloerzeilen, die hij ter herkenning aan de achterzijde ongeschilderd laat (Adv Amst. Crt. 21-6-1763. Jaarboek Amstelodamum, XXVIII, 1931, blz. 125).

Zijdeworm, De "Adam Silo[180] koorndrager, inde Oude Tichelstraet, over de Syworm" (Oud-Holland 1886, blz. 137.