J.Z. Kannegieter - Het ontstaan van de Amsterdamse Jordaan

Amsterdam

Hoofdstuk V Lijst van bruggennamen op het nieuwe werk

Bij het raadplegen neme men het volgende in acht:

1. Links staan de door mij gevonden bruggennamen in alfabetische volgorde.

2. In verband met het feit, dat de vroegere schrijfwijze tal van variaties te zien gaf, is de hedendaagse spelling gebruikt.

3. Een systematisch onderzoek naar de namen van alle bruggen is niet ingesteld. In de lijst vindt men slechts de namen, die ik toevallig tegenkwam. De collectie is dus ver van volledig.

4. Uit het voorgaande volgt, dat aan de tussen haakjes geplaatste datums niet de betekenis van vroegste vermelding kan worden toegekend.

Berenbrug

Brug van de Prinsengracht tegenover de Berenstraat. Prinsengracht ”bij de Beerebrugh” (Bredius, Künstler Inventare 7er T., S. 204).

Braakbrug

Brug van de Brouwersgracht tussen de Palmgracht en de tegenwoordige Binnen Dommersstraat. ”Tweede vinckedw.straet[1] by de braeckbrugh” (D.T.B. 1154, d.d. 12-7-1663)

Grutmolenbrug

Brug over de Lijnbaansgracht tegenover de Anjeliersstraat. ”aent ent van de angeliersstraet by de grut mueles bruch”. D.T.B. 1154, d.d. 14.4.1662).

Genoemd naar de gort- of grutmolen op het ”Angeliersbolwerk” (later: Slotermeer) De eerste molenaar was Dirck Philipsz. Gorter of Schabraelje (1614)[2]

Tekening naar de molen uit de school van Rembrandt, afgebeeld in Lugt, Mit Rembrandt in Amsterdam , S. 80. In de achttiende eeuw na verbouwing: Moutmolen de Hooyberg.- Zie de ”Molengang”, Anjeliersstraat. Brug van de Egelantiersgracht tussen 1e Leliedwarsstraat en 2e Egelantiersdwarsstraat.[3]

Helletjesbrug

”Een ovaal- en konstdrdraaijery” op de Egelantiersgracht by de Helletjes brug”. (Jaarboek Amstelodamum XXVIII, blz. 166, d.d. 13-8-1789)

Jan met de lokkenbrug

Brug over de Brouwersgracht tusschen de tegenwoordige Willemsstraat en Binnen Oranjestraat.

1. ”Jan met de locken inde kromme tuynstrat, 1 kint van 6”[4] (D.T.B. 1449, d.d. 25.10.1649)

2. ”Jan Klasen opt nieuwe franse pat boven jan met de locken”. (D.T.B. 1150, d.d. 25.10.1654)

3. ”gryet Jans op ouwe franssen pat tot Jan met de [115] locken, die men hiet Jan Wyllemsz.; daar blijft 1 kint; 1 ouwe doot[5] van 14.”

4. ”middel dwarsstraat[6] bij Jan met de locken brug” (D.T.B. 1131. d.d. 13.2.1656).

5. ”Brouwersgraft opte Jan mette locke brugh naest de kuyper”. (D.T.B. 1152, d.d. 22.4.1658).

6. ”vinckedwarsstraat[7] by Jan met de lockenbrugh”. (D.T.B. 1134, d.d. 26.7.1663).

7. ”op ouw fransepat aan de brouwersgraft in Jan met de lockesbrugsie”. (D.T.B. 1155, d.d. 12.9.1664).

8. ”by Jan met de lockenbruch inde schippersgang”. (D.T.B. 1155, d.d. 24.9.1664).

9. ”op de gousblomgraft op de hock[8] van Jan met de lockesbruch, op de hock van de brouwersgraft”. (D.T.B. 1157, d.d. 8.1.1668)

10. ”eerste dwarsstraet[9] over[10] de eenhoorn sluys[11] bij de Jan met de Locke brugh” (D.T.B. 1163, d.d. 25.10. 1679).

11. ”brouwersgraft by Jan met de lockes sluys”. (D.T.B. 1163, d.d. 12.8.1680).

Jan met de Lokken: een voor mij volslagen onbekende persoonlijkheid.

Karthuizerbrug

Brug over de Anjeliersgracht tussen de tegenwoordige 2e Boomdwarsstraat[12]

”angeliersgraft by de kartuysersbrugh”. (D.T.B. 1168, d.d. 26.6.1699). Zie: Machielenbrug en Ytgen Pietersbrug.

Kathuizersbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegenwoordige 2e Lindendwarsstraat en de 3e Goudsbloemdwarsstraat en 1e Anjeliersdwarsstraat. ”lindegraft aen de katuysersbruch onder de backer”.[13] (D.T.B. 1154, d.d. 21.11.1662). ”Lindegragt….. tusschen Saterdaghs en Karthuysersbruggen”. (Kw. 3.A, fol. 61, d.d.10.3.1683).

Kerkbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegenwoorduieg Norderkerkstraat en 1e Goudsbloemdwarsstraat. ”Lijndegraft inde Jordansgang[14] by de kercksbrugh”. (D.T.B. 1161, d.d. 1.5.1676). ”Lindegragt tuschen de kerk- en zaterdaggsche bruggen.” (Jaarboek Amstelodamum XXVIII, 1931, blz. 154, noot 4, d.d. 28.10.1790). Zie: Noorderkerkbrug.

Lekkeresluis

Brug over de Prinsengracht bij de Brouwersgracht. Prinsengracht bij de ”leckeren bruch.” (D.T.B. 1157, d.d. 27.3.1656). ”tusschen de leckrere sluys en de noordermarckt.” D.T.B. 1157, d.d. 12.11.1669). ”Dien naam heeft zij te danken aan de baksters en kooksters, die langs de wederzijdsche leuningen hare kraampjes hadden opgeslagen.” (J.ter Gouw, Amstelodamiana, dl. I, blz. 157). Ik vond een naamgenote bij de tegenwoordige Willemsstraat. twijfel is echter gerechtvaardigd:

”fransepad by de leckere brugh.” (D.T.B. 1156, d.d. 30.5.1666).

Leliesluis

Brug over de Prinsengracht tegenover de Leliegracht. Prinsengracht ”by de lelysluys by de beeltsnider.”D.T.B. 1146, d.d. 5.3.1620). ”Over de Lelybrugge op de Pr.Graft.” (Lijst van apothekers 1637, in: E.H.M. Thijssen, ’Nicolaas Tulp’. A’dam 1881, blz. 134.

Machielenbrug

Brug over de Anjeliersgracht tussen de tegenwoordige 2e Boomdwarsstraat en de 1e Anjeliersdwarsstraat. ”angeliersgraft by Machielenbrugh.” (D.T.B. 1153, d.d. 4.2.1660). ”op de hoeck van de kattuyserskerckstraet aen machielen brugh.” (d.T.B. 1161, d.d. 29.4.1676). Zie: Karthuizerbrug en Ytgen Pietersbrug.

Madelievenbrug

Brug over de Egelantiersgracht tussen de tegenwoordige 2e Leliedwarsstraat en de 3e Egelantiersdwarsstraat.[15] ”Egelantiersgraft by de Magdelivebrug.” (R.A. 2179, [117] fol. 133 vo, d.d. 16.110.1786).

Mennistenbrug

Brug over de Prinsengracht tussen de Akoleienstraat en de tegenwoordige 2e Rozendwarsstraat. ”laetste blomdwaersstraet[16] byde menniste brug.” (D.T.B. 1109, d.d. 23.6.1688). ”inde tweede Roosz dwarsstraat by de meniste brugh.” (D.T.B. 1169, d.d. 10.1.1703). Jan van Gijsen woonde in de ”laatste Roose-dwarsstrat” bij de ”zogenaamde Menniste Brug.” (Mercurius 1717, blz. 16). De naam van de brug kan niet met het Rijpen- en Rozenhofje, beide op de Rozengracht en beide voor Doopsgezinden, in verband worden gebracht. Het eerste immers dagtekent van 1737, het tweede van 1755.

Moordenaarsbrug

Brug over de Brouwersgracht tegenover de Nieuwe Wagenstraat (sedert lang verdwenen). Een legende zegt, ”dat er eens een moord gepleegd is op die brug en det de schuldige is ontdekt in den kelder daar tegenover op den hoek der Wagenstraat, en wel door een grooten zwerm vliegen, die zich op ‘t aangezigt des moordenaars zette en zich door niets wilde laten wegdrijven, waarin natuurlijk de omstanders een vervulling zagen van ‘t spreekwoord ”’t zal uitkomen, al zouden de vliegen ‘t uitbrengen!” en waarnaar dan ook die kelder ”vanouds d’vliegenkelder” plagt te heeten. Mij heugt nog, dat dit opschrift boven dien kelder te lezen stond.”[17]

Noorderkerksbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegnwoordige Noorderkerkstraat en 1e Goudsbloemdwarsstraat. ”hoeck van de Goutsbloemdwarsstraet, aende Noordzyde vande Noorderkerksbrugge.” (Kw. 2Z, fol. 24, d.d. 8.11.1681; id. 3R, fol. 264, d.d. 8.4.1700). Zie: Kerkbrug.

Pansemertbrug

Volgens Ter Gouw[18]: brug over de Egelantiersgracht aan de Prinsengracht. Hij was de naam in gedrukte of geschreven stukken nimmer tegengekomen, had hem alleen mondeling horen gebruiken. Panserdwarsstraat en Panserbrug (de onbedorven namen) zijn genoemd naar de Pansers, apothekersfamilie op de Egelantiersgracht. (Deel I, blz.).

Reebrug

Brug over de Prinsengracht tegenover de Reestraat. Adam van Beeck heeft een ”wit paklaecken” gestolen, dat over de leuning van de ”Reebrugge” te drogen hing. (Van Dillen, Bedrijfsleven, dl. II, nr. 756, d.d. 9.3.1622).

Roobrug

Niet meer te localiseren. ”op de Looyersgraft…..by de Roobrug.” (D.T.B. 1146, d.d. 23.3.1625).

Saturnusbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegenwoordige 1e Lindendwarsstraat en 2e Goudsboemdwarsstraat.

Lindengracht tussen de ”Cathuysers en Saturnusbruggen.” (R.A. 2181, folio 52vo en 86, d.d. 17.12.1806). Gewild grappige verbastering van van Zaterdagsbrug (zie aldaar); zie ook Zondagsbrug).

Tichelbrug

Brug over de Anjeliersgracht tussen de Tichelstraat en de tegenwoordige 2e Anjeliersdwarsstraat. ”Angeliersgraft over[19] de Tichelbruch.” (d.T.B. 1153, d.d. 10.7.1659).

Turkseboerbrug

Brug over de Goudsbloemgracht tussen de Palmdwarsstraat en de tegenwoordige 2e Goudsbloemdwarsstraat. ”Oude Fransepadt by de middelbrugh of Turkseboerbrugh.” (R.A. 2169, fol. 119vo, d.d. 19.1.1652). Zie: Lijst van straat- en grachtennamen op het nieuwe werk op: 2e Goudsbloemdwarsstraat.

Violettenbrug

Brug over de Anjeliersgracht tussen de Violettenstraat en de tegenwoordige 1e Boomdwarsstraat. ”angeliersgraft by de fiolettebrugh.” (D.T.B. 1169, d.d. 25.3.1703).

Weisse-wandsbrücke

Brug over de Looiersgracht tegenover de tegenwoordige 1e Looiersdwarsstraat. (Von Zesen, Beschreibung, S. 208). Zij heette waarschijnlijk Wittebrug of Witte-leuningbrug.

Ytgen Pietersbrug

Misschien brug over de Anjeliersgracht tussen de tegenwoordige 2e Boomdwarsstraat en 1e Anjeliersdwarsstraat. ”angeliersgraft by Ytgen Pietersbrugh.” (D.T.B. 1152, d.d. 14.7.1558). Een Ytgen Pieters komt voor in het cohier der capitale impositie van 1585, blz. 99.[20] Voorts is mij een Ytgen Pieters (dezelfde?) bekend die gehuwd was met de schider Frans Hendricksz.Laatstgenoemde werd in 1598 eigenaar van vier roeden land ”achtert Spaensche leger”. [21] Een jaar of tien later is Frans Hendricksz. overleden en zijn weduwe insolvent. Het erf, met een huis er op, wordt dan bij executie verkocht.[22] In 1621 kocht Ytgen voor 400 Car. gld. een ledig erf in de Kerckstraet, tussen de Lindengracht en de Boomstraat.[23] Zie: Karthuizersbrug en Machielenbrug.

Zaterdagsbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegenwoordige 1e Lindendwarsstraat en 2e Goudsbloemdwarsstraat. ”lindegraft by Saterdaghsbrugh.” (D.T.B. 1147, d.d. 2.101629; Kw. O. fol. 281, d.d. 3.8.1639). ”Lindedwarsstraet by saterdachbrugh.” (D.T.B. 1155, d.d. 14.9.1664). ”Lindegragt…..tuschen Saterdaghs en Karthuysers [120] bruggen.” (Kw. 3 A, fol. 61. d.d. 30.3.1683). Zie voor Zaterdagsluis, Zaterdagsbrug en Zaterdagsgang de lijst van straat en grachtennamen op het nieuwe werk op: 2e Goudsbloemdwarsstraat. Von Zesen zegt abusievelijk, dat de Satertagsbrücke de vierde is van de Lindengracht.[24] D.C. Meijer jr. noemt haar, eveneens ten onrechte, de eerste brug.[25] Zie: Saturnusbrug en Zondagsbrug.

Zondagsbrug

Brug over de Lindengracht tussen de tegenwoordige 1e Lindendwarsstraat en 2e Goudsbloemdwarsstraat. ”lindegraft by de sondaghsbrugh.” (D.T.B. 1154, d.d. 30.10.1663). Gewild grappige verbastering van Zaterdagsbrug. (Zie aldaar; zie ook Saturnusbrug).

Zwanensluis

Brug over de Brouwersgracht tussen Palmgracht en de tegenwoordige Binnen Dommersstraat. ”Vinkendwarsstraat[26] by de swanesluys.” (D.T.B. 1169, d.d. 14.5.1704). In de omgeving vond men de zwaan als uithangteken. ”in de tweede haerlemmerdwarsstraet[27] inde wytte swaen.”[28] (D.T.B. 1151, d.d. 114.9.1656)

”op de hoeck van de braek[29] en brouwersgraft, naest de gouwe swaen.” (D.T.B. 1154, d.d. 30.1.1663). Nog thans Brouwersgracht nrs. 266, 268 en 270: drie pakhuizen, resp. de Kleine Zwaan, de Grote Zwaan en Zwanenburg.[30] Voorts Palmgracht nr. 21: een steen met een zwaan en relief, waarschijnlijk afkomstig van een ander huis. Zie: Braaksbrug.